Zaterdag 13 Februari 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
M°. S3I. Eerste At lad.
T"' Jnaryant*
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Par 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant versohjjnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest
dagen.
AdvertentiCnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'•morgens bg de Uitgever» in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regel» f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eentft bij roeruftbetahng.
Oroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrgf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren m dit Blad, bg abonnement. Eeae
circulairebevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
Het nieuwe ministerie in Oostenrijk.
Toen na den val van het kabinet-Beek
baron Bienerth in Oostenrijk aan het hoofd
der regeering kwam, trad hij op met een
kabinet, dat in zijne samenstelling het ken
merk droeg van eene noodregeering. Som
mige leden van het kabinet hadden titel en
rang van ministeranderen waren slechts
bestuurders" van het departement aan
welks hoofd zij waren geplaatst; voor den
ministerrang kwamen zij niet in aanmer
king. Tot verklaring daarvan werd gezegd,
dat dit kabinet bestemd was oin zoo spoedig
mogelijk te verdwijnen cn plaats te maken
voor een parlementair ministerie. Nu op
het optreden van zulk een ministerie voor
eerst geen kans is, is de noodzakelijkheid
gevoeld om de positie van de regeering te
versterken. Terstond nadat de zitting van
den rijksraad was gesloten, is daarom aan
baron Bienerth als minis ter-president de
opdracht gegeven om een nieuw Kabinet sa
men te stellen.
Het zijn meerendeels nieuwe mannen, die
als ambtgenooten van baron Bienerth zijn
opgetreden. Behalve de drie landsman-mi
nisters, dr. Schreiner voor de Duitschers,
dr. Zaczek voor de Czechen en ridder Abra-
hamovicz voor de Polen, is alleen de minis
ter van binnenlandsche zaken von Haerdtl
uit het vorige kabinet overgenomen. Ver
der zijn alle minister-portefeuilles aan nieu
we mannen toevertrouwd. Minister van fi
nanciën is de gouverneur van de bank von
Bilinski, minister van justitie dr. von Ho-
chenburger, oud-lid van den rijksraad,
thans advocaat te Graz, minister van on
derwijs het lid van het heerenhuis graaf
Stürghk, minister van spoorwegen de oud
referendaris Wrba, minister van handel dr.
Weiskirchner, die het voorzittersgestoelte
van 't huis van afgevaardigden verlaat om
minister te worden, minister van landsver
dediging Feldzeugmeister von Georgi, mi
nister van arbeid hofraad Ritt, laatstelijk
hoofd van den technischen dienst in Tirol,
minister van landbouw het lid van het hee
renhuis dr. Braf, hoogleeraar aan Je uni
versiteit te Praag.
Wat de nationale samenstelling van het
nieuwe ministerie betreft, zijn van de mi
nisters, wanneer men den minister-president
en den minister van landsverdediging buiten
rekening laat, zeven Duitschers, twee Po
len (Bilinski en Abrahamowicz) en twee
Czechen (Braf en Zaczek). Van de zeven
Duitschers zijn drie van gematigd clericale
richting, de minister van onderwijs graaf
Stürghk wordt als een staatsman van zeer
gematigde vrijzinnige richting aangeduid,
terwijl drie Duitsche ministers behooren tot
de vrijzinnige richting.
Het programma van het nieuwe ministerie
is voorshands nog niet zeer duidelijk om
schreven. Het regeeringsorgaande Wiener
Zeitung, schrijft tot rechtvaardiging van zijn
optreden: „Het ministerie is niet uit eene
parlementaire meerderheid voortgekomen,
want het is niet mogelijk zulk een meerder
heid te vormen, zoolang de nationale par
tijen zoo scherp als tot dusver tegenover
elkaar staan. De Kroon heeft veeleer als
raadslieden mannen geroepen, die hunne
proefstukken hebben afgelegd in het dienen
van de openbare zaak en wier werkzaam
heid tot dusver een waarborg biedt voor
eene deskundige behartiging van den hun
toevertrouwden werkkring. Het nieuwe ka
binet zal een ministerie zijn van een krach
tig bestuur, dat z'oh niet laat beïnvloeden,
van nationale toenadering e>n van sociale
hervorming. Het ministerie zal alles in 't
werk stellen om zoo spoedig mogelijk te ver
krijgen, dat de rijksraad terugkeert tot een
geregelden arbeid.''
