Bericht aan de Aboonds.
ar. tos.
7" Jaargang.
Vrijdag 8 Januari 1909.
„DE KONINGIN
der MODEBLADEN".
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Oom Kees.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.90.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingon enz.gelieve men vóór 11 uur
morgens kg de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f O.SO.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
bet herhaald adverteeren m dit Blad, bq abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Naar aanleiding van meermalen uit
gesproken wenschen, om de Dames-
Abonnéa in de gelegenheid te stellen
een goed en goedkoop Modeblad te be
zorgen, berichten de Uitgevers van dit
Blad dat zij daarin geslaagd zijn en
kunnen zij, te beginnen met JailUari 1909
een geheel nieuw Modetijdschrift aan
bieden onder den titel van
Wat dit fraai uitgevoerd Blad beoogt,
wordt aan de A bonnés door middel van
een prospectus bekend gemaakt, terwijl
het voor belangstellenden steeds aan ons
Bureau verkrijgbaar zal zijn.
Het is ons plan voor de Abonnés de
gelegenheid open te stollen, op dit Mod6-
Aibum in te teekenen tegen den lagen
prijs van 60 Cts. per 3 maanden, en
tevens maandelijks, bij de verschijning, een
bon in de Courant af te drukken, waarop
het den Abonnés ook mogelijk zal zijn
zich enkele Nummers aan te schaffen, die
buiten Abonnement voor den'prijs van 221/2
CtS. kunnen afgehaald worden. Abonnés
buiten de stad kunnen zich het Album
bij 3-maandelUksch-abonnement als druk
werk per post laten toezenden; tegen ver
hoogden prijs van 2Va CtS. per Nummer
voor de verzending.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien art ikel 41 dier gemeeratewét),
Brengt ter kennis van de ingezetenen;, diat de
Raadl dezer gemeente zal vergaderen) op Dins
dag, deun 12. Jainiua/ri aanstaande, dies namiddags
te 1£ ure.
Amersfoort, den 7. Januari 1909.
De Burgemeester voornoemd',
WUIJTIERS.
OPROEPING IN WERKELIJK EN DIENST.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort,
Gelezen) eene. massive vaai den lieer Commis
saris der Koningin in dfc provincie Utrecht, d.d.
4 Januari 1909, 4e Afdeeling, no. 8/6, daarbij
verzoekende om dén verlofganger dér Nationale
Militie, der lichting 1906:
WILLEM BAKKENE6,
op grond' van art. 131 der Militietvet 1901,
negens ndet-naleving van art. 130 dier wet, voor
dén tijd van zes wéken) ondier dte wapenen; op te
Brengt ter kennis van genoemden- verlofgan
ger, dat op den dlag vaan opkomst onder dé
wapenen liet aam/ hem verleend, verlof wondt
ingetrokken en dat bij zioh, voorzien van zijn
zakboekje, verlofpas en al <Le in zijn bezit zijnde
voorwerpen van kleeding en uitrusting, op den
25sfcen Januari 1909, dés middags vóót vier uren,
behoort aan te melden bij het 5e Regiment In
fanterie, in garnizoen te Amersfoort;
dlat hij zich in geen geval zal kunnen beroepen
op het niet-oautvangen eener bijzondere oproe
ping, maar dat deze kennisgeving, welke uit
sluitend' dient als rechtsgeldig bewijs dat de op
roeping behoorlijk is geschied, hem bij niét-ver-
schijwing ter opkomst- ondér de wapenen, in
verzuim stelt.
Amersfoort, 7 Januari 1909.
De Burgemeester voornoemd',
WUIJTIERS.
