Zaterdag 23 Januari 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Heinrich von Herzogenherg UT", til O. fierste Blad. 7"* «laargatifE* AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. AdvertentiSnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTISN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, brengen ter algemeen*: kennis, dat de markten in 1909 zullen worden gehouden le. do Halfvasten-paardenmarkt' op 22 Maart. 2e do Paasch-paardenmarkt op 15 April. 3e de St. Bartiliolomeue-ipaardenmarkt op 20 Augustus." 4e. de St. Gallen-paardenmarkt op 16 Octo ber. 5e de Ru nder m arkten op Di nsdag van iedere week 6e. Weekmarkten, tevens 'voor schapen en varkens, Vrijdag van iedere week. 7e. Jaarmarkt van 25 tot em met 30 October, terwijl als lootdag wordt aangewezen Woensdag 20 October. Amersfoort, 22 Januari 1909. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester. J. G STENFERT KRO ES E. WUIJTIERS. Politiek Overzicht. Duitseliers legen Czeehen in Oostenrijk. Verleden Woensdag is, na eene pauze van eenige weken, de Oostenrijksche rijksraad we der bijeen gekomen. Het kabinet van ambte naren, dat in het laatst van November door baron Bienerth werd samengesteld, is nog steeds in wezen. Om duidelijk te doen uit komen, dat dit bewind slechts een voorloo- pig karakter draagt, hebben slechts enkelen van zijne leden den titel van minister; de meesten zijn opgetreden als „bestuurders" van de departementen, aan wier hoofd zij zijn geplaatst. Hun titel duidt dus aan, dat zij slechts voor noodhulp zijn opgetreden en zoodra mogelijk de plaats zullen inruimen voor werkelijke ministers. Maar de spreekwoordelijke duurzaamheid van voorloopige toestanden bewaarheidt zich ook bij dit kabinet. Net bevindt zich nog in functie, nu de rijksraad weder bijeen ge komen is om den arbeid te hervatten, en bij gebrek aan beter moet dit voorloopige kabinet trachten met den rijksraad te wer ken. Uit werd trouwens reeds in uitzicht ge steld door het hoofd van het kabinet, die in de zitting van het heerenhuis van 29 Decem ber j.l. zich over de richting, waarin hij dacht werkzaam te zijn, aldus heeft uitge laten „De verhouding van de beide volks stammen in het koninkrijk Bohemen heeft tot dusver de vurig verlangde beterschap, helaas! nog niet gevonden. Ik geloof niet eerst te moeten verzekeren, dat de regee ring ernstig en oprecht er naar streeft, iedere oorzaak tot nieuwe geschillen te vermijden en stap voor stap den bodem voor eene toe nadering voor te bereiden. Dit is een even moeielijke als ondankbare onderneming, om dat de onpartijdige bemiddelaar, hoe zuiver zijne bedoelingen ook mogen zijn, begint met bij de partijen te stuiten op voorzichtige reserve, zoo niet een zeker wantrouwen. Dat mag ons echter niet weerhouden, den draad der verzoening telkens weer aan te knoo- pen, hoe dikwijls hij ook moge breken. Maar deze bemiddelende arbeid van de regee ring alleen is niet voldoendeonmisbaar is ook de verzoenlijke wil en de krachtige bij stand van de partijen. Toovermiddelen staan mij niet ten dienste en daarom mag, wan neer in de nationale verzoening niet de ge- wenschte vorderingen zijn aan te wijzen, dit niet. uitsluitend aan de regeering geweten worden, terwijl de rekening van de par tijen vrij blijft". Om van haren goeden wil te laten ^blij ken, heeft de regeering een plan opgesteld tot regeling van de nationale betrekkingen der beide volksstammen door de wet. Vijf wetsontwerpen zijn samengesteld, waarvan twee door den rijksraad en de drie anderen door den landdag van Bohemen moeten wor den behandeld. Maar voordat zij die wets ontwerpen indient, wil zij ze ter kennisne ming voorleggen aan eene vergadering van vertegenwoordigers der verschillende par tijen, opdat die daarover vertrouwelijk kun nen beraadslagen en er hun adviseerend votum over kunnen uitbrengen. Een ander advies dan over de détails van de wetsont werpen, wordt niet verlangd. De