STADSNIEUWS. »g.. an sdt e Q 1 Q en dat alles onder onophoudelijke kreten van angst en opgewondenheid. Aan dat geschreeuw konden we ze kennen en al heel gauw wisten we, dat we voorna melijk te doen hadden met zanglijsters, koperwieken, spreeuwen en leeuwerikken. Ook konden we, als ze in het licht kwamen, ze heel goed herkennen aan grootte, ge- isialte en kleuren. Een paar merels bleven na tuurlijk zwart in het licht, maar hun oranje snavel en oogranden kwamen dubbel duide- lijk uit. Spreeuwen met hun blinkende vee- re:i maakten een lichten indruk. Nu kwamen ook roodborstjes, tapuiten en heel kleine goudhaantjes in een dichten drom. Dan weer andere kleine zangvogeltjes, die we niet zoo gauw konden herkennen, maar die onze weet- lnst geweldig prikkelden, vooral als we even opsomden wat Gatke op Helgoland van deze gioep heeft kunnen opmerken. Sommige van deze vogels vertoonden zich een enkele maal en werden dan in geen uur ir.cei gezien, maar de meesten bleven zonder ophouden om den toren vliegen. Je kon met hen meeloopen, alleen gingen ze aan de v.i'jdzij wat verder v.an den toren af, om even door het noorden weer op to halen. Wij gevoelden diep medelijden met de arme die ren, die aldus aan hun noodlot waren geke tend. Na eenigen tijd worden ze doodmoe, en telkens kwam er een zitten op de leuning, op 'l wachthuisje, op de touwen van den vlaggestok of zelfs op de ijzeren ringen, die de buitenzij van het lichthuis beschermen. Ze waren dan zoo uitgeput, dat we ze met d'3 hand konden grijpen en zoo waren we dan in de gelegenheid om buiten twijfel de velschillende soorten vast te stellen. Een flamingo geschoten. De jager de Boer, te Kornwerd, heeft in de vorige week in zee aan de Friesche kust een flamingo geschoten. Men vermoedt, dat het dier is ontvlucht uit den een of anderen die rentuin. He: vertoonde intusschen in 't ge- hee1 geen sporen van gevangenschap. De vo gel wordt opgezonden aan het museum voor natuurlijke historie te Leiden. Een makke spreeuw. J. C. v. d. S. te Dieren schrijft in ,,De Levende Natuur" In het begin van Mei 1.1. werd aan den voet van een muur van de woning van mej. M. C. gevonden een vermoedelijk uit het nest gevallen jonge spraeu- -, meer dood dan levend. Door zorgvuldige verpleging bleef hij in 't leven, kwam spoedig tot ontwikke ling, zoodat hij in de maand Juni de vrij heid kreeg. Dankbaarheid of misschien ook herinnering aan het voer (Sluis' lijstervoc- der en stukjes kaas) deden hem al besluiten in de woning in de kooi terug te keeren, met de vrijheid die te mogen verlaten, waar van hij ook ruimschoots gebruik maakte. Na zich dan weer langer of korter in de vrije natuur verlustigd te hebben, eens zelfs gedurende l dagen en ".achten, kwam hij terug. Onlangs op het tijdstip samenvallende met dat van het vertrek der spreeuwen, ver toonde hij zich weer aan de woning, werd goed gevoed en daarna in vrijheid gelaten, echter zonder het gevolg als vroeger. Hij wilde de woning niet verlaten, ging gewillig in de kooi en leeft daarin tevreden en ge lukkig, geniet 's ochtends ,n de kamer eeni gen tijd van Lotrekkehjke vrijheid, gaat bij ieder huisgenoot op het loofd, schouder en hand zitten, daarna vrijwillig in de kooi en kweelt dan het hoogste lied. In de dagen der bovenbeschreven absentie gebourde het dat hij op de hand gevoed wor dende, een zwerm spreeuwen in de lucht zag en zich daarbij aansloot, wij dachten om niet weer terug te keeren, dat echter zoo als voren blijkt, verkeerd gedacht was. Kan iemand, bekend met de geheimen van het leven der vogels in de natuur mij dit merkwaardige geval verklaren, bijv. dat te- rugkeeren zonder zich weer te willen verwij deren op het tijdstip van het vertrek zijner stamgenooten. Dit