STADSNIEUWS.
»g..
an
sdt
e
Q
1
Q
en dat alles onder onophoudelijke kreten van
angst en opgewondenheid.
Aan dat geschreeuw konden we ze kennen
en al heel gauw wisten we, dat we voorna
melijk te doen hadden met zanglijsters,
koperwieken, spreeuwen en leeuwerikken.
Ook konden we, als ze in het licht kwamen,
ze heel goed herkennen aan grootte, ge-
isialte en kleuren. Een paar merels bleven na
tuurlijk zwart in het licht, maar hun oranje
snavel en oogranden kwamen dubbel duide-
lijk uit. Spreeuwen met hun blinkende vee-
re:i maakten een lichten indruk. Nu kwamen
ook roodborstjes, tapuiten en heel kleine
goudhaantjes in een dichten drom. Dan weer
andere kleine zangvogeltjes, die we niet zoo
gauw konden herkennen, maar die onze weet-
lnst geweldig prikkelden, vooral als we even
opsomden wat Gatke op Helgoland van deze
gioep heeft kunnen opmerken.
Sommige van deze vogels vertoonden zich
een enkele maal en werden dan in geen uur
ir.cei gezien, maar de meesten bleven zonder
ophouden om den toren vliegen. Je kon met
hen meeloopen, alleen gingen ze aan de
v.i'jdzij wat verder v.an den toren af, om
even door het noorden weer op to halen. Wij
gevoelden diep medelijden met de arme die
ren, die aldus aan hun noodlot waren geke
tend.
Na eenigen tijd worden ze doodmoe, en
telkens kwam er een zitten op de leuning,
op 'l wachthuisje, op de touwen van den
vlaggestok of zelfs op de ijzeren ringen, die
de buitenzij van het lichthuis beschermen.
Ze waren dan zoo uitgeput, dat we ze met
d'3 hand konden grijpen en zoo waren we
dan in de gelegenheid om buiten twijfel de
velschillende soorten vast te stellen.
Een flamingo geschoten.
De jager de Boer, te Kornwerd, heeft in de
vorige week in zee aan de Friesche kust een
flamingo geschoten. Men vermoedt, dat het
dier is ontvlucht uit den een of anderen die
rentuin. He: vertoonde intusschen in 't ge-
hee1 geen sporen van gevangenschap. De vo
gel wordt opgezonden aan het museum voor
natuurlijke historie te Leiden.
Een makke spreeuw. J. C.
v. d. S. te Dieren schrijft in ,,De Levende
Natuur"
In het begin van Mei 1.1. werd aan den
voet van een muur van de woning van mej.
M. C. gevonden een vermoedelijk uit het
nest gevallen jonge spraeu- -, meer dood dan
levend. Door zorgvuldige verpleging bleef
hij in 't leven, kwam spoedig tot ontwikke
ling, zoodat hij in de maand Juni de vrij
heid kreeg. Dankbaarheid of misschien ook
herinnering aan het voer (Sluis' lijstervoc-
der en stukjes kaas) deden hem al besluiten
in de woning in de kooi terug te keeren,
met de vrijheid die te mogen verlaten, waar
van hij ook ruimschoots gebruik maakte.
Na zich dan weer langer of korter in de
vrije natuur verlustigd te hebben, eens zelfs
gedurende l dagen en ".achten, kwam hij
terug.
Onlangs op het tijdstip samenvallende
met dat van het vertrek der spreeuwen, ver
toonde hij zich weer aan de woning, werd
goed gevoed en daarna in vrijheid gelaten,
echter zonder het gevolg als vroeger. Hij
wilde de woning niet verlaten, ging gewillig
in de kooi en leeft daarin tevreden en ge
lukkig, geniet 's ochtends ,n de kamer eeni
gen tijd van Lotrekkehjke vrijheid, gaat bij
ieder huisgenoot op het loofd, schouder en
hand zitten, daarna vrijwillig in de kooi en
kweelt dan het hoogste lied.
In de dagen der bovenbeschreven absentie
gebourde het dat hij op de hand gevoed wor
dende, een zwerm spreeuwen in de lucht zag
en zich daarbij aansloot, wij dachten om niet
weer terug te keeren, dat echter zoo als
voren blijkt, verkeerd gedacht was.
Kan iemand, bekend met de geheimen van
het leven der vogels in de natuur mij dit
merkwaardige geval verklaren, bijv. dat te-
rugkeeren zonder zich weer te willen verwij
deren op het tijdstip van het vertrek zijner
stamgenooten.
