ar\ so. 8"* *1 uargantt. Vrijdag 17 September 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. OORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem f/auco per post- 1.50. Afzonder;gte nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoortnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf beBtaan zeer voordeelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. lef circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. A.an hendie met 1 October a. s. op dit blad int eekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnenkos teloos toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester eu Wethouders der gemeente Amersfoort brengen ter algemeen© kennis, dat bij hum besluit van heden, ingevolge art. 8 der Hinderwet, aan de firma H. W. Verloop en Co. te Utreöht, vergunning is verleend tot. de uit breiding van de stoomolieslagerij door vergroo ting van de machinekamer en door plaatsing van eene stoom-perspomp met eene capiciteit van 800 atmosferen ter vervanging van de bestaande perspomp, in het perceel Kleine Koppel wijk G no. 13, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie D no. 833, onder voorwaarde, dat de stoom- perspomp wordt geplaatst op een op den vasten zondlxxlem aangelegd fundament, uitgevoerd in metselwerk of stampbetom en rondom vrijgehou den van de opgaande muren met hunne funda. meuten. Amersfoort, den 16. September 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, .De Burgemeester, J. G. STEXFERT KROHSE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht De Hongaarsche crisis. De politieke crisis in Hongarije nadert hare beslissing. Men weet dat het kabinet- Wekerle niet dan voorloopig de leiding der zaken op zich heeft genomen en dat een hernieuwing van het ministerie, overeenkom stig een bij zijn vorige herbenoeming aan gegane formeele verplichting, moet plaats hebben vóór de opening der volksvertegen woordiging op 28 September a.s. In de korte spanne tijds, die nog beschikbaar is, moeten belangrijke beslissingen genomen worden. De verwarring, welke tengevolge van de el kaar kruisende ontelbare plannen tot oplos sing van den aanvang der crisis af heer?cht, heeft in de laatste dagen haar hoogtepunt lereikt, daar thans ook het kabinet-Wekerle niet meer in staat is tot een eenstemmige opvatting omtrent den in te slanen weg te geraken. De in zijn boezem bestaande tegen stellingen, die tot dusver in den vorm van compromissen steeds onderdrukt werden, worden nu openlijk op den voorgrond ge steld en de gebeurtenissen nemen zulk eene wending, dat aan eene samenwerking van de het Oostenrijksch-Hongaarsche compro mis bepleitende partijen en hare leiders, dr. Wekerle en graaf Julius Andrassy, met de onafhankehjkheidspartij en hare aanvoer ders, Kossuth en Justh nauwelijks meer te denken is. Het schijnt dat het proces der scheiding tusschen de aanhangers van de verschillende staatsrechterlijke opvattingen in gang is, en wanneer daar niets tusschen- beide komt, kunnen de huidige gebeurtenis sen van het grootste gewicht voor de toe komstige ontwikkeling der verhoudingen in Hongarije zijn. Toen zich na den terugkeer der Hongaar sche ministers van hunne zomervacantie de tijding verbreidde, dat bet geheele kabinet besloten was het daarop aan te sturen, dat met uitschakeling van alle andere vragen de kiesrechtkwestie zou worden afgehandeld, scheen het een oogenblik alsof nog te elfder ure eene gelegenheid tot vreedzame oplossing der crisis zich aanbood. De crisis is, zooals bekend, daardoor ontstaan, dat de regeering wegens de in den boezem der meerderheid bestaande tegenstellingen niet in staat- -vas om eene voor de kroon aannemelijke oplos sing voor te stellen, waarmede ook bet kabi net eensgezind zou zijn geweest. De voor stellen, die door het ministerie-Wekerle una mem werden bepleit, zijn door de Kroon afgewezenvoor die voorstellen, waarvoor de toestemming van de kroon zou zijn ver kregen, was steeds slechts een deel der meer derheid te winren. Nu scheen het eindelijk alsof met het plan tot behandeling der kies rechthervorming, waaraan door allen de voorkeur gegeven