Hi*. 17».
Maandag 21 December 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
7d< Juargaiiift
OORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post - 1.50.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
AdvertentiSnmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 hut
's morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtsch estraat
Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels .f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt ep aanvraag
toegezonden.
Aan hendie met 1 Januari
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand December
nog zullen -verschijnenkos
teloos toegezonden.
Kennisgeving.
VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERRICHT.
Onderzoek ter verkrijging van een Bewijs
van voor geoefendheid.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden, «iat zij,
die zich hebben aangemeld tot deelneming aan
het in Januari a. s. te houden onderzoek ter
verkrijging van. een bewijs van voor geoefendheid,
voor dat onderzoek zullen, (moeten1 aanwezig zijn
op Dinsdag, den 5. Januari 1909, des voormid
dags te 9.30 uren, in de gymnastiekzaal'van de
In fa nterie-kazer ne te Amerfoort.
Amersfoort, den 21. December 1908.
De Burgemeester voornoemd,
W CIJ TIERS.
Politiek Overzicht
De inlijving van Bosnit1 en
Herzegovina.
In de troonrede, waarmee de sultan van
Turkije de zitting van het met de herleving
van de grondwet herboren Turksche parle
ment geopend heeft, komt eene zinsnede
voor, die eene scherpe veroordeeling bevat
van de inlijving van Bosnië en Herzegowina.
De sultan spreekt van eene rechtsschennis,
die daardoor is begaan, en verklaart, dat hij
zijn ministerraad heeft opgedragen te zorgen
voor de noodige maatregelen tot verdediging
van het recht van den staat.
Terzelfder tijd heeft in het huis van afge
vaardigden van den Oostenrijkse hen rijks
raad de minister-president baron Bienerth
de redenen uiteengezet, die de regeering van
Oostenrijk-Hongarije bewogen hebben tot de
annexatie van deze beide landen over te
gaan. Tegenover de scherpe veroordeeling,
die de sultan heeft uitgesproken in het
staatsstuk, waarmee hij zijn parlement be
groette, nemen wij hier op wat in liet Oos-
tenrijksche parlement van regeeringswege
tot rechtvaardiging van deze daad werd aan
gevoerd. Baron Bienerth sprak
,,Ik kan mij er toe bepalen, kort uiteen te
zetten, dat wij zoowel politiek gerechtigd
als volkenrechtelijk bevoegd waren tot den
stap, dien wij hebben ondernomen. Oosten
rijk-Hongarije heeft dezen gewichtigen stap
volstrekt niet luchthartig ondernomen het
heeft veeleer daarmee de consequentie ge
trokken uit een toestand, die geen anderen
uitweg liet dan dezen. Wij hebben het tijd
stip voor de vestiging van de monarchale
souvereiniteit in de bezette provinciën niet
zelf gekozen, maar dwingende uiterlijke om
standigheden hebben ons genoopt de Bosni
sche handeling uit -te voeren op het oogen-
blik, dat heden reeds een historische datum
geworden is. Dat eenmaal het oogenblik zou
komen waarop wij "het feitelijke bezit van
de bezette provinciën tot een staatsrechte
lijk bevestigd en blijvend bezit zouden ma
ken, is sedert het jaar 1878 voor ieder, die
onbevooroordeeld denkt, duidelijk en zeker
geweest.
Zoolang wij door de bloote bezetting de
ons door het Berlijnsche verdrag in deze
streken opgedragen taak vervulden en de
taak van onze eigen veiligheid en macht
positie konden waarnemen, hebben wij aan
- -
den stelregel van het quieta non movere vast
gehouden. De politieke noodzakelijkheid van
eene verandering van den rechtstoestand was
echter terstond en onafwijsbaar gegeven,
toen met het verleenen van constitutioneele
concessiën in Turkije ook het verschaffen
van grondwettige instellingen aan Bosnië en
Herzegowina dringend werd.
Dank zij den cultuurarbeid, dien ons be
stuur in de bezette provinciën heeft verricht,
is het beschavings- en economisch peil van
de bevolking belangrijk vooruit gegaan. Er
is een modern denkend geslacht opgegroeid.
