STADSNIEUWS. —MP had. In het orguau van den Bond komen ar tikelen voor dit op het kantje af indisciplinair waren. De Minister heeft toen niet ingegre- fien, maar zal dit wel doen wanneer de Bond angs slinksche wegen tracht te bereiken wat de Minister voor 'de tucht niet wensche- lijk acht. Wat is de kwestie 1 Ons Belang heeft geen kapitaal, de ond. off. vereen. Onderlinge I Voorzorg heeft een kapitaal van meer dan een ton en werkt -laarmede zeer nuttig. En nu wil Ons Belang, de vereen. Onderlinge Voorzorg aan het hart drukken alleen om de centen. Daardoor is geschil onstaan tussohen die twee onderofficiersvereenigingen ten na- deele van den dienst. De Minister heeft Ons Belang voorgesteld het geschil door een on partijdige commissie te laten onderzoeken. Met belangstelling ziet Z.Exc. het resultaat van dat onderzoek tegemoet. De Minister gelooft dat men over het alge meen een verkeerd denkbeeld heeft van het gebruik dat van de beoordeelingslijsten wordt gemaakt. Werkelijk, in den regel wor den de officieren door hun chefs gunstig be oordeeld. Waarom moet daar een burger in zitten? De Minister kan de noodzakelijkheid daarvan niet inzien. Hoe kan een burger beoordeelen of iemand al of niet voor de taktiek gunstig is beoordeeld. Oerust, deze zaak is van alle kanten bekeken. Het leger wordt niet voor politiediensten ge bruikt en die taak verricht het leger dan ook met tegenzin. Maar voor sommige geval len is het noodig, b.v. voor een kampwach ter op een schietterrein, anders kan hij dik wijls niets tegen munitiediefstal en derge lijke misdrijven doen. Nu de zaak van Romer. Er moet gelegen heid zijn om officieren te ontslaan, die onge schikt blijken te zijn voor hun rang. Het desbetreffende koninklijke besluit bevat in kleuren en geuren wat met zoo'n officier moet gebeuren. Wordt een officier ongeschikt geacht, dan worden de stukken in handen gesteld eener commissie van ad vies. Die commissie kan zich verantwoorden, van een en ander wordt rapport opgemaakt, welk rapport in handen van den minister van Oorlog wordt gesteld. Van het advies dier commissie mag nooit worden afgeweken. Zoo is het ook niet luit.- kolonel Römer gebeurd. Deze officier wa6 jaren lang ongeschikt geoordeeld voor den hoogeren rang. De Minister deelt dat met leedwezen mede. Zoo'n officier moet er ech ter daar hij met zoo'n brandmerk rond loopt zoo gauw mogelijk uit. De overste Römer kon niet blijven dienen onder chefs die misschien 3 jaar jonger waren. Dat gaat niet. Provinciaal-adjudant is geen vernede ring en da Minister hoopt dat hij daarin zal toonen dat hij daarvoor geschikt is, anders zou men hem ook daar niet kunnen gebrui ken. De Minister weet niet wat de overate bezield met zijn reclames. Van jongst af was zijn karakter hoogst lastig. En ge heel zijn diensttijd door heeft hij zijn chefs lastig ge>allen met allerlei onzin. Alle golegenhcid is overste Römer gegeven om vertrouwelijk met den minister te spreken, maar hij heeft daarvan geen gebruik ge maakt. Hoe kun men dan zeggen dat de minister geen hart heeft voor zijne officie ren. Dat was een hoogst onbillijk verwijt. De heeren R e y n e, Thomson, Eland. Ter Laan, A r t s, V a n Karnebeek en Tydeman repli ceerden hierna. Do heer Vanldsinga verklaarde o.a. dat het geen oogenblik zijne bedoeling is geweest de persoonlijkheid van den minis ter aan te tasten. Al was do officier, die het hier geldt, den grootsten schobbejak ter wereld geweest, dan zou dit geen tittel of jota aan Spr.'s standpunt veranderd