M#. 817.
7" JaargAng.
Vrijdag 7 Mei 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauco per post1.50.
Afzonder, ijte nummers0.05.
Deze Co-itfat verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentifinmededeelinger. enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bij de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIfiN:
Van 1-6 regel» f O.SO.
Elke regel meer 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordcelige bepalingen bel
het herhaald adverteeren in dit Blad, bfl abonnement. Eeae
oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
l>e hervorming van <ie Duitsche
rijkstiuaucieii.
„De toestand is bitter ernstig". Met deze
woorden heeft -het orgaan van de Duitsche
regeering, de Norddeutsche Allgemeine Zei-
tung, de toestand gekenschetst, die ontstaan
is door den loop van de beraadslagingen
over de financieel© hervorming in den rijks
dag, en zij voegde daaraan toe: ,,De spoe
dige afdoening van de financieele hervor
ming is eene nationale eerezaak geworden.
Wanneer de meerderheid van den rijksdag
zich aan deze taak onttrekt, dan zijn de
gevo'gèn onberekenbaar."
Welke de onberekenbare gevolgen zijn,
waarop het orgaan van de Duitsche regee
ring hier zinspeelt, is zeer goed te verstaan,.
Komt de hervorming van de rijksfinanciën
niev *ol- stand op de door de regeering ge-
weuschte wijze, dan zijn er slechts twee
mogelij killedenaftreden van vorst Bülow
als rijkskanselier of ontbinding van den
rijksdag.
De schuld, dat men niet kan vooruit ko
men met de financieel© hervorming, dragen
de conservatieven, die hun verzet tegen de
rijksbelasting op de erfenissen niet willen
opgeven. Na langdurige onderhandelingen,
d'e niet tot een praktisch bruikbaar resul
taat hadden geleid, verklaarde de regee
ring, •'oen na de Paaschvacautie de finan
cieel© commissie van den rijksdag haren ar
beid hervatte, dat zij de belasting op de
erfenissen moest handhaven. De conserva
tieven antwoordden op deze verklaring met
de indiening van een voorstel tot vervan
ging van de belasting op de erfenissen door
eene belasting op de waardevermeerdering
van onroerende en roerende goederen. Het
standpunt, dat de regeering koos tegenover
dit voorstel, was dit Van eene vervanging
\an de belasting op de erfenissen door eene
andere belasting wilde zij niets weten. Daar
entegen liet zij de mogelijkheid open om de
belasting op de erfenissen aan te vullen
door eene belasting op de waardevermeerde
ring van onroerende goederen. Eene derge
lijke belasting, van roerende goederen ge
heven, wees zij beslist af.
De financieel© commissie van den rijks
dag heeft daarop verleden Zaterdag de be
kende besluiten genomen, die leidden tot
verwerping, bij staking van de stemmen,
van alle aanhangige belastingvoorstellen.
Wat de nieuwe plannen betreft omtrent de
heffing van belastingen van de waardever
meerdering, daarvan kan het gedeelte, dat
op roerende goederen betrekking heeft, als
gevallen beschouwd worden. Wel noodigt
het door de commissie aangenomen voorstel
de regeering uit eene dergelijke belasting
in overweging te nemen. Maar dat bindt de
regeering nietzij kan- bij hare overwegin
gen *ot een negatief besluit komen en dan
behoeft zij geen wetsontwerp in te dienen.
Anders* is het met het andere voorstel, dat
de regeering uitnoodügt tot het indienen
van een wetsontwerp op de belasting van de
waardevermeerdering van onroerende goe
deren. In beginsel is de regeering niet te
gen eene dergelijke belasting; het zou dus
mogelijk zijn, dat zij aan deze uitnoodiging
gevolg' gaf en een wetsontwerp samenstelde.