regeering behoudt de volle verantwoordelijkheid voor de door haar opgestelde en in te dienen wets ontwerpen, en zij wil die ontwerpen ook dan niet prijsgeven, wanneer in deze en quête eene afkeurende kritiek mocht worden vernomen. Slechts daar, waar de beide par tijen ten aanzien van sommige bepalingen het eens mochten worden over eene gewij zigde redactie, zal de regeering die over nemen. Men heeft hier dus te doen met eene nieu we poging om de beide nationaliteiten, die met elkaar in strijd zijn, zoo niet met elkaar te verzoenen, dan toch tot elkaar te bren gen. Vroeger werd dat beproefd door mid del van verzoeningsconferentiön en verzoe- ningscommissiënnu wil men trachten het doel te bereiken door eene enquête. Zal men ditmaal beter slagen? Een correspon dent van de Köln. Ztg. te Weenen oordeelt daarover nogal pessimistisch. Hij merkt op, dat de wetsontwerpen, waarover de regee ring een onderzoek wil uitlokken, niet de hoofdvraag betreffenhet gebruik van de taal bij de burgerlijke overheid en bij de rechtscolleges. Maar dit daargelaten, staan de beide nationaliteiten weder, of juister nog altijd zeer verbitterd tegenover elkaar. „De .Czeehen toonen namelijk zich niet ge zind de door hen via facti bezette stellin gen, inzonderheid in den postdienst, weder prijs te geven. Hier blijken de zonden van het stelsel-Beek in hunne volle naaktheid. De vorige minister-president, baron von Beek, had er tegen opgezien met kracht op te komen tegen de gewelddadige en eigenmachtige invoering van het Czechisch als diensttaal in den inwendigen dienst bij de hoofddirectie der posterijen te Praag. In plaats daarvan had hij aan de Duitschers de concessie gedaan om naast den Czechi- schen hoofddirecteur Kraus den Duitscher Swoboda te plaatsen als vice-hoofddirec- teur. Natuurlijk bleek weldra, dat deze Duiisehe dwarskijker voor den Czechischen hoofddirecteur volstrekt niet bestond. De heer Swoboda kon protesteeren zooveel als hij wilde tegen het gebruiken van de Cze- chische taal in den inwendigen dienst, de hoofddirecteur stoorde zich daaraan niet, met het gevolg, dat de dienst ter wille van de Czechische diensttaal in volslagen ver warring is geraakt en er anarchie heerscht in het door de Prager hoofddirectie be stuurde gebied, Nu hebben de Duitsche af gevaardigden den vice-hoofddirecteur bewo gen zijn ontslag te vragen en een discipli nair onderzoek naar zijne handelwijze als ambtenaar te verzoeken. De regeering is daardoor in groote verlegenheid gebracht. Wanneer zij Swoboda disciplinair straft, dan gaan de Duitschers op hunne achterste beenen staande Duitsche landsman-minis ter heeft zich reeds solidair verklaard met Swoboda en gedreigd te zullen aftreden als deze mocht worden gestraft. Stelt zij ech ter Swoboda in t gelijk, dan verbruit zij 't met de Czeehen. In dit dilemma heeft de regeering den weg van uitstel ingesla gen en voorloopig aan Swoboda verlof ver leend. Maar op den duur zal zij eene be slissing niet kunnen uit den weg gaan, en dan heeft men de poppen aan het dansen. Wie zou, waar de partijen zoo tegenover elkaar staan, op eene uitwerking van de aangekondigde enquête hopen?" Het blijkt, dat deze correspondent goed gezien heeft. De weinige dagen, die de rijks raad bijeen is, zijn voldoende geweest om de regeering tot de overtuiging te brengen, dat baar enquêteplan geen kans van slagen heeft. Officieus wordt aangekondigd, dat de enquête is uitgesteld, hetgeen in dit geval wel met een afstel gelijk zal staan. Duitschland. Graaf Hompesch, het oudste lid van den Duitschen Rijksdag en voorzitter van de centrumsfractie, is in den ouderdom van 83 jaren aan de gevolgen van een beroerte overleden. Sedert 1874 vertegenwoordigde hij onafgebroken het district Düren-Jülich. De Eerste Kamer van het koninkrijk Sak- per. heeft het door hare commissie samenge stelde wetsontwerp tot regeling van het kies recht voor den landdag, steunende op het meervoudig stemrecht