H\
Woensdag 21 April 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
7" Jaar|ang.
FOORTSCH DAGBLAD.
f 1.00.
- 1.00.
- 0.00.
ABONNEMENTSPRIJS:
Par 3 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
Afzonderlijke nummers
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
«morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKH OFF C°.
Utrechtschestraat t. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTISN:
f 8.88.
0.18.
▼an 15 regels
Elke regel meer
Dienstaanbiedingen en aanvragen 20 eenta bij voeruitbetahnf.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement, fiea#
cireulairebevattende de voonvaarde», wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De revolutie iu Turkije.
Het gaat in Turkije om en om. Verleden
week scheen het rijk van het comité „Een
dracht en vooruitgang' uit te zijn; thans
komt het er weer bovenop. De hartader van
het land is blijkbaar Rons tan tinopel niet.
Toen in de hoofdstad de zware slag gevallen
was, die op het eerste gezicht den indruk
maakte al9of de Joug-Turken waren vernie
tigd, is dadelijk van Saloniki de tegenstoot
uitgegaan, die bestemd \/as de gevolgen van
dezen slag uit te wisschen. En men behoeft
er niet over in twijfel te verkeeren, aan
welke zijde de grootste kracht aanwezig is.
De bevelhebber van c'e strijdmacht, die
uit Saloniki is uitgezonden, Husni Pacha,
heeft uit Dedeagatsch a;.n de vertegenwoor
digers der vreemde staten in Konstantinopel
de volgende boodschap gezonden ,,Ik heb
de eer Uyre Excellentie eerbiedig mede te
deolen, dat liet hoofddoel van het op Kon
stantinopel aanrukkende legerkorps bestaat
in het definitieve herstel van de grondwet
en in de wettige bestraffing van de vloek
waardige bedrijvers van de bloedige wanor
delijkheden, voorbereid door reactionaire
elementen, welker humaniteit steeds te weri-
schen liet. Uwe Excellentie kan volkomen
overtuigd zijn, dat men leven en goed van
do vreemdelingen, deze op ontzag aanspraak
hebbende gasten van ons dierbaar vader
land, volledig zal weten te beschermen en
dat men in staat zal zijn de rust en de vei
ligheid van de geheele volkiug te waar
borgen
Tegenover het zelfbewustzijn, dat uit deze
boodschap spreekt, steekt eigenaardig af de
stemming. die in Konstantinopel heerscht.
Men kenschetst den sultan als radeloos, het
ministerie als hulpeloos. Onder de bevolking
is de stemming omgeslagen. Er bestaat nu
groote verbittering tegen de mohammedaan-
sche geestelijkheid, die het gebeurde van
13 April heeft uitgelokt, en tegen de lei
ders van die beweging. Vele oelema's schij
nen ook tot het inzicht te zijn gekomen, dat
de contra-revolutie een groote "misslag is ge
weest, en zij doen hun best die verantwoor
delijkheid van zich af te schuiven. Het be
kend worden van die op die officieren ge
pleegde moorden heeft de spelling van den
sultan ook bij de geestelijkheid be
dorven, die verklaart-, dat zulk eene wreed
heid met de Scheriatwet geheel in strijd is.
Zoo blijven als aanhangers van den sultan
slechts over de niet georganiseerde soldates-
ka en -een deel van de softa's, en met dezen
is tegen de goed aangevoerde mannen uit
Saloniki weinig te beginnen.
Een medewerker van de Frankf. Ztg.
schetst den toestand aldus: „Alle berichten
uit Konstantinopel stemmen hierin overeen,
dat het Jong-Turksche comité reeds meester
van den toestand is en dat het binnen zeer
korten tijd met zijne troepen Konstantino
pel zal binnen trekken en de stad zal be-
heerschen. Deskundige militaire beoor
deelaars zijn vol waardeering voor de or-
gnniseerende en militaire talenten van de
Jong-Turken, die in verbazend korten tijd
eene troepenmacht van 30,000 man in een
welgeslaagd strategisch plan van opmarsch
voor Konstantinopel bijeengebracht, daar
bij de tucht volledig gehandhaafd en -zelfs
de verpleging van de troepen volkomen ge
regeld hebben. Het politieke verstand, het
zelfbewustzijn en de militaire flinkheid is
bij de Jong-Turken en alleen bij dezen op
de andere zijde heerschen radeloosheid en
onmacht. Juist daarom wordt verwacht, dat
de militaire inbezitneming van de hoofd
stad zonder strijd, waarschijnlijk zelfs zon
der bloedvergieten zal worden voltrokken,
en men neemt in de Europeesche hoofdste
den ook aan, dat, daargelaten enkele moge
lijke uitspattingen tegen Armeniërs, leven
en eigendom van de christenen en vreemde
lingen door de nieuwste omwenteling niet
in gevaar zijn gebracht, zoodat deze om
wenteling door de mogendheden voorloopig
-als eene binnenlandsche aangelegenheid van
Turkije kan worden beschouwd.