hebben I)e persoon blijft hit? geheel buiten quaestie. Het zijn geen pleitbezorgers van personen die Irfer optreden, .maar volksver tegenwoordigers, dio toestanden, zaken cri- tiseercn. Spr. houdt vo^, blijft van mee ning, dat de motievert der commissie aan den overste hadden moeten worden medgedecld Natuurlijk niet het geheelc rapport, maar alleen de punten, waarop de betrokken offi cier zich had"le verdedigen. De Minister dupliceerde. Hij ver zuimde te beantwoorden de opmerking van den heer Van Veen. Dt'.Vin. wijst den heer Van Veen er echter op, dat het hier een uitzonderingsgeval gold. De minister vindt de quaestie echter belangrijk genoeg, om haar met zijn ambtgenoot van Binnenl. Za ken nog eens te bekijken. De herhalingsoefe ningen moeten in 1909 op elf dagen bepaald blijven. In de Asser quaestie heeft men zich blind gestaard op de uniform, hetgeen de minister bekrompen en kinderachtig van do onderwijzers vindt. Bij de artikelen vroeg de heer L i e f- t i n c k lotsverbetering van de militaire hoefsmeden. De heer Ter Laan stelde een amende ment voor, strekkende om in 1909 geen derdo herhalingsoefening te doen -houden voor de lichting 1902. De M i n i s t e r kan dit amendement niet overnemen. De lichting 1902 heeft reeds grooten afslag gehad. Gaat men verder dan komt men beneden het minimum dat de wit toelaat. De Minister wil het verzoek omtrent de hoefsmeden overwegen. De stemming over het amendement zal Woensdag na de pauze gehouden worden. Berichte». De Staatsoourant van Woensdag^ 16 December bevat o. ui. de volgende Kon. besluiten benoemd tot raadsheer in den Hoogen RaAd nir. B. C. J. Loder, advocaat te Rot terdam bevorderd bij den marine-stoomvaart dienst tot officier-machinist le klasse die der 2e klasse J. W. Kapteijn, J. F A. van Bruggen, J. Verschoor, J. Holtmark van Dijkerhof, laatstgenoemde tevens eervol met pensioen ontslagen, D. Klazinga, A. de Hamer. M Griek en H J. W. Grimberg; eervol ontslagen en gepensioneerd de lui tenant ter zee 2e klasse J. A. Vink; wegens lichaamsgebreken de le luitenant der infanterie van het Indische leger met verlof J. J N. van Ree. toestemming verleend om tot 1 Nov. 1909 te Heematok? te wonen, aan mr. A. SJob, burge meester der gemeente Haarlemmermeer vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen respectievelijk van offi cier en eereridder der 2de klasse in de orde van Hertog Peter Fried rioh Ludwig van Oldenburg, hun geschonken door Z. K. H. den Groothertog van Oldenburg, aan den kapitein-luitenant ter zee J. Albarda en den luitenant ter zee der 2de klasse C. K. F. Tollenaar met ingang van 1 Jan. 1909, tot wederopzeg ging benoemd tot plaatsvervanger van den dis trictsveearts wien Haarlem als standplaats is aangewezen, de veearts J. IV. Roeloffs, te Texel. H. M. de Koningin heeft den koets huisknecht N. Mazer begift'gd met de eere medaille in zilver van de Huisorde van Oranje. Prins Hendrik kwam Maandagavond te 9 uur per auto in den Haag. Op het Loo is thans het hofverblijf tot nader opgeheven. De Prins ontving gisteren de Amerikaan- sche, Portugeosche en Russische gezanten, dio hem werden voorgesteld. A.s. Zaterdag, naamdag van den Keizer van Rusland, zal een officieele mis in de Russische kapel worden gevierd, ge volgd door een lunch aan het gezantschap. De gewone audiënties van de minis ters van oorlog en financiën zullen Don derdag, die van Koloniën Vrijdag en die van Binnenlandsche Zaken Zaterdag niet plaats hebben. Nadcrland en Venezuela. Van den gouverneur