Woensdag 3 Februari 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
S°. »81.
7a' Jaarxang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentittnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTBNTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 «enta bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Xeae
oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester va.ii Amersfoort, brengt ter
algemeene kenms, dat de staat no. 75 der grond
belasting van 1 Februari 1909 tot ein met 2 Maart
1909 ter inzage is nedergelegcl ter Secretarie
der gemeente.
Amersfoort, 1 Februari 1909.
De Burgemeester voornoemd',
WUIJTÏtHRS.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt, ter voldoening aa-ni de aanschrijving van
<len. Commissaris der Koningin in. de provincie
Utrecht, d.d. 25 Januari 1909, -ie afdeeling, no.
307/232, ter kennis van belanghebbenden, dat
ini de gemeente Maarn een .geval van schurft bij
schapen is voorgekomen
Amersfoort den 2. Februari 1909.
De Burgemeester voornoemd
WUIJTIERS.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van bet publiek, dat een
door E. J. van Ommen ingediend' verzoek, met-
bijlagen, om vergunning tot 'liet oprichten, van.
eene gasmotor van 2.5 P.K., dienende tot het in,
beweging brengen van. eene vleeschhaikmiaoliine,
in.het perceel alhier gelegen aam de Arnih. straat
mo. 19, bij het kadaster bekend onder sectie E,
no. 1790, op de Secretarie der gemeente ter visie
ligt, en dat op Dinlsdag, den. 16. Februari aan
staande, des voormiiddags te half elf uren ge
legenheid ten Raadhui ze wordlt. gegeven, om., ten.
overstaan, van het Gemeentebestuur of van een;
of meer zijner leden, lieewaren tegen het op
richten van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor liet Gemeente
bestuur of één of meer zijner lieden zijn versohe
nen, teneinde hunne bezwaren mbndl&l'ing toe te
lichten.
Amersfoort, den 2. Februari 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Do Secretaris,» De Burgemeester
JGSTENFERT KR0ESE. W UI JTIERS
Politiek Overzicht
Italië en «Ie driebond.
De ontstemming, die in Italië tegen Oos
tenrijk heerscht en die door het gebeurde in
de Italiaansche universiteitskwestie weder
nieuw voedsel heeft ontvangen, doet zijn in
vloed ook gelden op de verhouding tusschen
de leden van den driebond. De verhouding
van bondgenootschap, "waarin Oostenrijk-
Hongarije en Italië als leden van den drie
bond tot elkaar staan, doet steeds denken
aan een mariage de raison. Zij worden bij
elkaar gehouden door overwegingen van po
litiek en van belang, maar het hart is bij
deze betrekking niet in het spel. Het is dat
nimmer geweest, maar op dit oogenblik ze
ker minder dan ooit.
In de Nuova Antologia, een van de ge
zaghebbende maandschriften in Italië, wordt
het wetsontwerp tot vestiging van eene Ita
liaansche faculteit voor rechtswetenschap in
Weenen, in verband met den driebond be
sproken. De schrijver, waarschijnlijk de di
recteur Maggiorino Ferrares zelf, verklaart,
dat hij schrijft met bitterheid in het hart,
want sedert jaren heeft de Antologia loyaal
de opréchte bemoeiingen van den minister
president Giolitti en den minister van bui
tenlandsche zaken Tittoni ondersteund, die
er naar streefden hartelijke en innige vriend
schap tot stand te brengen tusschen de re
geeringen en volken van Italië en Oosten
rijk-Hongarije. De groote meerderheid van
Italië heeft niet geaarzeld deze politiek goed
te keurenin Weenen schijnt men echter
deze nieuwe stemming niet te hebben opge
merkt, want anders zou men haar niet zoo
luchthartig hebben vernietigd. Inderdaad is
zij met één slag ineengezakt tengevolge van
de inlijving van Bosnië en Herzegowina en
de houding van de regeering te Weenen in
de vraag van de Italiaansche universiteit.
Bij 't nagaan van deze laatste kwestie in
bijzonderheden verklaart de Antologia, dat
de Oostenrijkers dezelfde fout hebben be
gaan als de Italiaansche irredentisten, door
uit eene taal- en cultuürkwestie eene politieke
kwestie te maken. Voor Italië zou de Itali
aansche universiteit in Triest een onderpand
van de nieuwe betere betrekkingen tusschen
de beide staten geweest zijn. In het vertrou
wen op de vervulling van de Italiaansche
wenschen, heeft Giolitti in de Kamer ver
klaard, dat er geen tweespalt tusschen Ita
lië en Oostenrijk-Hongarije kan zijn, die
niet is bij te leggen, en yi hetzelfde vertrou
wen heeft de Kamer den 4. December met
groote meerderheid hare insteaaming betuigd
met de buitenlandsche politiek van Tittoni.