Maar dat zou een geruimèn tijd vorderen,
want de zaak is nieuw en ingewikkeld. De
afdoening van de hervorming der rijka-
financ'ën zou hierdoor dus eene nieuwe,
aanmerkelijke vertraging moeten onder
gaan, f.i dit zou in strijd zijn met de ver
klaring van vorst Bülow, dat de financieele
hervorming nog vóór den zomer tot stand
moet komen.
Wat zal de regeering nu doen? Dat weet
voor 't oogenblik nog niemand. Uit Berlijn
wordt daarover aan de Frank?. Ztg. ge
schreven
„Een besluit of een beslissende stap is in
den eersten tijd niet te verwachten, en wel
niet alleen om de formeele reden, dut de
verbonden regeeringen eerst een votum van
den rijksdag moeten afwachten, maar ook
omdat men op de plaats, waar de beslissing
daarover moet vallen, nog niet tot een besluit
gekomen is omtrent hetgeen er zakelijk
moet gebeuren. De ontbinding van den
rijksdag zou, zoodra de rijksdag een besluit
heeft genomen, dat de financieele hervor
ming verijdelt, hét meest voor de hand lig
gen. De rijksregeering zou dit correcte
middel mét kans van slagen kunnen toepas
sen, als de zaken zoodanig waren te regelen,
dat voor de verkiezingen als eenig wacht
woord kon worden gesteld de vraag of, tot
wegneming van den financieelen nood van
het rijk, 500 millioen aan nieuwe lasten
worden opgelegd, en wel onder voorwaar
de, dat een aanmerkelijk deel van dit be
drag door directe belasting van het lezit
wordt opgebracht. Verkiezingen, die onder
deze leus /worden gehouden, zouden zeer
waarschijnlijk eene meerderheid brengen voor
deze financieele hervorming. Maar een
zoo duidelijke casuspositie is, bij de be
staande politieke omstandigheden en partij
verhoudingen, thans nog niet te krijgen.
Het laat zich aanzien, dat de ontwikkeling
van den toestand er toe zal leiden, dat vroe
ger of later eene vastberaden regeering tot
het beroep op de kiezers zal kunnen over
gaan. Voorloopig doen allen, die opzien
tegen de ontbinding en tegen de verkiezin
gen, gelden, dat d'e uitslag wellicht zou
kunnen zijn, dat er eene meerderheid kwam,
samengesteld uit centrum, sociaal-democra
ten en Polen, en zij trachten door
deze mogelijkheid de regeering afkee-
rig te maken van de ontbinding. Ook
de vraag, of de rijkskanselier zich
tot aftreden genoopt zou kunnen zien,
zal in den eersten tijd nog niet beslist wor
den. De afwezigheid van den Keizer zal ook
wel meewerken tot vertraging; in sommige
bladen wordt er aan herinnerd, dat Bismarck
in dergelijke kritieke omstandigheden door
eene keizerlijke boodschap invloed trachtte
uit te oefenen Onder deze omstandigheden
wacht men af, omdat tot dusver nog nie
mand een uitweg weet."
Duitschland.
Een Berlijnsch correspondentieburean
heeft het bericht verspreid, dat de rijks
kanselier vorst Bülow nog vóór Pinksteren
Zal aftreden, wanneer tot dien tijd niet eene
verandering gekomen is in den politieken
toestand, die aan de hoofdlijnen van zijne
financieele politiek beantwoordt. De Köln.
Ztg. teekent hierbij aan ,,Dit bericht zal
Vel afkomstig zijn van eene zijde, die er
belang bij heeft de tegenwoordige verwar
ring van den politieken toestand nog te ver-
grooten. Naar wij uit de beste bron kunnen
berichten, is dat bericht een verzinsel, zon
der eenigen grondslag".
