Hi*. 17». Maandag 21 December 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. 7d< Juargaiiift OORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post - 1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. AdvertentiSnmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 hut 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtsch estraat Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels .f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt ep aanvraag toegezonden. Aan hendie met 1 Januari a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand December nog zullen -verschijnenkos teloos toegezonden. Kennisgeving. VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERRICHT. Onderzoek ter verkrijging van een Bewijs van voor geoefendheid. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, «iat zij, die zich hebben aangemeld tot deelneming aan het in Januari a. s. te houden onderzoek ter verkrijging van. een bewijs van voor geoefendheid, voor dat onderzoek zullen, (moeten1 aanwezig zijn op Dinsdag, den 5. Januari 1909, des voormid dags te 9.30 uren, in de gymnastiekzaal'van de In fa nterie-kazer ne te Amerfoort. Amersfoort, den 21. December 1908. De Burgemeester voornoemd, W CIJ TIERS. Politiek Overzicht De inlijving van Bosnit1 en Herzegovina. In de troonrede, waarmee de sultan van Turkije de zitting van het met de herleving van de grondwet herboren Turksche parle ment geopend heeft, komt eene zinsnede voor, die eene scherpe veroordeeling bevat van de inlijving van Bosnië en Herzegowina. De sultan spreekt van eene rechtsschennis, die daardoor is begaan, en verklaart, dat hij zijn ministerraad heeft opgedragen te zorgen voor de noodige maatregelen tot verdediging van het recht van den staat. Terzelfder tijd heeft in het huis van afge vaardigden van den Oostenrijkse hen rijks raad de minister-president baron Bienerth de redenen uiteengezet, die de regeering van Oostenrijk-Hongarije bewogen hebben tot de annexatie van deze beide landen over te gaan. Tegenover de scherpe veroordeeling, die de sultan heeft uitgesproken in het staatsstuk, waarmee hij zijn parlement be groette, nemen wij hier op wat in liet Oos- tenrijksche parlement van regeeringswege tot rechtvaardiging van deze daad werd aan gevoerd. Baron Bienerth sprak ,,Ik kan mij er toe bepalen, kort uiteen te zetten, dat wij zoowel politiek gerechtigd als volkenrechtelijk bevoegd waren tot den stap, dien wij hebben ondernomen. Oosten rijk-Hongarije heeft dezen gewichtigen stap volstrekt niet luchthartig ondernomen het heeft veeleer daarmee de consequentie ge trokken uit een toestand, die geen anderen uitweg liet dan dezen. Wij hebben het tijd stip voor de vestiging van de monarchale souvereiniteit in de bezette provinciën niet zelf gekozen, maar dwingende uiterlijke om standigheden hebben ons genoopt de Bosni sche handeling uit -te voeren op het oogen- blik, dat heden reeds een historische datum geworden is. Dat eenmaal het oogenblik zou komen waarop wij "het feitelijke bezit van de bezette provinciën tot een staatsrechte lijk bevestigd en blijvend bezit zouden ma ken, is sedert het jaar 1878 voor ieder, die onbevooroordeeld denkt, duidelijk en zeker geweest. Zoolang wij door de bloote bezetting de ons door het Berlijnsche verdrag in deze streken opgedragen taak vervulden en de taak van onze eigen veiligheid en macht positie konden waarnemen, hebben wij aan - - den stelregel van het quieta non movere vast gehouden. De politieke noodzakelijkheid van eene verandering van den rechtstoestand was echter terstond en onafwijsbaar gegeven, toen met het verleenen van constitutioneele concessiën in Turkije ook het verschaffen van grondwettige instellingen aan Bosnië en Herzegowina dringend werd. Dank zij den cultuurarbeid, dien ons be stuur in de bezette provinciën heeft verricht, is het