Dit toch geeft te denken.
-Nieuwe postzegels. Over een
tweetal nieuwe postzegels schrijft de N.
R. Ct. het volgende
De leelijke plaatjes die naar buiten toe
van den kunstzin van ons land moeten ge
tuigen, zijn weer vermeerderd. Vandaag heb
ben wij, voor een van onze verzamelende
vriendjes, een nieuwen postzegel van 15 cent,
in tweekleurigen druk, van een brief ge
scheurd. Andersom dan bij dien van 25 cent,
is het medaljon met den kop van de Ko
ningin hier analinerood en de rand er om
heen blauw. Het kleureffect is hetzelfde als
van een bonten theedoek, welks felle kleu
ren de vernietigende werking van het zeep
sop moeten weerstaan. Later op den dag
is ons ook een nieuwe tweekleurige postze
gel van 20 cent ondei dt oogen gekomen,
een nieuwe gruwel in vuilgroen en paars-
grijs.
Laat men eindelijk eens hoffelijker ge
bruik maken van den beeldenaar van onze
Koningin, en begrijpen, dat het schilders
land bij uitnemendheid ook aan de kleine
bijzonderheden van zijn uiterlijk zorg dient
te besteden.
Het in brand geraken van
menschen. Het Hbld schrijft nog
In wat wij onder dit opschrift schreven,
is een zaak niet genoeg uitgekomen.' Het is
nl. niet minder van belang, dat iemand,
-wiens kleederen in brand geraken, plat op
den grond gaat liggen en aldus zjlf tracht
in dezer houding door rollen de vlammen
uit te dooven. Deze liggenc e houding voor
komt ook het verbranden van het aangezicht
en het hullen van het geheele lichaam in
vlammen, en kan anderen he*, reddingwerk
door rollen of bedekken van het lichaam
vergemakkel ijker
De Cullinan. De .heer H(enri)
P.(olak) noemt in het Weekblad van den
Alg. Ned. Diamantbewerkersbond, den naam
Cullinan een zeer oneigenaardige.
,,De steen werd gevonden in de mijnen
van de Premiermaatschappij. Hij was de
grootste en merkwaardigste ter wereld. Wat
zou nu eigenaardiger zijn geweest dan den
steen te noemen de Premier, de Eerste?!
,,Maar neen, hij moest, om te voldoen aan
dwaze ijdeltuiterij, Cullinan genoemd wor
den en draagt dus ten eeuwigen dage den
naam van den Johannesburgschen café-be
zitter, die geld genoeg bijeen wist te bren
gen, om de hoeve Elandsfontein te koopen.
die zulke rijke diamanthoudende gronden
bleek te bezitten.
..Terecht zegt Shakespeare, dat sommigen
groot, geboren worden, dat anderen groot
heid verwerven en dat nog anderen de groot
heid op het lijf geworpen wordt".
Naar wij uit Hoenderloo vernemen, zal
in den loop van het volgende jaar een groot
gedeelte dezer gemeente verkocht worden,
nl de bezittingen van wijlen den heer Sic-
kesz, nu in eigendom van mevrouw Hubert
te Rotterdam.
Deze bezittingen beslaan 1300 H.A., waar
van 650 HA. bosch, en hierop staan tien
boerderijen en twee woonhuizen.
De werkloosheid te Am
sterdam. Naar gemeld wodt, zal er
van den aanleg van een Sportpark te Am
sterdam door werkeloozen niets komen. Men
weet, dat dit op gemeentegronden aan den
Amstelveenschen weg zou worden aangelegd,
en dezen winter aan een 1000-tal soliede
werkloozen arbeid zou verschaften,
i De gemeenteraad besloot voor vnkelo weken
i dit plan geldelijk te steunen, maar dan moest
I van particuliere zijde f lZO.OOO tot f 150,000
voor het sportpark worden bijeengebracht!
I De publicaties van penningmeester,
den heer J. H. Scheltema, lebbm doen zien,
dat slechts ruim f 60,000 hiervooi in kwam.
Met het oog hierop lesloot de gemeenteraad
Donderdag in comité-generaal de plannen
met het Sportpark geen voortgang te doen
vinden, omdat de geldelijke o'fers voor de
gemeente anders te groot ludc-n worden.
Hetwelk men bij den ongunstigen financ.iee-
len toestand der gemeentekas nvex*antwoor-
delijk achtte.