Het officieuse Fremdenblatt voegt daar
aan toe, dat de minister-president bij de ver
andering van het voorloopige kabinet in een
definitief zich niet heeft laten leiden door
eenige animositeit tegen eenige partij of
nationaliteit; voor 'hem stond op den voor
grond een ministerie van rustbrenging sa
men te stellen. Een nieuw ambtenaarskabi
net zou aan dit doel slechts onvolkomen be
antwoorden, omdat het de noodige voeling
met de partijen niet zou bezitten. Eene coa
litie zou wegens de spanning tusschen de
Duitschers en Czechen in Bohemen thans
niet bereikbaar zijn. Er blijft dus slechts
over de krachten te verzamelen in dien zin,
dat de partijen, die niet betrokken zijn bij
den Duitsch-Czechischen strijd, eene directe,
de daarbij betrokken partijen echter eene in
directe vertegenwoordiging krijgen door eene
nationaal volledig betrouwbare vertegen
woordiging van hun volk, die echter niet
staat in den partijstrijd. De nieuwe regee
ring zal hare vreedzame roeping allereerst
doen kennen in eene vaste leiding van het
staatsbestuur zonder eenige voor- of tegen-
ingenomenheid.
Over de wijze waarop de regeerinig dit in
toepassing wil brengen, wordt aan de Vos-
sische Zfcg uit Weenen bericht: ,,De re
geering van Bienerth wil geruimen tijd zon
der parlement werken. Van het voornemen
om het parlement in het begin van Maart
bijeen te roepen, is afgezien. De dringende
„Staaisnotwendigheiten'' zullen met art. 14
van de grondwet verricht worden. Wanneer
het baron Bienerth gelukt een modus viveudi
tusschen Czechen en Duitschers in 't leven
te roepen, dan zal hij, zoo wordt gezegd, in
het najaar zijn kabinet parlementair ver
vormen."
Duitschland.
B e r 1 ij n, 1 2 F e b r. De koning en de
koningin van Engeland zijn heden te 5.10
's namiddags van hier vertrokken. De kei
zer cn de Keizerin brachten hen naar het
station. Onderweg werden de vorstelijke
personen door het publiek levendig toege
juicht. Op het perron waren tot het bren
gen van een afscheidsgroet bijeen de En-
gelsclie gezant Goschen met zijn gemalin,
de rijkskanselier, de Duitsche gezant te
Londen graaf Wolff-Metternich en de le
den der Engelsche kolonie. Het afscheid
was allerhartelijkst. De keizer en de ko
ning kusten elkander herhaaldelijk en de
koning kuste de keizerin op de wang en
de hand.
Berlijn, 12 Febr Reuters corres
pondent is gemachtigd tot de verklaring,
dat de koning buitengewoon ingenomen is
met de geestdriftvolle ontvangst, die hem te
Icilijn bij alle klassen der bevolking te
beurt is gevallen, en verrukt over het suc-
'jfs van zijn bezoek. Hij verneemt tevens
ttit gezaghebbende bron, dat de uitkomst
v*n de gedachtenwisselingen te Berlijn lus
ïchen Britsche en Duitsche staatchrden van
Britsihe zijde als zeer bevredigend wordt
beschouwd. Men is van oordeel dat daar
door een uitnemende invloed is uitgeoefend
op de betrekkingen tusschen Duitschland
en Engeland.
Aan vorst Bülow is de verzekering gege
ven, dat de Britsche regeering de Duitsch-
Fransche overeenkomst van harte goedkeurt
en deze begroet als een middel om de goe
de gezindheid tusschen Frankrijk en
Duitschland te bevorderen, waardoor zij
ook zeer kan bijdragen tot versterking der
goede betrekkingen tusschen Groot-Brittan-
nië en Duitschland. Van beide zijden werd
verklaard, dat de Oostersche politiek blijft
bestaan in het streven naar behoud van den
vrede, handhaving van den status quo en
ondersteuning van het nieuwe stelsel in
Turkije
Uit de politieke gesprekken is gebleken,
dat er een bevredigende overeenstemming
tusschen de beide staten heersckt omtrent
de algemeene politiek.
P a r ij s, 12 Febr. Uit Berlijn
wordt aan de Temps bericht: Men kan ge
rust verklaren, dat het bezoek van koning
Eduard uit een algemeen oogpunt een gun-
stigen invloed zal uitoefenen op de En-
gelsch-Duitsche betrekkingen.
De door den koning en de Engelsche
staatslieden betuigde voldoening over hot
sluiten van de Fransch-Duitsche overeen
komst, heeft ten zeerste bijgedragen tot ver-
Merking van het wederzijdsche vertrouwen.