beschavings- en economisch peil van de bevolking belangrijk vooruit gegaan. Er is een modern denkend geslacht opgegroeid. Reeds deze vooruitgang bevatte voor eené vooruitziende regeering de aansporing, lang zaam en geleidelijk het verleenen van ver tegenwoordigende instellingen aan de beide provinciën voor te bere'den. De invoering van eene constitutioneele regeering in Tur kije maakt het noodig, dezen voorbereidings tijd te verkorten en de instelling van zoo danige constitutioneele instellingen als be- antwoorden aan de wenschen van de be volking en haren vooruitgang in beschaving, vlug ter hand te nemen. Er is geen verdere toelichting noodig, dat het verleenen van eene grondwet slechts kan uitgaan van het souvereine gezag en dat het volstrekt on mogelijk zon zijn geweest aan Bosnië en Herzegowina eene grondwet te geven, zoo lang eene, zij 't ook zuiver nominale, sou vereiniteit van de Porte over de beide lan den bestond. De Keizer van Oostenrijk en Koning van Hongarije kon aan de bewoners van de bezette provinciën niet eerder con stitutioneele instellingen geven, dan als hij volledig souverein van deze provinciën was geworden. Eene volledige, eiken twijfel op heffende zekerstelling van den bezitstitel was dus geboden Hadden wij van deze zeker stelling afgezien en niettemin beproefd ver tegenwoordigende instellingen voor Bosnië en Herzegowina in 't leven te roepen, dan zouden wij daargelaten de technische on mogelijkheid bij deze onderneming ge stuit zijn op het besliste protest van de Turksche regeering, en het Bosnische vraag stuk zou eveneens te berde gekomen zijn. Dat zou ons naar alle waarschijnlijkheid juist tot het punt gebracht hebben, waar wij nu staan. Ik heb \roeger gezegd, dat geen onbe vooroordeeld denkend menscli ooit had kun nen gelooven, dat de monarchie deze beide met Het bloed van hare zonen verkregen en door moeitevollen cultuurarbeid tot nieuw leven opgewekte provinciën weder prijs te geven. Het was reeds sedert geruimen tijd aan de Oostenrijksch-Hongaarsche regee ring bekend, dat in Servië en Montenegro de fantastische hoop werd gevoed, dat Oos tenrijk-Hongarije de bezetting in afzienba- ren tijd kon beëindigen wij wisten, dat dit wachtwoord van Servië uit verspreid werd, en dat men pogingen deed om daarmee in Bosnië en Herzegowina onlusten te ver wekken. Indien men wilde verhinderen, dat feitelijK breede kringen van de bevolking over de toekomst van de beide landen wer den misleid, dan moest een beslissende stap gedaan worden om de toekomst van de bei de provinciën zeker te stellen en aan de Groot-Servische agitatie den grond te ont nemen. Ook dit moment is van invloed ge weest tot bepaling van net besluit van de Oostenrijksch-Hongaarsche regeering.'' Baron Bienerth zette uitvoerig uiteen, dat de kansen niet ongunstig staan om door onderhandelingen met Turkije tot een vreed zaam resultaat te komen, en drukte de ver wachting uit, dat de leidende Turksche staatslieden tot de overtuiging zullen ko men, dat de belangen van Turkije het best behartigd worden, door zich te verstaan met de Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie, om daarna te besluiten met de verklaring ,,V» ij verdedigen slechts te goeder trouw ons goed recht. Dit ins goed recht volgt hieruit, dat O.tstenrijk-Hongarije reeds tot dusver een zakelijk en wat den duur betreft onbeperkt en onbegrensd heerschersgezag aver Bosnië en Herzegowina had uitgeoe fend, het volledigst denkbare personeel en territoriaal gezag, dat geen aanvulling noo dig had en zelfs niet kon aangevuld worden. Het uitstrekken van de souvereiniteitsrech- ten van Z M. op Bosnië en Herzegowina beteekent geen vermeerdering van bevoegd heden en staatsgezag, maar slechts de erken ning rechtens van datgene wat tot dusver reeds heeft bestaan eveneens wordt door het van kracht verklaren der bepalingen