Burgemeester en. Wethouders der gemeente
Amersfoort brengen tei algemeene kermis, dlat
•bij hun besluit van heden, ingevolge artikel 8
dier Hinderwet, aan K. W. Jaeger, en zijne
.rechtverkrijgenden, alhier, vergunning is ver
leend tot uitbreidimg van zijne chemische was-
seherij met
a. eene machinekamer, tevens ketelhuis,
waarin geplaatst wordlt een liggende stoomketel
van- 5.6 atmosfeer, dienende tot verwarming van
een stoomtrouimel en een stoomsirijkplan'k
b. eene stoommachine van 8 P.K. in gemelde
machinekamer, dienende tot het in beweging
brengen van 2 waschtioxninels, een oentrufuge
eu een stoompomp
c. een locaal voor chemische wosscherij, waarin
genoemde wasohtrommels enn centrifuge wordén
geplaatst
d. eene inrichting, dienendé tot het bewaren)
van benzine tot een maximum van 175 Liter,
hi het perceel, alinea- gelegen Kampstraat no.
94, kadast-i aal gemeente Amersfoort, sectie E,
no. 4081, onder voorwaard©:
1. de nieuw te bouwen schoorsteen van steen
en plaatijzer, wordt opget rokken tot eene lioogte
van minstens 14 Meter boven den beganen
grond em wordt voorzien van een vonken vanger
2. de stoomketel wordt geplaatst in eene ruim
te, welke rondém is ingesloten dbor muren ter
dikte van. ten- minste 22 c.M., zullende de be
vloering daarin van steen en dé zoldering daar
boven van steen en ijzer samengesteld worden-,
terwijl dé deur, uit dé fabriek toegang gevende
tot het ketelhuis. va,n ijzer gemaakt of met
plaatijzer beslagen wordt;
3. liet wasoh- en ander vuil' water uit de
fabriek wondt opgevangen in een voldoend aan
tal' waterdichte putten eni door middel van',
waterdicht in elkaar gewerkte dubbel verglaasde
ijzeraarden buizen, wijd binnenwerks 15 c.M.
afgevoerd naar een filter, groot ongeveer 2 M3.
en van daar naar de Beek
4. dé in sub 3 genoemde filter wordt door ver
ticale wanden iu vier even groote af deelingen
verdeeld), waarvan er minsteus 2 steeds geheel
gevuld zijn met cokes of grove puin. tot het vor
men van' zoogenaamd!? filtreer bedden het wiasch-
enl andere vuilte water, uit dte fabriek afkomstig,
wordt zoodanig door <le filter geleidi, <lat hét
ten allten tijde dbor den geheelen inhoud dér
beidte, reeds genoemde filtreer bedden gaatde
filter verkeert steedte in goeden; staat van onder
houd. zoodat hare geregelde werking immer
verzekerd is, een en ander ter beoordeeling van
Burgemeester en Wethouders
5. de te bewaren hoeveelheid benzine, tot een
maximum van 175 Liter, wordt bewaard, in) een)
onontplofbaar fust, welk fust in eem, maan- het
oordeel vani Burgemeester en Wethouders, vol
doende geventileerd stcenen gebouwtje met
plaatijzeren afdekking en deur, steeds geplaatst
is;
6. in liet in sub 5 genoemde gebouwtje, als
mede in die lokalen der inrichting waar benzine
voor het reinigen van goederen, wordt gebruikt
of waar met benzine gereinigde stoffen worden
gedroogd, wordlt nimmer gerookt of is nimmer
vuur of kunstlicht aanwezig.
Amersfoort, 5 Januari 1900.
Burgemeester en. Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STEN F BRT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht.
Jozef Reinaoh over de Balkancriais.
De bekende Fransche afgevaardigde Jozef
Reinach is van eene reis in het Oosten terug
gekeerd. Hij heeft vertoefd in Konstantino-
pel, Sofia en Belgrado en is te Weenen door
baron Aehrsnthal, den voor de buitenland-
sohe politiek van Oostenrijk-Hongarije ver
antwoordelijken staatsman, ontvangen. Op
het laatste station van zijn3 reis, Weenen,
heeft hij aan een medewerker van de Neue
Freie Presse zijne indrukken medegedeeld,
die, als afkomstig van een onpartijdigen
waarnemer, zeer de aandacht verdienen.