één persoon kan tot vier stemmen toe uitbrengen aangeno men. De regeering heeft zich met de door de Eerste Kamer uitgewerkte regeling ver- eenigd, en men vei'wacht ook in de Tweede Kamer voor die regeling de vereischte meerderheid van twee derden der stemmen. Frankrijk. P a r ij s, 2 2 Jan. Aan het einde der behandeling van de interpellatie van Scnac over de spoorwegramp te Grisolles, nam de Kamer, na de inlichtingen van minister Bar- t-hou te hebben gehoord, met algemeene stem men eene motie aan van dep. heer Senac, waarin het vertrouwen wordt uitgedrukt, dat de regeering zal uitmaken wie voor deze ramp aansprakelijk zal moeten worden gesteld. Engeland. Londen 2 2 J a n. Te Coldstream als spreker optredende, heeft Sir Edward Grey het volgende gezegdWij hebben eenige sombere en onrustige maanden achter den rug maar thans moet ik met voldoening ver melden, dat, althans in beginsel, eene over eenkomst tusschen Oostenrijk en Turkije is bereikt. Het zou te veel 'gezégd zijn als men beweerde, dat de hemel helder is, maar wij mogen hopen, dat het voorbeeld van verzoeningsgezindheid door Oostenrijk en Turkije gegeven, nuttig zal zijn voor de be slechting van de overige geschillen. De Oostenrijksch-Turkscho overeenkomst heeft in hooge mate de kansen op succes van de aanstaande Balkanconferentie verbeterd. Niet alleen zou ik een oorlog vermeden willen zien, maar ik zou ook het vertrou wen tusschen de mogendheden zelf willen zien toenemen, door middel van diploma tieke besprekingen. Uit dit oogpunt is het tot dusver verkregen resultaat niet ontbloot van gunstige teekenen. Ik hoop, dat het be zoek van koning Eduard aan Berlijn het vertrouwen daar in onze goede bedoelingen en onzen goeden wil zal versterken. Onze besprekingen met Frankrijk en Rusland, ten behoeve van den vrede in het oosten en over andere zaken, en de weten schap, dat Duitschland en Italië, de bond- genooten van Oostenrijk, met oprechtheid werkzaam geweest zijn voor den vrede in deze recente moeielijkheden, hebben alle ge vaar van wrijving met hen in deze zaken weggenomen De krachtige en algemeene sympathie voor de hervormingen in Turkije blijft onver zwakt. De onlangs door den grootvizier in het Turksche parlement gehouden rede kan slechts strekken om deze sympathie te doen toenemen. Dit gevoel en de macht der gebeurtenissen plaatsten Groot-Brittannië ongetwijfeld in eene houding, die niet sympathiek was voor Oostenrijk's actie in het vorige najaar. Spr. vertrouwt, dat als de hangende geschillen geregeld zullen zijn, dit gemis van sympathie zal verdwijnen. Dat was onze wensch, maar in Oostenrijk zijn wij openlijk beschuldigd van eene opzettelijke politiek van kwaadwil ligheid. Spr. hechtte niet veel gewicht aan die ruwe beschuldigingen, maar zoolang zulke klaarblijkelijke verzinsels niet alleen niet ge loofd worden, maar men ook in het land van oorsprong het geloof er aan verliest, scheppen zij eene stemming, die een hinder paal is voor hartelijke betrekkingen. Spr. heeft bij de Engelsclie bladen, die zich van hunne verantwoordelijkheid bewust ziju> geen neiging gezien om de grenzen van eene billijke critiek van Oostenrijk te over schrijden. Het is in het belang van Enge land zijne houding tegenover vreemde lan den te regelen door het voornemen om eer lijk alle verdragverplichtingen te vervullen, de vriendschap, die ze bevorderlijk maken aan den vrede, ongeschonden te bewaren en eindelijk de vriendschapsbetrekkingen met alle landen uit te breiden en te verbeteren. Spr. besloot met te gewagen van de bin- nenlandsche aangelegenheden. Hij zeide dat de vloot moet worden gehandhaafd op den standaard, die noodig is om ons voor het gevaar van een inval te behoeden. Hij ver trouwde, dat dit altijd het geval zal zijn, welke regeering ook aan het roer moge zijn, want de stelling van den minister van bui- tenlandsche zaken wordt onhoudbaar van het oogenblik af waarop de Engelsche vloot ophoudt