van de pragmatieke sanctie in Bosnië en Her zegowina de positie, die deze landen tot dusver reeds binnen de onder den schepter va n de dynastie vereenigde landen feitelijk innamen, nog slechts toegerust niet de waarborgen van eene duidelijk omschreven, vaste rechtsorde. Wij hebben niets gedaan dan een maatregel genomen van zekerheid om be staande rechtstoestanden duidelijk te om schrijven wij hebben eene vereeniging van den bezitstitel verricht, op de wijze zoo als de rechtmatige bezitter doet, die na der tig jaren van onbetwist en onbeperkt uit geoefend bezit er toe overgaat dit zijn recht matig verworven en door arbeid verkregen bezit ook naar den vorm in te lijven." België. Brussel, 19 Dec. De Kamer keurde heden het voorstel goed tot het verleenen van kiesrecht en verkiesbaarheid aan vrou wen voor industrieele scheidsgerechten. Frankrijk. C h a m b r y, 2 0 Dec. Kardinaal Lecot, aartsbisschop van Bordeaux, die zich hier op zijne doorreis bevond is in een hotel plotseling overleden. Denemarken. De Deensche regeering heeft eene be schikking genomen, die een verbod bevat voor oorlogsschepen van vreemde natiën om de reede van Kopenhagen op te zoeken. Het geoied van de reede van Kopenhagen mag niet? bevaren worden om er te- ankeren of om verder te varen, behalve in geval van zeenood en als er eene bijzondere toe stemming voor is verleend door de bevoegde Deensche autoriteit op vooraf gaande diplomatieke aanvrage. De vaar geul, Kongedybet genaamd, mag zonder toestemming niet gebruikt worden door vreemde oorlogsschepenals dergelijke schepen Kopenhagen niet aandoen, dan mceten zij de vaargeul Holludendybet kie zen Italië. Rome, 20 Dec. Minister-president Giolitti heeft verklaard, dat in let voorjaar verkiezingen voor de Kamer zullen plaats hebben. De Kamer zal omstreeks Paschen ontbonden worden. [Portugal. Lissabon, 20 Dec. Minister-presi dent Amaral heeft den Koning de collectieve ontslagaanvrage van het kabinet aangeboden. Oostenrijk. De Italiaansche gezant te Weenen heeft het antwoord van Koning Vic'or Emanuel op de kennisgeving van de inlijving van Bos nië overhandigd. Over den inhoud verluidt, dat die bestaat uit algemeene verklaringen, beantwoordende aan de door minister Tit- toui in de Italiaansche Kam., afgelegde verklaringen Het Russische departement van buiten- landsche zaken verklaart n zijn antwoord op de laatste nota van o.istenrijk-Hongarije zijne instemming met i ^t Oostenrijksche voorstel om de inlijvingskwestie door on derhandelingen met de afzonderlijke staten *e regelen, maar maakt aaarbij het voorbe houd, dat het conferentieprogramma daar door in geen opzicht moet worden gewij zigd. Het huis van afgevaardigden van den rijksraad heeft ook omtrent het derde punt, waarvoor de regeering de urgentverklaring verlangde, het wetsontwerp om aan de re geering machtiging te verleenen de handels betrekkingen met de staten, dio thans voor- loopig geregeld zijn, tijdelijk op denzelfden grondslag te bestendigen, ereenkomstig den wensch van de regeering besloten. Dit maal heeft het echter zeer gespannende urgentie werd verklaard iet 282 tegen 139 stemmende vereischte meerderheid van twee derden werd dus slechts met twee stem men overschreden. De aanneming van het wetsontwerp zelf leverde daarop geen moei te meer, want daarvoor kon men met de gewoi. meerderheid van de helft 1 vol staan. Hiermee waren de „Staatsnotwendigkei- ten", waarvoor de regeering de medewerking van het huis behoefde, afgedaan zoodat het huis met vacantie kon gaan. Rutland. De centrale sectie van de rijksdoema heeft de behandeling van de begroot-ng van bui- tenlandsche zaken in de openbare zitting op aanstaanden Vrijdag epaald. Bij deze gelegenheid zal de mi nis W van buitenland- sche zaken Iswolski over de «uitenlandsche politiek van Rusland spreken. De boodschap van gelukwensching van de