van Curasao is per telegram, d.d 14 dezer, het bericht ont vangen, dat Harer Majesteits pantserschip „Jacob van Heemskerk'" den 13. dezer noordelijk van Cumana den schoener der Venezolaansche gouvernementsmarine „23 De Mavo" heeft genomen, dat de beman ning met hunne wapenen geland zijn, en dat verwacht worden, dat schip en schoener heden (15 dezer) te Willemstad op Curasao zullen binnenvallen. Reuter seint uit Willemstad d.d. 15 dezer De „Jacob van Heemskerk" kwam he denmorgen hier aan met de Mayo op sleep touw. .Reuter seint uit Willemstad, d.d. 15 December De „23de Mayo" werd bemachtigd op 13 December ten noorden, van Cumana. De be manning van het prijsverklaarde schip werd aan boord van de „Heemskerck" gebracht. De Nederlandsche vlag werd aan den voor mast in top geheschen. Men zette de Vene zolaansche bemanning in de kleine booten aan land juist zooals geschied is met* de „Alix". Da kruiser „Gelderland" voer gisteren langs de Venezolaansche kust met ervaren zeelieden, bekend met de Venezolaansche baaien en inhammen. De „Gelderland" is van plan de torpedoboot „Margarita" te nemen Blijkens van het ministerie van Buiten- landsche Zaken ontvangen inlichtingen is uit de berichten betreffende de aanhouding van Venezolaansche schepen ten onrechte de gevolgtrekking gemaakt als zoude de re geering hier te lande bericht hebben ontvan gen, dat de Duitsche gezant te Caracas aan de bevolking van Venezuela bij proclamatie kennis heeft gegeven, dat Nederland niet tegen haar, doch tegen Castro's gouverne ment optreedt. De gezant heeft eene mededeeling van dien aard, namens de Nederlandsche regee ring niet rechtstreeks ger'cht tot het Vene zolaansche volk. Uit de in dc St. Ct. verschenen mededee ling der Regeering blijkt, d, t de tegen Vene- fuëla genomen represaillemaatregelen gemo tiveerd worden met verwijzing naar de nood zakelijkheid „van zich te vrijwaren tegen liërhaling van molestaties van schepen onder Nederlandsche vlag, als gedurende de laat ste jaren herhaaldelijk zijn voorgekomen en ten opzichte waarvan president Castro gee nerlei toezegging voor de tcekonis' heeft wil len doen." Hei protest tegen bedoelde molestaties komt voor in de Nederlandsche nota van 3 September. Hierin leest n.en „In de eerste plaats meent Hr Ms. re geering te moeten wijzen op de herhaalde aanhoudingen van schepen onder Nederland sche vlag Hoewel bij de regeering de over tuiging bestaat dat zulks meermalen buiten de territoriale wateren ..in Venezuela plaats heeft, zal zij daarvan geen bepaalde grief maken omdat liet, bij de tegenstrijdige ver klaringen der partijen, d'kwerf moeilijk is een juist oordeel te vormen omtrent de plaats der aanhouding alsook omdat er in deze ma terie eenige ruimte dient te worden gelaten voor vergissingon van ondergeschikte Vene zolaansche ambtenaren, waarvoor Hr. Ms. regeering dio der republiek thans niet ver antwoordelijk wil stellen. Krachtig daarentegen meent Hr. Ms. re geering er tegen te moeten opkomen dat de aangehouden vaartuigen ook wanneer er niet de minste grond voor verdenking van smokkelarij bestaat naar een der Venezo laansche havens worden opgebracht en der halve geheel onnoodig overlast en oponthoud ondervindon. In dit verband meent Hr. Ms. regeering te mogen wijzen a) op het geval van de „Estella", dio eerst naar Los Taques ./erd gebracht en vervolgens werd genoodzaakt naar La Vela de Coro te gaan (begin November 1907). b) op dat van de „Fen-lope", die eerst nai r La Vel de Coro werd opgebracht en