De Jong-Turken zullen wraak nemen op
de aanstokers en bedrijvers van den opstand
in de vorige week. Men moet aannemen,
dat zij voor den sultan geen halt zullen
maken, zoodat de regeeringsdagen van
Abdul Ham id wel geteld zullen zijn. Men
moet er ook mee rekenen, dat naar oostersch
gebruik daarmee tegelijk zijne levensdagen
geteld zijn, want volgens verklaringen uit
Jong-Turksche bron schijnt men in hem de
oorzaak van het te Stamboel gebeurde te zien
en dit, ondanks alle verzekeringen van het
tegendeel, als een voorgenomen aanslag
tegen de grondwet te beschouwen.
De zegevierende Jong-Turken voelen zich
voor en na als de geroepen vertegenwoor
digers van het leger en van het Turksche
rijk, niet alleen in het binnenland, maar
ook naar buiten. Het zou zeker eene groote
dwaling zijn, .als in Bulgarije de meening,
die daar in de pers wordt verkondigd, dat
Bulgarije zich den tegenwoordigen toestand
van Turkije voor een militair optreden zou
kunnen ten nutte maken, tot daden leidde.
Van het oogenblik af waarop dat gebeurde,
zouden alle Turksche partijen en stroomin
gen eensgezind zijn en ook sterk genoeg om
af te weren. Dan zou er werkelijk gerecht
vaardigde vrees bestaan voor leven en vei
ligheid v.an de christenen en vreemdelin
gen, en omdat men mag aannemen, dat men
niet in het onzekere verkeert over zulke ge
volgen in de kabinetten van de groote mo
gendheden, móet men ook verwachten, dat
deze, als het noodig mocht zijn, iederen aan
val van buiten tegen Turkije zullen verhin
deren".
Italië.
Rome, 20 April. Bij de ontvangst
der Fransche bisschoppen hield de Paus een
rede, waarin hij er op wees, dat hij uit het
land, dat hem in het openbaar zóó groote
smart berokkent, veelvuldige huldeblijken
ontvangt, waardoor de hoop der geheele we
reld verlevendigd is.
De Paus betuigde zijn dank aan de bis
schoppen van bijna geheel Frankrijk voor
hunne gehoorzaamheid jegens den stedehou
der van Christus, te midden van den storm,
door helsche machten opgewekt.
De Paus gaf daarna den raad den "Strijd
voort te zetten en ried den bisschoppen
aan de aanvallen der vijanden het hoofd te
bieden
Hij voegde daaraan toe, dat men den boo-
zen vrijheid laat tot het plegen van allerlei
misdrijven en dat de vijanden der kerk door
arglistige wetten de bisschoppen van den
Paus trachten te scheiden. De bisschoppen
echter moeten eensgezind blijven.
Spanje.
Madrid, 20 April. Bij de griffie
van de Kamer is eene klacht ingekomen
van den afgevaardigde M&cias tegen den
minister van marine eu de regeering.
Tweede telegram. In de Kamer
is voorlezing gedaan van het rapport dei-
commissie, die benoemd is om kennis te ne
men van de tegen den minister van marine
en andere leden der regeering gerichte aan
gifte. Het rapport concludeert, dat de klacht
moet worden onderworpen aan het onderzoek
vau den minister-president.
De afgevaardigde Bfoane verzocht den mi
nister van marine de stukken betreffende de
toewijzing van de vlootbouw aan de Kamer
over te leggen. De minister antwoorde,
dat hij de stukken zal overleggen, maar na
dat hij daaraan zal hebben ontrokken de
stukken, die als nauw betrekken bij de
geheimen van de landsverdediging een ver
trouwelijk karakter dragen.
Hierop ontstaat rumoer bij de partijen der
oppositie. De voorzitter slaagt er met moeite
in de rust te herstellen.