Nu heeft Oostenrijk-Hongarije eene uitmun
tende gelegenheid verzuimd om een stap
vooruit te doen en de harten te winnen van
de Italianen, die zijne onderdanen of zijne
bondgenooten zijn.
Dit nieuwe pijnlijke incident kan niet
zonder duurzamen invloed op de openbare
stemming en op de buitenlandsche politiek
van Italië blijven. Het ernstigste deel van
het land begint zich af te vragen, waartoe
toch de driebond dient. Uit de gedragingen
van Oostenrijk-Hongarije is duidelijk op te
maken, dat het geen waarde hecht aan het
blijven van Italië in den driehond. Wanneer
Duitschland daarop evenmin prijs stelt, dan
behoeft het niet langs den omweg over Wee
nen op eene zoo harde wijze dit aan de Ita
lianen te laten weten, maar kan het dit be
leefd zeggen, zooals aan goede vrienden be
taamt dan zal Italië even beleefd het ver
standshuwelijk ontbinden, dat op weg was
eene verbintenis der harten te worden, toen
dit zoo plotseling gestoord werd. Het arti
kel betreurt dan, dat Duitschland zoo on
verschillig gebleven is tegenover de betrek
kingen van Italië tot Oostenrijk-Hongarije,
en eindigt met de woorden: ,,In Berlijn be
hoorde men zich te overtuigen, dat er op dit
oogenblik niets van meer dringenden aard te
doen is. dan de staten van den driebond te
rug'te brengen tot de harmonie en het we-
derzijdsche vertrouwen, waartoe Italië se
dert verscheidene jaren eerlijk zijn best heeft
gedaan."
Naar aanleiding van de slotopmerking van
de Nuova Antologia, merkt de Köln. Ztg.
op, dat die haar voorkomt op eene dwaling
te berusten. Zij zegt: „Er is het Duitsche
rijk zeer veel aan gelegen, dat tusschen de'
driebondstaten volle harmonie heerscht, en
wij hebben het met leedwezen gezien, dat
juist in eene vraag, waaraan wij geen
levensbelang kunnen toekennen, tusschen
Italië en Oostenrijk-Hongarije eene zoo diep
gaande ontstemming is ontstaan. Maar juist
wegens de opvatting, dat men hier te doen
heeft met eene binnenlandsdhe vraag van de
beide staten, heeft Duitschland gemeend
zich in deze binnenlandsche vraag niet te
moeten mengen. Wij leven met Oostenrijk-
Hongarije immers ook in eene uitnemende
bon dsver houding, zonder dat wij intusschen
i
zouden kunnen zeggen, dat alles wat men
in de binnenlandsche Oostenrijksche poli
tiek doet, aan onze wenschen en ons gevoel
beantwoordt. Wij zijn misschien nog veel
meer dan Italië in ons gevoel door de ge
beurtenissen in het Czechische Bohemen ge
troffen wij zien met groot leedwezen de
manifestatiën tegen het germanisme in Bo
hemen en in Hongarije, waar men zelfs in
het verzoek om eene Duitsdhe bijzondere
school in Pest te mog' i oprichten, al-duit
sche propaganda ziet; wij hebben echter
steeds de zakelijkheid boven onze hartsbe-
roeringen gesteld en ons niet gemengd in de
inwendige geschillen in de familie van onzen
oostelijken bondgenoot, omdat ook wij voor
ons aanspraak maken cp het recht om onze
binnenlandsche aangelegenheden naar onze
eigen weloverwogen meening te regelen. On
verminderd ons warm gevoel voor Italië,
zouden wij toch ons gedrag tegenover Oos
tenrijk-Hongarije aan Italië ter navolging
willen aanbevelen. Wij wenschen oprecht,
dat Italië en Oostenrijk-Hongarije zich met
elkaar zullen verstaan en gelooven, dat dit
bij wederzijds -b^n goeden wil niet al te
zwaar zou vallen."
Dultachland.
De Koln. Ztg. spreekt officieus het be
richt tegen, dat de rijksregeering gezind
zou zijn in dt vraag der successiebelasting
haar standpunt te wijzigen. Zij handhaaft
haar voorstel betreffende die belasting.