Reeds deze vooruitgang bevatte voor eené
vooruitziende regeering de aansporing, lang
zaam en geleidelijk het verleenen van ver
tegenwoordigende instellingen aan de beide
provinciën voor te bere'den. De invoering
van eene constitutioneele regeering in Tur
kije maakt het noodig, dezen voorbereidings
tijd te verkorten en de instelling van zoo
danige constitutioneele instellingen als be-
antwoorden aan de wenschen van de be
volking en haren vooruitgang in beschaving,
vlug ter hand te nemen. Er is geen verdere
toelichting noodig, dat het verleenen van
eene grondwet slechts kan uitgaan van het
souvereine gezag en dat het volstrekt on
mogelijk zon zijn geweest aan Bosnië en
Herzegowina eene grondwet te geven, zoo
lang eene, zij 't ook zuiver nominale, sou
vereiniteit van de Porte over de beide lan
den bestond. De Keizer van Oostenrijk en
Koning van Hongarije kon aan de bewoners
van de bezette provinciën niet eerder con
stitutioneele instellingen geven, dan als hij
volledig souverein van deze provinciën was
geworden. Eene volledige, eiken twijfel op
heffende zekerstelling van den bezitstitel was
dus geboden Hadden wij van deze zeker
stelling afgezien en niettemin beproefd ver
tegenwoordigende instellingen voor Bosnië
en Herzegowina in 't leven te roepen, dan
zouden wij daargelaten de technische on
mogelijkheid bij deze onderneming ge
stuit zijn op het besliste protest van de
Turksche regeering, en het Bosnische vraag
stuk zou eveneens te berde gekomen zijn.
Dat zou ons naar alle waarschijnlijkheid
juist tot het punt gebracht hebben, waar wij
nu staan.
Ik heb \roeger gezegd, dat geen onbe
vooroordeeld denkend menscli ooit had kun
nen gelooven, dat de monarchie deze beide
met Het bloed van hare zonen verkregen en
door moeitevollen cultuurarbeid tot nieuw
leven opgewekte provinciën weder prijs te
geven. Het was reeds sedert geruimen tijd
aan de Oostenrijksch-Hongaarsche regee
ring bekend, dat in Servië en Montenegro
de fantastische hoop werd gevoed, dat Oos
tenrijk-Hongarije de bezetting in afzienba-
ren tijd kon beëindigen wij wisten, dat dit
wachtwoord van Servië uit verspreid werd,
en dat men pogingen deed om daarmee in
Bosnië en Herzegowina onlusten te ver
wekken. Indien men wilde verhinderen, dat
feitelijK breede kringen van de bevolking
over de toekomst van de beide landen wer
den misleid, dan moest een beslissende stap
gedaan worden om de toekomst van de bei
de provinciën zeker te stellen en aan de
Groot-Servische agitatie den grond te ont
nemen. Ook dit moment is van invloed ge
weest tot bepaling van net besluit van de
Oostenrijksch-Hongaarsche regeering.''
Baron Bienerth zette uitvoerig uiteen,
dat de kansen niet ongunstig staan om door
onderhandelingen met Turkije tot een vreed
zaam resultaat te komen, en drukte de ver
wachting uit, dat de leidende Turksche
staatslieden tot de overtuiging zullen ko
men, dat de belangen van Turkije het best
behartigd worden, door zich te verstaan met
de Oostenrijksch-Hongaarsche monarchie,
om daarna te besluiten met de verklaring
,,V» ij verdedigen slechts te goeder trouw
ons goed recht. Dit ins goed recht volgt
hieruit, dat O.tstenrijk-Hongarije reeds tot
dusver een zakelijk en wat den duur betreft
onbeperkt en onbegrensd heerschersgezag
aver Bosnië en Herzegowina had uitgeoe
fend, het volledigst denkbare personeel en
territoriaal gezag, dat geen aanvulling noo
dig had en zelfs niet kon aangevuld worden.
Het uitstrekken van de souvereiniteitsrech-
ten van Z M. op Bosnië en Herzegowina
beteekent geen vermeerdering van bevoegd
heden en staatsgezag, maar slechts de erken
ning rechtens van datgene wat tot dusver
reeds heeft bestaan eveneens wordt door
het van kracht verklaren der bepalingen van
de pragmatieke sanctie in Bosnië en Her
zegowina de positie, die deze landen
tot dusver reeds binnen de onder den
schepter va n de dynastie vereenigde
landen feitelijk innamen, nog slechts
toegerust niet de waarborgen van eene
duidelijk omschreven, vaste rechtsorde.
Wij hebben niets gedaan dan een
maatregel genomen van zekerheid om be
staande rechtstoestanden duidelijk te om
schrijven wij hebben eene vereeniging van
den bezitstitel verricht, op de wijze zoo
als de rechtmatige bezitter doet, die na der
tig jaren van onbetwist en onbeperkt uit
geoefend bezit er toe overgaat dit zijn recht
matig verworven en door arbeid verkregen
bezit ook naar den vorm in te lijven."