Hij heeft zich aldus uitgelaten
,,Ik had geen zending van mijne regee
ring, ook geen financieele ending, zooals is
verteld. Ik verbond veeleer het nuttige met
het aangenamena ingespannen arbeid had
ik ontspanning noodi; en meende niets
beters te kunnen doen, dar. nat..* Konstan-
tinopel op te breken, om van nabij toe te
kijken hoe het nieuwe stels 1 werkt. Daarbij
besteedde ik de korte vacantie, die mij ge
gund was, om op de ten jreis in Sofia en
i.v Belgrado stil te houden. Overal kwam
ik met de leidende personen samenik
heb zoowel den Koning van Bulgarije als
den Koning van Servie mijne opwachting
gemaakt.
In Konstantinopel ree ik den besten
indruk van het parlement en ik hoop, dat
de zaken zich daar goed zullen ontwikkelen.
Ik. bewoog mij in het Turksche parlement
ongeveer zoo als in de w-'.ndelgangen van
het Palais Bourbon. Ik oi lerhield mij met
30 a 40 leden van het parlement in de Fran
sche taal, die de meeaten zeer vloeiend spre
ken. Het zelfde kan ik van den grootvizier
Kiamil Pacha, en de ministers Tewfik en
Hilmi Pacha zeggen, en ook de andere mi
nisters spreken Fransch. De houding van
het parlement is waardig. De menscheq ge
dragen zich uitmuntendz j hooren kalm
toe en zouden aan de oude parlementen van
Europa als voorbeeld kunnen dienen.
Overal in Turkije vond k eene zeer ster
ke behoefte naar vreda. ALe le dende man
nen gaven nnj te kennen, dat zij zoowel met
Oostenrijk-Hongarije a s ook met Bulgarije
een vreedzaam accoord zouden willen tref
fen, en wel zoo spoedig mogelijk. De eenen
meenden, dat men eerst Oostenrijk-Hon
garije, de anderen, dat uip eerst met Bul
garije eene schikking .noes zien te vinden.
De meesten waren van meening, dat eerst
de zaken met Oostenrijk-Hongarije moesten
worden bijgelegd. Ik heb den stelligen in
druk gekregen, dat niemand van Oostenrijk-
Hongarije vergt op het voldongen feit terug
te komen. Maar aan Jen anderen kant stelt
men prijs op behoorlijke geldelijke schade
vergoeding, en ik geloof, da het Turksche
standpunt om '"bok door Oostenrijk-Honga
rije te worden schadeloos gesteld, een recht
vaardig standpunt is.
Een van de meest belangwekkende per
sonen in Konstantinopel schijnt mij de
sjeik-ul-islam te zijn. Met hem onderhield ik
nnj door een tolk. Ik kreeg den indruk, dat
de omwenteling niet zoo glad van stapel zou
zijn geloopen, als niet de sjeik-ul-islam in
de Jong-Turksche plannen was ingewijd en
daaraan steun had verleend. Het is eene on
juiste meening, alsof men in Turkije te doen
heeft gehad met een Turksch 1789, alsof het
slechts eene liberale revolutie is geweest.
Neen, het was een vaderlandslievende en
godsdienstige revolutie. Voor den Turk is
vaderland en godsdienst identiek. En zoo
heeft men zich ook in naam van den gods
dienst aaneengesloten om het vaderland voor
vreemde inbreuken te redden, inzonderheid
ook de dreigende verbrokkeling van Euro-
peesch Turkije te verijdelen.
Voor de inlijving van Bosnië en de uit
roeping van de onafhankelijkheid van Bul
garije kon nog het oude stelsel verantwoor
delijk gesteld 'worden Wanneer de Jong-
Turken thans niet in staat waren, tegenover
Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije de recht
matige wenschen van Turkije te doen gelden,
dan zou men enkel en alleen de Jong-Tur-
ken daarvoor verantwoordelijk stellen, en
hun prestige zou daaronder zeer moeten lij
den.