vervolgons naar Puerto Cabello werd opge zonden (begin Maart 1908). c) op dat van de „Jnsticia d'e naar Puerto Cabello werd opgebracht (Maart 1908). d) op dat van de „Carmita' die eerst naar Adicora en vervolgens naar La Vela de Coro werd opgebracht (half Juni 1908). e) op dat van de „Marión", die eerst naar Ricla en vervolgens evoneens naar La Velo de Coro werd opgebracht (half Juni 1908). Insgelijks meent Hr. Ms Regeering te moeten opkomen tegen de langdurige gevan genhouding van de bemanning van de aan gehouden vaartuigen, zelfs, zooals met die van de „Justicia" geschiedde, geruimen tijd na de vrijspraak in hoogste instantie, alsmede tegen het gebruiken van opgebrachte vaar tuigen als kustwachter, zooals het met de „Estela" het geval was. Op dit protest heeft de Venezolaansche regeering niet geantwoord, enkel kwam zij op de opmerkingen betreffende het decreet van 14' Mei terug. Daartoe uitsluitend be perkte zich toen de repliek der Nederland sche regeering, die de quuestie der molesta tie daarin niet verder aanroerdehiermede gelijk thans blijkt geenszins te kennen gevende, dat zij van verder protest wenschte af te zien De Washingtonsche correspondent van de Times seint, dat een voornaam lid van de Senaatscommissie voor buitenlandsche za ken, op het berioht dat de Gelderland de Alix had opgebracht, zeide„Het lijkt wel of president Castro eindelijk zijn lang ver diend pak slaag krijgt, en ik ben er blij om." Die woorden, zegt de Times-man, geven de opvatting van het officieele Washington weer Met belangstelling ziet men er naar uit, wat Nederland'» volgende stap zal we zen. Amerika zal rustig toekijken, zoolang in Venezuela buitenlandsche handel en be langen niet ernstig schade lijden. De correspondent maakt verder melding van allerlei geruchten over revolutionaire plannen, die er in Venezuela broeien. Ook heeft men een vagen indruk, dat pres. Cas tro er niet zoo erg op gesteld zal wezen, uit Europa terug te keer en, vooral als het gerucht waar is, dat hij zijn schaapjes op het droge heeft Tiet is mogelijk, besluit de correspondent, dat, indien Nederland mid dellijk zijn terugkeer onmogelijk kon ma ken, het zich gewroken kon achten. President Castro. Reuter meldt uit Berlijn Een middagblad meldtDe legatieraad aan het departement van buitenlandsche zaken Goetsch is door president Castro ontvangen. Het doel van president Castro's verblijf te Berlijn werd besproken en de formaliteiten, waaronder de president het departement van buitenlandsche zaken zou kunnen bezoeken, werden vastgesteld. De legatieraad Goetsch behoorde destijds tot het Duitsche gezant schap te Caracas. In het onderhoud met den legatieraad deed Castro met nadruk uitko men, dat hij te Berlijn als particulier ver toefde. Castro ontving tot dusver geen tele grammen omtrent het uitbreken eener revo lutie in Venezuela. Nader wordt gemeld De Staatssecretaris Von Schoen zond giste ren den legatieraad Goetsch naar president Castro om hem te begroeten en in naam van den staatssecretaris naar zijn welstand te in- formeeren. Goetsch is den president van vroeger bekend als lid van de commissie, die in 1903 in Venezuela de Duitsche aanspra ken op schadevergoeding vaststelde. Reuter seint uit Berlijn, d.d. 15 Dec. Castro ontving heden professor Israeli, die hem onderzocht. Eerst na geneeskundige observatie van eenige dagen ka» besloten worden of een operatie gewenscht is. De president bleef overdag in zijn hotel, 's Avonds deed hij een uitstapje. Uit de Berlijnsche bladen