toch geeft te denken. -Nieuwe postzegels. Over een tweetal nieuwe postzegels schrijft de N. R. Ct. het volgende De leelijke plaatjes die naar buiten toe van den kunstzin van ons land moeten ge tuigen, zijn weer vermeerderd. Vandaag heb ben wij, voor een van onze verzamelende vriendjes, een nieuwen postzegel van 15 cent, in tweekleurigen druk, van een brief ge scheurd. Andersom dan bij dien van 25 cent, is het medaljon met den kop van de Ko ningin hier analinerood en de rand er om heen blauw. Het kleureffect is hetzelfde als van een bonten theedoek, welks felle kleu ren de vernietigende werking van het zeep sop moeten weerstaan. Later op den dag is ons ook een nieuwe tweekleurige postze gel van 20 cent ondei dt oogen gekomen, een nieuwe gruwel in vuilgroen en paars- grijs. Laat men eindelijk eens hoffelijker ge bruik maken van den beeldenaar van onze Koningin, en begrijpen, dat het schilders land bij uitnemendheid ook aan de kleine bijzonderheden van zijn uiterlijk zorg dient te besteden. Het in brand geraken van menschen. Het Hbld schrijft nog In wat wij onder dit opschrift schreven, is een zaak niet genoeg uitgekomen.' Het is nl. niet minder van belang, dat iemand, -wiens kleederen in brand geraken, plat op den grond gaat liggen en aldus zjlf tracht in dezer houding door rollen de vlammen uit te dooven. Deze liggenc e houding voor komt ook het verbranden van het aangezicht en het hullen van het geheele lichaam in vlammen, en kan anderen he*, reddingwerk door rollen of bedekken van het lichaam vergemakkel ijker De Cullinan. De .heer H(enri) P.(olak) noemt in het Weekblad van den Alg. Ned. Diamantbewerkersbond, den naam Cullinan een zeer oneigenaardige. ,,De steen werd gevonden in de mijnen van de Premiermaatschappij. Hij was de grootste en merkwaardigste ter wereld. Wat zou nu eigenaardiger zijn geweest dan den steen te noemen de Premier, de Eerste?! ,,Maar neen, hij moest, om te voldoen aan dwaze ijdeltuiterij, Cullinan genoemd wor den en draagt dus ten eeuwigen dage den naam van den Johannesburgschen café-be zitter, die geld genoeg bijeen wist te bren gen, om de hoeve Elandsfontein te koopen. die zulke rijke diamanthoudende gronden bleek te bezitten. ..Terecht zegt Shakespeare, dat sommigen groot, geboren worden, dat anderen groot heid verwerven en dat nog anderen de groot heid op het lijf geworpen wordt". Naar wij uit Hoenderloo vernemen, zal in den loop van het volgende jaar een groot gedeelte dezer gemeente verkocht worden, nl de bezittingen van wijlen den heer Sic- kesz, nu in eigendom van mevrouw Hubert te Rotterdam. Deze bezittingen beslaan 1300 H.A., waar van 650 HA. bosch, en hierop staan tien boerderijen en twee woonhuizen. De werkloosheid te Am sterdam. Naar gemeld wodt, zal er van den aanleg van een Sportpark te Am sterdam door werkeloozen niets komen. Men weet, dat dit op gemeentegronden aan den Amstelveenschen weg zou worden aangelegd, en dezen winter aan een 1000-tal soliede werkloozen arbeid zou verschaften, i De gemeenteraad besloot voor vnkelo weken i dit plan geldelijk te steunen, maar dan moest I van particuliere zijde f lZO.OOO tot f 150,000 voor het sportpark worden bijeengebracht! I De publicaties van penningmeester, den heer J. H. Scheltema, lebbm doen zien, dat slechts ruim f 60,000 hiervooi in kwam. Met het oog hierop lesloot de gemeenteraad Donderdag in comité-generaal de plannen met het Sportpark geen voortgang te doen vinden, omdat de geldelijke o'fers voor de gemeente anders te groot ludc-n worden. Hetwelk men bij den ongunstigen financ.iee- len toestand der gemeentekas nvex*antwoor- delijk achtte. Intusschen, al zal de commissie uit de burgerij niet in staat zijn een Sportpark te scheppen, zij