I". 15. Tweede blad. Jaargang. Woensdag 14 Juli 1909. CH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: ^er 3 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idtun franco per post - l.SO. Afzoi-Jorlijko nummert - 0.05. j Oouian verschijn dagelijks bohalv op Zon- en Feest dagen. Advertontiën mededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zendon. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50, Elke regel moor - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Qroote letters naar plaatsruimte- Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattendo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Provinciale Staten van Utrecht. De Provinciale Staten van Utrecht kwa men gisterenmorgen 10 uur opnieuw bijeen, onder voorzitterschap van xnr. F. D. graaf Schimmel penninck. De Voorzitter deelt mede, dat bericht van verhindering is ingekomen van de heeren De Wijkerslooth de Weerdcsteijn, Wentink, v. d. Burg, Lothen van Doelen Grothe en Schimmelpenninck. De Voorzitter stelt hierna aan de orde het adres van gelukwensching aan H. M. de Koningin, dat als volgt wordt vastgesteld: Utrecht, 13 Juli 1909. Aan Hare Majesteit de Koningin. De Provinciale Staten van het Gewest, dat zich steeds in Uwer Majesteits warme be langstelling mocht verheugen en waaraan voor Uwe Majesteit zooveel liefelijke herin neringen uit Hare jeugd zijn verbonden, stellen er niet minder hoOgen prijs op dan anderen, aan Uwe Majesteit de meest eer biedige en oprechte gelukwenschen aan te bieden met. de geboorte van Hare Ko ninklijke Hoogheid Prinses Juliana. Moge de Prinses onder Gods zegen op groeien tot vreugde Harer ouders, tot heil van Haar volk. De Staten van Utrecht vleien zich, in lengte van dagen aan de jonggeboren Prin ses even talrijke en diepgevoelde blijken van hulde en gehechtheid te mogen geven, als zij aan Uwe Majesteit en Haar doorluchtig Huis zoo vaak hebben aangeboden, in de overtui ging, dat de banden tussc'hen Oranje en Ne derland nooit vast genoeg kunnen worden ge snoerd. Uwer Majesteits gehoorzame en ge trouwe onderdanen, De Staten der provincie Utrecht. Du Voorzitter geeft hierna het woord aan den heer Van Ittersum om de heer Doude van Troostwijk te antwoorden op diens vragen omtrent de waterstanden aan de Vecht. De hoor Van Ittersum gaf n'a- menits Ged. Staten antwoord op d!e in de vorige vergadering door dien heer Doude van* Troostwijk gedane vraag hoe het nju staat met de onderhandelingen betreffende de waterstands op de Vecht. Uit dit antwoord blijkt, dat Ged. Staten den 15en< Februari van den hoofdingenieur een rap port hebben ontvangen betreffende de voor- loopige plannen tot verbetering. De kos ten, aan de uitvoering van die plannen verbonden bleken echter zoo aanzienlijk te zijn, dat Ged. Staten in de eerste plaats meenden op aanmerkelijke besparingen be dacht te moeten zijn. Den 19. Juni werd een< betreffende enkele hoofdpunten uitge werkt nader plan van den hoofdingenieur oin'bvangen, waaruit de mogelijkheid bLeek van inderdaad aanzienlijke bezuinigingen*, zoowel op de kosten van aanleg als op die van exploitatie, de inrichting tot beheor- sching van dem waterstand op de Vecht. Ged. Staten hebben, in verband ook met 't toegezegde rijkssubsidie, de aanvankelijk verkregen resultaten ter kennis gebracht van den minister van Waterstaat bij schrij ven van 29 Juni jl. Zij twijfelen niet of de hooge regeering, die tot dusver op een on dubbelzinnige wijze van hare belangstel ling en medewerking blijk gaf, zal ook in de toekomst haar die medewerking blijven verleen<en. De Voorzitter stelt hierna aan de orde 1. Voorstel van Gedeputeerde Staten be treffende de verbetering van de Kerkvaart. Gedep. Staten vragen machtiging om met het gemeentebestuur van Breukelen-Nijen- rode een overeenkomst aan te gaan, waarbij de provincie op zich neemt de Kerkvaart uit te diepen tot eene bodem breed te van 3 M. en eene diepte van 1.65 