België.
Brussel, 19 Dec. De Kamer keurde
heden het voorstel goed tot het verleenen
van kiesrecht en verkiesbaarheid aan vrou
wen voor industrieele scheidsgerechten.
Frankrijk.
C h a m b r y, 2 0 Dec. Kardinaal
Lecot, aartsbisschop van Bordeaux, die zich
hier op zijne doorreis bevond is in een
hotel plotseling overleden.
Denemarken.
De Deensche regeering heeft eene be
schikking genomen, die een verbod bevat
voor oorlogsschepen van vreemde natiën
om de reede van Kopenhagen op te zoeken.
Het geoied van de reede van Kopenhagen
mag niet? bevaren worden om er te- ankeren
of om verder te varen, behalve in geval
van zeenood en als er eene bijzondere toe
stemming voor is verleend door de
bevoegde Deensche autoriteit op vooraf
gaande diplomatieke aanvrage. De vaar
geul, Kongedybet genaamd, mag zonder
toestemming niet gebruikt worden door
vreemde oorlogsschepenals dergelijke
schepen Kopenhagen niet aandoen, dan
mceten zij de vaargeul Holludendybet kie
zen
Italië.
Rome, 20 Dec. Minister-president
Giolitti heeft verklaard, dat in let voorjaar
verkiezingen voor de Kamer zullen plaats
hebben. De Kamer zal omstreeks Paschen
ontbonden worden.
[Portugal.
Lissabon, 20 Dec. Minister-presi
dent Amaral heeft den Koning de collectieve
ontslagaanvrage van het kabinet aangeboden.
Oostenrijk.
De Italiaansche gezant te Weenen heeft
het antwoord van Koning Vic'or Emanuel
op de kennisgeving van de inlijving van Bos
nië overhandigd. Over den inhoud verluidt,
dat die bestaat uit algemeene verklaringen,
beantwoordende aan de door minister Tit-
toui in de Italiaansche Kam., afgelegde
verklaringen
Het Russische departement van buiten-
landsche zaken verklaart n zijn antwoord
op de laatste nota van o.istenrijk-Hongarije
zijne instemming met i ^t Oostenrijksche
voorstel om de inlijvingskwestie door on
derhandelingen met de afzonderlijke staten
*e regelen, maar maakt aaarbij het voorbe
houd, dat het conferentieprogramma daar
door in geen opzicht moet worden gewij
zigd.
Het huis van afgevaardigden van den
rijksraad heeft ook omtrent het derde punt,
waarvoor de regeering de urgentverklaring
verlangde, het wetsontwerp om aan de re
geering machtiging te verleenen de handels
betrekkingen met de staten, dio thans voor-
loopig geregeld zijn, tijdelijk op denzelfden
grondslag te bestendigen, ereenkomstig
den wensch van de regeering besloten. Dit
maal heeft het echter zeer gespannende
urgentie werd verklaard iet 282 tegen 139
stemmende vereischte meerderheid van
twee derden werd dus slechts met twee stem
men overschreden. De aanneming van het
wetsontwerp zelf leverde daarop geen moei
te meer, want daarvoor kon men met de
gewoi. meerderheid van de helft 1 vol
staan.
Hiermee waren de „Staatsnotwendigkei-
ten", waarvoor de regeering de medewerking
van het huis behoefde, afgedaan zoodat het
huis met vacantie kon gaan.
Rutland.
De centrale sectie van de rijksdoema heeft
de behandeling van de begroot-ng van bui-
tenlandsche zaken in de openbare zitting
op aanstaanden Vrijdag epaald. Bij deze
gelegenheid zal de mi nis W van buitenland-
sche zaken Iswolski over de «uitenlandsche
politiek van Rusland spreken.
De boodschap van gelukwensching van
de rijksdoema aan het 'Turksche parlement
was slechts kort en drukte de overtuiging
uit, dat de door het jonge Turkije gekozen
weg van gelijkheid voor de wet voor allen
en verzoening van de nationaliteiten aan
het verjongde staatsorganisme kracht ver
leenen en zijne gezondheid tot t eil van den
vrede en van de beschaving verzekeren zal.
28 leden van de rijksdoema, choorende tot
de uiterste rechterzijde, protestierden tegen
het brengen van dezen gelukwensch.
Servië.