van hedenoch tend stelt de Berlijnsche correspondent van de Köln. Ztg. een kort bericht over presi dent Castro's aankdmst samen De trein kwam te laat aan, doordat de lo comotief onderweg een ongemak had gekre gen In het hotel Esplanade at hij, na aan komst, een omvangrijk maal, en dronk er flink bij, trots zijn ziekte. Daarna schreef hij aan den Keizer een brief (volgt de tekst wat eerst een telegram,, van de grens gezon den, heette te zijn). Aan menschen in zijn omgeving zeide hij., dat hij eenig en alleen om zijn ziekte was gekomen. De dokters :n Venezuela waren het niet eens over de oor zaak van de pijnen die hij leed. Hij kwam nu zekerheid en genezing zoeken van de kwaal, die zijn geestkracht verminderde, welke hij juist nu zoozeer noodig had. In den trein schijnt president Castro toch een verslaggever, n.l. van de Press-Tele graph, te woord te hebben gestaan. Die deelt, naar de N R. Ct. in de Lokal-An- zeiger le,st, uit het gesprek o.a. mede, dat president Castro het oogenblik, dat hij de Duitsche grens overschreed, het gelukkigste noemde dat hij had gehad sedert hij La Guiara verliet. Verder sprak hij in de sterke taal, die men uit Venezolaansche bladen kent, den lof uit over het Duitsche volk. In Keulen en andere steden was hem de kolossale tucht onder de reusachtige men- schenmenigte opgevallen. De vlijt en de geestkracht van hét volk, de geweldige nij verheid die het heeft voortgebracht, ver vulden hem met bewondering. Altijd had hij de Duitschers liefgehad en hooggeacht (ook toen hun 'oorlogsschepen zijn forten beschoten?); ia;Venezuela waren zij de beste burgers. Zij werken er hard en mengen zich niet als andere vreemdelingen in de politiek. Zij trouwen er dikwijls met dochte- ren des lands daardoor ontstaat er een ge meenschappelijke leefwijze, die op de han delsbetrekkingen tusschen de twee landen invloed heeft. De Duitsche handelshuizen zijn de grootste en meest geziene in den lande. De Venezolanen koopen er gauwer, want men wordt er schappelijk behandeld. President Castro kwam in Duitschland heul voor zijn lijden zoeken, omdat al zijn dok ters eenstemmig hadden verklaard, dat de Duitsche geneeskundige wetenschap aan de spits gaat Alzoo sprak president Castro. Het Berliner Tageblatt begroet den gast in een wel niet zeer eerbiedig artikel, maar toch welwillend. Te Parijs moest hij, zegt het blad, als schuldenaar en beleediger worden behandeld, maar te Berlijn verschijnt hij als de man die zijn schulden heeft betaald. De kleine oorlog, dien wij zes jaar geleden met hem hebben gehad, is vergeten; sedert heeft hij alleen andere mogendheden ge plaagd. Indertijd nam hij het tegen Duitsch land en Engeland samen op. Een man, die dat aandorst, zou die het Duitsche straat publiek niet in de flank vallen? Dat publiek heeft hem dan ook heel minzaam ontvan gen. De Parijsche correspondent van het blad vertelt, dat president Castro te Bordeaux in zijn hotel eenige flesschen cognac van 120 franc de flesch liet aanrukken. Te Pa rijs betaalde hij in zijn hotel vorstelijk. Uit een telegram van den Berlijnschen correspondent van de N. Y. Herald: Toen president Castro, dadelijk na zijn aankomst te Berlijn, kennis kreeg van het in beslag nemen van een Venezolaansch kustbewakingsvaartuig door een Nederland sehen kruiser, zei hij, met een geringschat tend gebaar; We zullen er Holland duur voor laten betalen De kamers in het Esplanade-Hotel, waar voor de president 1000 mark daags betaalt, zijn voor een maand genomen. Zegelrecht op