De Lokal-Anzeiger, die met de regeering
betrekkingen heeft, vermaant tot geduld en
wijst er op, dat men evenmin rechts als
links het aftreden van den rijkskanselier of
de ontbinding van den rijksdag als mid
del beschouwt om de bezwaren van den
toestand der binrrenlandsche politiek uit den
weg te ruimen, en dat er dus eene andere
uitweg moet worden gevonden. Daaruit
schijnt te blijken, dat vorst Bülow altijd nog
hoopt tusschen de partijen van zijne oude
liberaal-conservatieve blokmeerderheid over
eenstemming te kunnen krijgen. Misschien
wordt hij in die hoop versterkt door het
feit, dat onder de conservatieven niet de
eensgezindheid bestaat, die zich naar buiten
doet kennen in de besluiten van het partij
bestuur. Althans een deel van de conserva
tieven schijnt gezind te zijn de regeering te
gemoet te komen.
Frankrijk.
Een tot de radicale partij behoor©nd lid
van de marine-enquêtecommissie heeft zich
tegenover een medewerker van de Liberté
zeer afkeurend uitgelaten over de tegen de
maatschappij Schneider-Creuzot ingestelde
strafrechtelijke vervolging. Hij verklaarde,
dat de commissie,- voordat zij haren arbeid
ten einde brengt, van de regeering inzage
zal vragen van alle hierop betrekking heb
bende stukken om ook over deze zaak volle
dig licht te verspreiden. Mpn kan echter nu
reeds zeggen, dat de gevolgen van de door
de regeering lichtvaardig en zonder ernstige
reden genomen maatregelen onberekenbaar
zijn voor de Fransche industrie. Zoo heb
ben reeds verscheidene vreemde staten,
waaronder Spanje, Rusland en Italië, die in
Fi-ankr.j.» geschuttorens hadden besteld, die
bestelling ingetrokken.
Van wel ingelichte zijde verluidt, dat de
regeering reeds ernstige maatregelen geno
men heeft voor het geval van eene nieuwe
staking onder het personeel van de posterij.
Een postbeambte, die tegenover een dag
bladschrijver uit de school klapte, deelde
mede, dat het sein tot den opstand zou wor
den gegeven door eene tegen a.s. Maandag
bijeengeroepen volksvergadering èn dat de
staking zelf Dinsdag zou beginnen. Al zou
ook het aantal stakers ditmaal kleiner zijn,
dan zouden de gevolgen van de staking toch
veel ernstiger zijn, omdat de stakers lieden
zouden zijn, die voor niets terugschrikken.
Denemarken.
Kopenhagen, 6 Mei. De Rijks
dag is heden gesloten. De verkiezingen voor
het nieuwe Folketing zijn bepaald op 25
Mei.
Italië.
Rome, 6 Mei. In antwoord op eene
vraag over de plannen tot verhooging van de
invoerrechten door Frankrijk en de Veree-
nigde Staten verklaarde Sanarelli, onder
staatssecretaris van. landbouw, dat de regee
ring zich met deze zaak bezighoudt en reeds
stappen heeft gedaan bij de betrokken mo
gendheden. Zij hoopt, dat het mogelijk zal
zijn het gevaar van verdere verhoogingen,
te kunnen afwenden.
De onderstaatssecretaris van financiën
liet zich in denzelfden geest uit.
Rome, 6 Mei. Toen hedenmorgen lui
tenant Calderara oefeningen deed met het
luchtschip van Wright, kwam het toestel op
den -grond neer en werd beschadigdde
luitenant werd licbt gewond.
Spanje.
Madrid, 6 Mei. In den ministerraad
deelde minister-president Maura mede, dat
do Koning, wegens de obstructie, die de
oppositie-partij ên voeren tegen het wetsont
werp op de verbindingen ter zee, dat reeds
sedert eenigo maanden in behandeling is,
zich genoodzaakt heeft gezien zijn toevluscht
te nemen tot een uitersten maatregel, nl. om
van morgen af de zittingen der Kamer per
manent te vei-klaren.
Hongarije.