Intusschen, al zal de commissie uit de
burgerij niet in staat zijn een Sportpark te
scheppen, zij zal niet minder krachtig haar
werk ten behoeve der werkloozen voortzetten
en trachten dezen op andere wijzen aan
aibeid te helpen. Reeds werd xan den ge
meenteraad toezegging tot steun verkregen
bij de ophooging van bouwterreinen, hetwelk
nu een belangrijk deel van de voorgenomen
werkverschaffing zal uitmaken.
Bedriegelijke bankbreuk.
Voor de Arnhemsche rechtbank is behan
deld de zaak van den te Aken geboren en
in Nijmegen wonende, thans gedetineerden
26-jarigen koopman G. Chr. A. Weber, die
in den loop van dit jaar onder opzienbaren
de omstandigheden failliet is gegaan.
Toen n.l. de zaken van bekl., die te Nij
megen een winkel van huishoudelijke arti
kelen had, zouden worden afgewikkeld,
bleek, dat hij alles aan zijn aanstaande echt-
gen. jote ,,ten geschenke" had gegeven.
De behandeling dezer zaak nam den ge
beden dag in beslag.
Uit hetgeen het O. M. en de president
opmerkten, bleek, dat bekl., die geen cent
bezat, de zaak heeft gekocht van de lieeren
v Haaren en Thijssen voor 71.000 en
20.000 (beide lieeren hebben later f 10.000
op hun vorderingen laten vallen). Tevens
nam bekl. over een schuld van 43.000. Om
deze te kunnen betalen, sloot hij op zijn
zaak twee hypotheken, tot een bedrag van
45.000. Bekl., die voorts op zich genomen
had de helft van zijn inkomsten aan den
heer Thijssen af te staan, moest in Decem
ber 1907 zijn vorderingen afstaan aan de
Maas en Waalsche Bank te Nijmegen. Toen
hij bij deze voor 28.000 in het krijt stond,
begon de bank op betaling aan te dringen,
ook maande de heer v. Haaren hem voor de
rente der koopsom en notaris Ten Pol voor
de rente der koopsom en notaris Ten Pol
voor de renten der hypotheek. De krach
volgde dan ook spoedig.
In hoofdzaak liep het getuigenverhoor
over de vraag, of bekl. geweten heeft bij
het opmaken van de acte met huwelijksche
voorwaarden, even voor hij failliet ging, dat
zijn zaak zoo slecht stond.
De officier van justitie meende van wel.
Hij wees er op, dat er hooge hypotheken op
de zaak rusiten, dat bekl. door de Maas en
Waalsche Bank in het nauw werd gedreven
en dat hij ver boven zijn krachten leefde
in het le kwartaal van 1908 verteerde mijn
heer 5700, over het jaar 1907 ruim
76001
Spr. eindigde zijn requisitoir met een ge
vangenisstraf te requireeren vau 5 maan
den.
School- en Kerknieuws.
Aan de Universiteit te Leiden is cum laude
bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, op
proefschrift: ,,De Ontvankelijkheid der Admi
nistratieve Rechtsvordering" de heer M. VY.
Scheltema Jzn., geboren te Amsterdam.
Te Leiden is geslaagd voor het artsexamen
eerste gedeelte, de heer C. H.' Gouda Quint.
Bevorderd tot arts de heer C. H. Nijkamp.
Aan de Universiteit te Leiden is geslaagd
voor het groot-ambtenaarsexamen voor den In-
dischen dienst de heer W. E. Scheurer.
Aan de Universiteit te Groningen is be
vorderd tot doctor in <le rechtswetenschap, op
Stellingen, de heer J. Pleyte, commies ter direc
tie der registratie en domeinen te Leeuwarden,
geboren te Buurmalsen.
Te Groningen ls voor het doctoraal exa
men in de geneeskunde geslaagd de heer J. P.
Hamming.
Aan de universiteit te Amsterdam is met
gunstig gevolg afgelegd het candidaats-examen
der scheikunde cum laude door den heer F.
Zernike; het doctoraal examen in de rechtswe
tenschap door den heer E. Meijerbevorderd
tot arts de heer H. W. Boelens, geboien te
Amsterdamgeslaagd voor het le gedeelte de
heeren J. L. M. Jansen en W. J. Slis.
De Leid sc he Hoo ges obool.
Na overleg met de hoogleeraren is door de
medische faculteit der Leidsche studenten be
sloten adressen te zenden aan Z.Exc. den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken-, van welke adres
sen afschriften zullen worden gezonden aan de
leden der Tweede Kamer, aam 't ooilege van
curatoren en den senaat der professoren van de
medische faculteit.