effecten. De zegelwet op effecten zal primo Januari in werking treden. Het desbetreffend koninklijk besluit zal zoo spoedig mogelijk gepubliceerd worden. N achtarbeid voor bakkers. Naar de „Haagsche Ct." verneemt, is de conferentie, die de minister van landbouw Maandag had met de comité's, die zich ge vormd hebben uit voor- en tegenstanders van de afschaffing van nachtarbeid in het bak- ke.sbedrijf, een gevolg van een gesprek, dat een tegenstander de vorige week had met den mi.lister, en dat meer dan twee-en-een-half u. duurde. In die bijeenlomst, waarin de minister zich bijzonder warm voorstander voor de afschaffing betoonde, konden zijD argumenten daarvóór toch niet opwegen tegen die, welke daartégen werden aangevoerd, en die meermalen van den ni'nister de verkla ring ontlokte: „dat wist it niet". Daarom wenschte hij nog eens nader te worden ingelicht overden omzet van brood, door nachtarbeid verkregenhet getal nacht arbeiders, alsmede over de bewering, dat door afschaffing de broodprijzen zouden stij gen, het loon der gezellen er met door zou worden verbeterd, en dat de afschaffing zou neerkomen op een belasting op het brood. De heer G. L. van der Zwaag is thans in zooverre hersteld, dat hij gisteren de zitting der Provinciale Staten van Fries land kon bijwonen. Maandag was het 25 jaar geleden, dat de heer W. Veder, een der negen hoofdlie den vaD de Rotterdamsche Vrijwillige Brandweer als brandmeester werd aange steld. Acht jaar later volgde zijn benoeming tot hoofdman. De heer Veder is een popu lair brandweerman van het korps. De jubi laris, die sedert jaren penningmeester van de vrijw. brandweer is, werd gisteren warm gehuldigd; o. a. vereerden zijn collega's hoofdlieden hem een fraai bronzen beeld. Het college van brandmeesters bood gis terenavond den heer Veder een maaltijd aan in Maison Koomen aan den Schiedamschen Singel, waar hem door de v^.reeniging van spuitgasten een serenade werd gebracht. Even voor de serenade stormden alle stoomspuiten, de manschappenwagens en de reddingbrigade allen met flambouwen ver licht in groote vaart en onder gelui der alarmbellen langs de feestzaal voorbij, on der het aanheffen van een luid hoera. Kort daarop volgde de serenade der brandweer verenigingen met muziekkorps, banieren en giorno-verlichting. De bestuurders werden in de feestzaal genoodigd, waar zij bij monde van den president van den Bond van brand weerlieden, gelukwenschen en een lauwer krans aanboden. Tijdens de serenade verhoogden Bengaal- sche vuren de feestelijkheid. Albert Vogel. Onze landgenoot Albert Vogel, die naar m.n weet thans in Berlijn studeert, zal zich in den loop dezer week naar Boekarest begevrn, ingevolge een uitnoodiging der Roemeensche Koningin, Carmen Sylva. Behalve aan het hof, waar de heer Vogel den 21en optreedt, hoopt hij ook voor de Nederlanders in de Roemeen- sche hoofdstad een voordracht 'e houden. Vogel heeft den Oedipus than» in de ver taling van Wilamdwitz Moellindorf bestu deerd en zoowel de vertaler als Friedrich Haase, die hem fragm-m en van het werk hoorden voordragen, delen van hun bewon dering voor Vogel's voordrachtkunst-blijken. (N. Ct.) K. J. A. Ligtvoet. f Bij de familie hier te lande is bericht ontvangen van het overlijden van den heer K. J. A. Ligtvoet, tijdelijk ingenieur eerste klasse bij de Staatsspoorwegen te Batavia. De heer Ligtvoet had juist een belang- wekkenden arbeid beëindigd. Als leider van een rondreis, in verband met een uitgebreid spoorwegplan voor Midden