N.A.P., terwijl de gemeente Breukeleu-Nijenrode zich ver bindt tot voortdurend onderhoud van de Kerkvaart op minstens dezelfde afmetingen. De kosten van de uitdieping worden op f 400 geraamd. De commissie van rapporteurs adviseert conform het voorstel van Gedep. Staten to besluiten. Het ontwerp-besluit werd aangenomen met 16 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Molengraaff, die Louter, van J-'uyll en Doude van Troostwijk. De Voorzitter stelt hierna aan de orde 3. Voorstel van Ged. Stalen tot wijziging van bet provinciaal reglement op het rijden met hondenwagens. Ged. Staten adviseeren het reglement niet van toepassing te verklaren op voor ten hoogste twee personen ingerichte voertui gen, waarbij de bonden gedeeltelijk achter en gedeeltelijk onder den wagen loopen, ter wijl bet voertuig zelf voorzien is van een nauwkeurig werkend stuurtoestel en van een rem, wanneer het ieder oogenblik tot stil stand kan worden gebracht. De aanleiding tot dit voorstel is een adres van de hh. M. W. van de Waal te Zcfcst en K. P van Deinse, arts te Kamcrik, waarin werd verzocht, dat het voertuig, ge naamd do ,,kynomobiel" zou worden ont trokken aan de werking van bet reglement. Do commissie adviseert de voordracht van Ged. Staten aan te nemen behoudens eene wijziging in de redactie, zoodat dit, artikel *al luiden: ,,Op voor ten hoogste twee personen in- gerichte voertuigen, welke voorzien zijn ,,van een nauwkeurig werkend stuurtoestel ,,en van eene rem, waarmede het voertuig onmiddellijk tot stilstand kan worden ge- bracht, en welke worden getrokken door „honden, die gedeeltelijk onder het voertuig „loopen, is'dit reglement van toepassing". De heer VanBeeckCalkoen (Co- then) kan zich met voorstel van Ged. Staten niet vereenigen. Hierdoor zou de gebeele kracht van het reglement op het rijden met hondenwagens verloren gaan, daar aan ieder hondenkar met primitieve middelen een stuurtoestel, een rem enz., als aan de kyno- mobielen kan worden aangebracht. Om dit nu te voorkomen, stelt Spr. voor dat de be paling worde aangebracht in art. 1 dat de desbetreffende hondenwagens moeten loopen op gummibanden en kogelassen en voorzien moeten zijn van een signaalhoorn. In dezen geest dient spr. een amendement in, dat in de Vergadering wordt gesteund. De Voorzitter stelt voor dit vrij ingrijpend amendement na de pauze te be handelen. Conform wordt besloten. Hierna werden er-schillende subsidiën verleend. Aar. het Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde werd 9500 subsidie verleend voor landbouwbdastingenvoorts 2000 aan bet Nederlaridsche Gasthuis voor Be hoeftige Ooglijders2000 aan de Vak school voor Typografen te Utrecht, en dan nog alle verdere aangevraagde subsidiën tot kleinere bedragen. Aan de orde kwam daarna het voor stel van Gedeputeerde Staten betreffende het toekennen toelagen aan oud-wegwerkers. Dit voorstel strekt om aan Van der Vel den r~i aan H. Markenhof eene toelage te verleene van. f 6 per week, welke tot f 4 zal worden verminderd na de ontbinding van het huwelijk, en de aan J. Klarenbeek ver leende toelage te verhoo^en tot f 6 per week zoolang zijne echtvereeniging voortduurt. De commissie van rapporteurs adviseert conform het voorstel te besluiten met eenige wijziging in de redactie, hoofdzakelijk hier op neerkomende, dat voor „na ontbinding van. bet huwelijk" wordt gelezen „na over lijden". Naar aanleiding van een mededeeling om trent redactiewijziging namens Ged. Staten door den Voorzitter gedaan, trekt de com missie dit advies in. De heer Kettlitz heeft mat sympa thie het voorstel van Gedep Staten gele zen Met teleurstelling heeft spreker ech ter de beperkende bepaling gezien, dat na het overlijden van de vrouw de toela ge voor den. man vermindert. De man behoort na het overlijden' zijner vrouw onafhankelijk te zijn van de publieke weldadigheid' of van kinde ren. Juist wanneer de vrouw komt te sterven, wordt de man afhanke