Mochc deze in het kader van de bij den
rijksdag aanhangige hervorming der rijks
financiën niet worden aangenomen, dan zal
het aan de partijen, die haar verwerpen,
worden overgelaten daarvoor eene vergoe
ding te vinden. Zij zullen ook de verant
woordelijkheid er voor hebben te dragen,
als het dan niet gelukt de scheiding tus
schen de financiën van het rijk en van de
bondsstaten tot stand te brengen of de nieu
we lasten te verdeelen op eene wijze, die de
sterkere schouders treft, maar tevens het
kapitaal ontziet.
Met ingang van 1 Maart zullen alle bui
tenlandsche arbeiders in Pruisen, voordat zij
een dienstbetrekking aanvaarden, zich moe
ten voorzien van binnenlandsche legitimatie-
kaarten, die aan bepaaldelijk daarvoor aan
gewezen grenskantoren worden uitgereikt
zoowel aan hen, die pas aankomen als aan
hen, die reeds sedert eenigei. tijd in het land
wonen. Deze maatregel hee v ten doel voor
de overheid een beter toezicht op de vreem
delingen, vooral op 't vlottend gedeelte mo
gelijk te maken en het den arbeiders gemak
kelijker te maken het bewijs te leveren, dat
zij de vroegere dienstbetrekking niet op on
wettige wijze hebben verlaten.
Verleden jaar was de bepaling reeds in
gevoerd voor arbeiders vit Rusland en Oos
tenrijk-Hongarije, thans is z«j uitgebreid tot'
de arbeiders uit alle overige landen.
België.
Brussel, 2 F e b r. In de Kamer een
afgevaardigde beantwoordende, welke vroeg
of de minister kennis droeg van geruchten
van oorlog, welke de patriottische angsten
der regeering zouden rechtvaardigen, ver
klaarde de minister van buitenlandsche za
ken, dat de verplichting om de verdediging
des lands te waarborgen en de neutraliteit
te handhaven ingeval van conflicten, een
permanent karakter heeft. De gebeurtenis
sen, welke zich op het oogenblik voordoen,
zijn opportuun". Zekere maatregelen zei-
de de minister zijn Voldoende bekend en
zoo vaak .door de pers van alle landen naar
waarde .geschat, dat ik het onnoodig acht
ze hier nader aan te duiden".
hubjpi
P a r ij s, 2 F e b r. De hertog van
Mouchy, oom van prins Murat, is plotse
ling overleden.
Engeland.
Londen, 2 F e b r. De Koning ont
ving heden middag de gemachtigden van de
internationale conferentie in tegenwoordig
heid van den minister van buitenlandsche
zaken Sir Edward Grey in Buckingham
Palace. De Koning sprak de gedelegeerden
kort, maar hartelijk toe.
Londen, 2 Febr. Ten behoeve van
de houders van schuldbrieven van het
Crystal Palace is tijdelijk een curator be
noemd. Dien raadsman heeft medegedeeld,
clat de maatschappij hoopte een plan van
reoi'gunisatie vast te stellen, in welk geval
de obligatiehouders ten volle betaald zul
len worden.
Spanje.
Madrid, 2 Febr. De ministerraad
heeft het onderzoek ten einde gebracht van
de voorstellen, cie zijn gedaan betreffende
de toewijzing van de plannen tot het bouwen
van eene nieuwe vloot. Er is eene beslissing
genomen met algemeene stemmen; die zal
echter eerst bekend worden door de open-
baarmakjng van het besluit, hetgeen spoedig
zal plaats hebben.
Ooitanrijk-Hongarij*.
De ministerraad heeft in een paar lang-
durige zittingen de taalwebten, welker in
diening heden in den rijksraad wordt ver
wacht, behandeld en ongewijzigd goedge
keurd. De beide landsman-ministers, de
Duitscber Schreiner en de Czech Zaczek,
gaven echter hunne toestemming niet; bij
de met hunne inzichten strijdige punten wer
den hunne bezwaren geformuleerd en in een
protokol vermeld, dat met de wetsontwerpen
den Keizer ter beslissing werd toegezonden.
Naar aanleiding van een door de Duit
sche kolonie te Budapest tot den minister
van ooi-log gex-icht verzoek om toestemming
tot oprichting van eene bijzondere school
voor hare leden, heeft de Hongaarsche
schoolvereeniging besloten den minister een
krachtig protest te zenden tegen de stich
ting van ,,een brandpunt van al-duitsche
beweging" in de hoofdstad van Hongarije.