Het eerste adres betreft de collegezaal van
den hoogleeraar in de psychiatrie, waarin, met
redenen omkleed, wordt opgemerkt, dat nooh
localiteit, noch materiaal aan redelijko eischen
voldoen en op 't nemen van maatregelen wordt
aanged rongen
Wat den hoogleernnr in de bacteriologie be
treft. wordt er o. a. gewezen op de sleohte loca-
litoit. welke-hem ten dienste staat, dat zij veel
te klein is en dat hij haar moet deelen met den
hoogleeraar in de vergelijkende pathologie en
I den privaat-docent, terwijl verder de practicum
zaal niet in overeenstemming is niet de meest
eenvoudige eischen, die men mag stellen.
Ook ten opzichte der bacteriologie dringt de
medische faculteit op verbetering in deze toe
standen aan.
's-G ravenhage, 10 December.
I Examens Middelbaar Onderwijs.
Fransch, akte A. Geëx. '2 vr. en 1 mann,
cand. Geslaagd mej. C. M. T. Schil te, van Am
sterdam, en mej. W. E. van der Beke Callen-
fel», van Warnsveld.
Boekhouden, K XII. Opgeroepen en opge
komen 8 cand. Geslaagd de heeren: W. J. Rust,
uit Amsterdam, en A. A. J. van Riemsdijk, uit
Arnhem, beiden voor huisakte.
Aardrijkskunde, K IX. Opgeroepen en geëx.
2 cand. Toegelaten mej. J. A. A. Visser, van
Hilversum.
Schoonschrijven, N. Opgeroepen en geëx.
5 cand. Toegelaten de dames: J. M. Goerger,
van Posterholt, en A. G. A. A. H. J. Müllen-
meester, van idem; en de heeren E. Botzen, van
Amsterdam, en Th. J. Cappers, van Bussum.
Wiskunde, K. 1. Opgeroepen en opgekomen
3 cand. Afgewezen 2. Geslaagd de heer J. G.
R. Isbrucker, uit 's-Gravenhage.
Examen Wiskunde, L. O., art. 86.Opgeroe
pen en opgekomen 3 cand. Afgewezen 2. Ge
slaagd de heer A. Mulder, uit Eindhoven.
- 'sGravenhage, 11 December.
Examens Middelbaar Onderwijs.
Fransch, akte A. Geëx. 1 vr. en 2 mann.
cand. Geslaagd mej. M. E. Fransen vau de
Putte, te Goes, en de heer J. Perrot, te Utrecht.
Boekhouden, K XII. Opgeroepen 9, opge
komen 8 cand. Geslaagd de heeren voor school-
akte, L. J. J. Sdhofaerts, Amsterdam; A. H.
Sohaafsma, Beverwijk; A. J. Sauer, KethelH.
W. Schilt, Rotterdam, en J. Schouten, Maas
sluis; en voor huisakte J. Sohaafsma, 's-Gra
venhage.
Examen L. O., Wiskunde, art. 86. Opge
roepen, opgekomen en afgewezen I cand.
Het Comité voor vrouwenkiesrecht in de
Xederlandsche Hervormde Kerk. bestaande uit
zeven dames en ds. Reitsana, te Noordwolde als
voorzitter, heeft aan alle hervormde predikanten
de volgende circulaire verzonden
Ondergeteekenden, vertegenwoordigende ver
schillende richtingen in de Ned. Herv. Kerk.
hebben zich gevormd tot een comité voor kies
recht aan onze vrouwelijke lidmaten. Zij zijn
overtuigd dat het geen enkele godsdienstige
vrouw onverschillig kan zijn. in wiens hand de
zorg voor hare gemeente is gelegd, aan wien de
godsdienstige opvoeding harer kinderen zal woi-
den toevertrouwd. Zij meenen dat het christe
lijk gemoedsleven onder vrouwen zeker-niet min
der sterk is dan onder mannen en dat de be
voegdheid der vrouw tot oordeelen in dezen vol
komen gelijk moet geacht worden aah die .van
den man. Breeder niotiveering is hier niet wel
mogelijk, zoodat wij verwijzen naar hetgeen in
de Synode van 1897, 1898, 1900 en 1908 hierover
Wij stellen ons nu de actie als volgt voor:
Vóór 2-5 December komen ingevulde vragenlijs
ten, dus ook de uwe, terug en heeft 't comité
dus overzicht van de gemeenten, waarin predi
kanten of anderen zich beschikbaar stellen. Aan
elk der opgegeven adressen verzenden wij daar
na een of meer afdrukken van het door ons aan
de Synode te richten verzoeksohrift, benevens
lijsten voor het verzamelen van handteekenin-
gen. Als deze lijsten bij ons zijn teruggekomen,
worden zij niet hei origineel van het verzoek
schrift verzonden naar de Synode van 1909.