lijk van vreemde hulp en worden de uit gaven van den man grooter im plaats van minder, omdat het zuinige beheer der huisvrouw ontbreekt. Spr. stelt voor deze beperkende bepaling terug te nemen. Vóór een amendement in te dienen, zou spr. het ge voel eb van Ged. Staten wililen ver nemen. Spr. stelt ook voor de toelage van den wegwerker Jansen, die in 1894 is ge pensioneerd en wiens vrouw is overleden van f 4 op f 6 te brengen. De heer Van Boetzelaer deelt medie dat ook in de comm. van rapporteurs het door den heer Kettlitz in hiet midden gebrachte, onder de oogen is gezien. De meerderheid der commissie van rappor teurs is echter van meening, dat het voor stel van Ged. Stalen dient te worden, aan genomen. Spr. betoogt dat het leven op het platteland zeer goedkoop is en de man ergens in den kost ban gaan. Waarom zal mefii' hem dan f 6 geven als hij met f 4 volstaan kan.. Zulks is met het oog op de provinciale^inanciën niet gewenscht. De heer Bilderdijk zegt te behoo- ren tot de minderheid der commissie. Het voorstel van Ged. Staten heeft hem zeer bevreemd, te meer omdat hier een maat staf van penstoneering wordt aangelegd, die nergens bestaat. De heer Van Beeck Calkaen (Cothen) is 't met de heer van Boetzelaer eens. Deze wegwerkers kunnen na hun, pemtsioneering, vooral tijdens de zomer maanden, nog een duitje er bij verdienen met tuinieren enz. De heer Huydecoper, sprekende namens Ged. Staten, zegt dat deze rege ling accoord gaat met de meendng van den hoofdingenieur van den Waterstaat. Het moge eenjgszins hard klinken oim van een man, die zijn vrouw verliest, de toelage te verminderen, zoo'n man kan later zeer wel ergens zijn intrek nemen, bij goede menschen. Dat is in de pr'actijk gebfle- von. Wij moeten hier alleen vragen: wat is strikt noodzakelijk. Aan den heer Bil derdijk antwoordt spr. dat wij hier zelfs boven de rijkspensioenregeling gaan, om dat het peJnsioen meer dan 2/3 van het loon bedraagt. Het is heel gemakkelijk om grootere bedragen te voteeren en om de menschen rijk en gelukkig te maken, maar wij moeten rekening houden mot de pro vinciale fin'anoiën. D,e heer Kettlitz dient na dit ant woord zijn amendement in. Spr. is verwon derd over de bestrijding van den heer van Boctzolaer. Spr. kan zich niet voorstellen dat f 4 voldoende is voor iemand om van te leven. Spr. stelt hier eon bepaling voor die de provincie al heel weinig zal kosten'. Juist het bezwaarlijke vindt spr. dat zoo'n man die zijn heel© leven in een ©ïgen huis je heeft gewoond, bij vreemden moet wor den verplaatst. Men moiet geen oude hoo rnen verplanten, geen menschen wegrukken uit het milieu, waarin ze hun leven lang naast hun vrouw hebben gewoond. Spr. merkt op dat hetgeen de heer v. Beeck Calkoen opmerkt, eigenlijk geen oppositie is. Spr. doet een aanhaling uit heb ver handelde der Prov. Staten in de wïnter- zitting van 1894, waaruit volgens spr. blijkt, dat de Ged. Staten zich toen op een ander standpunt steldein als thans. De beer van Hazen-donk merkt op dat hier iets wordt gegeven, wat niet gevraagd wordt. Spr. woont op het plat teland om kent de wegwerkers van aan- sehijb tot aanschijn. De wegwerkers zijn al kinderlijk blij met hunne tegenwoordige toelage. De heer van Andel zegt dat de vo rige spreker zelfs opkomt tegen het voor stel van Ged. Staten, die eem hoogere toe lage voorstellen,. Spr. gaat met de heieren Keittlitz en Bilderdijk mede. Heb geldt hier oudjes, wier grooter of klednier pen sioen geen ingrijpend© gevolgen voor de financiën zal hebben. Nog een be zwaar is, dat wanneer zoo'n man her trouwt-, daarin thans ook niet wordt voorzien. Heb eerste deel van bet araendement- Kettlfitz wordt in stemming gebracht en verworpen met 18 tegen 15 stemmen. Daar mede is het tweede deel vait het amende ment omtrent den wegwerker Jansen even eens vervallen. Voor stemden de heerenHamers, Royaards, Bicker Caarten, Kol van Ouwer- kerk, Van Lier, Molengraaff, Ragay, Van