De vereeniging verklaart, dat Hongarije wel
de trouwe bondgenoot van Duitschland kan
zijn en een goede markt voor den afzet van
Duitsche nxjverheidspx-oducten, maar dat
het niet kan toelaten eene uitbreiding van de
al-duitsche beweging, die reeds in de weste
lijke en zuidelijke provinciën van het ko
ninkrijk heerscht.
Rusland.
Petersburg, 2 Feb r. De doema
behandelde heden, in verband met de door
Azew gespeelde rol als verklikker, eenige
interpellatiën betreffende de organisatie en
de uitvoering van terroristische daden door
agenten der regeering. De sprekers van de
oppositie beschuldigden de regeering, dat zij
verantwoordelijk was voor de vex-moording
van grootvorst Sergius, minister Plehwe en
andere personen. De toebereidselen tot deze
moorden waren bekend aan Ratchowsky, het
hoofd van de Russische geheime politie te
Parijs.
De meerderheid van de doema stelde de
interpellatiën in handen van eene commissie,
met opdracht binnen tien dagen een uitvoe
rig rapport in te dienen.
BulgarjjC.
Uit Sofia wordt aan de Vossische Ztg.
bericht, dat de uitbetaling van een groot
deel der ambtenaarstraktementen door de
Bulgaarsche regeering tot een later tijdstip
is verschoven
De Balkancrisis.
Konstantinopel, 2 Febr. Het
protocol van de Oostenrijksch-Turksche
overeenkomst is hier aangekomen.
Konstantinopel, 2 Febr. Ba
ron Testa, de Duitscher die door Turkije en
Oostenrijk is aangewezen als scheidsrechter
betreffende de eigendommen van de inge
lijfde px-ovincien, waarvoor Oostenrijk eene
schadevergoeding van millioen Turksche
ponden zal betalen, heeft zijne beslissing
bekend, gemaakt, volgens welke die eigen
dommen heli oor en aan den Turkschen staat
en niet aan de ingelijfde gewesten.
Konstantinopel, 2 Febr. Daar
de Porte aan de mogendheden eene nota
heeft gezonden, waarin de wil tot handha
ving van den vx-ede» is uitgedrukt, heeft
men 't plan van een gezamenlijken stap van
de mogendheden bij de Porte betreffende de
ondei-handelingen met Bulgarije laten varen.
Konstantinopel, 2 Febr. Het
Russische gezantschap deelde heden aaix de
Porte het voox-stel mede tot regeling van de
financieele moeielijkheden tusschen Turkije
en Bulgarije. De ministex-raad nam het voor
stel in overweging; het schijnt gunstig te
zijn ontvangen.
Tweede telegram. De eerste in
druk, die in de regeeringskringen is opge
wekt door het Rusische voorstel tot rege
ling van de Bulgaarsche schadevergoeding,
is een van ontsteltenis. Men vreest zeer Bul
garije weer geheel te zieu komen onder den
Russischen invloed, en men vreest ook, dat
het aanbod zal leiden tot het ontslag van
Kiaixiil Pacha, die het vertrouwen van de
Kamer geniet en zich gereed maakte zijn
kabinet te reconstrueeren, door krachtige en
werkzame medewerkers te nemen om eene
hervormingspolitiek te volgen. Wanneer
Kiamil Pacha zijn ontslag neemt, dan is het
waai'schijnlijk, dat de gewezen grootvizier
Said Pacha hem opvolgt.
Sofia, 2 Febr. De gemeenschappe
lijke stap van de mogendheden, die was aan
gekondigd, heeft heden niet plaats gehad.
Het is waarschijnlijk, dat men er geheel en
al van af zal zien naar aanleiding van het
nieuwe voorstel van Rusland, waaromtrent
de Russische agent te Sofia x-eeds instruc-
tiëix heeft ontvangen. Deze diplomaat zal in
ovei'leg treden met de vertegenwoordigers
der andere mogendheden. Men zegt, dat
het nieuwe voorstel zeker gunstig zal worden
ontvangen door de Bulgaarsche regeering.
Sofia, 2 Febr. Ofschoon zij reeds
doelloos geworden is, is de eerste collectieve
nota van de gx-oote mogendheden betreffende
de beperking van de bewapeningen en het
komen tot ovei*eenstemming met Turkije he
denavond overhandigd.