Verder weten wij uit de bij ons teruggekomen
ragenlijsten de adressen der predikanten, die
zicli bereid verklaren, bij hun classicale vergade-
ring (Juni 1909j oen voorstel in te dienen om
aan de Synode wetswijziging van Art. 3 Alg.
Regl. enz. enz. te verzoeken. Wij stellen binnen
elk classes deze predt. met elkander in verbin
ding, en zenden hun een concept-voorstel toe.
Wij doen een ernstig beroep op uw medewer
king en verzoeken u dringend, bijgaande vra
genlijst vóór 25 December terug te zenden in
gesloten couvert.
Indien u geen voorstander fcijt van vrouwen
kiesrecht in de kerk, wil dan toch dit schrijven
niet onibeantwoord ter zijde leggen, doch zie
Johannes 18 23: ..Indien ik kwalijk gesproken
heb, betuig van het kwade.''
Legaten Wijlen mej. de wed. Oos
terhuisDanhof heeft aan de Diaconiën der
Ned. Herv. en Doopsgezinde gemeenten te Uit
huizen elk eon legaat vermaakt, groot f 3000.
Aan het 60ste jaarverslag van den staat
der Algem. Weduwen- en Weezen beurs voor
predikanten van de Ned. Herv. Kerk, loopende
over het boekjaar 1907, is het volgende ont
leend
De ontvangsten bedroegen f 128,194.98; n.l.
1. saldo van 't vorige jaar. op prolongatie uit
gezet, f 39,000 2. contribution f 33,992.50; 3
bijdragen examengelden en huwelijken f 7229.50;
4. giften, baten van de ..Kerkel. Courant" en
10 der vacaturegelden f 14,619.15; 5. bate
van den Vervolgbundel f 123.15, cn 6. rente
van 't kapitaal der Beurs f 1,227.700 en rente
van prolonga-tiën f 33,230.68.
De uitgaven bedroegen f 127,694.98: n.l. 1.
uitkeeringeii aan weduwen en weezen f 81,580 78;
2. diruk- en zegelkoston f 85.90; 3. administra
tiekosten f 800; 4. vergoeding aan de quaes
toren dor classes f 228.30 5. uitgezet op prolon
gatie f 46.000. Alzoo is er een batig saldo van
f 500.
Er werd f 2576 meer ontvangen dan in 1906,
maar de uitgaven waren ook f 2886 hooger.
Eene uitkeering werd gedaan aan 438 wedu
wen, 9 minderjarige kinderen en 18 erven.
Te Manchester is overleden dr. A. de Vlie
ger, predikant bij de Engelsche Presbyterian n-
sclie Kerk, aldaar. Dr. De Vlieger, Hollande
van geboorte, had in Nederland vele vrienden
Hij was vooral bekend door zijn arbeid in Egypte,
voor de zending onder de bevolking van het
oude Nijlland.
R.-Kath. Kerk. Het Centrum
meldt, dat aan mgr. Giovannin-i, zaakgelastigde
van den H. Stoel, het prachtal'bum van de Ned.
Kath. Patronaten is aangeboden.
Het is gebonden in wit kalfsleer en draagt in
goud het wapen van Nederland en daaronder
Juventus Neerlandiive Gatholicae in patrona-
tus et societates sub ordinariorum auspicio con-
gregata Pio X pontifici Maximo quinquagesi-
mum ab initio sacerdo tio annum oxplenti pie-
tatis causa anno Domini MCMVIII d.d.
Achter een titelblad, in kleuren gecalligta-
feerd, is in het Latijn en Nederlandsch. een op
dracht op twee bladzijden gedrukt.
Nol» van B. en W, aan «len Gemeen
teraad naar aanleiding van een
door «len heer S. .1. v. Duinen
onderteekend schrijven.