Budapest, 6 Mei. De Keizer-Ko-
ning gaat voort staatslieden bij zich te ont
vangen om hen te raadplegen over de minis
ter ieele crisis. De voorzitter van de Kamer
verklaarde, nadat hij van de audiëntie kwam,
aan een dagbladschrijver, dat hij een goeden
indruk meenam. De monarch klaagde er
echter over, dat hij zeer vermoeid was.
Bulgarije.
De Lokal-Anzeiger verneemt uit Sofia, dat
er nog geen sprake is van een kroning van
den Koning vaii Bulgarije. Dit jaar zal .iet
stellig biet gebeuren, en misschien in 't ge
heel niet. De Bulgaarsche geschiedenis be
vat voor deze plechtigheid geen antecedent.
Montenegro.
Kroonprins Danilo van Montenegro, is in
Petersburg, voornamelijk om van den Czaar
wat geld los te krijgen, omdat de mobilisatie
vorst Nikita zooveel heeft gekost. Czaar Ni-
colaas schijnt echter niet zooveel te willen
geven, als men te Cettinje verwacht.
Turkije.
Het telegram van gelukwensching van den
Duitschèn Keizer aan den sultan luidt
„Naar aanleiding van de troonsbeklimming
van Uwe Majesteit breng ik u mijne op
rechtste gelukwenschen voor uwe regeering
en liet' geluk van het Turksche volk".
De sultan antwoordde „Voor de geluk
wenschen, die Uwe Majesteit mij wel heeft
willen zenden naar aanleiding van de bestij
ging van den troon mijner vaderen, en voor
de edele gevoelens, die Uwe Majesteit heeft
geuit, verzoek ik mijn oprechten dank in
ontvangst te willen nemen. Ik smeek den
hemel om eene gelukkige regeering. van Uwe
Majesteit en om het geluk en de tevreden
heid van U. M.'s onderdanen".
Mahmoed Chefket Pacha en het ministe
rie van oorlog verklaren, dat de provinciën
rustig zijn en dat er geen reden bestaat tot
het zenden van andere expeditiën dan naar
Adana, waar de aanrichters van het bloed
bad gegrepen en terechtgesteld zullen wor
den. Mahmoed Chefket oordeelt den toe
stand in de hoofdstad gunstig, maar meent,
dat er nog ongeveer drie weken noodig zijn
om haar van slechte elementen te zuiveren.
Saloniki, 6 Mei. De troepen dre
ven te Kayalar een bende Oud-Turken, on
der bevel van kapitein Moustapha, uiteen
en doodden 7 man. De rest van de bende
met den kapitein ontkwam.
Konstantinopel, 6 Mei. De
toestand in Anatolië is zeer verontrustend.
De onlusten breiden ziéh uit over nieuwe
gewesten. De plaatselijke autoriteiten zijn
de medeplichtigen van de onruststokers
de troepen zijn gedesorganiseerd.
Brazilië.
Buenos A y r e s, 5 Mei. Op het
Grondwetsplein vielen stakers een tramwa
gen. aan. De soldaten gaven vuur; een
persoon werd gedood, een andere gewond.
Buenos Ayr es, 6 Mei. De staking
duurt voort. De politie gaat voort de betoo
gingen met kracht te onderdrukken.
Zuid-Afrika.
Bloemfontein, 6 M e i. Uit uit
muntende bron wordt bericht, dat in de na
tionale conventie Transvaal met succes is
opgekomen voor het beginsel van gelijke
rechten, wat de vertegenwoordiging betreft,
voor de stedelijke en de plattelandsdistricten
in het toekomstige Zuid-Afrikaansche par
lement. De door de Kaapkolonie voorge-
steldo amendementen, die de plattelands-dis
tricten meer bevoordeelden, zijn verworpen.
De crisis is nu voorbij.