zal niet minder krachtig haar werk ten behoeve der werkloozen voortzetten en trachten dezen op andere wijzen aan aibeid te helpen. Reeds werd xan den ge meenteraad toezegging tot steun verkregen bij de ophooging van bouwterreinen, hetwelk nu een belangrijk deel van de voorgenomen werkverschaffing zal uitmaken. Bedriegelijke bankbreuk. Voor de Arnhemsche rechtbank is behan deld de zaak van den te Aken geboren en in Nijmegen wonende, thans gedetineerden 26-jarigen koopman G. Chr. A. Weber, die in den loop van dit jaar onder opzienbaren de omstandigheden failliet is gegaan. Toen n.l. de zaken van bekl., die te Nij megen een winkel van huishoudelijke arti kelen had, zouden worden afgewikkeld, bleek, dat hij alles aan zijn aanstaande echt- gen. jote ,,ten geschenke" had gegeven. De behandeling dezer zaak nam den ge beden dag in beslag. Uit hetgeen het O. M. en de president opmerkten, bleek, dat bekl., die geen cent bezat, de zaak heeft gekocht van de lieeren v Haaren en Thijssen voor 71.000 en 20.000 (beide lieeren hebben later f 10.000 op hun vorderingen laten vallen). Tevens nam bekl. over een schuld van 43.000. Om deze te kunnen betalen, sloot hij op zijn zaak twee hypotheken, tot een bedrag van 45.000. Bekl., die voorts op zich genomen had de helft van zijn inkomsten aan den heer Thijssen af te staan, moest in Decem ber 1907 zijn vorderingen afstaan aan de Maas en Waalsche Bank te Nijmegen. Toen hij bij deze voor 28.000 in het krijt stond, begon de bank op betaling aan te dringen, ook maande de heer v. Haaren hem voor de rente der koopsom en notaris Ten Pol voor de rente der koopsom en notaris Ten Pol voor de renten der hypotheek. De krach volgde dan ook spoedig. In hoofdzaak liep het getuigenverhoor over de vraag, of bekl. geweten heeft bij het opmaken van de acte met huwelijksche voorwaarden, even voor hij failliet ging, dat zijn zaak zoo slecht stond. De officier van justitie meende van wel. Hij wees er op, dat er hooge hypotheken op de zaak rusiten, dat bekl. door de Maas en Waalsche Bank in het nauw werd gedreven en dat hij ver boven zijn krachten leefde in het le kwartaal van 1908 verteerde mijn heer 5700, over het jaar 1907 ruim 76001 Spr. eindigde zijn requisitoir met een ge vangenisstraf te requireeren vau 5 maan den. School- en Kerknieuws. Aan de Universiteit te Leiden is cum laude bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, op proefschrift: ,,De Ontvankelijkheid der Admi nistratieve Rechtsvordering" de heer M. VY. Scheltema Jzn., geboren te Amsterdam. Te Leiden is geslaagd voor het artsexamen eerste gedeelte, de heer C. H.' Gouda Quint. Bevorderd tot arts de heer C. H. Nijkamp. Aan de Universiteit te Leiden is geslaagd voor het groot-ambtenaarsexamen voor den In- dischen dienst de heer W. E. Scheurer. Aan de Universiteit te Groningen is be vorderd tot doctor in <le rechtswetenschap, op Stellingen, de heer J. Pleyte, commies ter direc tie der registratie en domeinen te Leeuwarden, geboren te Buurmalsen. Te Groningen ls voor het doctoraal exa men in de geneeskunde geslaagd de heer J. P. Hamming. Aan de universiteit te Amsterdam is met gunstig gevolg afgelegd het candidaats-examen der scheikunde cum laude door den heer F. Zernike; het doctoraal examen in de rechtswe tenschap door den heer E. Meijerbevorderd tot arts de heer H. W. Boelens, geboien te Amsterdamgeslaagd voor het le gedeelte de heeren J. L. M. Jansen en W. J. Slis. De Leid sc he Hoo ges obool. Na overleg met de hoogleeraren is door de medische faculteit der Leidsche studenten be sloten adressen te zenden aan Z.Exc. den Minis ter van Binnenlandsche Zaken-, van welke adres sen afschriften zullen worden gezonden aan de leden der Tweede Kamer, aam 't