Ik druk er op, dat Turkije den vrede
wil. Maar aan den anderen kant heb ik mij
er van kunnen overtuigen, dat in de laatste
drie maanden zeer veel voor de uitrusting
van het leger is geschied. Ook Turkije is zoo
ver om te zeggen Wanneer gij" den vrede
wilt, bereid u dan voor tot den oorlog.
In Sofia had ik gelegenheid, mijne oude
kennismaking met den tegenwoordigen
Koning van Bulgarije te vernieuwen. Mijne
gesprekken met hem versterkten mij op
nieuw in de overtuiging, dat Koning Ferdi
nand een schrander man is en dat hij ten
volle weet wat hij wil. Hij verstaat zijne zen
ding, en ook hij wil niets dan den vrede. Ik
ben met vele besturende personen in Sofia
bijeengekomen, en mijn indruk isde Bul
garen zijn een krachtig element; zij zijn
de Pieraonteezen van den Balkan. Ik had
ook gelegenheid eene manoeuvre van eenige
uren van de artillerie bij te wonen, en ik
kan slechts zeggen, dat ik daar uitmuntende
verrichtingen heb gezien.
In Belgrado heb ik Koning Peter gezien
en een avond met den minister van buiten-
landsche zaken Milovanowitsch doorge-
br t. Mijn indruk was, 'dat ook de Ser-
ven niet aan een oorlog denken. Met Milo
vanowitsch was ik in gezelschap op den
avond, nadat hij zijne rede had gehouden.
Thaus, nu ik de rede gelezen heb, heeft zij
mij eigenlijk wel wat verrast. Het'is in ieder
geval een parlementair, geen diplomatiek
stuk werk.
Aan alle zijden, inzonderheid echter bij
de toongevende factoren en bij de naast be
langhebbenden, bij Turkije, bij Oostenrijk-
Hongarije en Bulgarije, beBtaat eene stérke
gezindheid om den vrede te handhaven Men
roept de reserve onder de wapenen, maar
men mobiliseert nergens. Maar niettemin
zeg ik, dat de toestand voor mij iets veront
rustends heeft. Het verontrustende is, dat
de zaken niet goed in beweging zijn te bren
gen. De winter is een uitstekende bondgenoot
van den vrede. De tegenwoordige toestand
moet echter zeer veel ten goede verkeeren
om geruststellend te worden. Opdat de hori
zont zal ophelderen, moet de schikking tus-
schen Turkije eenerzijds en Oostenrijk-Hon
garije en Bulgarije anderzijds zoo spoedig
mogelijk tot stand komen en daarmee een
element van onrust ter zijde gesteld wor
den".
Dultschland.
De Süddeutsche Reichs-Korrespondenz,
welker Berlijnsche vertegenwoordiger in be
trekking staat met het departement van bui-
tenlandsche zaken, bevat de volgende offi-
cieuse mededeeling uit Berlijn
Engelsche bladen hebben zich tijdens de
jaarwiseling bijzonder ijverig bezig gehou
den met Keizer Wilhelm en, daar het godrag
van den monarch geen stof biedt voor sen
satie-telegrammen, neemt men zijne toe
vlucht tot verzinsels. Zoo heet het in een
Londensch blad, dat de Keizer met den
rijkskanselier eene rede heeft opgesteld, die
op nieuwjaar voor de commandeerende gene
raals is gehouden. In waarheid heeft echter
de Keizer in 't geheel geen politieke nieuw
jaarstoespraak gehouden. Verder maakt oen
Engelsch dagbladschrijver zich ongerust over
de verhouding tusschen den Keizer en den
rijkskanselier met de zeer politieke toelich
ting, dat vorst Bülow met Kerstmis niets
gekregen beeft. Deze onzekerheid kan wegge
nomen wordende monarch heeft zijn kanse
lier een portret geschonken. Praatjes over
oene minder goede verstandhouding tusschen
de Kroon en den leider van de buitenland-
sche politiek zijn op zekere plaatsen weder
zeer in trek. Reëel is daaraan slechts de
wensch, dat er eene ontstemming moge be
staan. Deze wensch is wijd verspreid. Nu
eens stort de National Review haar hart uit
tegen den kanselierdan weer wordt in de
Figaro een voor niet-ingewijden onverstaan
baar geschreeuw aangeheven. Op het zinrijke
vangbalspel tusschen rijksduitsche partij
organen en eenige Oostenrijksche bladen
heeft de Nordd. Allg. Zeitung verleden Zon
dag opmerkzaam gemaakt. De oorsprong van
deze intriges is evenmin in het duister ge
huld als net doeleen kanseliersverande
ring in 't leven te roepen.