Uit Belgrado wordt aan de Neue Freie
Presse bericht, dat er geen zakelijke betee-
kenis toekomt aan de berichten van de Ser
vische pers over het boycotten van de Oos
tenrijksche en de Hongaarsche goederen
in Servië, dat met 1 Januari a.s. zou be
ginnen. Als het handelsverdrag met Oos
tenrijk-Hongarije voorloopig mocht wor
den verlengd, dan zou iedere boycotbewe
ging schipbreuk lijden om de omstandig
heid, dat Oostenrijk-Hongarije door een
tegen-boycot van de Servische export-arti
kelen veel gevoeliger zou treffen dan het
zelf kan worden benadeeld. Ook in het ge
val, dat van nieuwjaar af weer een ver-
draglopze toestand mocht intreden, zou de
Servische handelsstand, met uitzondering
van eenige weinige firma's niet in staat zijn
zich ernstig te. emancipeeren van Oosten
rijk-Hongarije.
De Balkancrisis.
De laatste berichten over de onderhande
lingen van Oostenrijk-Hongarije met Rus
land zoowel als met Turkije luiden in zóó
ver gunstig, dat men op beide plaatsen eene
succes belovende stemming voor de om
standigheden schijnt te hebben gevonden.
Wel is de boycot van de Oostenrijksche
goederen nog niet gebroken en wofdt door
het boycotcómité nog steeds zoo scherp
mogelijk toegepast en in den laatsten tijd
ook uitgebreid tot goederen van BulgAar-
sche herkomst; doch daarentegen toont de
Turksche regeering eene zekere geneigd
heid om bij te draaien, waarbij zij geleid
wordt zoowel door het besef van den inter
nationale gevaarlijkheid van den boycot als
door het rekening houden met Turksche
kooplieden, die door het uitblijven van de
Oostenrijksche goederen mettertijd ook in
verlegenheid komen.
Wat de Russisch-Oostenrijksche onder
handelingen betreft, uiten zich de officieu-
se stemmen van beide kanten vredelievend
en volstrekt niet pessimistisch, al zal er
nog menige ernstige moeilijkheid zijn te
overwinnen. De Koln. Ztg. bericht offici
eus uit Berlijn, dat het de Duitsch^ regce-
ring niet anders dan in de hoogste mate
gewenscht kan zijn, wanneer in een Rus
sisch blad, de Peterburgskaja Gazete, be
weerd wordt, dat Duitschland op Oosten
rijk-Hongarije eene pressie uitoefent om
concessie te verkrijgen. Dat blad beweert,
dat men in Berlijn de vraag moet overwe
gen of het niet mogelijk is Bosnië en Her
zegowina onder het oppergezag van Oosten-
rij K-Hongarije autonoom te verklaren, het
geen op algemeene toestemming zou kun
nen rekenen. Dat deze opgave onjuist is,
blijkt, zoo zegt de Köln. Ztg. voor ieder,
die de verklaringen van vorst Bülow over
Duitschlands stelling tegenover Oostenrijk-
Hongarije met eenige aandacht heeft ge
volgd. Overwegingen, zooals de door het
Russische blad beweerde, hebben in Ber
lijn nooit plaats gehad en nog minder zijn
zij tot het voorwerp van eene gedachten-
wisseling gemaakt.
Volgens de Politische Korrespondenz
wordt het Londensche bericht, dat Bulga
rije voor het recht van exploitatie van de
Orientspoorwegen en voor de gekapitali
seerde Oost Rumelische schatting 82 mil-
lioen frans wil bieden, van officieele Bul-
gaarsche zijde bestreden.
Turkije.
Konstantinopel, 20 Dec. De-
Yeni Gazeta bericht, dat de sultan den groot
vizier een brief ter hand heeft gesteld, dien
hij ontvangen had en die hem berichtte, dat
60 Amerikaansche anarchisten - zich naar
Konstantinopel hadden begeven om een aan
slag te plegen tegen zijn persoon Als schrij
ver van den brief worden aangemerkt twee
kolonels, die terstond ontslagen zijn. De mi
nister van politie spreekt tegen, dat er Ame
rikaansche anarchisten gevangen zouden zijn
genomen
Uit Sofia wordt aan de Frankf. Ztg. be
richt, dat de scherpe zinsnede tegen Bul
garije in de troonrede tot opening van het
DOOlt
89 S. R. CROCKETT.
Uit htt Schotsch vtrtaald
MOR
J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
„Maar ze zullen zonder eenig geld zijn.