Minister-president Maura steunt de ver
klaringen van den minister van marine. Er
volgt eene levendige discussie tusschen Mau
ra, Canalejas en Moret. Maura verklaart,
dat de regeering trotsch is op haar werk en
volstrekt niet de discussie wil ontwijken
zij verlangt die integendeel. Daaruit zal
blijken, dat de regeering haar plicht doet
ten meeste bate van de waardigheid der na
tie.
De vergadering werd daarop gesloten.
Oostenrijk.
Siczynski, de student die den stadhouder
van Galicië, graaf Potocki, in zijn paleis
heeft vermoord, is door het hof van assises
te Lamberg voor de tweede maal ter dood
veroordeeld. De jury verzocht het gerechts
hof hem in de genade van den Keizer aan
te bevelen.
Rumenië.
Koning Carol van Rumenië heeft giste
ren zijn 70en verjaardag gevierd. De Duit-
sche kroonprins was daarbij tegenwoordig
als representant van den Keizer. De Nordd.
Allg. Zeitung wijdde aan den jubilaris een
artikel, dat hem huldigt als schepper van
den Rumeenschen staat en spruit van ech
ten Hohenzollernaard van de Sigmaringsche
vorstenlijn.
De Balkancrisis.
Weenen, 2 0 A p r i 1. De Neue Freie
Presse bericht, dat de Sultan gisteren het
pro'okol van de Oosteurij ksch-Turkache
overeenkomst heeft bekrachtigd.
Petersburg, 21 April Het tele-
graafagentschap bericht, dat de Russische
regeering hare vertegenwoordigers bij de
onderteekenaars van het Berlijnsche verdrag
heeft opgedragen dezen mede te deelen, dat
volgens hare meening het oogenblik geko
men is om de onafhankelijkheid van Bul
garije onverwijld te erkennen. De Russi
sche Czaar heeft Koning Ferdinand geluk
gewenscht met de onafhankelijkheid van
Bulgarije.
De onderteekening van het protokol der
Turksch-Bulgaarsche overeenkomst zou eerst
Zondag namiddag om 2 uur plaats gehad
hebbenop het laatste oogenblik verlangde
echter de Buigaarsche gemachtigde Liapt-
schew uitstel tot den volgenden dag. De
Porte gaf daarvan kennis aan de vertegen
woordigers der groote mogendheden, om
daardoor zich los te maken van de verant
woordelijkheid voor de gevolgen, die dit
uitstel kon hebben.
Met de bekrachtiging van deze overeen
komst door het Turksche parlement, die
heden wordt verwacht, is verbonden de er
kenning van het koninkrijk Bulgarije, den
voormaligen Turkschen vazalstaat, als zelf
standige' staat. De Buigaarsche minister
Liaptschew lichtte vóór de onderteekening
tot de Russische, Engelsche en Fransche
gezanten, die tegenwoordig waren, de vraag
of hunne regeeringen, wanneer zij akte ne
men van de onderteekening van het proto
kol, bereid zijn den nieuwen staatsrechtelij
ken toestand van Bulgarije te erkennen,
hetgeen door alle drie bevestigend beant
woord werd. Eerst daarna plaatste Liapt
schew zijne handteekening naast die van
Rifaat Pacha, den minister van buitenland-
sche zaken van Turkije.
Het protokol bevat negen punten, waar
van het achtste het gewichtigste is, hetwelk
inhoudt, dat Turkije op grond van het Pe-
tersburgsche protokol verklaart den nieu
wen politieken toestand van Bulgarije te er
kennen. Het protokol bevat ook eene prin-
cipieele bepaling over de Orientspoorwegcn,
maar de gedetailleerde regeling van deze
kwestie zal eerst later geschieden. Bijzon
deren nadruk leggen de regeeringskringen
te Sof'a op het feit, dat Rifaat Pacha na
mens zijne regeering zich heeft verbonden
hei protokol reeds heden, Woensdag, aan
het parlement ter bekrachtiging voor te leg
gen. De erkenning van Bulgarije door de
groote mogendheden zal terstond daarop ge
schieden.
Gelijktijdig heeft te Petersburg de onder
teekening plaats gehad van het protokol der
Russisch-Bulgaarsohe overeenkomst over de
likw'datie van de geldelijke aangelegenhe
den tusschen Bulgarije en Turkije.
Turkyt.
Konstantinopel, 20 April.
In een door hem afgezonden telegram brand
merkt Husni pacha den militairen opstand.