Ftankrqk»
Volgens de Matin is de minister van ma
rine bezig met het opmaken van een inven
taris voor de gelneele oorlogsvloot,'die een
nauwkeurig beeld zal leveren van do zee
macht van Frankrijk en als grondslag zal
dienen voor de te verwachten debatten over
de reorganisatie van de marine. Tot vast
stelling van het hervormingsprogramma zal
binnen kort de hooge marine raad bijeenge
roepen worden. De Matin merkt hierbij op,
dat het Fransche volk zeker voor geen of
fer zal terugschrikken om de verdere ont
wikkeling van zijn zeemacht te verzeke
ren, zoodra het de noodige waarborgen er
voor bezit, dat de gelden nuttig besteed
worden.
Het verschil van meening, dat in den boe
zem van het Fransche ministerie bestond
over de voltrekking van de doodstxaf, is door
president Fallières beëindigd door de verkla
ring, dat hij met net oog op den door de
Kamer beslist kenbaar gemaakton wil zijn
stelregel om ter dood veroordeelde misdadi
gers in ieder geval te begenadigen, niet lan
ger kon vplhouden, maar zich voortaan aan
de adviezen van de commissie van gratie in
bet departement van justitie zou moeten hou
den. Tengevolge van deze verklaring zijn
binnen kort eenige terechtstellingen in
Frankrijk te veiwachten.
Het verzet tegen de toepassing van de
doodstraf kwarfi van de zijde van deai mi
nister-president Clemenceau, terwijl de mi
nister van justitie Briand, ofschoon even
eens een tegenstander van de doodstraf, de
opvatting van den president der republiek
deelde, dat, nu het parlement de doodstraf
uitdrukkelijk gehandhaafd heeft, het uitvoe
rend gezag niet de bevoegdheid heeft, op
grond van zuiver theoretische overwegingen
eene bestaande en door de gerechtshoven
toegepaste straf niet te voltrekken.
Zaaudamsche Schetsen
4 door
ANTON SMIT.
,,Maar het kon toch ook wel eens waaien
in je bruidsdagen, Jaap", zei oom met een
bedenkelijk gezicht.
,,Nou, uwe weet, Aagt is me lief, maar
de petroon zeg ik toch maar, die is me 't al-
dernaast. Zie je, al most ik malen, tot ik
naar het Stadhois gong, ik zou het doen
ook."
,,Neeu, Jaap, je moet niet denken, dat jij
alleen meesterknecht kunt zijnga jij in die
dagen maar dikwijls met je Aagt uit. Ik zal
dat stiekje wel voor je waarnemen, hoorl
Nou, jongens, nou maar weer flink aan het
werk, met Luilak een dubbel „stik" (portie).