werd, alle factoren kon den worden vereenigd, en daarop steunde de hoop dat de oplossing der crisis zou geluk ken. De eenheid in opvattingen was evenwel van korten duurreeds in den eerstvolgen- den ministerraad bleek dat over de wijz.e van uitvoering van dit plan in het kabinet oii- overkomelijtce verschillen bestaan. - De ministers, welke het Oostenrijksch- Hongaarsche vergelijk voorstaan, knoopten namelijk aan hunne goedkeuring van dit plan de voorwaarden vast, dat in de toe komst over de geheele linie geregelde toe standen zouden worden geschapen, welke hef mogelijk zouden maken dat de voortdu rende crisissen een einde namen en de on vruchtbare en doellooze redetwisten over idealen, welke onder de bestaande omstan digheden toch niet te verwezenlijken zijn, ophielden Zij verlangden daarom in de eerste plaats de definitieve regeling der hankkwestie in den vorm van eene verlen ging van hef monopolie der Oostenrijksch- Hongaarsche bank en wezen ieder ver gelijk, waardoor de onzekerheid in deze kwestie zou blijven bestaan van de hand. Hiertegenover stond de wensch, dat tegelijkertijd in ruil voor de in williging der voorgestelde verhoogde ge meenschappelijke militaire uitgaven (230 millioen voor 4 pantser schepen van het x-readnought-typebuiten deze militaire uitgaven is er nog een post van 160 millioen voor de kosten der inlijving van Bosnië) tevens eene beslissende en bevredigende op lossing der \eelbesprokeu legerkwestie in den vorm van de toezegging van een aantal bescheiden concessies aan het Hongaarsche element, zou worden gevonden. Ko&suth ver klaarde evenwel wat zijn persoon aanging, dat bij zi.h met eene definitieve regeling der hankkwestie met het oog op de stemming in de onafhankelijkheidsparlij niet kon in laten en hoogstens zóóver kon gaan, dat het bankmonopolie met één of twee jaren werd verlengd onder het uitdrukkelijke voorbe houd, dat de onafhankelijkheidspartij na af loop van dit tijdperk op den eisch eener zelfstandige Hongaarsche bank zou terug komen. Wekerle en graaf Andrassy ant woordden hierop, dat ze deze politiek niet konden steunen, daar hierdoor de geschillen onder de parlementaire meerderheid zouden worden gehandhaafd, en bij zulke gevoeleus noch van de inwilliging der legerkosten noch van een zakelijk onderzoek der kies recht voorstellen sprake kon zijn. De minis terraad eindigde hiermede, dat Kossuth eenerzijds, Wekerle en graaf Andrassy an derzijds hun eigen weg gingen. Wekerle heeft nu een poging gedaan de Kroon voor de door hem verdedigde poli tiek te winnen. Naar zijne meening zou de verlenging van het bankmonopolie ook in bet bestaande parlement mogelijk blijken te zijn, wanneer de wettelijk reeds lang bepaalde, door Hongarije niettemin tot dus ver vergeefs geëischte, maatregel tot beta lingen in baar geld een feit wordt. Schrikt men terug voor deze concessie, welke in Oos tenrijk bestreden wordt (waarom is niet zeer duidelijk, want nadeel vloeit er bij den tegen- woordigen grooteu goudvoorraad der bank niet uit voort) dan zullen hij en graaf An drassy zich voor goed terugtrekken en daar mede blijven de Kroon en de onafhankelijk heidspartij alleen in het strijdperk. Het is dan zeer de vraag of de Kroon op de ver lenging van het bankmonopolie met één jaar en op de benoeming van een kabinet der onafhankelijkheidspartij zal ingaan, wijl daarmede binnen een jaar de crisis opnieuw zou ontstaan, inmiddels echter de on afhankelijkheidspartij met behulp van bet regeergezag hare positie in het geheele land zou hebben gesterkt. Daarom is het mogelijk, dat de Kroon beide plannen ver werpen en besluiten zal de oplossing der crisis geheel zonder hulp der bestaande meerderiieid, door de benoeming van een niet-parlementair kabinet oen dezen zo mer vaak geuit denkbeeld tot stand te doen komen. •ultichland. Leipzig, 16 S e%p t. De sociaal-de mocratische partijdag verwierp heden bij her nieuwde stemming liet; voorstel, waarin het heet dat de sooiaal-defnocratio elk bondge nootschap met het liberalisme verwerpt, dat de arbeiders overal verraden heeft. Hetzelf de voorstel was gisteren, per abuis aangeno men. Leipzig, 