Andel, Bilderdijk, Van Sasso van Ysselfc, Kettlitz, Schilte, Van Hardeubroek, Van Bolhuis en Doude van Troostwijk. Tegen stemden de heeirenDe Waal Malefijt, Van Lynden van Sandenburg, De Jong, Van Tuyll van Zuylen, Timmerman, Dc Louter, Van Ittersum, Bosch van Oud- Amelisweerd, Grijns, Huydecoper, Klein- schniit, Knigge, Van Boetzelaer, Van Asch van Wijck, W. A. van Beeck Calkoen, mr. W. J. vaai Beeck Calkoen, Van Loon en Hazendonk. De rekening over 1907, sluitende met een batig slot ad f 46.836.31J, werd goedge keurd. Aan de orde kwam hierop de behande ling der ontwerp-begi'ooting voor 1910 en van het voorstel tot het heffen van elf op centen op de hoofdsom der belasting op ge bouwde en ongebouwde eigendommen en op de personeele belasting. De heer Kettlitz zag de noodzake lijkheid der groote verhooging van opcen ten niet in. Voor onvoorziene uitgaven was o. a. veel te veel uitgetrokken. De heer Van Lynden van San denburg verdedigde het voorstel na mens Gedeputeerden. De onvoorziene uit gaven zijn hoog geraamid, daar de verple ging van noodlijdende krankzinnigen dit jaar 21,000 gulden meer kost en ook met do aflossingen op het renteloos voorschot aan de waterschappen „Gixiot-Mijdrecht" en „Beoosten de Vecht" rekening moet wor den gehouden. Ook is er nog een post uit getrokken voor subsidie aan de Middelbare Technische School, die eerst in de winter- zitting aan de orde zal worden gesteld. Voorts is ook nog geen rekening gehouden met het bedrag ad 164,000, dat beschik baar moet worden gehouden voor subsidie aan do Nederlandsche Electrischo Spoor weg-Maatschappij. Na de pauze komt aan de orde de benoe ming van een buitengewoon lid der Pro vinciate Staten. Benoemd wordt prof. mr. J. de Louter, met 26 van de 30 stemmen. Vervolgens wordt de discussie over het reglement op de hondenwagens voortgezet met het amendement van den hoor W. A. van Beeck Calkoen. Gedeputeerde Staten nemen dit amende ment over. De heer Molengraaff deelt namens do Commissie van Rapp. mede, dat deze er geen bezwaar tegen heeft. Het voorstel wordt, aldus geamendeerd, z. h. o. aangenomen. Daarna wordt de begrooting verder be handeld. Bij volgnummer 32 zegt de heer H u y- d o c o p e r dat Ged. Staten verbetering van het jaagpad de Meern-Oudewater niet noodig is, aangezien de toestand daarvan niet te wenschen overlaat. Bij volgnummer 32 zegt de lieer Huy decoper spoed toe bij het vervangen van oude waarschuwingsborden voor auto's door nieuwe, al zijn die oude waarschu wingsborden nog geen ernstig beletsel voor bekeuringen. Naar aanleiding van dit artikel verzoekt de heer Van Beeck Calkoen (Co- then) op de waarschuwingsborden ook de richting van den weg aan te geven, om on gemak voor de betrokkenen te voorkomen. Bij volgnummer 89 (weg Maartensdijk de Vuursche) deelt de heer Huydeco per mede, dat Gel S'nten vex© p^ghgen hebben gedaan om dezen weg, een der oude geconcessioneerde wegen, te verbeteren, maar men1 stuitte op allerlei bezwaren, nu eens van de gemeentebesturen, dan weer van den concessionarisop deze wegen rust vaak nog veel oude schuld. Niettemin blijft deze weg een voorwerp van de zorg van Ged. Staten. Verbetering van den weg Nieu- wersluister Aa blijft in onderzoek, doch wordt voorsbands niet noodig geacht. De heeren v. Boetzelaer en Dou de v. Troostwijk betoogen tegenover den heer Huydecoper dat de weg Nieuwer- sluis-Ter Aa wel degelijk in slechten toe stand verkeert. Vooral na regen is de toe stand zoo deplorabel dat zelfs de voetgan gers in den weg blijven steken. De heer D.ude v. Troostwijk bepleitte een subsidie aan de particuliere die dezen, weg onderhoudt. Bij volgnummer 94 geeft de heer d e Waal M a 1 e f ij t inlichtingen over de werkzaamheid der Holl. Electr. Spoorw. Mij. Aanvankelijk is er groote vertraging ondervonden, omdat de minister van water staat nieuwe voorwaarden voor subsidie stelde, maar daarna is overeenstemming met den Staat verkregen. Na