De op Russisch initiatief ondernomen stap
waarin aan de Porte wordt geraden de kwes
tie der grensverbetering uit de onderhande-
Naar het Engelsch
17 VAN
C. N. EN W. M. WILLIAMSON.
HOOFDSTUK VI.
Wij betraden eene tuinkamer, welker wan
den beschilderd waren jnet bloemen, vol Ja-
pansche meubels en zijden voorwerpenen
in die tuinkamer bevond zich Robert's moe
der, die langzaam op ons toekwam, om ons
te ontvangen.
Ja, zij is veel te gezet, om eene vreemde
linge een bezoek (te brengenveel te gezet
voor een motorboot.
Ik zag in een oogwenk, wiaai'om mijn neef
het etensuur van booger gewicht had geacht
dan de grootste geschiedkundige gebeurtenis
sen, die Neerland gemaakt hadden tot wat
het is. Zoo zijn kin vierkant genoeg is, en
zijne grijze oogen doordringend genoeg zijn,
om zijne moeder te verzoenen met het uit-
noodigen van onbekende gas en, hare eigen
persoonlijkheid is iheerschzuchtig genoeg, om
te vorderen, dat men 'hare huishoudelijke
schikkingen eerbiedigt.
Er was zelfs een reus als Robert toe noo-
dig, om zich niet door haar te laten over-
heersohen en wat mijzelf 'betrof, ofschoon zij
mooi zachtgrijs haar heeft en hare wangen
bloosden, als die van een kind, toen zij glim
lachte en mij in mooi Engelsch verzocht
haar Nicht Cornelia" te noemen, gevoelde
ik maar al te goed, dat zoo zij beweerde dal
zwart wit was, ik het aanstonds met haar
eens zou wezen.
De tuinkamer was door glazen deuren van
een salon daarachter gescheiden. Zij waren
dicht getrokken, omdat de Hollanders (ik
begin reeds te leeren) gaarne een scherpe
lijn trekken tusschen het huis en de open
lucht; en ik kon door de ruiten een levens
groot portret zien van een opgeroximden,
kleinen bruinen heer, zonder twijfel nicht
Camelia's overleden echtgenoot. In dat ge
val moest Robert zijn lengte een mooi blond
uiterlijk aan zijne moeder dankeai. Zij was
zoo omvangrijk in hare zwarte foulard ja
pon met witte moesjes, dat ik mij in het be
gin alleen rekenschap gaf van haar bijzijn.
Heit was eerst toen hare klankrijke stem
voorstelde: „Freule M-enela van der Windt
en uwe beide nichtjes, Lisbetüi en Lilli",
diat ik het bijzijn van die anderen ontdekte.
Ik wendde mij het eerst naar de verloofde
en zag een donker, mager, bijziend meisje,
met een brilletje, dat haar neus dichtknijpt
en een knorrig gezicht. Zij keek Phil en mij
doordringend aan, als om ons te bestudee-
ren en maakte geen gebaar ons de hand te
ï-eAken. Lisbeth en Lilli daarentegen, twee
allerliefste wit en rose schepseltjes van vijf
tien en zestien jiaar, strekten aanstonds de
va.n kuiltjes voorziene vingers uit.
Nicht Cornelia vroeg ons wat wij wel van
Holland zeiden, en zonder ons antwoord af
te wachten, droeg zij hare dochtei-s op ons
naai- onze kamiers te brengen, aangezien er
nog slechts even tijd was ons voor het mid
dagmaal van het stof der reis te ontdoen.
Ik was bang voor nicht Cornelia en voelde
nxij gedrukt in het bijzijn van freule Mene
la maar toch kon ik de gedachte niet van
mij afzetten, dat wij zeer gelukkig waren het
inwendige van een Hollandsch „Home" te
zien en besloot van die gelegenheid zooveel
mogelijk partij te trekken, daar zij niet
spoedig zou terugkeeren.
Ik had het nooit- mogelijk geeacht, dat
een huis van binnen zoo kon blinken. Alles
blinkt. Verwacht bijvoorbeeld iemand, niet
in Holland geboren, van de muren, dat zij
spiegels zullen zijn? En toch', toen ik de vrij
steile trappen van de vilLa Van Buren op
ging, zag ik elk mijner bewegingen, tot zelfs
die mijner oogleden weerkaatst in eene op
pervlakte van glimmend geboend notenhout.