Naar aanleiding van het onderhoud, dat
vorst Bülow bij gelegenheid van het bezoek
van Koning Eduard in Berlijn gehad heeft
met Sir Charles Hardinge, den permanen
ten vertegenwoordiger van het departement
van buitenlandsche zaken bij 's Konings
reizen, wordt aan de Frankf. Ztg. bericht,
dat ook de staatssecretaris van koloniën
Dernburg zich heeft onderhouden met den
Engelschen minister van koloniën lord
Crewe, die ook den Koning vergezelde.
Deze besprekingen waren te voorzien Het
is volkomen geloofwaardig, want het be
antwoordt aan het geheele karakter van dit
vriendschappelijke bezoek, dat de heeren
over deze besprekingen tevreden zijn en dat
zij hebben geconstateerd, dat er geene
strijdpunten tusschen de beide landen be
staan. Dat verschillende aanleidingen tot
misverstand zich gemakkelijk uit den weg
laten ruimen en dat er momenten van toe
nadering voor de politiek van de beide lan
den gegeven zijn, zal men na het einde
van het bezoek als vèrblijdend resultaat
daarvan kunnen hooren en het zal zeker
met de feiten overeen komen. In sommige,
inzonderheid buitenlandsche bladen, wor
den bepaalde onderwerpen van gesprek en
plannen om zich speciaal met elkaar te
verstaan, genoemdkoloniale kwestiën in
Afrika, zaken van Oostersche politiek, in
zonderheid de Bagdadspoorweg. Het is mo
gelijk, dat het eene of andere daarvan juist
is,, maar in betrouwbaren vorm zal men
daarover vooreerst uiets vernemen, want
het beantwoordt niet alleen aan de diplo
matieke gewoonten, maar ook aan eene in
politieke en andere zaken van zelf geboden
reserve, als men over zaken, die misschien
voorgenomen, maar in ieder geval eerst
wordende zijn, niet eerder wat loslaat, dan
als men van een resultaat verzekerd is.
Het vriendschappelijk en hartelijk karak
ter van het bezoek is naarmate het langer
duurde, in den omgang tusschen de monar
chen en bij iedere ontmoeting van Koning
Eduard met de officieele en niet-officieele
personen van Berlijn steeds meer op den
voorgrond getreden, en men schijnt werke
lijk aan beide zijden geheel voldaan te zijn.
De Koning heeft bij zijn bezoek eene
lichte verkoudheid, gepaard met hoesten,
opgedaan, ten gevolge van den in Berlijn
in deze dagen heerschenden oostewind met
sterke koude, die altijd zeer lastig is voor
ieder, die aan een zachter klimaat gewend
is en dadelijk de ademhalingsorganen aan
tast; het is de Russische wind, de beruch
te wind van 1812, die door de dikste klee-
ren heengaat. Om de Engelsche gasten
daaraan niet te ,zeer bloot te stellen, is het
plan tot een automobieltocht naar Potsdam
opgegeven.
Frankrijk.
P a r ij s, 1 2 F e b r. De behandeling van
het amnestie-ontwerp werd voortgezet. Mi
nister Briand verklaarde zich tegen het voor
stel om de amnestie ook van toepassing te
doen zijn op de katholieken, die zich verzet
hebben tegen de wetten, omdat bij hen niet
is gebleken van een geest van verzoening
Den katholieken is het niet te doen om ver
zoening, maar zij willen eene martelaars
kroon zij gebruiken den godsdienst meer
dan dat zij trachten hem te dienen. De af
gevaardigde Gailhard Bancel ging hierna hef
tig te keer tegen den minister.
Het amendement om de amnestie uit te
strekken tot misdrijven, gepleegd door ka
tholieken, werd verworpen met 362 tegen 159
stemmen.
Na verwerping van het amendement tot
woderindienststelling van ambtenaren, ge
straft wegens meeningsdiTicten en politieke
handelingen, met 332 tegen 135 stemmen,
werd het- geheele anuiestie-ontwerp aangeno
men met 470 tegen 6 stemmen, waarna de
vergadering werd gesloten.
Daar de aanneming van enkele voorstellen
van de commissie van invoerrechten de bui
tenlandsche politiek misschien lot nadeel
zouden strekken, heeft de regeering besloten
deze te bestrijden en eventueel de quaestie
vau vertrouwen te stellen.
Engeland.
Londen. 12 Febr De eerste
,,whip" van de regeeringspartij zeide in eene
rede te Plymouth, dat de regeering over
weinige maanden een beroep zou doen op hei
land. Zij is vast besloten de macht van
veto van de lords af te schaffen
Denemarken.