het land te beschermen tegen elke mogelijke combinatie. Het leger moet ge houden worden binnen redelijke perken, wanneer gewenscht wordt dat de aandacht op de vloot zal zijn geconcentreerd. Portugal. Lissabon, 22 Jan. De algemeene vergadering van de republikeinsche partij, die heden gehouden werd, deed blijken, dat zij tegen de verdaging van het parlement is. Oostenrijk. De Keizer heeft het bureau van het huis van afgevaardigden in audiëntie ontvangen. Met den voorzitter waren vier van de onder voorzitters verschenen; de vijfde kon wegens ziekte niet komen. Ook de sociaal-democraat Pernerstorfer maakte zijne opwachting bij den Keizer. In de partij vergadering van de sociaal-democraten was vooraf met meerder heid van stemmen besloten, dat dit kon ge beuren. De Keizer sprak met den heer Per nerstorfer eenige woorden over het economi sche en sociale werkprogramma van den rijksraad. Hongarije. Den 14en December van dit jaar, op den 60en verjaardag van de onttroning van de Habsburgers door den landdag te üebreczin, zal daar eene vergadering van republikeinsch gezinde politici plaats hebben. 23 afgevaar digden, meest behoorende tot de onafhanke-' lijkheidspartij, beloofden aan deze tegen de dynastie gerichte vergadering deel te nemen. Servië. De minister van buitenlandsche zaken Milowano'witsch heeft de partijleiders in de skoepschtina bijeengeroepen tot eene verga dering, waarin de eischen van Servië werden vastgesteld, die in eene aan de groote mo gendheden te richten nota zullen worden uit eengezet. Rusland. Te Petersburg is thans een proces begon nen tegen admiraal Alexejew, den vroegeren bevelhebber van de Russische vloot in den Grooten Oceaan, die tijdens den noodlotti- gen oorlog me» Japan stadhouder van het Verre Oosten is geweest. Deze had nl. on der 't pseudoniem „Brutus" een reeks arti kelen geschreven in de Nowoje Wre'mja, waarin de misbruiken, die in het Russische ministerie van marine heerschten en die mede oorzaak varen van de catastrophe van Tsjoejima onbarmhartig werden blootge legd. Deze artikelen baarden buitengewoon groot opzien eneen groot aantal hoogge plaatste ambtenaren werden er door gecom promitteerd. Maar plotseling nam de zaak een voor dei\ schrijver onaangename wen ding, toen Alexejew, door een vroegeren vriend, den ingenieur Rudnitzky, zelf van omkoopbaarheid werd beschuldigd. Rud- nitzicy was nl. vertegenwoordiger te Peters burg van de Engelsche kanonnenfirma Hotc'hkiss, voor welke hij indertijd moeite had gedaan om de leverantie te krij'gen van 100,000 projectielen voor 47 m.M. geschut. Alexejew zou als bemiddelaar bij het mini sterie van marine zijn opgetreden en daar voor 20,000 Rbl. hebben ontvangen. De ge wezen admiraal loochent echter alle schuld en de Russische marine-agent kapitein Epartsjin ontkent eveneens, dat Alexejew zijne bemiddeling kan hebben verleend bij de leverantie, daar alle bestellingen door hem, Epartjin waren gedaan. Alexejew heeft op de beschuldiging van den ingenieur reeds vroeger geantwoord, dat hij met Rudnitzky weliswaar een quaestie had gehad, niet echter over 20,000 Rbl., maar over 2000 die hij dezen had geleend. De Balkancrisis. Weenen, 22 Jan. In gewoonlijk goed ingelichte kringen is men van mee ning, dat de nota, die Servië aan de mo gendheden zal richten, eischen stelt van verdere strekking, dan men had verwacht, n.l. autonomie voor Bosnië en Herzego- wina, eene compensatie in grondgebied en een geldelijke schadeloosstelling. Men kan het als zeker beschouwen, dat Oostenrijk-IIongarije Servië's recht om autonomie te eischen, niet zal erkennen, om dat na het sluiten van het Oostenrijksch- Turksche accoord het Bosnische vraagstuk eene vraag zal worden, die de binnenland- sche aangelegenheden van de Oostenrijksch- Hongaarsche monarchie raakt. Ten aanzien van de compensatiën in grondgebied, is het negatieve standpunt van Oostenrijk-Hongarije reeds bekend. Wat de vraag der geldelijke