rijksdoema aan het 'Turksche parlement was slechts kort en drukte de overtuiging uit, dat de door het jonge Turkije gekozen weg van gelijkheid voor de wet voor allen en verzoening van de nationaliteiten aan het verjongde staatsorganisme kracht ver leenen en zijne gezondheid tot t eil van den vrede en van de beschaving verzekeren zal. 28 leden van de rijksdoema, choorende tot de uiterste rechterzijde, protestierden tegen het brengen van dezen gelukwensch. Servië. Uit Belgrado wordt aan de Neue Freie Presse bericht, dat er geen zakelijke betee- kenis toekomt aan de berichten van de Ser vische pers over het boycotten van de Oos tenrijksche en de Hongaarsche goederen in Servië, dat met 1 Januari a.s. zou be ginnen. Als het handelsverdrag met Oos tenrijk-Hongarije voorloopig mocht wor den verlengd, dan zou iedere boycotbewe ging schipbreuk lijden om de omstandig heid, dat Oostenrijk-Hongarije door een tegen-boycot van de Servische export-arti kelen veel gevoeliger zou treffen dan het zelf kan worden benadeeld. Ook in het ge val, dat van nieuwjaar af weer een ver- draglopze toestand mocht intreden, zou de Servische handelsstand, met uitzondering van eenige weinige firma's niet in staat zijn zich ernstig te. emancipeeren van Oosten rijk-Hongarije. De Balkancrisis. De laatste berichten over de onderhande lingen van Oostenrijk-Hongarije met Rus land zoowel als met Turkije luiden in zóó ver gunstig, dat men op beide plaatsen eene succes belovende stemming voor de om standigheden schijnt te hebben gevonden. Wel is de boycot van de Oostenrijksche goederen nog niet gebroken en wofdt door het boycotcómité nog steeds zoo scherp mogelijk toegepast en in den laatsten tijd ook uitgebreid tot goederen van BulgAar- sche herkomst; doch daarentegen toont de Turksche regeering eene zekere geneigd heid om bij te draaien, waarbij zij geleid wordt zoowel door het besef van den inter nationale gevaarlijkheid van den boycot als door het rekening houden met Turksche kooplieden, die door het uitblijven van de Oostenrijksche goederen mettertijd ook in verlegenheid komen. Wat de Russisch-Oostenrijksche onder handelingen betreft, uiten zich de officieu- se stemmen van beide kanten vredelievend en volstrekt niet pessimistisch, al zal er nog menige ernstige moeilijkheid zijn te overwinnen. De Koln. Ztg. bericht offici eus uit Berlijn, dat het de Duitsch^ regce- ring niet anders dan in de hoogste mate gewenscht kan zijn, wanneer in een Rus sisch blad, de Peterburgskaja Gazete, be weerd wordt, dat Duitschland op Oosten rijk-Hongarije eene pressie uitoefent om concessie te verkrijgen. Dat blad beweert, dat men in Berlijn de vraag moet overwe gen of het niet mogelijk is Bosnië en Her zegowina onder het oppergezag van Oosten- rij K-Hongarije autonoom te verklaren, het geen op algemeene toestemming zou kun nen rekenen. Dat deze opgave onjuist is, blijkt, zoo zegt de Köln. Ztg. voor ieder, die de verklaringen van vorst Bülow over Duitschlands stelling tegenover Oostenrijk- Hongarije met eenige aandacht heeft ge volgd. Overwegingen, zooals de door het Russische blad beweerde, hebben in Ber lijn nooit plaats gehad en nog minder zijn zij tot het voorwerp van eene gedachten- wisseling gemaakt. Volgens de Politische Korrespondenz wordt het Londensche bericht, dat Bulga rije voor het recht van exploitatie van de Orientspoorwegen en voor de gekapitali seerde Oost Rumelische schatting 82 mil- lioen frans wil bieden, van officieele Bul- gaarsche zijde bestreden. Turkije. Konstantinopel, 20 Dec. De- Yeni Gazeta bericht, dat de sultan den groot vizier een brief ter hand heeft gesteld, dien hij ontvangen had en die hem berichtte, dat 60 Amerikaansche anarchisten - zich naar Konstantinopel hadden begeven om een aan slag te plegen tegen zijn persoon Als schrij ver van den brief worden aangemerkt twee kolonels, die