Perzië'
De aankondiging, dat eene nieuwe grond
wet is verleend, is geschied op den verjaar
dag van den sjah. De kieswet zal spoedig
verschijnen. De nationalisten zijn ontevre
den omdat de oude grondwet hiet vernieuwd
is en zij van de nu toegezegde constitutie
weinig goeds verwachten.
Te Ta.bris, waar het andjoemen per tele
graaf in kennis was gesteld van het besluit
om de nieuwe grondwet te verleenen, werd
voor het eerst sedert twee jaren de verjaar
dag van den sjah gevierd. Er werden saluut
schoten gelost en des avonds was de stad
feestelijk verlicht.
Allerlei.
v— Als bijdrage ter bestrijding van de
kosten der Darwin-feesten te Cambridge, in
Juni a. s., heeft een onbekend gebleven
gever 6000 gulden gestort. De senaat van de
universiteit te Cambridge had reeds voor
hetzelfde doel een crediet toegestaan van
6000 gulden.
v— Uit Parijs komt het bericht, dat de
maatschappij Loewe de patenten van de
Wright-vliegtoestelleu voor Duitschland ge
kocht heeft voor f 750,000 fr.
v De Times meldt dat een kapitein van
de genoe, Dume genaamd, een vliegmachine
heeft uitgevonden dat dit van de Wright's
ver moet overtreffen. Durne deed er in het
geheim reeds proefnemingen mee te Farn-
borough en in Schotland.
vO® internationale tentoonstelling van
de landhouw-automobiel en van de toepas
singen van den mechanisch en motor bij den
landbouw, zal Zaterdag aanstaande te Ant
werpen geopend worden, om den 23 Mei te
sluiten.
vDe kiesrechtvrouwen hebben weer
wat nieuws uitgehaald. Van het dak van
een huis in de buurt van het Parlements
gebouw hebben zij door middel van vliegers
een reusachtige vlag in de lucht gelaten,
waarop dé leus Stemrecht voor vrouwen.
vOp verzoek van den raadsheer, die de
debatten van het gerechtshof van Seine et
Oise moet leiden, heeft de rechter van in
structie van St.-Martin De Ré zich naar hot
depot der galeiboeven begeven, om er de
verklaringen van Courtois te ontvangen.
Het proces-verbaal dier verklaringen is
Dinsdag overhandigd aan de advocaten van
Renard. Courtois heeft gezegd: „Ik ben op
't punt van te sterven. Ik heb er dus geen
j belang bij te liegen. Welnu, ik verzeker u
dat Renard schuldig is.
Het proces zal voor het assisenhof tal
van incidenten uitlokken. De advocaten van
Naar hit Engtlsch
03 vav
0. N. >1 W. M. WILLIAMSON.
„Natuurlijk is Rudolf zeer dapper, maar
dat is zoo'n groote deugd niet van hem. Alle
Van Bred erode's zijn dapper geweest, sedert
de dagen van den Watergeus, maar ik ben
bang, da't hij het te veel weet. Hij heeft
nogal een hoogen dunik van zichzelf, en wat
zijne koppigheid betreft..."
Toen had Nell eindelijk ook wat te eeggen.
Met 'bestudeerde zachtheid vroeg zij„Is
he* u dan, nooit opgevallen, dat iemand zelf-
achting en flinkheid kan 'hébben, zonder kop
pig of verwaand te zijn?"
Allen zwegen. „Wel! nicht Helena," riep
Robert, „dat 'e de eerste maal dat ik u ooit
Rudolf hoorde verdedigen."
„Hij heeft getoond zulik een getrouw ka
pitein te zijn, dat het thans mijn plicht is,
als eigenares der 'boot de goede hoedanig
heden te verdedigen, d'ie ons van zooveel nut
zijn geweest," antwoordde Nell, die er zoo
bekoorlijk ui'tza'g'met hare 'biezende wangen
en schitterende oogen, dét ik gevoelde welk
ecu troost in hét leven liet voor mij zijn zou,
als ik die de mijne mocht noemen.