16 Sept. De Partijdag heeft aangenomen, een voorstel van liet por- tijbestuur, strekkende om aan georganiseer - den, die uitgesloten zijn wegens deelneming aan het Mei-feest, ondersteuning te verlee- nen. rrankrijh. Maurice Desehamps, de Franscbe kor poraal, die beschuldigd wordt een mitrail leuse van het 106de regiment te hebben ge stolen, heeft aan zijn vader een brief doen toekomen, waarin 'hij ten sterkste ontkent zich aun den diefstal te hebben schuldig gemaakt, waaruit dus tevens blijkt, dat zijn beminde ook niet zijn medeplichtige is ge weest. Toen hij "het 106e regiment had verlaten, hoeft hij zich niet naar Parijs begeven en evenmin naar Straatsburg, zooals de bladen hebben medegedeeld, maar naar Toul, waai hij, naar hij beweert, door verschillende per sonen is gezien. Eerst daarna is hij naar Straatsburg 'vertrokken om arbeid te zoeken, maar omdat hem dit niet gelukte en hij be vreesd was -door de Duitschë autoriteiten als deserteur gevangen genomen te worden, is hij naar de ongenoemde plaats gegaan, waar hij zich thans bevindt en waar hij arbeid heeft gevonden. Ik ben, zoo eindigt hij, gedeserteerd, malar zoo de oorlog mocht worden verklaard, zal ik ten spoedigste de plaats weder inne men, die ik heb verlaten en zal ik met mijn bloed de fout weder goedmaken, die ik heb begaan. De Kamer van Strafzaken te Parijs heeft vier Camelots du Boy, die in het vereeni- gingslokaal van de republikeinsche jeugd waren binnengedrongen, veroordeeld tot ge vangenisstraffen van 10 dagen tot 3 maan den en tot geldboeten. Een der Camelots riep ,,Weg met de Republiek. Leve de Ko ning I" Engeland. In de nieuwe successierechten, door het Engelsche Lagerhuis bekrachtigd, worden schenkingen, die iemand drie jaar voor zijn dood heeft gedaan, nog door het successie recht getroffen. Lord Ros ober y heeft aan zijn veelbespro ken rede gepaard doen gaan zijn uittrede uit de Liberale Liga. Als opvolger van Ro sebery wordt Sir Edward Grey genoemd. Het ontbreekt echter ook niet aan leden welke ontbinding van den door Rosebery gestichten bond bepleiten, daar des zelfs imperialistische beginselen door vier leden van het kabinet niet worden gedeeld. Maan dag zal de Liga ter beslissing bijeenkomen. De Daily Mail beweert, dat zij voor de rede van Lord Rosebery, als vlugschrift ge drukt, bestellingen heeft gekregen voor 1£ millioen exemplaren. Evenals bij uitgave van de Limehouse-rede van Minister Lloyd George worden de grootste bestellingen ge daan door kiesvereenigingen ter versprei- ding. Te Dublin is op 60-jarigen leeftijd over leden Lor-d Tweedmouth, gewezen Eerste Lord van de Admiraliteit. Men zal zich nog herinneren, welk een storm van verontwaar- diging er opstak in Groot-Brittannië, toen in Maart 1908 een berichtgever in de Times mededeelde, dat de Duitsche Keizer aan den Lord een brief had gericht over de Britsche zeemacht en dat de Lord dezen brief had be antwoord. Algemeen was men 'van oordeel, dat de Keizer door dezen brief, afgezonden even voordat de begrooting van marine zou worden behandeld, invloed had willen uit oefenen op den man, die verantwoordelijk was voor 'de Britsche zeemacht en dat wekte de algemeene verontwaardiging. Het gevolg was dan ook, dat Lord Tweed mouth spoedig daarop zijn ambt nederlegde. Noorwegen. Christian ia, 16 Sopti. De mi nister van ©eredienst en openbaar onderwij» Seip is overleden. gpanie. Langs een omweg, zoo wordt uit Madrid aan de Voss. Zeit. bericht, heeft men hier vernomen, dat te Barcelona, ondanks de maatregelen tot pacificatie (6000 personen zijn over de grenzen gevlucht, eenige dui zenden achter slot en grendel gezet en eiken dag hebben er nog nieuwe arrestaties plaats) in de laatste weken in do stad weder een aantal bommen zijn geworpen. Portugal. Lissabon, 16 Sept. De Pairska mer heeft de begrooting aangenomen. Oo»tenrijk-Hon2»rJJ«. In het hoogverraadproces te Agram beeft het O. M. zijn pleidooi geëindigd. Het eischte tegen vijf beschuldigden doodstraf, tegen de anderen 10 a 20 jaar gevangenis straf Rusland. Andrejesski, lid van den Rijksraad, heeft naar de St. Petersburger Zeitung meldt een wetsontwerp