Hij vraagt de soldaten de wederindienststel-
ling der officieren, die op -den Koran een
eed zullen afleggen, dat zij zich niet meer
met de politiek zullen bemoeien, niet te be
letten, zich alleen te wijden aan hunne
militaire plichten en zich niet te mengen in
de maatregelen tot bestraffing van niets-
waardigen.
Wanneer de troepen van Konstantinopel
dit beloven, dan znllen zij niet worden ge
deerd.
In eene proclamatie verklaart Husni
pacha dat het doel van het leger is de con-
stitntioneele regeering te versterken, te be
wijzen, dat geen wet en geen macht boven
de grondwet staat, en een voorbeeldige les
aan de verraders te geven.
Vreemdelingen zullen ontzien worden.
Konstantinopel, 20 April.
De Sultan besprak heden morgen den toe
stand met Tewfik en Hilmi pacha. Hij
bood Hilmi pacha het ambt van groot
vizier aan en beloofde alle waarborgen te
geven, die worden verlangd voor de hand
having der grondwet.
Men verzekert, dat Tewfik pacha is af
getreden.
Tweede telegram. De grootvizier
en de minister van oorlog hebben hunne
ontslagaanvrage ingetrokken.
Er wordt medegedeeld, dat het naar Kon
stantinopel oprukkende leger aan de regee
ring een lijst heeft gezonden van personen,
waaronder afgevaardigden, theologen en
dagbladschrijvers, wier bestraffing wordt
verlangd, wegens hunne verantwoordelijk
heid voor de gebeurtenissen van den jong-
sten tijd.
De proclamatie van Hussein Husni heeft
een uitstekenden en geruststellenden indruk
gemaakt.
Konstantinopel, 20 April.
De voorhoede van Husni pacha is te Tscher-
keskoi aangekomen.
Konstantinopel, 20 April.
De meeste leden van de Kamer hebben zich
naar San Stefano begeven.
Wa shington 20 April. Twee
Amerikaansch© kruisers hebben bevel ont
vangen zich naar de Middellandscho zee te
begeven om de Amerikaansche belangen te
beschermen.
Corfu, 2 0 A p r i 1. De kruiser Ham
burg, die zich hier bevindt als geleider van
het keizerlijke jacht Hohenzollern, heeft
bevel ontvangen zich maar Mersina te bege
ven.
Konstantinopel, 20 April.
De ministerraad beraadslaagt onder voorzit
terschap van Tewfik Pacha. Men verzekert,
dat de ministerraad tot morgen avond aan
den sultan gelegenheid gegeven heeft om
afstand te doen van den troon.
Djeved Bey, de eerste secretaris van den
sultan, verklaarde heden, dat Abdul Hamid
geen enkelen brief heeft ontvangen, waarin
hem gevraagd wordt van den troon afstand
te doen. Hij voegde ei' bij, dat als het leger
de abdicatie vroeg, de sultan daaraan ter
stond zou voldoen.
Tweede telegram. Djev&d Bey
verklaarde dat de sultan niet alleen uit de
provincie, maar ook uit Saloniki en uit het
leger telegrammen heeft ontvangen, die hem
van trouw verzekerden. Men zegt, dat de
Macedonische soldaten merkbaar zijn veran
derd en met meer hetzelfde vuur on het
zelfde vertrouwen aan ('en dag leggen.
Sedert heden morgen komt geen enkele
reizigers- en goederentrein meer in Kon
stantinopel. De spoorwegen zijn uitsluitend
voor militaire treinen gereserveerd. De ver
plichte treinen en cle Orient-express, die
heden morgen moesten aankomen, zijn op
gehouden aan gene zijde van liet station
Tsjataldja.
Het wordt tegengesproken, dat de sultan
eene toevlucht heeft gevraagd bij de gezant
schappen van Engeland en Duitschland en
die gezanten van de groote mogendheden
heeft laten verzoeken te zijnen behoeve tus
schen beide te komen.
Konstantinopel, 21 April.
Het wordt bevestigd, dat Nazim Pacha, de
bevelhebber van de keizerlijke garde, ziju
ontslag genomen heeft.
De divisie van het Turksche eskader, die
geankerd is in de haven van Smyrna, heeft
zich ten gunste van het Jong-Turksche co
mité verklaard.
Generaal Djavit is met tien bataillons
van Ipek gekomenhij is te Mitrowitza
aangekomen.