schadeloos stelling betreft, is het bijna zeker, dat Oos tenrijk daarop eveneens een Weigerend ant woord zal geven en aan Servië het recht „Die Geburt Christi". .1. Misschien zullen er zeer velen onder onze lezers zijn, 'die nog nimmer -den naam van den componist hebben gehoord, van wien over eenige dagen een kerkelijk oratorium lalhier door die plaatselijke afdeeling van „Toonkunst" zal worden ten gehoore ge bracht. Tot hunne geruststelling zullen we er aanstonds bijvoegen, dat men ook ver scheidene musici, zélfs koordirigenten, te vergeefs 'om inlichtingen over hem zou vra gen ze zouden eenvoudig naar het een of ander werk over muziekgeschiedenis moeten verwijzen. En daar kan men dan lezen, dat Heinrich von Herzogenherg (geb. 1843 te Graz, gestorven 1900 te Wiesbaden) in 1885 werd' benoemd tot leeraar aan de Königliche Hochschule te Berlijn, waar hij belast was met de afdeeling voor compositieleer. Van te voren was hij jarenlang in Leipzig werk zaam geweest als directeur der Bachverein en had hij zich reeds als een zeer bekwaam com ponist in verschillende groote/re en kleinere werken doen 'kennen. In den eersten tijd stond hij vrij sterk onder den invloed van de nieuwere meesters onder zijne tijdgenoo- ten zoo is in zijne beide syniphonieën in C-moll en> D-dur en deels ook in zijn Deut- ches Liéderspiel de invloed van Brahms merkbaar, terwijl zijne grootere dramatische cantate Columbus en zijne Odysseus-sympho- nie duidelijk verraden, dat ook hij, evenmin als zoovelen zijner tijdgenooten, ,zich geheel en al verwijderd heeft kunnen houden van de nieuwe banen, waarop .de groote meester van Bayreuth de toonkunst had gevoerd. Later echter zijn bovengenoemde invloe den steeds meer in zijne verdere toanschep- pingen verloren gegaan, en' waren het de strengere vormen der muziek, die er voort durend meer in op den voorgrond traden. Zelfs de romantische elementen, die nog zijn Oden voor koor en orkest kenmerkten (zooals bv. Die Weihe der Nacht) verdwenen hoe langer hoe meer, en vooral in zijn laatste levensjaren 'beoefende hij uitéluitend de groote genres der kerkmuziek voor koor en orkest, waarin hij den owsterfelijken Bach trachtte na te volgen. Onder zijn kerkelijk werken moet. in de eerste plaats genoemd worden een Requiem, verder een groote Mis, twee OratoriaDie Geburt Christi en Die Pas si on, zijn Toten- feier en de 94ste Psalm. Behalve door een zeer volkomen beheersching der muzikale vormen, die ze stempelt tot voorname en doorwrochte kunstwerken, worden zijne toon- scheppingen gekenmerkt door een gelukkige keuze der uitdrukkingsmiddelen; vooral in zijn Requiem ds hij er in geslaagd den litur- gischen tekst op schoone en echt poëtische wijze te illusti-eeren. II. Het werk van Herzogenherg, dat nu voor de eerste maal in ons land alhier zal worden uitgevoerd (op verzoek van de afd. Amers foort werd het voor de bibliotheek van de Maatschappij tot bevordering der Toon kunst aangekocht) is het K ir ch en - oratorium „Die Geburt Christi" (Op. 90) voor solostem men, gemengd koor en kinderkoor, met bege leiding van harmonium, strijkorkest en hobo en voor gezang der gemeente met orgel, terwijl de tekst uit woorden der Heilige Schrift en geestelijke liederen is samenge steld. Hieruit (blijkt dus, dat dit oratorium in 't geheel niet voor de concertzaal is ge schreven, maar bestemd is om in de kerk te worden uitgevoerd ter gelegenheid van het Kerstfeest, en wel zoodanig, dat ook de ge meente er een werkzaam aandeel in heeft door het zingen der koralen. Deze ko- ralen, door den componist 4-stemmig ge zet (naar wij meenen wordt slechts in Zwit serland door de gemeente 4-stemmig gezon gen), worden bij deze uitvoering natuurlijk door heip koor ten gehoore gébracht. Alvorens nu tot een korte bespreking van 'het werk over te gaan. is het misschien niét overbodig iets te vertellen over het ontstaan van den heden daagschen protestanitsohen kerkzang, daar behalve