gereed tot invoering van den nieuwen of Gregoriaanschen stijl in de tijdrekening van Rusland. Het ontwerp wordt van alle zijden gun stig ontvangen, Stolipin is er zeer voor, Witte en Jermolof zullen het verdedigen. Een ongenoemde verklaart in de Matin, dat hij dezer dagen heeft gesproken met ,,een van de invloedrijkste staatslieden van Rusland". Deze onthulde hem, dat de Rus sische regeering, na 1905 tot radeloosheid gebracht, alleen den militair Doernowo tot minister van Binnenlandsche Zaken had benoemd om door het organiseeren van een tegenrevolutie d. i. door allerlei terro ristische excessen, moordaanslagen enz. de revolutionaire partij bij het Russische volk in discrediet te brengen. De politie spionnen quasi anarchisten zijn daarbij wil lige en onschatbare werktuigen geweest. Deze „onthulling" van den ongenoemde in. de Matin klopt volkomen met wat een ont huller bij uitnemendheid, Boertsjeff, den laatsten tijd aan het licht heeft gebracht. Alleen zou zij op een nóg doelbewuster en nóg Scherper georganiseerde revolutionaire provocatie-actie van de zijde der Russische regeering wijzen, dan reeds algemeen werd aangenomen. Turkije. De generalissimus Chefket Pacha, die de Duitsche manoeuvres bijwoont, hoeft tie Würzburg een medewerker van de Berliner Lokal-Anzeiger te woord gestaan. Hij heeft o.a. gezegd, dat er geen sprake van is Ab- doel H'aniid van Saloniki naar elders te doen verhuizen. De afgezette Sultan blijft te Saloniki. De villa-Allatini is door den Staat gekocht. Verder heeft Chefket Paclia gezegd, dat de stelling van den grootvizier Hilmi paclia zeker was. Hij en de grootvi zier waren beiden vrienden van bet Jong- Turksche comité. Invloed op militaire za ken gaat Van dat comité overigens uiet meer uit. De officieren moeten zich niet met do politiek bemoeien. De Porte heeft aan de regeeringen der groote mogendheden meegedeeld, -dat zij van sultan Abdoel Hanrid ongeveer zestig mil lioen gulden in beslag heeft genomen, welk geld uitsluitend voor leger en vloot zal wor den besteed. In twee Duitsche banken ligt er nog een vijf millioen gulden van den oüd- sultan, maar als deze zekere voorwaarden, hem gesteld, nakomt, wil de Porte haar aanspraken op dat geld laten vallen. Volgens berichten uit Konstantinopel wordt in gezaghebbende kringen verklaard dat bet aftreden van den Gregoriaansch- Armeenschen patriarch, geen wijziging hoe genaamd zal brengen in het standpunt der regeering in de zaak van de door den krijgs raad te Ad<ana ter dood veroordeelde Arme niërs. Het verlangen van den patriarch, dat die Armeniërs begenadigd zonden worden, wordt volkomen onbillijk genoemd. Het recht moet in Adana zijn loop hebben. Dat de krijgsraad onpartijdig optreedt zonder rekening te houden met stand of godsdienst van de betrokkene, bewijst het feit, dat zich onder de ter dood veroordeelden ook een moefti .bevindt. Er wordt op gewezen dat na het oproer van 13 April vijf en zes tig personen terechtgesteld zijn, onder wie zich generaals en andere hooggeplaatsten bevonden. Wanneer thans in Adana de doodstraf voltrokken wordt aan deftig Mo hammedanen, waaronder een moefti, doch de tegen de vijf Armeniërs uitgesproken, doodstraf in tuchthuisstraf wordt veran derd, dan zial zulk een onrechtvaardig op treden de grootste opwinding veroorzaken onder de Mohammedanen, hetgeen tot ern stige troebelen zou kunnen leiden. 10 DOOR RUDOLF HERZOG. HOOFDSTUK III. De straten waren als uitgestorven. De ven sters der huizen waren gesloten, de deuren stijf op de klinken. Het gebeurde nauwelijks dat een spelend kind het trottoir bedrad. Eene zeldzame, plechtige rust, eene groote stilte hadden het gedruisch der week, al het gehaast van den werkdag zwijgend verslon den. Koud en vergeten staken de hooge schoorsteenen ia den Maartschen morgen op, alsof ze de overbodigste dingen ter wereld waren. Het was Zondagmorgen. Zacht klokgelui zweefde door het dal. Een paar vrouwengezichten verschenen, reeds inet den Zondagschen hoed versierd, voor de vensters. De volle klokslag dreunde in het rond. Daarna een tweeklank, een drieklank. De mannen in de huizen, die in