Kopenhagen, i 2 Febr. Bij de
indiening van zijne voorstellen omtrent de
landsverdediging, hield de minister van oor
log Neergaard een lange rede, waarin hij
betoogde, dat Denemarken onder alle om
standigheden zijne onafhankelijkheid wil
handhaven. Het ingediende wetsontwerp be
oogt reeds in vredestijd te zorgen voor eene
behoorlijke verdediging, tot handhaving van
jdeu vrede en van de neutraliteit van Dene
marken. De grootere uitgaven, die het ge
volg zullen zijn van de nieuwe regeling,
moeten bestreden worden uit eene inkom
stenbelasting, die van de betrekkelijk bemid
delden onder de bevolking zal worden ge
heven. Verder verklaarde de minister, dat
de regeering haar aanblijven afhankelijk
stelt van de aanneming harer voorstellen.
Zweden.
De nieuwe kieswet, die de Zweedsche
Rijksdag ten tweeden male heeft aangeno
men. is daarmede tot wet verheven. De
socialisten en eenige andere leden in de
Tweede Kamer stemden tegen, omdat het
kiesrecht niet ver genoeg naar hun zin
gaat, maar het is eene aanmerkelijke uit
breiding bij wat het was. Toen dat wets
ontwerp voor den eersten keer in behande
ling kwam, hebben wij het in bizonderhe-
den meegedeeld Voor beide Kamers wordt
het evenredige kiesrecht ingevoerd, met na
genoeg algemeen stemrecht voor de Tweede
Kamer. De vereischten om voor de Eerste
Kamer te mogen kiezen en die om er lid
van te mogen wezen, zijn aanzienlijk ver
laagd Ook het gemeentelijke kiesrecht is
uitgebreid
Italië.
De Neue Freie Presse schrijft, dat met
eenige belangstelling en niet zonder zorg
de verkiezingen in Italië worden tegemoet
gezien. Niet alsof men in diplomatieke
kringen zou gelooven, dat het voortbestaan
van den driebond er van afhangt. Maar men
verwacht na de verkiezingen eene recon
structie van het kabinet en is er bovenal
van overtuigd, dat de minister van buiten
landsche zaken Tittoni uit het ministerie zal
treden De heer.Tittoni voelt zich eenigs-
zins lijdend, en ook de stand van de univer-
siteitskwestie werkt mee om hem te ont
stemmen. Er wordt telkens weer verzekerd,
dat hij te dien aanzien geen indiscreet ver
langen heeft uitgesproken, maar dat hij als
de voor de Italianen bestemde rechtsgeleerde
faculteit in Triest werd opgericht, er op
zou kunnen wijzen, dat Oostenrijk aan de
wenschen van de Italianen is tegemoet ge
komen
Wie Tittoni's opvolger zal zijn, weet voor
het oogenblik niemand. Er wordt aangeno
men, dat het een nieuwe man zal zijn, die
tot dusver op het gebigd van de buitenland
sche politiek niet van zich heeft doen spre
ken. Waarschijnlijk zal hot een outsider
zijn, misschien een van de gezanten in de
hoofdplaatsen
Portugal.
V i 11 a v i o s o, 12 Febr Koning
Alfonso is hier aangekomen.
Lissabon, 13 Febr. De ontvangst
van Koning Alfonso was gisteren zeer aan
doenlijk. De plaatselijke overheid bracht de
betuiging van hare 'hulde. Omstreeks 4 uur
kwamen de minister van buitenlandsche za
ken en de Spaansche gezant. Er is geen en
kele mededeeling gedaan over het doen en
laten van de souvereinen, die geheel in den
familiekring blijven. In den namiddag deden
de Koningen Alfonso en Manuel een rit in
een automobiel door de omstreken van Villa-
vi^osazij werden onder weg zeer toege
juicht.
Koning Alfonso keert heden per automo
biel naar Spanje terug.
De Balkancrisis.
Weenen, 12 Febr. Het Neue Tage-
blatt bericht uit Belgrado Men verzekert,
dat de minister van buitenlandsciie zaken
den Russischen gezant te Belgrado heeft
verzocht aan zijne regeering mede te deel en,
dat Servië volstrekt niet naar oorlog ver
langt
Dp Nowojc Wremja schrijft over de
Turksche tegenvoorstellen Ondanks onze
groote sympathie voor Turkije, zal Rus
land de voorgestelde financieele regeling
nooit aannemen. Al wilde de minister van
buitenlandsche zaken 't ook doen, hij zou
't niet kunnen, omdat de doema zich met
kracht zou verzetten.