terstond ontslagen zijn. De mi nister van politie spreekt tegen, dat er Ame rikaansche anarchisten gevangen zouden zijn genomen Uit Sofia wordt aan de Frankf. Ztg. be richt, dat de scherpe zinsnede tegen Bul garije in de troonrede tot opening van het DOOlt 89 S. R. CROCKETT. Uit htt Schotsch vtrtaald MOR J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. „Maar ze zullen zonder eenig geld zijn. Ik zal hun zeker geen stuiver geven, en ik I zal er op toezien, dat iedere stuiver waarover I ik mijn invloed kan gebruiken, elders heen gaat. Ik wil niet getart'worden, door een paar dwaze kinderen „Armoede, mijnheer, is, als men 'het goed I beziet maar betrekkelijk," zei Jim Chetwynd ernstig. „Ik'kan u onder strikte göheimhou- ding verklaren, dat mejuffrouw Stirling na I baars vaders dood ongeveer tien duizend pond sterling per jaar zal bezitten." Lord Darroch kon van verbazing geen woord uitbrengen. „Bij baars vaders dood! Is haar vader niet dood? Tien duizend per jaar. Indien dat i waar isnu, ik beken, dat zou een veran dering maken. Ik heb altijd van mijn jongen gehouden. Hij is alles wat ik in de wereld I heb. Ik zou hem graag mijn zegen geven, en zijn lieve, jonge bruid." „Ho wie is dit?" Zij waren ongemerkt de pastorie genaderd. „Mijnheer Stirling, u kent lord Darroch?" Het was Chetwynd die sprak met een vreemde trilling in zijn stem. „Indien hij dit weerstaat is hij weer hersteld," zei hij bij zichzélf. Lord Darrooh verbleekte langzaam, zijn kleur werd vaal toen hij den man aanzag, die voor hem stond. David Stirling zei geen woord tot hem, aan wien hij werd voorge steld, maar zonder een oogenblik aarzelen, greep hij lord Darroch bij de keel. Hij zou hem in de hevigheid van zijn woede op den grond hebben geworpen, indien Chetwynd niet tusschenbeide was gekomen. „Houdt je goed, David, terwille van je dochter. Kijk, daar is zij." David Stirling hief zijn oogen op, en liet 2ijn handen zakken. Iets boven hem en vlak bij, stond een slanke, jeugdige bruid, in vlekkeloos, ouderwetsch wit, eenvoudig en goedkoop van grondstof, maar haar jonge ge stalte bij uitnemendheid passend. „Mijn God Hester mijn vrouw!" riep hij, en bewusteloos viel hij in de armen van Chetwynd. „Hoe kon ik dat weten", zei lord Darroch toen Stirling aan de zorg van zijn dochter was overgegeven. „Ik was reeds lang alles omtrent het meisje vergeten. Ik dacht, dat zij een aotricetje was uit een tooneelspelers- tent. Hoe kon ik weten, dat de dingen zoo zouden uitloopen?" „Ja waarlijk, hoe," zei Chetwynd weinig deelnemend, en zonder eenig afscheid verliet hij lord Darroch, het slachtoffer der omstan digheden, en liet hem alleen zijn weg terug gaan naar de torens van Darroch. Zij stonden te samen, om met elkaar in het huwelijk vcreenigd te worden. Het was heli bedenksel der hertogin dat zij getrouwd zouden worden in den liefelijken tuin der pastorie, die glooiend afgaat naar de heldere Darrocbbee'k. De zitkamer scheen op dien verru'kkel ij ken Septemberdag tot een abdy te behooren, en de lange laan met de hooge beuken aan het einde ervan vormde een trotsohe kathedraal, waar de wind door de bladeren een soort Eolysche huwelijks-hymne suisde Heel knap zagen zij er uit, Carus trotsch en met opgeheven hoofd, en Hester weer tot den leeftijd barer schooljaren teruggebracht door den eenvoud van haar witte kleed. Maar haar oogen schenen een en al diepte, zoo groot en donker en glanzend waren zij. Voor hen storfd de predikant en maande hen aan tot liefde en goede werken in het ver bond van den vredezijn grijze haren vorm den een soort stormachtigen stralenkrans om zijn hoofd. En toen het tot de vragen kwam, antwoordde Carus in een sclior gefluister „Ik wil". En „Ik wil," zei Hester. Tik, tik ging het in haar keel Zij knielden voor geen altaar. Zij werden niert. aangestaard door gevulde banken. Maar do