ooilege van curatoren en den senaat der professoren van de medische faculteit. Het eerste adres betreft de collegezaal van den hoogleeraar in de psychiatrie, waarin, met redenen omkleed, wordt opgemerkt, dat nooh localiteit, noch materiaal aan redelijko eischen voldoen en op 't nemen van maatregelen wordt aanged rongen Wat den hoogleernnr in de bacteriologie be treft. wordt er o. a. gewezen op de sleohte loca- litoit. welke-hem ten dienste staat, dat zij veel te klein is en dat hij haar moet deelen met den hoogleeraar in de vergelijkende pathologie en I den privaat-docent, terwijl verder de practicum zaal niet in overeenstemming is niet de meest eenvoudige eischen, die men mag stellen. Ook ten opzichte der bacteriologie dringt de medische faculteit op verbetering in deze toe standen aan. 's-G ravenhage, 10 December. I Examens Middelbaar Onderwijs. Fransch, akte A. Geëx. '2 vr. en 1 mann, cand. Geslaagd mej. C. M. T. Schil te, van Am sterdam, en mej. W. E. van der Beke Callen- fel», van Warnsveld. Boekhouden, K XII. Opgeroepen en opge komen 8 cand. Geslaagd de heeren: W. J. Rust, uit Amsterdam, en A. A. J. van Riemsdijk, uit Arnhem, beiden voor huisakte. Aardrijkskunde, K IX. Opgeroepen en geëx. 2 cand. Toegelaten mej. J. A. A. Visser, van Hilversum. Schoonschrijven, N. Opgeroepen en geëx. 5 cand. Toegelaten de dames: J. M. Goerger, van Posterholt, en A. G. A. A. H. J. Müllen- meester, van idem; en de heeren E. Botzen, van Amsterdam, en Th. J. Cappers, van Bussum. Wiskunde, K. 1. Opgeroepen en opgekomen 3 cand. Afgewezen 2. Geslaagd de heer J. G. R. Isbrucker, uit 's-Gravenhage. Examen Wiskunde, L. O., art. 86.Opgeroe pen en opgekomen 3 cand. Afgewezen 2. Ge slaagd de heer A. Mulder, uit Eindhoven. - 'sGravenhage, 11 December. Examens Middelbaar Onderwijs. Fransch, akte A. Geëx. 1 vr. en 2 mann. cand. Geslaagd mej. M. E. Fransen vau de Putte, te Goes, en de heer J. Perrot, te Utrecht. Boekhouden, K XII. Opgeroepen 9, opge komen 8 cand. Geslaagd de heeren voor school- akte, L. J. J. Sdhofaerts, Amsterdam; A. H. Sohaafsma, Beverwijk; A. J. Sauer, KethelH. W. Schilt, Rotterdam, en J. Schouten, Maas sluis; en voor huisakte J. Sohaafsma, 's-Gra venhage. Examen L. O., Wiskunde, art. 86. Opge roepen, opgekomen en afgewezen I cand. Het Comité voor vrouwenkiesrecht in de Xederlandsche Hervormde Kerk. bestaande uit zeven dames en ds. Reitsana, te Noordwolde als voorzitter, heeft aan alle hervormde predikanten de volgende circulaire verzonden Ondergeteekenden, vertegenwoordigende ver schillende richtingen in de Ned. Herv. Kerk. hebben zich gevormd tot een comité voor kies recht aan onze vrouwelijke lidmaten. Zij zijn overtuigd dat het geen enkele godsdienstige vrouw onverschillig kan zijn. in wiens hand de zorg voor hare gemeente is gelegd, aan wien de godsdienstige opvoeding harer kinderen zal woi- den toevertrouwd. Zij meenen dat het christe lijk gemoedsleven onder vrouwen zeker-niet min der sterk is dan onder mannen en dat de be voegdheid der vrouw tot oordeelen in dezen vol komen gelijk moet geacht worden aah die .van den man. Breeder niotiveering is hier niet wel mogelijk, zoodat wij verwijzen naar hetgeen in de Synode van 1897, 1898, 1900 en 1908 hierover Wij stellen ons nu de actie als volgt voor: Vóór 2-5 December komen ingevulde vragenlijs ten, dus ook de uwe, terug en heeft 't comité dus overzicht van de gemeenten, waarin predi kanten of anderen zich beschikbaar stellen. Aan elk der opgegeven adressen verzenden wij daar na een of meer afdrukken van het door ons aan de Synode te richten verzoeksohrift, benevens lijsten voor het verzamelen van handteekenin- gen. Als deze lijsten bij ons zijn teruggekomen, worden zij niet hei origineel