Met deze belofte van dubbel epicuristisch
genot op den aanstaanden feestmorgen wilde
oom heengaan, maar de vijlen kwamen
niet in beweging en haar hanteerders keken
Jaap ietwat verlegen aan. Jaap deed een
paar schreden voorwaarts en schoorvoetend
bracht hij er uit: „Neem me niet verkwa-
lij'kpetroon, maar ik loof, dat ik uwes mag
fullezeteeren, dat we midderhaast de roeden
met kroontjes zullen versieren en de vlag op
de kap zetten. Ik hoorde guster-avond zeg
gen, dat uwes misschien gaat trouwen, en,
as dat zoo is" ja, Jaap", zei ooms blij
gezicht „dan" h ijstak oom zijn hand
toe „Gods beste zegen der op; dat al-
leemge leven is niks net aardig."
„Dank je, Jaap, dank je Kees, Dirk",
klonk het tegen de knechts, die zich ver
drongen om den goeden man geluk te wen
schen, en onmiddellijk daarop klonk weer 't
piepen en krassen der zagende welluidende
uiting van liefde voor den patroon, werd on
middellijk van een onwelluidende dito voor
zijn zaak gevolgd.
Oom ik hem achteraan loopt de werf
over, de loodsen langs, staat hier en daar
stil om zijn „deelen" (planken) eens op te
nemen en gaat zijn hulpkantoortje binnen,
dat even eenvoudig is als de man zelf. Een
lessenaar, een kruk, een paar matten stoelen
en een ouderwetsche hangklok met koperen
looden, ziedaar het ameublementook hin
gen er nog tei versiering een paar oude
prenten aan den kalen wit gepleisterden
wand een daarvan stelde den eersten hout
zaagmolen voor, bijgenaamd „het Juffertje",
drijvende op een vlot, opdat hij gemakkelijk
naar den wind gezet kon worden. Ik droom
de er vaak van, hoe ik met oom, Jaap,
Dirk, kortom het geheele personeel al ma
lend en zagend een groote, schoone rivier
afzakte. Onder genoemde gravure stonden
deze versregels
Doe men schreef ao 1592, stout,
Is dezen molen ,,'t Juffertje" gebouwd,
Door Cornelia Corneliaz van Uitgeest,
Die de eerste uitvinder is geweest.
Aan den anderen kant hing een teekening
van den Wildeman.
O, dat hulpkantoortje, ons kantoortje, zei
ik altijd. Hoe dikwijls heb ik er uren ge-
izeten op mijn matten stoel, nu eens ver
diept in lectuur, terwijl mijn jeugdige fanta
sie zich wiegde op den adem van den wind,
dan weer vol bewondering opziende naar het
peinzend gelaat en de ijverig pennende hand
van mijn oom, of droomerig de beweging
volgende van het deinende schip boven de
klok of fantaseerende bij den drij venden mo
len. Hoe vaak sprong ik verrukt op de kruk,
als oom mij vergunde hem te helpen aan zijn
berekeningen met duiten en schellingen en
stooters. Hoe wel was het daar bij het snor
ren/de kacheltje te zitten, des winters, als1
de storm gierde en de regen tegen de ruiten
kletterde. Ik zie hem dan nog voor mij dien
Wildeman; zijn zaagramen hijgden, zijn
wieken stormden elkander achterna, ontdaan
van hun zeilen, ontdaan van hun borden, als
rammelende riffen, krakend en schuddend
zijn twee groote oogen in de kap, het was
of hij daaruit blikken wierp op zijn omge
ving, op zijn honderd en vijftig broeders
daar in het wijde, wijde veld, angstige blik
ken, of zij bent misschien in snelheid zouden
overtreffen, en nog sneller, ging hij, nog
sneller.
Gezegende kindsheid, tijd van onbewuste
poëziemaar nog gezegender ons verder
menschelijk bestaan, als wij die bloemrijke
oorden in perspectief beschouwen en ons
rijper oordeel, beter dan wij het vroeger ooit
vermochten, die poëzie begrijpt en geniet.