slui ting in Api'il van dit jaar der overeenkomst met den Staat is onmiddellijk begonnen met voorbereidende werkzaamheden voor ver schillende bruggen, welker bouw dezen zo mer nog zal worden aanbesteed Wat onze provincie betreft, de terreinen voor de lijn NieuwersluisUithoorn zijn zoo goed als alle in eigendom verkregen. Alleen vanwege de tweede bedijking is be zwaar ingekomenmen wil de spoor nl. niet langs maar over den dijk hebben. De Gedep. Staten hebben goedkeuring aan de eerste wijze van aanleg gehecht, doch de water schapsbesturen hebben hooger beroep aange- teekend. De aanleg van de lijn Nieuwer sluisUithoorn is dus nog niet geheel ge reed, doch zal ongetwijfeld binnen niet al te langen tijd tot stand komen. De heer Van Hardenbroek leest een uitgebreide memorie voor, waarin ge klaagd wordt over de lage waterstanden op den Krommen Rijn, in verband met den ge middelden lagen waterstand op de Lek. Vooral bij vriezend weer laat dit ongemak zich duchtig gevoelen. Hierin zou, volgens Spr., zijn te voorzien indien men den drem pel van de provinciale duikersluis te Wijk bij Duurstere verdiept in overeenstemming met den bodem van het inundatiekanaal. Hierdoor zal het geheele Z.-O. deel der pro vincie Utrecht worden gebaat, vooral wat aangaat de scheepvaart. Spr. wijst op het groote watergebrek dat zich thans daar vaak voordoet, wat een groot gevaar oplevert met het oog op brand. Spr. geeft toe, dat het vraagstuk groote moeielijkheden oplevert, doch Spr. heeft genoeg vertrouwen in den goeden wil van Ged. Staten en het vernuft onzer waterstaatkundigen, om niet de hoop te koesteren dat deze zaak niet tot een goed einde kan worden gebracht. De heer V an Beeck Calkoen (Co then) sluit zich hierbij aan en wijst er op, dat niet alleen het Z.-O. deel der provincie door de verbetering wordt gebaat, doch ook de omstreken van Lopik, Jaarsveld, enz., waar de teenksoplieden een groot belang bij betere toestanden hebben. De heer Hazendonk spreekt in go- lijken geest. De lieer Van Ittersum is zeer ge voelig voor den lof aan de Gedep. Staten gebracht, doch meent dat aan het euvel niet voel is te doen. In de eerste plaats toont Spr. met cijfers aan, dat de gemiddel de waterstand bij de Lek niet lager is dan in vroeger tijden. Doch het groote bezwaar is dat tusschen het eerste en het tweede pand zich een hoogtepeil bevindt van 3.08 M., d. i. het peil der stadsgrachten in Wijk bij Duurstede. Het eenige middel zou zijn een rechtstreekscho verbinding aan te bren gen tusschen de duikersluis en het tweede panddaarvoor zou een bemalingstoestel noodig wezen, een heele onderneming, waar over Spr. nu maar niet zal beginnen. De heer Van Beec k Calkoen, repliceorende, blijft onder aanhaling van tal van technische détails volhouden, dat ver betering is te brengen door van een der Wijksche stadswateren de vaargeul over IJ Meter 40 cM. uit te diepen. De heer Van Ittersum ontkende, dat zulk eene uitdieping den waterstand van den Krommen Riin verbeteren zou. De discussie wordt daarna gesloten. De geheele ontwerp-begrooting werd hier na met nlgemeene stemmen aangenomen. Vervolgens sloot de voorzitter in naam der Koningin de zomerbijeenkomst der Sta ten. Landbouwongeyallenverzekering. (Vervolg). Na do opendngsrede van den voorzitter, die luide werd toegejuicht), had. de behandeling plaats van de ontwerp-statuten van de Centrale Landbouw-Onderlinge, Ne derlandsche Landbouw-Vereeniging tot het onderling dragen van het bedrijfsrisico. Door verschillende aanwezigen werden om trent de statuten inlichtingen gevraagd, wel'ke door den adviseur, mr. H. P. L. C. de Kruyff Jr., werden verstrekt. Op enkele punten werden nog wijzigingen in de sta tuten aangebracht en daarna door het Per- manent Comité aangenomen. Hierdoor was de oprichting van de Cen trale Landbouw Onderlinge een feit gewor den. De vergadering verleende machtiging tot aanvrage van de Koninklijke goedkeu ring op deze