in#den gemeente zang de koraalmelodie zulk een belangrijke rol in dit oratorium speelt. Uit 'den aard 'der zaak heeft het protes- tantsche kerklied vele katholieke kerk melo dieën overgenomen, die buiten het eigenlijk rituaal gezang stonden, en waarVan de latijn- sche teksten reeds vroeg in de landstaal wa ren overgebracht, zooals b.v. de oud© hym nen „Resonei in laudibus" (Ess musz erklin- gen uberail) en „Quem pastores laudavere" (Den die Hirten lob ten sehre), welke reeds in de 14de eeuw werden gezongen. Een voor name plaats nemen in dezen tijd onder de kerkgezangen ook in de Marialiederen, waar van verscheidene, zij hét ook mét vele ver anderingen, bewaard zijn gebleven, o.a. het schoone Kerstlied „Es ist ein Reis entsprun- genEen zeer eigenaardige» vorm uit den zelfden tijd is die der gemengde poëzie, waarin Latijnsche en Duitsche versregels met elkaar afwisselen, zooals in het volgende Kerstlied In duloi jubilo nun singet und seid froh Unsres Herzens Wonne leit in praesipio, Und leuchtet als die Sonne matris in gremio Alpha es et O. Verder heeft men geput uit den rijken sdhat dei' 'volksliederen, waarvan de dikwijls zeer profane teksten door geestelijke woorden werden vervangen; zoo b.v. de koralen „O Welt, ich musz dic'h lassen" en „Ach Gott, t'hu dftcth erbarmen", die oorspronkelijk luid den „Innsbrück, ich musz ddch lassen" en „Frisch auf, ihr Landsknecht alle". Ook Luther, die zooveel voor den kerkzang heeft gedaan, paste 'hetzelfde procédé toe; de aan hem toegeschreven koralen, zooals „Ein fester Burg iét unser Gott" en „'Vom Himrnel hoch da koimm ich her" wijzen alle naar oudere motieven terug. Oorspronkelijk werd Ihet koraal eenstem mig gezongen, en wel tot 1350, toen langzamerhand er een neiging tot meerstem mig gezang ontstond en het contrapunt be gon op te komen. Aanvankelijk bepaalde men zich er toe door ©ene stem heb gregoriaansch koraal te doen zingen, terwijl dan een tweede stem daarboven op goéd geluk eenige colora tuur-figuren deed hboren. Toen zich daarna langzamerhand de polyphonic begon té ont wikkelen, werd wel veelal de grego'riaansche melodie tot grondslag genomen, maar men ontnam haar dat, wat haar schoonste sieraad was, nl. haar vrije, levendig© rythmiek, en aan alle noten werd dezelfde waarde toegewe zen. Zooals wij hierboven reeds vermeldden, nam na de kerkhervorming de protestamt- sche eerédienst meerdere melodieën van de 'katholieke 'kerk over. Toch waren er ook in de eerste jaren reeds componisten, die kora- lén componeerden in den meest eenvoudigen polyphonen stijl, o.a. de Torgauer kapel meester Johann Walter, Luthers vriend en medestander, die in 1524 het eerste Evan gelische 'gezangboekje uitgaf, met een voor rede van Luther voorzien. Deze gezangen wa ren 4-stemmig gezet, welke 4 stemmen af zonderlijk werden uitgegeven (partituren kende men toen nog niet) en bestemd waren om dOor 'het zangkoor, dat aan elke kerk verbonden was, uitgevoerd te worden. Zoo als tot op dat oogenblik steeds de gewoonte was, lag de melodie, de cantus firmus, in de tenor-partij en vin'den we ze slechts een enkele maal in 'den discant. Om nu de gemeente het deelnemen aan het meerstemmig koorgezang anoigelij'k te maken, door haar de ;in den cantus- firmus liggende hoofdmelodie mee te laten zingen, moest deze 'duidelijk te hoor en zijn en om dit te bereiken werd ze van den tenor naar de bovenstem overgebracht. Zoo verscheen in het jaar 1586 te Neurenberg een boekje van Lucas Osiander, getiteld „Fünfzig geist- lic'he Lieder und Psalmen mit 4 Stimmen auf Contrapunktweise also gesetzet, das eine ganze Christliche Gemeinde durchaus mit- singen kann"dn ditf 'boekje ligt de melodie iu de polyphone gedeelten steeds dn de sopraanpartij. Meerdere verzamelingen van gezangen en psalmen verschenen daarna, on der welke vooral dienen genoemd te worden die van Sethus Calvisius, een der voorgan-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1