Ik zal hun zeker geen stuiver geven, en ik
I zal er op toezien, dat iedere stuiver waarover
I ik mijn invloed kan gebruiken, elders heen
gaat. Ik wil niet getart'worden, door een
paar dwaze kinderen
„Armoede, mijnheer, is, als men 'het goed
I beziet maar betrekkelijk," zei Jim Chetwynd
ernstig. „Ik'kan u onder strikte göheimhou-
ding verklaren, dat mejuffrouw Stirling na
I baars vaders dood ongeveer tien duizend
pond sterling per jaar zal bezitten."
Lord Darroch kon van verbazing geen
woord uitbrengen.
„Bij baars vaders dood! Is haar vader
niet dood? Tien duizend per jaar. Indien dat
i waar isnu, ik beken, dat zou een veran
dering maken. Ik heb altijd van mijn jongen
gehouden. Hij is alles wat ik in de wereld
I heb. Ik zou hem graag mijn zegen geven,
en zijn lieve, jonge bruid."
„Ho wie is dit?"
Zij waren ongemerkt de pastorie genaderd.
„Mijnheer Stirling, u kent lord Darroch?"
Het was Chetwynd die sprak met een
vreemde trilling in zijn stem. „Indien hij
dit weerstaat is hij weer hersteld," zei hij bij
zichzélf.
Lord Darrooh verbleekte langzaam, zijn
kleur werd vaal toen hij den man aanzag,
die voor hem stond. David Stirling zei geen
woord tot hem, aan wien hij werd voorge
steld, maar zonder een oogenblik aarzelen,
greep hij lord Darroch bij de keel. Hij zou
hem in de hevigheid van zijn woede op den
grond hebben geworpen, indien Chetwynd
niet tusschenbeide was gekomen. „Houdt je
goed, David, terwille van je dochter. Kijk,
daar is zij."
David Stirling hief zijn oogen op, en liet
2ijn handen zakken. Iets boven hem en vlak
bij, stond een slanke, jeugdige bruid, in
vlekkeloos, ouderwetsch wit, eenvoudig en
goedkoop van grondstof, maar haar jonge ge
stalte bij uitnemendheid passend.
„Mijn God Hester mijn vrouw!"
riep hij, en bewusteloos viel hij in de armen
van Chetwynd.
„Hoe kon ik dat weten", zei lord Darroch
toen Stirling aan de zorg van zijn dochter
was overgegeven. „Ik was reeds lang alles
omtrent het meisje vergeten. Ik dacht, dat
zij een aotricetje was uit een tooneelspelers-
tent. Hoe kon ik weten, dat de dingen zoo
zouden uitloopen?"
„Ja waarlijk, hoe," zei Chetwynd weinig
deelnemend, en zonder eenig afscheid verliet
hij lord Darroch, het slachtoffer der omstan
digheden, en liet hem alleen zijn weg terug
gaan naar de torens van Darroch.
Zij stonden te samen, om met elkaar in
het huwelijk vcreenigd te worden. Het was
heli bedenksel der hertogin dat zij getrouwd
zouden worden in den liefelijken tuin der
pastorie, die glooiend afgaat naar de heldere
Darrocbbee'k. De zitkamer scheen op dien
verru'kkel ij ken Septemberdag tot een abdy te
behooren, en de lange laan met de hooge
beuken aan het einde ervan vormde een
trotsohe kathedraal, waar de wind door de
bladeren een soort Eolysche huwelijks-hymne
suisde
Heel knap zagen zij er uit, Carus trotsch
en met opgeheven hoofd, en Hester weer tot
den leeftijd barer schooljaren teruggebracht
door den eenvoud van haar witte kleed.
Maar haar oogen schenen een en al diepte,
zoo groot en donker en glanzend waren zij.
Voor hen storfd de predikant en maande hen
aan tot liefde en goede werken in het ver
bond van den vredezijn grijze haren vorm
den een soort stormachtigen stralenkrans om
zijn hoofd. En toen het tot de vragen kwam,
antwoordde Carus in een sclior gefluister
„Ik wil". En „Ik wil," zei Hester. Tik, tik
ging het in haar keel
Zij knielden voor geen altaar. Zij werden
niert. aangestaard door gevulde banken. Maar
do vogels in den tuin zongen hun huwelijks-
rnarsch, terwijl zij stil door de laan liepen,
toen alles voorbij was, Carus met de hand
zijner vrouw op zijn arm.