van het verzoek schrift verzonden naar de Synode van 1909. Verder weten wij uit de bij ons teruggekomen ragenlijsten de adressen der predikanten, die zicli bereid verklaren, bij hun classicale vergade- ring (Juni 1909j oen voorstel in te dienen om aan de Synode wetswijziging van Art. 3 Alg. Regl. enz. enz. te verzoeken. Wij stellen binnen elk classes deze predt. met elkander in verbin ding, en zenden hun een concept-voorstel toe. Wij doen een ernstig beroep op uw medewer king en verzoeken u dringend, bijgaande vra genlijst vóór 25 December terug te zenden in gesloten couvert. Indien u geen voorstander fcijt van vrouwen kiesrecht in de kerk, wil dan toch dit schrijven niet onibeantwoord ter zijde leggen, doch zie Johannes 18 23: ..Indien ik kwalijk gesproken heb, betuig van het kwade.'' Legaten Wijlen mej. de wed. Oos terhuisDanhof heeft aan de Diaconiën der Ned. Herv. en Doopsgezinde gemeenten te Uit huizen elk eon legaat vermaakt, groot f 3000. Aan het 60ste jaarverslag van den staat der Algem. Weduwen- en Weezen beurs voor predikanten van de Ned. Herv. Kerk, loopende over het boekjaar 1907, is het volgende ont leend De ontvangsten bedroegen f 128,194.98; n.l. 1. saldo van 't vorige jaar. op prolongatie uit gezet, f 39,000 2. contribution f 33,992.50; 3 bijdragen examengelden en huwelijken f 7229.50; 4. giften, baten van de ..Kerkel. Courant" en 10 der vacaturegelden f 14,619.15; 5. bate van den Vervolgbundel f 123.15, cn 6. rente van 't kapitaal der Beurs f 1,227.700 en rente van prolonga-tiën f 33,230.68. De uitgaven bedroegen f 127,694.98: n.l. 1. uitkeeringeii aan weduwen en weezen f 81,580 78; 2. diruk- en zegelkoston f 85.90; 3. administra tiekosten f 800; 4. vergoeding aan de quaes toren dor classes f 228.30 5. uitgezet op prolon gatie f 46.000. Alzoo is er een batig saldo van f 500. Er werd f 2576 meer ontvangen dan in 1906, maar de uitgaven waren ook f 2886 hooger. Eene uitkeering werd gedaan aan 438 wedu wen, 9 minderjarige kinderen en 18 erven. Te Manchester is overleden dr. A. de Vlie ger, predikant bij de Engelsche Presbyterian n- sclie Kerk, aldaar. Dr. De Vlieger, Hollande van geboorte, had in Nederland vele vrienden Hij was vooral bekend door zijn arbeid in Egypte, voor de zending onder de bevolking van het oude Nijlland. R.-Kath. Kerk. Het Centrum meldt, dat aan mgr. Giovannin-i, zaakgelastigde van den H. Stoel, het prachtal'bum van de Ned. Kath. Patronaten is aangeboden. Het is gebonden in wit kalfsleer en draagt in goud het wapen van Nederland en daaronder Juventus Neerlandiive Gatholicae in patrona- tus et societates sub ordinariorum auspicio con- gregata Pio X pontifici Maximo quinquagesi- mum ab initio sacerdo tio annum oxplenti pie- tatis causa anno Domini MCMVIII d.d. Achter een titelblad, in kleuren gecalligta- feerd, is in het Latijn en Nederlandsch. een op dracht op twee bladzijden gedrukt. Nol» van B. en W, aan «len Gemeen teraad naar aanleiding van een door «len heer S. .1. v. Duinen onderteekend schrijven. Naar aanleiding van oen ingezonden schrijven van den lieer S. J. van Duinen, in d'i Eemlander van 23 October jl., nichtten B. en W- tot genoemden heer het volgende schrijven j,n een door u onderteekend ingezonden stuk, voorkomende in ,,De Eemlander" van 23 October 1908, no. 223, schrijft u o.a. n»-g afgescheiden van wat is gepasseerd en wat ik als raadslid ter wille van het prestige van Burgomeester en Wethouders niet aan de groote klok hang enz. Afgescheiden van de vraag of de verdere inhoud van uw genoemd schrijven ons aan leiding zal geven, daarop terug te komen, hebben wij de eer u te verzoeken ons te wil len berichten, wat door u als raadslid ter wille van het prestige van ons college niet aan