„Welk een prachtig ilvoutl" riep i'k uiit.
,,'t Is niet echt. 't Is geschilderd," zeide
de aardige Lisbeth. „Heeft u zulke muren
niet?"
„Nergens," gaf ik ten antwoord.
„Hier in Holland iedex-een; we vinden ze
zoo mooi!" zeide Lilli ter opheldering.
„Welk een werk moet het zijn ze zoo
glimmend te houden
„Hei wordt maar eens per dag gedaan,"
zeide Lilli. „Het dienstmeisje doet het als
zij klaar is mei de ramien."
„Wat... Al de ramen van het .huis? El-
ken dag?"
„Hoe zouden ze anders s choon zijn?"
vroeg Lisbeth verbaasd. Hiertegen viel niets
te zeggen van een Hollandsch standpunt,
daarom merkte ik (deemoedig op, dat het al
den tijd der dienstmaagd in beslag zou ne
men.
„Daar houden zij van," zeide Lilli.
„Maar wij hebben een andere vrouw voor de
vloeren, ze klopt de matten en poetst liet
koper, het is dus zooveel niet."
„De vloeren, de matten en het koper
werk ook iederen dag?
„Natuurlijk!" antwoordden de meisjes als
uit eén mond, alsof ik haar iets gevraagd
had van hare baden of tandenschuiers. „Na
tuurlijk."
Lisbeth opende de deur van een voox-ka-
mer op de tweede vex-dieping.
„Dit is de logeerkamer," zeide zij, ter
wijl zij voorzichtig in het schemerduister
voortliep, daar de blinden gesloten waren.
„Wij houden ze altoos in den namiddag
dicht voor de zon," verklaarde zij.
„Ja, anders zou de kamer te warm wor-
den, nietwaar?"
„Dat kan ons niet schalen, maar het kleed
en de gordijnen zouden verkleuren." Zij
opende nu de stores, .maar schoof, zorgvul
dig de heide ramen weer dicht.
„Och, mogen wij ze niet open hebben?"
waagde ik te vragen. „De lucht is zoo heer
lijk."
„Als je wilt," antwoordde mijn nichtje.
„Maar het zand zal zoo naar binnen stui
ven."
„Dan alleen maar van boven."
„Van boven? I'k heb nooit -een raam ge
zien, dat van boven open ging. Zoo worden
ze hier niet gemaakt."
„Hoe grappig! Maar er zal wel een reden
zijn, waarom een geheele natie voortgaat
met ramen te hebben, die niet. van boven
opengaan."
„Dat kan ik u niet zeggen, wij hebbem ze
altoos zoo, het zal du® wel het beste zijn,
daarin geene verandering te brengen," zeide
Lalli, na even nagedacht te hebben. Zij en
Lisbeth rijgen zich niet in, maar haar gelaat
is onberispelijk en hare lange haarvlechten
zijn blond en glanzend als de meeldraden
van de maisplant.
Toen de zusjes ons verlaten liadden, was
ik er voor alleen ons gelaat en onze handen
te wasschen, maar Phil rukte haar blouse af
eu werd vuurrood bij hare pogingen om een
andere uit onzen koffer op te duiken.
„Waarom zouden wij van toilet verande
ren?" vi-oeg ik. „Er is geen tijid toe en ze
verwachten het nietWij zijn trouwens ï-eeds
evengoed gekleed als zij, behalve fx-eule Van
der Windt. Zij is heel elegant, om haar lee-
lijkheid te vergoeden.
„Dat is 'net juist," verklaarde Phil, met
groote moeite een witte blouse aantrekkend,
die lastig dicht ging als het aaneen
schakelen van een puzzle. Ik heb een anti
pathie tegen haar opgevat en zij tegen ons.'f
„Hoe weet je dat?"
„Dat kan ik niet zeggen, miaar ik voel
het. En ik wil dat wij beter gekleed zullen
zijn dan zij. Komaan, wees lief en verkleed
je. Ik zal je haken vastmaken, als je dat
bij mij doet. Kom, je moogt het wel doen.
Jij hebt er mij uitgehaald."
„O, mij wel!"
Ik gaf toe en dank zij een bovenmensolve-
lijken spoed wai*en wij gereed onze groene
e<n rose poppen-slaapkamer te verlaten, toen
een Japansche gong eene -verontschuldiging
deed klinken voor het feit, dat zij ons tot
het middagmaal in plaats van tot de thee
noodigde.
Wordt ver vol ff a