De verhouding werd nu ietwat gespannen
niet door het gesprek, dat ik daar juist aan
haalde, maar dóór de eigenaardige verhou
ding van eenige personen van ons gezel
schap tot elkaar.
Het orgineele plan van het bezoek van Ro-
bert met Menela en de tweelingen was, dat
zij zich ite Utrecht 'bij ons zouden voegen,
en dat wij ze d'an naar Rotterdam zouden
brengen, aleer de Mascotte en de Waterspin
óns weder zuidwaarts naar Zeeland 'brach
ten. Deze omweg was en zé boete voor den
heerlijken dag op de Vec'lït; want om na
Utrecht de Vecht'te bezoeken, waren wij ge
noodzaakt te Amsterdam te belandenen
daar er geen nadere weg was om Zeeland te
bereiken dan over Rotterdam, lag het op on
zen weg het gezelschap der Van Burens zoo
dicht bij huis af te 'zetten. Maar, over water
van Amsterdam naar Rotterdam te gaan,
zou on,s een lange dagreis kosten en daar
wij een. paar gescheiden gelieven in ons
midden hadden, zou dat verlblijf op een
kleine boot gedurende een langen dag, eene
tamelijk scheve verhouding zijn geweest.
Er bleef Robert niets anders over, dan
onder het een of ander voorwendsel te ver-
'ctwijnen. Maar .Robert had ongetwijfeld zijne j
'bijzondere redenen, om te willen blijven, en
bovendien had hij nog het excuus, dab hij
zijne zusters niet wilde verlaten. Als zijne
zusters heengingen, konden zij niet goed
schiks de vriendin achterlaten, die zij had
den meegebrachtanderzijds was het niet
•doenlijk voor deze in haar gezelschap te ver- j
trekken, daar zij juist haren 'broeder de bons
had gegeven, die alle drie begeléidde. Deze
moeielijkhei'd scheen ook Freule Menela te
hébben getroffen, wanlt zij gaf niét te ken- j
nen, dat zij ons wensch'te te verlaten. Mis
schien Vond zij hét beter, dat bekende kwaad!
te verduren, dan höt haar onbekende tege-
moet te gaan, en, oni er zich al vast aan te
gewennen, bleef zij onveranderlijk in mijne
nabijheid, toen wij na den éten, .bij elkander
kwamen, in tante Fay's onvermijdelijke zit
kamer.
Ware ik eene vrouw geweest, dan had' ik
het zeker op de zenuwen gekregen, maar als
man, 'haakte ik er slechts naar, iemand op
zijn kop te geven, om mijn haft eens te kun
nen luchten en uit vrees, dat die „iemand"
Freule Menela mocht worden, stond ik ein
delijk op en gaf anijn voornemen te kennien
een wandeling in den. regen te dóen.
„Wat zou ik niet geven, mét u mede te
gaan!" riep de jonge dame uit Den Haag.
„Hét is hier zoo bédomp't en ik heb vandaag
nog geene lichaamsbeweging gehad. Ik wan
del altoos zoo gaarne in den regen."
„Dan zal ik u .chaperoneeren," zeide de
K. D. G.
„O, u behoeft u die moeite niet te geven,
Lady Mac Nairne," protesteerde Menela.
„U .mocht eens .rheumati'ek krijgenen in
Holland zijn de jonge d'ames zeer onafhan
kelijk."
Het hart ontzonk mij. Hoe zou zelfs dé
onverzettelijke K. D. G. dezen scherpen
hoek omzeilen?
Zij gaf geen kamp. „U is zeer zorgzaam,"
antwoordde zij, „maar ik ben nog van den
ouden stempel en heb Schotsche manieren;
en in Schotland' zijn zelfs bejaarde perso
nen gewoon in den regen te wandelen, an
ders mochten wij wel altoos thuis blijven.
Integendeel, wij houden van een buitje, al
toos in aangenaam gezelschap."