Saloniki, 20 April. Het centrale
comité „Eendracht en vooruitgang" heeft
aan den correspondent van Reuter een uit
voerig overzicht gegeven van de gebeurte
nissen te Konstantinopel. Naar aanleiding
van de houding, die door de reactionaire
partij is aangenomen te Konstantinopel,
protesteerde de geheele natie met kracht
Nmar het Entjehch
80 VAN
e. N. ES W. M. WILLIAMSON.
De sluiswachters werden, vrees ik omge
kocht, om voor ons in 'het holst van den
nacht de sluisdeuren te openen en Jonkheer
Van Bred er odfe liet zijn club vlag wapperen
voor het geval een hunner hardnekkig mocht
weigeren. Maar nietmand deed het, misschien
wel daar men veronderstelt dat anenschen
gewoonlijk liet tegenbeeld van hun eigenlijk
karakter zijn, wanneer zij plotseling uit hun
slaap worden gewekt zijn de Friezen zwak
en meegaande, als men hen in den nacht op-
schelt.
Het was hoogst belangwekkend op het ka
naal het maanlicht langzaam te zien over
gaan in den aanbrekende» dag en het zachte,
vage landschap te aanschouwen en ik wilde,
dat mijnheer Van (Buren 'bij ons ware ge
weest, want ik ben zeker, dat zijn hart er
door getroffen zou zijn vooral als Freule
Mendia er niet bij was, om zijn enthousiasme
te blusschen.
Het was een heldere morgen, toen wij te
Groningen kwa'men en wij waren volstrekt
niet vermoeid, al hadden wij ook geen oog
geloken. In een mooi hotel „de zeven pro
vinciën" geheeten, waar Jonkheer Van Bre-
derode gedacht had één keer te overnachten,
indien onze plannen niet zoo plotseling ver
anderd waren, was een telegram voor Nell.
Het was van mijnheer Van Buren, en
luidde
„Kan ik aanstaande en zuster meebrengen,
om een dag met u te Utrecht te zijn? Ant
woord Robert v. B. Scheveningeu.
Robert."
Natuurlijk één woord kost minder dan
twee en het is daarom verstandiger dit in
een telegram te gebruiken. Bovendien zij is
zijne aanstaande. Maar daar zwart op wit
zag het er zoo onherroepelijk uit, dat ik
bedroefder om zijnentwille was dan vroe
ger. Het maakte mij ook zenuwachtig, toen
Nell terug seinde: „Ja, heerlijk," en er
den dalum bijvoegde, waarop wij rekenden
te'Utrecht te zullen zijn. Ik ben nog opge
wonden, terwijl ik dit schrijfwant ik heb
zoo'n idee, dat Freule Menela het mijnheer
Van Buren hoogst kwalijk nam, dat hij
zoolang bij ons bleef, en dat zij nu hem
of iemand anders er voor wil straffen.
HOOFDSTUK XXVII.
Van het standpunt van
Ronald Starr.
Ik geloof, dat weinig mannen hartstoch
telijker hebben 'bemind dan ik. die beide
mooie stiefzusters liefhad, toen ik om ha
rentwil een misdadigen boottocht onder
nam.
Om van haar bijzijn te genieten, dage
lijks tot 'haar op te mogen zien, <haar lieve
stemmen te hooren en eindelijk uit te vin
den welke van beiden mij waarlijk dierbaar
der dan de andere was, stal ik in koelen
bloede eene tante en jokte ik daarna zoo
dikwijls op dat punt, dat ik bijna begon te
gelooven dat zij mijne tante was. Misschien
zeide ik bij mijzelf, als er eenige blaf
fende honden uit den kennel van mijn ge
weten ontsnapten, die tot rust moesten ge
bracht wor'den misschien is zij wel mijne
tante in een vroeger bestaan geweest. Maar
dan had ik iets omtrent haar gezegd tot
mijzelf of anderen, om de zaak te bevorde
ren en de sop was de kool wèl waard
wat het eerste gedeelte van het uitstapje
betreft.
Van Brederode was zoo merkbaar verliefd
op de bet coverende Nell van Buren, dat ik
wel spoedig tot eene slotsom komen moest.
Nell was de eenige vrouw buiten wie het
"ook mij onmogelijk zou zijn te leven. Ik
bleef die overtuiging koesteren tot op den
eersten avond te Enkhuizen, toen ik op eens
inzag dat Phyllis Rivers, dat heerlijke even
beeld van een der engelen van Burne-Jones,
liefde had opgevat en bemind werd door
een Hollandschen reus, die haar nooit naar
waarde zal weten te schatten.