Reuter'? bureau ber'cht, dat het Rus
sische voorstel in Turksche parlementaire
kringen met onverholen wantrouwen is ont
vangen Men' herinnert zich daarbij een
Naar het EngeUch
VAN
C. N. EN W. M. WILLIAMSON.
,,Dat spreekt vanzelf," zeide ik, Robert's
gevoelens deelende en daardoor plotseling
heel goedhartig gestemd. Maar ik dacht te
vens dat zoo ik de neef van Miss Van Buren
ware geweest en haar iets had willen be
letten, zij het niet zou hebben gedaan.
,,Hoe het ook zij, morgenochtend vroeg
keeren zij naar Rotterdam terug," ging Ro
bert voort, ,en ik zie dus niet in hoe je ze
nog zult kunnen ontmoeten."
,,Ik wed, dat ik dat nog binnen een week
zal doen en mij behoorlijk aan haar zal la
ten voorstellen ook," zeide ik en betreurde
heti onmiddellijk zoo bout te hebben gespro
ken maar het was te laat mijne woorden
terug te nemen, want op dat oogenblik
kwamen een paar kennissen met ons praten.
Het bleef mij echter geducht spijten en,
xoo het niet ver gezocht of schoolmeisjes
achtig had geschenen, zou ik Robert daarna
een woordje geschreven hebben, om hem te
verzoeken, dat gebluf te vergoten. Ik voel
zeer goed, dat, mocht hij onhandig genoeg
zijn iets van ons gesprek te herhalen en
Miss Van Buren den indruk te geven dat ik
een weddenschap omtrent haar had aange
gaan, ik niets meer van hare zijde te ver
wachten had. Ik kan thans slechts hopen,
dat hij niet verder over mijne woorden zal
hebben gedacht.
Den volgenden morgen stelde ik geen be
paald plan vast, maar zeide ik bij mij zeiven,
dat, aangezien Miss Van Buren naar Rot
terdam ging, het geen kwaad kon mij er ook
heen te begeven en de gebeurtenissen af te
wachten. Wie weet of ik haar niet vóór hare
afreis ontmoeten kon.
Mijne moeder bevindt zich op het slot
Leliëndaal, waar zij het liefst de maanden
Juli en Augustus doorbrengt, als wij niet
naar Engeland overwippenmaar zij ver
wachtte mij de eerste dagen nog niet bij
zich en ik was dus vrij te doen, wat ik ver
koos.
Ik hoopte Miss Van Buren in den trein
te zien, als ik dengene uitkoos, waarmede
de meeste menschen bij voorkeur 's morgens
reizenmaai- aangezien zij en hare stief
zuster er niet in waren, vermoedde ik, dat
Robert ze terugbracht in mijn automobiel,
in weerwil van de wijze, waarop hij hare
handelwijze afkeurde. Ik begaf mij regel
recht naar de Roei-club, waar ik verschei
dene vrienden heb en den naam der motor
boot door Robert kennende, vond ik gemak
kelijk uit waar zij "lag. Ik ging daarna eens
naar haar kijken, om te zien of men toebe
reidselen maakte tot een spoedig vertrek.
Ik vond haar een mooi klein vaartuig,
met twee kajuiten en een deksalon, ge
schikt tot het herbergen van vier of vijf
passagiers. Ik vernam van een man, die
daar vlak bij op de kade bezig was, dat de
motor een Amerikaansche was, van 30 paar
denkracht. Hij vertelde mij ook, dat eene
vlak achter de Lorelei vastliggende trek
schuit gehuurd was geworden en door de
motorboot op sleeptouw zou worden geno
men.
Ik wist niet goed wat ik van dit nieuws
gelooven moest, daar Robert van geen
schuit had gesprokenmaar het glazen dak
deed een atelier vermoeden, dus begreep ik,
dat Starr diat in orde had gebracht en ik
begon den kerel te haten.
Toen ik een half uur of langer in den
omtrek had rondgedoold, werd het middag
en ik kwam op den inval mijn tweede ont
bijt in het hotel der beide zusters te gaan
gebruiken. Maar dit had al te zeer den
schijn het meisje te willen volgen en ten
slotte koos ik een sluwer middel om tot mijn
doel te geraken. Ik liep het huis voorbij en
niema,nd ziende, dien ik kende, liep ik wat
verder door naar een tuin-restaurant, eene
inrichting met tafeltjes onder kastanjeboo-
men en beuken en lommerrijke prieeltjes
voor groepjes van twee of vier.