de groote klok is gehangen." Hierop kwam onderstaand antwoord „In antwoord op uw geacht schrijven van 3 November jl., afid. I, no. 1499, heb ik de eei u mede te deelen, dat de in dat schrij ven gecursiveerde woorden aan mijn pen ontsnapt zijn, naar aanleiding van de wijze, waarop door uw college is behandeld de on achtzaamheid van den directeur der gasfa briek in zake het vervuilen van het water in de Eem en de daaruit voortgekomen schadevergoeding, betaald door de gemeen te B. en W. verzochten vervolgens nader te mogen vernemen, wat in de wijze, waarop de Eemvervuiling door hun college behandeld was, door den heer v. D. verzwegen is ter wille van hun prestige. Waarop dit antwoord werd ontvangen „In de eerste plaats heeft mij de houding verwonderd, die Burgemeester en Wethou ders hebben aangenomen ten aanzien van den directeur. Hoewel deze, volgens verschillende bla den, erkend heeft, dat het- loozen van een groote hoeveelheid gaswater oorzaak is ge weest van de vervuiling van het Eemwa- ter, heeft de Wethouder-voorzitter van de gas-commissie in de vergaderingen met ge sloten deuren steeds getracht den directeur te vrijwaren en werd zelfs onomwonden te kennen gegeven, dat de oorzaak der vervui ling eigenlijk onjuist was, ten minste niet kon worden bewezen. 't Wil mij voorkomen, dat een gemeente ambtenaar, die in zijne functie eene zóó groote onachtzaamheid heeft betoond, waar door niet alleen belangen van derden ern stig werden geschaad, maar waaruit ook voor de fabriek ernstig nadeel konde voortkomen, door het college van B. en W. daarover ern stig onderhouden had behooren te worden, maar dat die tekortkoming van zijn plicht niet op eene dergelijke vergoelijkende wijze mocht worden behandeld. Verder vind ik het vreemd, dat de schade vergoeding, uitbetaald aan de u bekende vereeniging, niet in openbare zitting van den raad is behandeld. Art. 44, suib c. en d. van de gemeentewet acht ik hier van toepassing. Het aanwijzen tol dekking der middelen van eene zoodanige uitgave is zelfs niet in eene vergadering met gesloten deuren behandeld. Ook heeft het mijne opmerkzaamheid ge trokken, dat in verschillende bladen wel het bericht de rondte heeft gedaan, dat het Eem-college aan de betreffende vereeniging schadevergoeding zoude uitbetalen, maar ner gens vond ik er bij vermeld, dat het daar voor benoodigde geld uit de gemeentekas werd verstrektvoor gemeentenaren zeker wel het belangrijkste deel. Het is mijne vaste overtuiging, dat door ee.a en ander 'het prestige van Burgemeester en Wethouders moet dalen bij algemeene bekendheid der feiten. Hoe moet bij voorko mende gelegenheden de houding zijn van B. en W. tegenover ambtenaren, die zioh aan onachtzaamheid schuldig maken, waardoor de belangen van de gemeente ernstig werden geschaad? Zelfs acht ik eene wijze van handelen als bóven omschreven nadeelig voor het prestige van Burgemeester en Wethouders tegenover den directeur der gasfabriek zelf. Zijne gedachte, geuit in ongeveer de vol gende bewoordingen voor de reclame-com missie in 1905 of 1906, n.l. dat het hem ge makkelijk zoude vallen de gemeente een paar duizend gulden minder voordeel te doen be halen, zonder dat iemand zoude kunnen be wijzen, dat hij zijn plicht niet deed, be wijst m. i., dat hij zich plaatst op een on juist standpunt. Iemand, die dergelijke woorden durftr bezi- gan tegenover raadsleden, heeft wel een zeer eigenaardig begrip van zijne positie in ver bant! met zijne instructie (artt .2 en 5, g.). Er. zijn gevoel van eigenmachtigheid zal na de behandeling der Eem-zaak er niet minder op zijn geworden!" B. en W. meenen, in het belang der ge meente, de pen in dit geval niet te mogen laten rusten. Zij schrijven dus o. m. aan den