Voordat die slag mij trof, had ik altijd
half onbestemd gevoeld, dat, ook al moest
ik de onvergetelijke Nell verliezen, de aan
biddelijke Phyllis mij toch blijven zou, om
mij te troosten, maar op 'denzelfden avond
dat ik, doorweekt van regen, door Nell werd
afgescheept, vernam ik dat Phyllis mij als
een broeder beschouwde. Ik was wanhopig.
Nooit had zij er zoo bekoorlijk uitgezien
dan badende in tranen. Zij is lvet eerste
meisje, dat ik heb zien weenen, zonder dat
haar neusje rood wordt. De tranen rollen
als paarlen over hare onderste wimpers die
bijna evemlang zijn als de bovenste en ik be
greep op dat oogenblik niet, hoe het toch
mogelijk was, dat ik een ander meisje boven
haar ha'd verkoren. Te laat voor mijne ge
moedsrust verzekerde zij mij, dat naar hare
roeening, mijne zaak bij hare stiefzuster niet
zoo 'hopeloos stond. Thans wilde ik Phyllis
en niet Nell uit de armen van een gehalten
medeminnaar rukken (zij was er nog wel
niet in, maar dit kon elk oogenblik gebeu
ren, als ik geen beslag op haar legde) en hot
was uiterst pijnlijk, dat zij mij op dit critie-
ke oogenblik haar eens onbereikbare stief
zuster naar het hoofd slingerde.
Zeker, den volgenden dag, toen Alb de
motorboot ter onzer reddling naar Urk
bracht, deed de wijze, waarop Nell's groote
bruine oogén opklaar dón, toen zij hem in het
oog kreeg, mijn hart weer onstuimig klop
pen en ik bevond mij precies in denzelfden
toestand, als in het begin niet in staat tot
een besluit te komen, buiten welk meisje ik
het 't minst stellen kon. Maar deze terug
keer tot den chaotischen toestand was niet
zeer bevorderlijk voor mijn gemoedsrust, om-
diat, al kon ik het buiten geen van beiden
stellen, ik mij gelukkig zou achten er ten
minste één te behouden. Daarbij kwam nog
cle onrust, omtrent Sir Alec Mac Nairne en
het gevaar, dat hij uit de lucht kwam vallen
en het gebouw, dat ik zoo zorgvuldig opge
trokken had, met één slag verwoesten.
Over liet geheel genomen had het voorko
men van Friesland zich niet met dezelfde
camée-achtige duidelijkheid in mijn geheu
gen geprent, als de overige gedeelten van
Holland eenige weken en zelfs dagen te vo
ren, toen ik nog jong en gelukkig was.
Zooals ik reeds onmiddellijk in ons com
plot opmerkte, kan zelfs een Albatros vau
groot nut worden. Te Amsterdam, toen ous
complot een oogenblik gevaar liep, diende
Alb eenigszins als schild, en toonde al de
listige beliendigheid van een geboren schelm
te bezitten. Te Leeuwarden was het daarom,
de beurt aan mij om een wanhopige daad te
doen, toen de mood aan den man kwam.
Ik kan mijn tegenwoordigheid van geest
niet genoeg loven. Dagen daarna waren
mijne polsen nog als verlamd van dat fa-
meuse schudden, maar ik redde den toestand
door den eclïtgenoot van tante Fay op zoo
krachtige wijze de hand tie drukken, dat ik
hem als een tol liet draaien. Ik schonk Van
Brederode een kans met de meisjes te ver
dwijnen.
Als tante Fay werkelijk aan boord van de
Lorelei, herdoopt de Mascotte geweest ware;
als de M-, wijlen de L., Brederode's boot
geweest ware, en hij werkelijk met mijne
tante geflirt had langs de waterwegen van
Holland, volgens den vagen, indruk van Sir
Alec, kon ik niet meer mijn best hebben ge
daan, om haar aan zijne jaloersche wraak
zucht te onttrekken door hem te laten ont
snappen.
Alb had nooit van een flirtation gespro
ken en ofschoon ik boos was op den Alba
tros, om zijne stilzwijgendheid, toen ik helt
voor het. eerst uit den mobd van Sir Alec
vernam, dwong mijn hinderlijk gevoel van
rechtvaardigheid mij echter later te erken
nen, dat hij dit noch aan mij, noch aan an
deren kon zoggen.
Wordt vervolgd.