Het was nog vroegmaar dit restaurant
is zeer gezocht en al de kleine tafelts onder
de boomen waren ingenomen. Gelukkig ble
ven verscheidene prieeltjes nog ledig, of
schoon een of twee blijkbaar besproken wa
ren en ik stapte het eerste binnen, waar ik
langs kwam.
Enkele oogenblikken liet men mij wach
ten en daarop verscheen een welbespraakte
kellner, om mij de beste schotels van den
dag aan te prijzeni en hij was daarmede nog
druk bezig, teen een man aan den ingang
van mijn prieel kwam, aarzelde en naar het
volgende ging.
„Dat is besproken, mijnheer," riep de
kellner.
.,Ik versta geen Hollandsch," antwoordde
de nieuw-aangekomene in Araerikaansch-
Engelsch. „Spreek je Franschf"
Dit deed de knecht. De man, een mooi
mensch met bijzonder schitterende zwarte
oogen en een innemenden glimlach, legde
hem uit dat hij de persoon was, die het
prieel had besprokendat hij eene dame
verwachtte en het ontbijt eerst zou bestellen
als zij aangekomen was. m
Hij1 zette zich met den rug naar mij toe;
maar ik kon hem door de bladeren en het
latwerk zien en het leed geen twijfel of hij
was gejaagd Hij sprong telkens op, liep
naar den ingang, keek naar buiten en wierp
zich dan weer met een zucht van ongeduld
op de harde houten bank Zij was blijkbaar
in den late
Men bracht mij een omelet en nog altijd
bevond mijn buurman zich alleenmaar
nauwelijks had ik mijn vork opgenomen, of
ik hoorde een lichten, trippelenden tred op
het meti schelpen bestrooide pad daarbuiten
Eene schaduw verdonkerde den ingang en
een oogenblik later vertoonde een miniatuur-
editie van eene vrouw in een net, maar ver
sleten wandelpak zich op mijn drempel. Zij
deed mij denken aan een grijzo huismusch,
die een kruimeltje verwachtte en daarop
verder trippelde, in de hoop het te vinden.
Maar zij ging eerst verder, toen de jonge
man in het aangrenzende prieel overeind
vloog.
„Tante Fay, zijt gij het?" vroeg hij op
bezorgden toon, den naam met merkbaren
nadruk uitsprekende.
„O!" tjilpte de grijze huismusch, naar
den volgenden ingang springende, „ik moet
verkeerd geteld hebben. Ik zag een jong-
mensch alleen zitten en dus zijt gij mijn
neef Ronald."
Ook zij legde klem op den naam en de
bloedverwantschap en ofschoon ik niets on-
derscheiden kon van het gelaat, dat achter
eene dichte voile verborgen was, wist ik
reeds dat ook zij uit Amerika kwam.
„Hoe grappig," dacht ik, „zij schijnen
elkander nooit te voren te hebben ontmoet.
Zij moet eene langverloren tante wezen."
j Mijn buurman wilde zijne bloedverwante
j het prieel binnenlaten maar zij bleef nog
altijd buiten.
I „Kom, Ti be", riep zij op geheel veran
derden, schrillen toon. „Hier. Tibe, Tibe,
Tibe!"
Er ontstond eên plotselinge beweging in
den tuin de stoelen werden dichter bij de
tafeltjes getrokken, de kellners sprongen
j rond, er weerklonken eenige gesmoorde
j vrouwengilletjes en een groote, donker
grijze bloedhond, met een zeldzaam ernstige
I uitdrukking op zijn schrikwekkend voorko-
men, rende door de menigte op zijne mees-
teres toe, zonder zich in het minst om hin
derpalen te bekommeren. Men had hem
waarschijnlijk geleerd, dat anderen voor hem
uit den weg moesten gaan, en mij dacht,
zooals de kansen stonden, zou hij hierin
zelden teleurgesteld worden.
„Lieve hemel!" riep neef Ronald uit,
toen het monster tegen hem aanstormde,
„daarvan hebt gij mij niets gezegd
„Neen, ik wist vooraf dnt gij van hem
zoudt houden Ik zou n'ets te maken willen
hebben met iemand, die dat niet deed. Vindt
j gij hem niet prachtig?"
j „Ik vind hem een droom," zeide de jonge
t manmaar hij voegde er niet bijwelke
j soort van droom
Wordt vervolgd