Raad In de eerste plaat® zij uitdrukkelijk gecon stateerd, dat de feiten, waarover de heer Van Duinen ter wille van ons college meende te moeten zwijgen, in geen enkel opzicht in ver band staan niet leveranties aan de gemeente. Hierop in 't bijzonder den nadruk te leggen, achten wij noodzakelijk, aangezien het ge heele zinsverband van het stuk, waarin de be doelde woorden voorkomen, geen anderen indruk kan vestigen wij willen gaarne veronderstellen zonder opzet van den schrij ver dan dat de heer Van Duinen, in ver band met leveranties aan de gemeente, ter wille van hat prestige van ons college zwijgt Aangezien wij in een geval, waarin een uwer leden mededeelt, dat hij door zwijgen net prestige van ons college ter wille is, pu bliciteit in heit belang der gemeente nood zakelijk achten, meenen wij de feiten, waar door volgens de meening van den heer Van Duinen ons prestige daalt, te moeten bespre ken. Het is bekenid, dat in het begin van 1908 eene hoeveelheid visch in de Eem gestorven isdeze dood werd toegeschreven aan het lossen van water, afkomstig uit de gasfa briek op een tijdstip, dat de waterstand zeer laag was. Het Eem-college, dat het water verpacht heeft, werd door zijn pachter aan gesproken, waarna het Eem-college ons be stuur daarmede in kennis stelde. Het is u bekend, dat wij deze aangelegenheid ter sprake brachten in uwe vergadering met ge sloten deuren van 28 April. In die vergadering werd toen beslaten, een onderhoud aan te vragen met den voor zitter van het Eem-college. In uwe vergade ring' met gesloten deuren van 29 Mei deden wij u mededeeling van den uitslag van het onderhoud, waarna door u, na ampele be spreking, besloten werd aan het Eemcollege eene schadevergoeding van f 500 aan te bie den. Vervolgens deelde in uwe vergadering met gesloten deuren van 30 Juni de voorzit ter mede, dat het Eem-college de schade loosstelling had aangenomen. De heer Van Duinen meent, dat door den Wetihouder-voorzittetr van de commissie tot bijstand in het beheer der gasfabriek steeds getracht is den directetur te vrijwaren en is van oordeel, dat deze ernstig door ons college onderhouden moest worden. Het verwondert ons deze zienswijze van den heer Van Duinen voor het eerst uit zijn schrijven van 20 November te verne men in de vergaderingen van 28 April, 19 Mei en 30 Juni heeft hij over deze aange legenheid geen enkel woord gesproken. Zelfs toen een uwer leden in overweging gaf, den d.ii ecteur bij eene herhaling de schadevergoe ding te laten betalen, bewaarde de heer Van Duinen het zwijgen. Indien de heer Van Duinen destijds meende, dat strenger tegen den directeur moest worden opgetreden, had hij hiervan bij de behandeling dezer zaak moeten getuigen. De heer Van Duinen vindt het verder vreemd, dat de uitbetaling van de schade- veigceding niet in openbare zitting van den raad is behandeldooik 'hierdoor zou ons prestige gedaald zijn. Het bedoelde bedrag moest betaald wor den uit volgn. 125 der begrooting, dienstjaar 1908, „exploitatie der gasfabriek". Het is uwe vex-gadering bekend, dat alle uitgaven der fabriek, behalve die voor uitbreiding, onder één artikel in uutgaaf op de gemeente- begroeting voorkomen. Tijdens het doen der betaling was het op dit artikel beschikbare bedrag nog ruimschoots voldoende; zoodra hst artikel overschreden moet worden, volgt oen voorstel tot af- en overschrijving of tot wijziging der begrooting. In casu was dit niet noodig. Met tallooze uitgaven van alle takken van dienst wordt zoo gehandeld, 't geeri geheel in overeenstemming is met de voorschriften en waarop door uwe vergade ring nimmer eenige bemerking is gemaakt. In de derde plaats is volgens den schrijver ons prestige gedaald door dat in verschil