vogels in den tuin zongen hun huwelijks- rnarsch, terwijl zij stil door de laan liepen, toen alles voorbij was, Carus met de hand zijner vrouw op zijn arm. „Ik bob je gekregen. Nu kan je niot heen gaan," zei hij heel zacht, toen zij bij de deur kwamen. „Ik wil het ook niet," antwoordde zij, en zag glimlachend naar hem op. „Zie in mij," zei Vic, haar hoed zegevie rend op een stoel werpende, „de Verloren Dochter, vlak na het slachten van het ge meste kalf. ik bedoel daar jou niet mede, Kipford Je behoeft niet zoo angstig to kij ken. Maar ik zal je vertellen hoe liet ging. Hester Ik weet, dat je brandt van nieuws gierigheid, of wat hetzelfde wil zeggen, ik brand van verlangen om het je te vertellen." Zij zaten in dezelfde kamer van het oude huis Arioland waar liet verhaal begon. Daar was de provisiekast, waar de fasöh met roode strepen in werd gezet. De kringen van de jampotten en honigkruiken waren nog op de lichtgeverfde planken zichtbaar. Hester en Carus woonden hier, totdat de verande ringen in het nieuwe huis tegen den heuvel rug waren aangebracht. Dan zouden Re wie en Megsy in het oude huis gaan wonen, want zij hadden den predikant overgehaald eindelijk zijn lang verdiende rust te nemen, en de pastorie aan de Darrochbeek over te dragen aan een collega, die spoedig benoemd zou worden. Hester zat rustig door te naaien, terwijl zij luisterde. Vic duwde haar handschoenen in eJkaar en wierp ze naar Kipford, die ze weer terugwierp, terwijl hij lachende luister de naar haar gebabbel. Zij waren samen van Knochdon komen rijden. „Ik dacht, dat hot grappig zou zijn te zien, hoe ze het maakten in Russell Square, -daarom vroeg ik Kipford, toen ik in de staJd was met mij meê te loopen „En buiten 'de deur te wachten dat was niet grappig," zei de jonge man op klagen- den toon. „Stil! Nu dan, Timson liet mij binnen met een onzekeren blik in zijn oogen daar om zei ik tot hem Je hoeft niet bang te zijn, Timson. Ik ga niet op de lepels af. Daar zorgt het werkhuis voor. Hester keek wat verbaasd op. Kipford knikte als wilde hij zeggen: „Ja, dat heeft ze werkelijk gezegd. Is het niet prachtig?' De jonge man was erg verliefd. „Hij bracht mij in de groote ontvangkamer, waar de liefdadige molens nog steeds werken en dui delijk genoeg knarsen. En bij groot geluk waren zij hier allen, uitgezonderd vader en Tom, die zooals je weet apart op kamers woont. Zij hadden eenige fatten op bezoek." „Vic," zei Hester verwijtend, zooals het een oude en ernstige, getrouwde vrouw pas te. Maar Kipford lachte des te hartelijker. „Ga voort Vic," riep hij aanmoedigend hetgeen het jonge meisje in het geheel niet noodig had. „Nu, toen ik binnen was, bleef ik zoo staan „Terugkeer van' de Berouwvolle Verworpeling tot den Huiselijken Hiiard." Toen daarop niemand iets zeide, sprak ik Ik ben gekomen om u vergiffenis te vragen." Toen sprak moeder „Victoria kan je verwachten vergeven te wtorden, terwijl je je tegen je familieleden hebt verzet, terwille van een vreemdeling." „Ik weet. dat ik het niet verdien, dat u het doen zoudt" „Houd je mond," sprak moeder. „Ik wil je niet in mijn huis hebben, nu of nimmer- Ei moet hier een eind aan komen Eth en Claudia zeiden niets, maar blader den in een modeblad. „Moeder," zei de ik op mijn knieën vallen de (Kipford knikte weer) „hoor mij aan luister naar een woord eener onwaardige dochter slechts naar één voordat u mij uit uw huis verdrijft." „Wat je te zeggen hebt, zeg hot en ver dwijn 1" „En daarmede wees zij met- haar vinger naar de deur Buitengewoon indrukwekkend was moeder." „Het moet even mooi als een komediestuk zijn geweest," lachte Kipford. „O het is werkelijk niete bij'zonders," zei- de ik, „ik meende alleen, dat u wel zoudt willen weten, dat ik ging trouwen met mar kies Kipford, den oudsten zoon van den lier-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1