Sumatra, had hij dit eiland doorkruist, vergezeld van een staf ingenieurs, in samenwerking met wie hij het spoorwegnet ontwierp, dat eenmaal zal worden gemaakt. De diamantverduistering. De Londensche correspondent van het Hbld. meldt: Stokvis werd Maandagavond te 10 uur ge arresteerd, toen hij in Oxford street voor de Oxford Music Hall stond, door een Amster- damschen inspecteur en Engelsche detecti ves. Hij vertelde dat hij alle diamanten in Nederland en België had verkocht. De on dervragingen wenden gisteren voortgezet. Stokvis werd in Bowstreet in verzekerde bewaring gehouden en zou gisteravond over Vlissingen naar Amsterdam worden overge bracht. Gister is door mr. L. W. van Gigch, namens de firma Louis Weyl en Vit-a Israël het faillissement van den commissionnair Stokvis, te Amsterdam, aangevraagd. De rechtbank sprak het faillissement uit met de benoeming van mr. H. Witsen tot rechter-commissaris, en van mr. N. A. Mensing van Charante en den heer Her- man J. Hartz, secretaris der Amsterdam- sche Juweliers-Vereeniging, tot curatoren. De rechtbank gelastte in het vonnis, waarbij Stokvis failliet werd verklaard, dat zijn boedel in zijn woning in de Plantage- Parklaan moet worden verzegeld, en dat de gefailleerde in verzekerde bewaring moet worden gesteld. Op Stokvis is bij zijn arrestatie slechts een klein bedrag aan geld gevonden, maar geen diamanten. Dit maakt voor de bena- J deelden de zaak natuurlijk bedenkelijker. Dat zóó weinig te redden viel bij zulk een spoedige arrestatie valt tegen. i Stokvis toch heeft in elk geval vlak vóór zijn vlucht 120,000 francs aan diamant te Antwerpen a contant verkocht. Waai1 vraagt het Hbld. is dit geld gebleven en dat, wat hij gemaakt moet hebben voor een partij diamant van ongeveer 50,000 francs waarde, die een bekende Amsterdamsehe juwelier, noodlottigerwijze jl. Woensdag te Antwerpen vertoevende, hem vlak voor zijn vlucht nog heeft toevertrouwd? Van de tonnen gouds, die de andere groote partijen aan waarde vertegenwoordigden, spreken wij dan nog niet en hiermede zullen ook deels gaten van vroegeren zwendel zijn gestopt. Gesteld, dat het door Stokvis hierheen ge zonden pakket werkelijk volgens de aangifte 30,000 aan diamant bevat, dan voelt men hoe weinig dit op de totale verduistering van een millioen francs beduidt. Omdat de handel België gold werd alles in francs ge noteerd. In betrokken kringen bestaat nog een flauwe hoop, dat Stokvis vorderingen op zijn koopers heeft, welke dan, in het fail lissement ingebracht, tot vermindering van het passief zouden strekken. Men ziet, hoe ingewikkeld deze historie is, en welk een uitgebreid onderzoek zal noodig zijn om alles vooral de beruchte transactie in deze verduisteringszaak tot klaarheid te brengen. En, om de zaak nog ingewikkelder te ma ken, heeft Stokvis ook nog een collega-com missionair medegesleept, door goederen, welke deze laatste hem ten verkoop had over gedragen, te verduisteren. Dit echter geldt voor dien onvoorzichtigen collega-makelaar zuivèr een quaestie van aansprakelijkheid tegenover zijn principaal. Is het Hbld. goed ingelicht, dan zijn Maandagavond en gisterenmorgen verschei dene benadeelde juweliers naar Londen over gestoken, in de hoop nog wat van hun goe deren te kunnen redden, welke hoop ij del is gebleken. V erpletter.d. Bij het verplaat sen van een machine in de fabriek van de firman Landman, te Schiedam, viel een as van ongeveer 1000 kilo op den 21-jarigen O., die terstond dood was. School- en Kerknieaw*. 