Naar aanleiding van oen ingezonden
schrijven van den lieer S. J. van Duinen, in
d'i Eemlander van 23 October jl., nichtten
B. en W- tot genoemden heer het volgende
schrijven
j,n een door u onderteekend ingezonden
stuk, voorkomende in ,,De Eemlander" van
23 October 1908, no. 223, schrijft u o.a.
n»-g afgescheiden van wat is gepasseerd en
wat ik als raadslid ter wille van het prestige
van Burgomeester en Wethouders niet aan
de groote klok hang enz.
Afgescheiden van de vraag of de verdere
inhoud van uw genoemd schrijven ons aan
leiding zal geven, daarop terug te komen,
hebben wij de eer u te verzoeken ons te wil
len berichten, wat door u als raadslid ter
wille van het prestige van ons college niet
aan de groote klok is gehangen."
Hierop kwam onderstaand antwoord
„In antwoord op uw geacht schrijven van
3 November jl., afid. I, no. 1499, heb ik de
eei u mede te deelen, dat de in dat schrij
ven gecursiveerde woorden aan mijn pen
ontsnapt zijn, naar aanleiding van de wijze,
waarop door uw college is behandeld de on
achtzaamheid van den directeur der gasfa
briek in zake het vervuilen van het water
in de Eem en de daaruit voortgekomen
schadevergoeding, betaald door de gemeen
te
B. en W. verzochten vervolgens nader te
mogen vernemen, wat in de wijze, waarop de
Eemvervuiling door hun college behandeld
was, door den heer v. D. verzwegen is ter
wille van hun prestige.
Waarop dit antwoord werd ontvangen
„In de eerste plaats heeft mij de houding
verwonderd, die Burgemeester en Wethou
ders hebben aangenomen ten aanzien van
den directeur.
Hoewel deze, volgens verschillende bla
den, erkend heeft, dat het- loozen van een
groote hoeveelheid gaswater oorzaak is ge
weest van de vervuiling van het Eemwa-
ter, heeft de Wethouder-voorzitter van de
gas-commissie in de vergaderingen met ge
sloten deuren steeds getracht den directeur
te vrijwaren en werd zelfs onomwonden te
kennen gegeven, dat de oorzaak der vervui
ling eigenlijk onjuist was, ten minste niet
kon worden bewezen.
't Wil mij voorkomen, dat een gemeente
ambtenaar, die in zijne functie eene zóó
groote onachtzaamheid heeft betoond, waar
door niet alleen belangen van derden ern
stig werden geschaad, maar waaruit ook voor
de fabriek ernstig nadeel konde voortkomen,
door het college van B. en W. daarover ern
stig onderhouden had behooren te worden,
maar dat die tekortkoming van zijn plicht
niet op eene dergelijke vergoelijkende wijze
mocht worden behandeld.
Verder vind ik het vreemd, dat de schade
vergoeding, uitbetaald aan de u bekende
vereeniging, niet in openbare zitting van den
raad is behandeld.
Art. 44, suib c. en d. van de gemeentewet
acht ik hier van toepassing. Het aanwijzen
tol dekking der middelen van eene zoodanige
uitgave is zelfs niet in eene vergadering
met gesloten deuren behandeld.
Ook heeft het mijne opmerkzaamheid ge
trokken, dat in verschillende bladen wel het
bericht de rondte heeft gedaan, dat het
Eem-college aan de betreffende vereeniging
schadevergoeding zoude uitbetalen, maar ner
gens vond ik er bij vermeld, dat het daar
voor benoodigde geld uit de gemeentekas
werd verstrektvoor gemeentenaren zeker
wel het belangrijkste deel.
Het is mijne vaste overtuiging, dat door
ee.a en ander 'het prestige van Burgemeester
en Wethouders moet dalen bij algemeene
bekendheid der feiten. Hoe moet bij voorko
mende gelegenheden de houding zijn van B.
en W. tegenover ambtenaren, die zioh aan
onachtzaamheid schuldig maken, waardoor de
belangen van de gemeente ernstig werden
geschaad?
Zelfs acht ik eene wijze van handelen als
bóven omschreven nadeelig voor het prestige
van Burgemeester en Wethouders tegenover
den directeur der gasfabriek zelf.
Zijne gedachte, geuit in ongeveer de vol
gende bewoordingen voor de reclame-com
missie in 1905 of 1906, n.l. dat het hem ge
makkelijk zoude vallen de gemeente een paar
duizend gulden minder voordeel te doen be
halen, zonder dat iemand zoude kunnen be
wijzen, dat hij zijn plicht niet deed, be
wijst m. i., dat hij zich plaatst op een on
juist standpunt.