statuten. Vervolgens kwam aan de orde het ont- werp-regleinent van de Landbouw-bedrijfs- ongevallenregeling, bedoeld in art. 2 al. 1 van de zoo juist aangenomen statuten. Ook dit reglement werd in zijn geheel aange nomen. Hierna had de verkiezing van de directie plaats. Tot directeuren werden benoemd do heeren mr. H. P. L. C. de Kruyff Jr. en F. E. Posthuma, beiden reeds directeur van de Tuinbouw-Onderlinge, zoodat de onder linge land- en tumbouwongevallenverzeke- ring onder ééne directie komt. De Voorzitter feliciteert onder luid ap plaus der vergadering mr. >de Kruyff met deze benoeming en in de allereerste plaats wensch ik de vereeniging geluk, zei de heer De Boer, dat wij aan het hoofd van onze Centrale Landbouw-Onderlinge een man krijgen van 'zoo bekende reputatie en werk kracht op het terrein van de ongevallen verzekering. Tot commissarissen werden benoemd de heeren K.Czn. de Boer te Assendelft, R. P. Dojes, lid der Eerste Kamer te Uithui zen, en mr. W. J. baron van Dedem van de Rollecate te Nieuwleusen. Het college van commissarissen zal, zoo- dra de provinciale verzekeringsvereenigin- gen zijn opgericht, worden uitgebreid met voor iedere vereeniging één commissaris, aan te wijzen door de besturen dier vereeni- gingen. Tot leden van de balans-commissie wer den benoemd de heeren H. J. E. van Hoek te Enschedé, S. C. Korteweg te 's Graven- hage en G. C. Lunsingh Meijer te Assen tot plaatsvervangende leden de heeren mr. P. H. A. Tydeman van Lodo en Oudewaard te TielJ. P. Wiersma te Ferwerd en mr. H. C. Hoolenburgh te Zierikzee De agenda was hiermede afgehandeld. Thans krijgt mr. C. P. Zaayer, voorzitter van de Hollandsche Maatschappij van Land bouw het woord en wijst er op, dat door de opgekomenen een daad van groote bil lijkheid is verricht, geleid door verstand. Spreker heeft eerbied voor de werkkracht van het Permanent comité en van den heer De Kruyff. Wij voelen, dat een arbeid door de heeren is verricht, die van groote betee- kenis voor ons land zal worden. Intussclien betreuren wij, dat 'het Permanent Comité nu voor langen tijd op non-activiteit zal worden gesteld om daarna voor goed uit een te gaan, maar al moge dan eenmaal het Permanent Comité worden opgelost, per manent zal blijven de eore-zuil, die de hee ren "door hun arbeid -zich zelf hebben ge sticht (Applaus). De Voorzitter dankte den heer Zaaijer voor diens vriendelijke woorden tot de leden van het comité gericht. Hij verheugt er zich over, dat de landbouwers getoond heb ben niet alleen iets te willen, doch ook iets te kunnen. Dankbaar is hij gestemd nu ge bleken is, dat men over kleinigheden wist heen te stappen om tot een groot doel te ge raken. Al gaan de heeren oprichters zoo straks naar huis, hiermede is hun taak nog niet afgeloopen. Wij staan pas aan het begin en Idaarom laten wij de heeren nog niet los. Spreker is overtuigd, dat hij kan rekenen op hun hulp. Door de stichting van de Centrale Land bouw-Onderlinge hebben wij een daad van groote sociale beteekenis verricht. Wij bob ben er door het bewijs geleverd, dat de regeling van sociale verhoudingen, waardoor sociale wanverhoudingen worden opgeheven, niet van boven af behoeven getroffen te worden. Integendeel, sociale wetten zijn dan het meest doeltreffend, als zij niets anders zijn dan een vastleggen van hetgeen door het bedrijf zelf wordt geregeld. Zóó staan wij dan aan het begin van eene nieuwe periode en van harte hoopt de heer De Boer, dat het aan den landbouw mag gegeven zijn te kunnen toonen, dat ook zon der ingrijpen van de Regeering, het bedrijf zijn eigen verplichtingen kan volbrengen, (Luid applaus). Hierna werd de vergadering, die door een vijftigtal personen uit alle provinciën, be halve Noord-Brabant en Limburg was bij gewoond, gesloten. Schriftelijk hadden een dertigtal heeren, die niet aanwezig konden zijn, hunne instemming met de stichting betuigd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1