's-Gravenhage, 14 December. Examens Middelbaar Onderwijs. Fransch, akte A. Geëx. 2 vr. en 2 manui. candGeslaagd de heerenI. van Santen, Am sterdam, en J. Lopes Cardozo, idem; en mej. A. A. Jonstra, Groningen. Boekhouden, K XII. Opgeroepen era opge komen 4 candidaten. Geslaagd de heer H. J. Sleemers, Arnhem, voor huisakte. Aardrijkskunde, K IX. Opgeroepen en geëx. 2 cand. Toegelaten de heer J. Brander, Amsterdam. Sohoonschrijven, N. Opgeroepen 5, geëx. 4 cand., niet opgekomen 1. Toegelaten de heeren: D. de Bruin., Amsterdam; A. van Gooi, Tilburg, en H. Hoviniga, Beemster. Te Groningen is in den ouderdom van 84 jaren overleden ds. J. J. Dainsté, emer.-predi kant bij do Ned. Herv. Kerk. Dc overledene was ridder in de orde van Onanje-Nassau. Vergadering van den raad der ge meente Amersfoort op Dinsdag 15 December, des namiddags te half twee. Aanwezig zijn 13 leden. Afwezig de heeren S. J. van Duinen en J. C. Rolandus Hagedoorn. Met kennisge ving de 'heeren A. H. van Kalken en D. Ruijs. De voorzitter jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers, burgemeester, opent te kwart vóór twee de vergadering. Op de notulen worden geen aanmerkingen gemaakt. Zij worden overeenkomstig het ontwerp vastge steld. Ingekomen zijn de navolgende stukken a. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 3 November 1908, 3de af- deeling, no. 4180/2754, tot goedkeuring van het raadsbesluit van 27 October 1908, no 328, strekkende tot ondéi-handsche verhuring van den tuin aan de Bloemendaalscbe Poort. Wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 3 November 1908, 3de af deeling, no. 4182/2752, tot goedkeuring van het raadsbesluit van 27 October 1908, no. 329, betreffende de onderbandsche verhuring van eene weide op Birkhoven. Als voren. c. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 24 November 1908, 3de afdeeling, no. 4273/2979, tot goedkeuring van de gemeentebegrooting voor 1909, vast gesteld bij raadsbesluit van 27 October 1908. Alsvoren. d. Schrijven van de Gedeputeerde Stalen van Utrecht van 2 December 1908, 3de af deeling, no. 4665/3092, houdende beriöht van ontvangst van het afschrift van de door ■den gemeenteraad in zijne openbare verga dering van 24 November 1908 (besluit no. 372) vastgestelde verordening tot wijziging der verordening op de tapperijen, koffiehui zen en logementen. Alsvoren. e. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 2 December 1908, 3de afdee ling, no. 4666/3060, tot goedkeuring van het raadsbesluit van 24 November 1908, no. 369, tot aankoop van grond voor vergroo- ting van de gasfabriek. Alsvoren. f. Eene nota, dato 3 December 1908, af deeling I., no. 1622, van Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van een door den heer S. J. van Duinen onderteekend schrijven. Op deze nota is het navolgende schrijven van den beer Yan Duinen ingekomen: Edel Achtbare Heeren I Uit de door U tot den Raad gericbtfe nota is mij gebleken, dat de woorden door mij in een ingezonden stuk in „de Eemlanlder" van 23 October jl. gebezigd, luidende: „en wat ik als raadslid ter wille van het pres tige van B. en W. niet aan dë groote „klok hang", U aanleiding hebben gegeven, deze zaak ter kennisse van de raadsleden te brengen. Met mijn schrijven van 4 November jl. heb ik reeds bericht, dat die woorden aan mijne pen zijn ontsnapt. Na de geheele zaak nog eens rustig te hebben overwogen deel ik U mededat ik liet betreur, die woonden te hebben gebezigd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 2