„Ik bob je gekregen. Nu kan je niot heen
gaan," zei hij heel zacht, toen zij bij de
deur kwamen.
„Ik wil het ook niet," antwoordde zij, en
zag glimlachend naar hem op.
„Zie in mij," zei Vic, haar hoed zegevie
rend op een stoel werpende, „de Verloren
Dochter, vlak na het slachten van het ge
meste kalf. ik bedoel daar jou niet mede,
Kipford Je behoeft niet zoo angstig to kij
ken. Maar ik zal je vertellen hoe liet ging.
Hester Ik weet, dat je brandt van nieuws
gierigheid, of wat hetzelfde wil zeggen, ik
brand van verlangen om het je te vertellen."
Zij zaten in dezelfde kamer van het oude
huis Arioland waar liet verhaal begon.
Daar was de provisiekast, waar de fasöh met
roode strepen in werd gezet. De kringen van
de jampotten en honigkruiken waren nog op
de lichtgeverfde planken zichtbaar. Hester
en Carus woonden hier, totdat de verande
ringen in het nieuwe huis tegen den heuvel
rug waren aangebracht. Dan zouden Re wie
en Megsy in het oude huis gaan wonen,
want zij hadden den predikant overgehaald
eindelijk zijn lang verdiende rust te nemen,
en de pastorie aan de Darrochbeek over te
dragen aan een collega, die spoedig benoemd
zou worden.
Hester zat rustig door te naaien, terwijl
zij luisterde. Vic duwde haar handschoenen
in eJkaar en wierp ze naar Kipford, die ze
weer terugwierp, terwijl hij lachende luister
de naar haar gebabbel. Zij waren samen van
Knochdon komen rijden.
„Ik dacht, dat hot grappig zou zijn te
zien, hoe ze het maakten in Russell Square,
-daarom vroeg ik Kipford, toen ik in de
staJd was met mij meê te loopen
„En buiten 'de deur te wachten dat was
niet grappig," zei de jonge man op klagen-
den toon.
„Stil! Nu dan, Timson liet mij binnen
met een onzekeren blik in zijn oogen daar
om zei ik tot hem Je hoeft niet bang te
zijn, Timson. Ik ga niet op de lepels af.
Daar zorgt het werkhuis voor.
Hester keek wat verbaasd op. Kipford
knikte als wilde hij zeggen: „Ja, dat heeft
ze werkelijk gezegd. Is het niet prachtig?'
De jonge man was erg verliefd. „Hij bracht
mij in de groote ontvangkamer, waar de
liefdadige molens nog steeds werken en dui
delijk genoeg knarsen. En bij groot geluk
waren zij hier allen, uitgezonderd vader en
Tom, die zooals je weet apart op kamers
woont. Zij hadden eenige fatten op bezoek."
„Vic," zei Hester verwijtend, zooals het
een oude en ernstige, getrouwde vrouw pas
te. Maar Kipford lachte des te hartelijker.
„Ga voort Vic," riep hij aanmoedigend
hetgeen het jonge meisje in het geheel niet
noodig had.
„Nu, toen ik binnen was, bleef ik zoo
staan „Terugkeer van' de Berouwvolle
Verworpeling tot den Huiselijken Hiiard."
Toen daarop niemand iets zeide, sprak ik
Ik ben gekomen om u vergiffenis te vragen."
Toen sprak moeder
„Victoria kan je verwachten vergeven te
wtorden, terwijl je je tegen je familieleden
hebt verzet, terwille van een vreemdeling."
„Ik weet. dat ik het niet verdien, dat u
het doen zoudt"
„Houd je mond," sprak moeder. „Ik wil
je niet in mijn huis hebben, nu of nimmer-
Ei moet hier een eind aan komen
Eth en Claudia zeiden niets, maar blader
den in een modeblad.
„Moeder," zei de ik op mijn knieën vallen
de (Kipford knikte weer) „hoor mij aan
luister naar een woord eener onwaardige
dochter slechts naar één voordat u mij
uit uw huis verdrijft."
„Wat je te zeggen hebt, zeg hot en ver
dwijn 1"
„En daarmede wees zij met- haar vinger
naar de deur Buitengewoon indrukwekkend
was moeder."
„Het moet even mooi als een komediestuk
zijn geweest," lachte Kipford.
„O het is werkelijk niete bij'zonders," zei-
de ik, „ik meende alleen, dat u wel zoudt
willen weten, dat ik ging trouwen met mar
kies Kipford, den oudsten zoon van den lier-