Zoo sprekende stond zij schielijk op en wij
maakten 'met ons drieën eene wandeling door
de .natte straten' van Amsterdam.
De winkels waren schitterend' verlicht en
ik deed mijne béi'de gezellinnon onder hare
druipende parapluies -stilstaan voor hét raam
van een juwelier.
„Wat zoudt u nu hier -wel hét mooiste
vinden?" vroeg ik.
Onmiddellijk antwoordde Men el a„Dien
ring," en wees daarbij naar een t'orbelduif-
kleurigen ca'buchon-robijn in dén vorm van
een 'hart, gezet in helder-wit'te- diamanten.
Het was een verlovingsring.
„Juisit," stemde de K. D. G. toe. „Er is
in de uitstalkast niéts wat hierbij te verge
lijken is."
„Laat ons 'damnaar binnengaan," zeide ik.
„Ik heB eene vriendin, aan wie ik een klein
cadéautje wil geven."
„Cadeautje," herhaalde Menela, „t zal u
op zijn mins't drie duizend gulden kosten."
„Dat is niiet te düur, alles wel be
schouwd," zeid'e ik op geheimzinnigen toon.
En ik tintelde van ondeugend genot, toen
volgens recht van koop de ring de mijne
werd. „Ieder van haar beschouwt dien zoo
goed als de hare," dacht ik. „Morgen
avond, te Rotterdam, als ik veilig ben voor
Freule Menela en .zij voor immer uft mijn
leven verdwenen is, gaat die ring in andere
handen over, maar istellig' niet naar Den
Haag."
Den geheelen nacht droomde ik, dat ik
door de weggeloopen fiancee van Robert
vervolgd werd, en toen ik haar listig zocht
te ontkomen, Sir Mac Nairne in ..dé armen
liep, die mij voor een moordenaar uitkreet.
Het ontwaken bracht niet veel verlichting,
want ik wist, dat in haar kamer, slechts
door een dun beschot van mij gescheiden,
Freule Menela allerlei plannen lag te be
ramen om mij 'te vangen.
„Als ik gered zal worden, zal -dit niet
zijn door mijn eigen moed of vindingrijk
heid. Ik nioet hulp zoeken bij mijne tante.
Den heelen dag heeft zij dapper voor mij
gestreden, maar er zijn nog twaalf gevaar
volle uren. Met haar en Menela .is het een
geval van Griek tegen Griek. Zou zij knap
genoeg blijken, om er mij door te halen."
HOOFDSTUK XXXII.
Ik wist, dat ik er akelig uitzag en ik
hoopte daardoor interessant te zijn, toen ik
de- morgens na het ontbijt in de groote zaal
van het hotel verscheen, even vóór wij naar
Rotterdam zouden vertrekken.
Daar stonden de tweelingen met Nell te
praten. Daar was Van Brederode, die een
kaart van de waterwegen bestudeerde;
daar was de K. D. G., die Tibe een kunst
je leerde, dat hij dagen lang niet had wil
ier leerendaar stonden Phyllis en de
Zeekoning in -een afgezonderd hoekje bij
elkaar. Maar waar was Freule Menela?
Ik vroeg dat overluid en zelfbewust.
„Zij is vertrokken," zeide de dame, die
mijne tante niet is.
„Vertrokken," herhaalde dk.
„Ja, naar Den Haag, zij zeide een tele
gram te hebben ontvangen, dat haar on
middellijk terugriep."
„Oh!" zeide ik en voegde er schijnheilig
bij „Hoe jammer."
De kleine en fraaie mond van .de K, D.
G. welfde zich, ik veronderstel dus dat zij
glimlachte.
„Ja, vind je ook niet?" zeide zij.
Niemand anders sprak, maar ik voeldo
dat het zwijgen van Robert en de tweelin
gen welsprekender was, dan woorden.
Wordt vtr ¥»lfd