lende bladen een onvolledig bericht betref fende de schadevergoeding voorkwam. Het prestige van ons collega schijnt volgens den heex Van Duinen in verband te staan met de al of niet volledigheid van berichten in dagbladen. Het is daarom niet overbodig, uitdrukkelijk tet vermelden, dat voor der gelijke berichten in geen enkel opzicht eenige verantwoordelijkheid door ons college ge- diagen wordt. Het spreekt intusschen van zelf, dat zoo wel 'het niet-indrienen van eenig voorstel tot wijziging der begrooting, als het voorkomen an een onvolledig courantenbericht op zich zelf geen reden kan zijn voor den heer Van Duinen, te meenen, dat het prestige van ons crllege daalt. Beide punten brengt hij dan ook in verband met de houding van ons col lege tegen den directeur van -de gasfabriek. Hierin achten wij eene verdachtmaking op gesloten, die ons college beneden zijn waar digheid acht. De door den directeur gebezigde woorden tijdens de behandeling van zijne reclame in zako de inkomsten-belasting in 1905, getui gen zeker niet van voorzichtigheidhad hij kunnen vermoeden, dat van deze uitdruk king op dergelijke wijze, als thans plaat® heeft, gebruik gemaakt zou worden, dan ware hij waarschijnlijk behoedzamer ge weest. De aangehaalde mededeeling op zich zelf bevatte voor ons geen nieuwe waarheid. Zonder twijfel kan iedere directeur van een tak van dienst, door geen buitengewone acti viteit aan den dag te leggen, de financieele uitkomsten van het aan tijne leiding toever trouwde bedrijf minder doen zijn dan bij gewone plichtsbetrachting, zonder dat het veelal mogelijk zal zijn, hem op plichtsver zuim te wijzen. Dat een ambtenaar hierop wijst, pleit voor zijne eerlijkheideen amb tenaar, die zich niet bewust is steeds in alle opzichten het gemeentebelang te behartigen, zal zich wel wachten voor dergelijke uitdruk kingen. In het begin van deze nota is nog aan gehaald de volgende alinea van het schrij ven van den heer Van Duinen „Pleit de kennelijke uitsluiting van leve ringen aan de gemeente in alle dienstvak ken sinds 9 April jil. (den dag waarop de firma haar rekest inzond) voor de recht vaardigheid van hem of hen, die beslissen over leveringen? 't Riekt mij naar wraak en u?" Deze bewering is onwaar. Behoudens kleinigheden is o.a. in Juli voor openbare werken eene bestelling van f 51.42 opgedra gen Wij betreuren het, dat een lid uwer ver gadering, die alle gewenschte inlichtingen kan krijgen, het goed vindt, eene dergelijke onjhiste bewering te publiceeren, daarbij de rechtvaardigheid in twijfel trekkende, en vragenderwijze het vermoeden uitspreekt, drt bij het opdragen van leveringen wraak uitgeoefend wordt. Met leedwezen richten wij deze nota tot u. Door het schrijven van den heer Van Duinen niet te bespreken, achten wij het ge meentebelang evenwel ernstig geschaad. Dat een lid uwer vergadering uitdrukke lijk verklaart, mededeelingen ter wille van het prestige van ons ooilego niet aan „de groote klok" te hangen, mogen wij niet zon der ernstig protest toelaten. Eene dergelijke bescherming van ons college wordt door ons afgewezen. Indien er werkelijk handelingen door ons college verricht worden, die van dien aard zijn, dat zo ons prestige doen da- leu, dan brengt de plicht van het raadslid maatschap mede, in het belang der gemeente te spreken, daar waar het behoort, d.i. in uwe vergadering. Door de handelwijze van den heer Van Duinen, nl. in een1 dagblad to publiceeren, 'dat hij als raadslid ter wille van het prestige van Burgemeester en Wethou ders zwijgt, wordt wantrouwen gekweekt en daaidoor het gemeentebelang ernstig ge schaad. Hiertegen met nadruk te protesteeren, achten wij onzen plicht.*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 3