En de Luilak, die heerlijke Zaterdag
ochtend vóór Pinksteren, kwam weer met
zijn „korries" en brandnetels, zijn bollen pn
krentébroodjes. 's Nachts, al om twee uur,
hoorde men de „.korries" (planken op houten
wieltjes), één jongen er op en een tiental er
voor, door Zaandams straten rollen. En de
dienstmeiden! Ze stonden al om vijf uur de
straatjes te boenen, hun gezichten ^geblakerd
dook niet door de zon nou, dat is er ook
©en in die taid van 't jaar 1 maar door het
vurig verlangen, waarmede zij de warme bol
len met stroop en de krentebroodjes te ge-
moet zagen.
Wee den jongen, die te laat was „ope-
staan", hij werd met den neus in de brand
netels „edouwd". Den ouderen van dagen,
die dien ochtend te lang in het land der
droomen hadden vertoefd, gaf men een wel
is waar fijnen, maar minder gevoeligen
steek, men hing hun de brandnetels aan den
schelleknop. „Dat zoo'n kerel ook nog op
zijn nest lai", de werkelijkheid was immers
veel schooner dan een droom 1
Zoo dacht oom Kees er ook over. Hij was
voor dag en voor dauw al op, en zijn Aal
ook, hoorl en zij gingen ik met hen mee
naar nu naar? naar den Wildeman,
om de knechts bollen te zien eten.
Op weg daarheen, kwamen wij voorbij
Jaap's kosthuis. Een hoop jongens stond
er voor de deur en hechtte een menigte
brandnetels aan den knop. „Jaep is de loie-
lak," gilden 'ze, en al dansende en joelende
klonk het:
Loielak,
Slaperige zak,
Van morgen niet vroeg opestaen,
Je kent wel weer naar bed toe gaen.
Nou, 't was Jaap te vergeven. „Hai haid
gusteren met zain Aagt aan zen zai een fer-
miljepartaitje ehad en de petroon had hem
verlof egeven een paar uur later op de mo
len te kommen.
Er was veel wind dien morgen, zoodat we
alles op den molen druk in de weer vonden.
De bovenmiddelknecht stond bij de zaagra
men en liet over alles een „auchie" gaan, de
middelknecht was bezig met den onderdito
een tusschen hemel en aarde zwevenden balk
op de „sleete leggen, het werktuig, dat
hem langzamerhand den grimmigen zaag
tanden te gemoet voertdaar hebben de tan
den hun prooi beet, de slee stuwt haar steeds
verder, de tanden dringen steeds dieper door
totdat de balk „ezaagd" is in vieren of vai-
ven of zessen, al naar het noodig is.
Alles was druk in de weer, tot den kot-
jongen toe, die onder in 't „kot", de verza
melplaats van het zaagsel, dit in manden
schept, om het straks naar de „zaagselhut"
te brengengewoonlijk fleurt -hij zijn ver
velende „stiek" (betrekking) door allerlei
liedjes op, waarmede nu en dan de bewoners
van de bovenwereld instemmen.
We waren nog geen kwartier op den mo
len, of wat. kwam daar aan in de vertel
Neen maar, een „mallejan" 14) met pink
sterbloemen versierd, Jaap er boven op, en
de jongens uit zijn buurt duwden hem voort,
al schreeuwende on krijschende
Alampie,
Palampie,
Pinksterblom
Kort daarop kwamen de bollen en de
krentebroodjes. Oom liet den molen stil
staan
Wat werd er gegeten 1 Jaap deed ook
zijn best. Zijn eetlust werd door de voor
afgaande soirée in het minst niet beïnvloed.
„Pas maar op, Jaap," riep de kotjongen
hem toe, „je wordt nog bol achttien 1" een
toespeling op een ambtgenoot, dien het ver
orberen van achttien dikke bollen den rand
van het graf nabij had gebracht.
14) Een, mallejan is een timmermanswa-
gen op twee groote wielen; van achtero is
daaraan een lange stok bevestigd, waarmode
men hem voortduwt.
Slot volgt.