Iemand, die dergelijke woorden durftr bezi-
gan tegenover raadsleden, heeft wel een zeer
eigenaardig begrip van zijne positie in ver
bant! met zijne instructie (artt .2 en 5, g.).
Er. zijn gevoel van eigenmachtigheid zal
na de behandeling der Eem-zaak er niet
minder op zijn geworden!"
B. en W. meenen, in het belang der ge
meente, de pen in dit geval niet te mogen
laten rusten. Zij schrijven dus o. m. aan
den Raad
In de eerste plaat® zij uitdrukkelijk gecon
stateerd, dat de feiten, waarover de heer Van
Duinen ter wille van ons college meende te
moeten zwijgen, in geen enkel opzicht in ver
band staan niet leveranties aan de gemeente.
Hierop in 't bijzonder den nadruk te leggen,
achten wij noodzakelijk, aangezien het ge
heele zinsverband van het stuk, waarin de be
doelde woorden voorkomen, geen anderen
indruk kan vestigen wij willen gaarne
veronderstellen zonder opzet van den schrij
ver dan dat de heer Van Duinen, in ver
band met leveranties aan de gemeente, ter
wille van hat prestige van ons college
zwijgt
Aangezien wij in een geval, waarin een
uwer leden mededeelt, dat hij door zwijgen
net prestige van ons college ter wille is, pu
bliciteit in heit belang der gemeente nood
zakelijk achten, meenen wij de feiten, waar
door volgens de meening van den heer Van
Duinen ons prestige daalt, te moeten bespre
ken.
Het is bekenid, dat in het begin van 1908
eene hoeveelheid visch in de Eem gestorven
isdeze dood werd toegeschreven aan het
lossen van water, afkomstig uit de gasfa
briek op een tijdstip, dat de waterstand zeer
laag was. Het Eem-college, dat het water
verpacht heeft, werd door zijn pachter aan
gesproken, waarna het Eem-college ons be
stuur daarmede in kennis stelde. Het is u
bekend, dat wij deze aangelegenheid ter
sprake brachten in uwe vergadering met ge
sloten deuren van 28 April.
In die vergadering werd toen beslaten,
een onderhoud aan te vragen met den voor
zitter van het Eem-college. In uwe vergade
ring' met gesloten deuren van 29 Mei deden
wij u mededeeling van den uitslag van het
onderhoud, waarna door u, na ampele be
spreking, besloten werd aan het Eemcollege
eene schadevergoeding van f 500 aan te bie
den. Vervolgens deelde in uwe vergadering
met gesloten deuren van 30 Juni de voorzit
ter mede, dat het Eem-college de schade
loosstelling had aangenomen.
De heer Van Duinen meent, dat door den
Wetihouder-voorzittetr van de commissie tot
bijstand in het beheer der gasfabriek steeds
getracht is den directetur te vrijwaren en is
van oordeel, dat deze ernstig door ons college
onderhouden moest worden.
Het verwondert ons deze zienswijze van
den heer Van Duinen voor het eerst uit
zijn schrijven van 20 November te verne
men in de vergaderingen van 28 April, 19
Mei en 30 Juni heeft hij over deze aange
legenheid geen enkel woord gesproken. Zelfs
toen een uwer leden in overweging gaf, den
d.ii ecteur bij eene herhaling de schadevergoe
ding te laten betalen, bewaarde de heer Van
Duinen het zwijgen. Indien de heer Van
Duinen destijds meende, dat strenger tegen
den directeur moest worden opgetreden, had
hij hiervan bij de behandeling dezer zaak
moeten getuigen.
De heer Van Duinen vindt het verder
vreemd, dat de uitbetaling van de schade-
veigceding niet in openbare zitting van den
raad is behandeldooik 'hierdoor zou ons
prestige gedaald zijn.
Het bedoelde bedrag moest betaald wor
den uit volgn. 125 der begrooting, dienstjaar
1908, „exploitatie der gasfabriek". Het is
uwe vex-gadering bekend, dat alle uitgaven
der fabriek, behalve die voor uitbreiding,
onder één artikel in uutgaaf op de gemeente-
begroeting voorkomen. Tijdens het doen der
betaling was het op dit artikel beschikbare
bedrag nog ruimschoots voldoende; zoodra
hst artikel overschreden moet worden, volgt
oen voorstel tot af- en overschrijving of tot
wijziging der begrooting. In casu was dit
niet noodig. Met tallooze uitgaven van alle
takken van dienst wordt zoo gehandeld, 't
geeri geheel in overeenstemming is met de
voorschriften en waarop door uwe vergade
ring nimmer eenige bemerking is gemaakt.
In de derde plaats is volgens den schrijver
ons prestige gedaald door dat in verschil
lende bladen een onvolledig bericht betref
fende de schadevergoeding voorkwam. Het
prestige van ons collega schijnt volgens den
heex Van Duinen in verband te staan met
de al of niet volledigheid van berichten in
dagbladen. Het is daarom niet overbodig,
uitdrukkelijk tet vermelden, dat voor der
gelijke berichten in geen enkel opzicht eenige
verantwoordelijkheid door ons college ge-
diagen wordt.
Het spreekt intusschen van zelf, dat zoo
wel 'het niet-indrienen van eenig voorstel tot
wijziging der begrooting, als het voorkomen
an een onvolledig courantenbericht op zich
zelf geen reden kan zijn voor den heer Van
Duinen, te meenen, dat het prestige van ons
crllege daalt. Beide punten brengt hij dan
ook in verband met de houding van ons col
lege tegen den directeur van -de gasfabriek.
Hierin achten wij eene verdachtmaking op
gesloten, die ons college beneden zijn waar
digheid acht.
De door den directeur gebezigde woorden
tijdens de behandeling van zijne reclame in
zako de inkomsten-belasting in 1905, getui
gen zeker niet van voorzichtigheidhad hij
kunnen vermoeden, dat van deze uitdruk
king op dergelijke wijze, als thans plaat®
heeft, gebruik gemaakt zou worden, dan
ware hij waarschijnlijk behoedzamer ge
weest. De aangehaalde mededeeling op zich
zelf bevatte voor ons geen nieuwe waarheid.
Zonder twijfel kan iedere directeur van een
tak van dienst, door geen buitengewone acti
viteit aan den dag te leggen, de financieele
uitkomsten van het aan tijne leiding toever
trouwde bedrijf minder doen zijn dan bij
gewone plichtsbetrachting, zonder dat het
veelal mogelijk zal zijn, hem op plichtsver
zuim te wijzen. Dat een ambtenaar hierop
wijst, pleit voor zijne eerlijkheideen amb
tenaar, die zich niet bewust is steeds in alle
opzichten het gemeentebelang te behartigen,
zal zich wel wachten voor dergelijke uitdruk
kingen.
In het begin van deze nota is nog aan
gehaald de volgende alinea van het schrij
ven van den heer Van Duinen
„Pleit de kennelijke uitsluiting van leve
ringen aan de gemeente in alle dienstvak
ken sinds 9 April jil. (den dag waarop de
firma haar rekest inzond) voor de recht
vaardigheid van hem of hen, die beslissen
over leveringen? 't Riekt mij naar wraak
en u?"
Deze bewering is onwaar. Behoudens
kleinigheden is o.a. in Juli voor openbare
werken eene bestelling van f 51.42 opgedra
gen
Wij betreuren het, dat een lid uwer ver
gadering, die alle gewenschte inlichtingen
kan krijgen, het goed vindt, eene dergelijke
onjhiste bewering te publiceeren, daarbij de
rechtvaardigheid in twijfel trekkende, en
vragenderwijze het vermoeden uitspreekt,
drt bij het opdragen van leveringen wraak
uitgeoefend wordt.
Met leedwezen richten wij deze nota tot
u. Door het schrijven van den heer Van
Duinen niet te bespreken, achten wij het ge
meentebelang evenwel ernstig geschaad.
Dat een lid uwer vergadering uitdrukke
lijk verklaart, mededeelingen ter wille van
het prestige van ons ooilego niet aan „de
groote klok" te hangen, mogen wij niet zon
der ernstig protest toelaten. Eene dergelijke
bescherming van ons college wordt door ons
afgewezen. Indien er werkelijk handelingen
door ons college verricht worden, die van
dien aard zijn, dat zo ons prestige doen da-
leu, dan brengt de plicht van het raadslid
maatschap mede, in het belang der gemeente
te spreken, daar waar het behoort, d.i. in
uwe vergadering. Door de handelwijze van
den heer Van Duinen, nl. in een1 dagblad to
publiceeren, 'dat hij als raadslid ter wille van
het prestige van Burgemeester en Wethou
ders zwijgt, wordt wantrouwen gekweekt en
daaidoor het gemeentebelang ernstig ge
schaad.
Hiertegen met nadruk te protesteeren,
achten wij onzen plicht.*