hunne hemdsmouwen "bij de tafel zaten, legden de kran'en neer en trokken hunno jassen aan. Buiten vormde het klokgelui een harmonisch geheel. De kinderen kregen hun gezang boek en den cent voor het zakjede volwas senen staken een nikkelstuk voor de schaal- colleete aan de kerkdeur bij zich. Geen woord Werd daarbij gesproken. Het portaal der kerk reikte op Zondagmorgen tot in de huizen. In de lucht weerklonk het klokgelui der kerken vereenigd tot meerderen lof van den Heer. Het waren ijverige gemeenten, die el kander streng beoordeelden, omdat ze niet verdraagzamer onder elkander waren. Luthe ranen en Gereformeerden ontmoetten elkan der in het .strijdperk en ook de Luthersch- Hervormden verdedigden hun standpunt. De Katholieken hadden hun klein aantal door den bouw van een Godshuis, dat met trots op een der hoogste torens van het Rijn land bogen kon, gewicht bij gebracht. De weinige Israëlietische kooplieden kwamen slechts op politiek gebied in aanmerking. Ontelbare sekten echter, wien de Evangeli sche godsdienst om verschillende redenen niet behaagde, waren over het gansche dal verspreid. Streng hield' ieder zich aan zijn vaan. De Gereformeerden maakten weinig onderscheid tusschen Lutheranen en Katholieken1; de Lutheranen even weinig tusschen Katholier ken en Protestanten. In het mengelmoes der klokketónen hoorde, een ieder slechts zijne klok, de klank der overige ging spoorloos langs hem heen. Aan alle hoeken van het dal groeide nu het geroep der kerken aan. De huisdeuren gingen, open. Alleen, met z'n' tweeën, in, ge heele families verschenen de menscben. Al tijd echter zwijgend. Het was een ernstig voorwaarts febrijden, straat op, straat af. Een zwijgende knik, een stijve groet, waar bekenden elkander tegen: kwamen. Viel -er ie s aan de voorbijgaande af te keuren, dan wisselde men onder elkander een langen blik en kneep de lippen samen. Besproken werd heb geval pas na de kerk. Af en toe weken de voorbijgangers op de smalle trottoirs voor elkander uit. Dan ontstond! er een strem ming in de lange zwarte linie. De familie van een Presbyter schreed met in zichzelf gekeerde» blik voorbij. Een half uur duurde heb klokgelui, een hs.lf uur het ernstig voorwaarts schrijden van bleeke arbeiders met doffe oogen, krach tige handwerkslieden met tevreden gezichten, recht voor zich uit kijkende fabrikanten, van viouwen en meisjes uit alle standen der bur gerij, hier magere, afgewerkte, met roode vlekken op de ingevallen wangen en stijf weggestreken! 'haren, daar welvarend1© en met zichzelf tevreden lichamen, anderen: frisch en krachtig, van bet echte, sterke, berg achtige soort-, doch met domme oogen. Daar- iusschen door draafde de schaar der leerlin gen van de Zondagsschool. Nog een luide klokslag, ^oor alle kerktorens beantwoord, en het werd stil in de lucht, stil op de stra ten. Een. paar laatkomers snelden met een kleur als vuur de kerkdeur binnen. Toen gingen de zware poorten dicht. En weer lag het- dal als uitgestorven In het huis der oude Wiskottens, dat door een tuintje omringd, slechts weinige straten, verder dan de fabriek gelegen was, heerschte de stilte van den Zondag. Slechts uit de blinkende keuken kwam het geluid van bak ken en braden, en de geur van krachtigen bouillon drong aangenaam door het gansche huis. In de woonkamer, welker vensters op de straat uitkwamen, zaten aan de lange ta fel de beide oudjes in makkelijke stoelen tegenover elkander, ieder op zijn plekje voor hc"i raam. Het dienstmeisje was naar de kerk, de oudjes waren alleen. Behaaglijk drukte de oude Wiskotten zijn rug tegen de bontgewerkbe sluimerrol, een geschenk van Emilie, en bracht een glas warm gemaakte» rooden wijn naar de lip pen. Zijne blauwe oogen, twee vroolijke ster ren, die eene rotsvaste trouw verrieden, keken vergenoegd uit het rimpelige gelaat, dat door dicht sneeuwwit hoofdhaar en een sneeuwwitte» ringbaard omgeven was, en verleenden deu mooien ouden kop een schijn \an jeugd. Hij was een beetje rheumatisch geworden de laatste jaren. Voordat hij door zijn huwelijk met de band-fabrikatie bekend \va geworden en op aanraden zijner vrouw de werkplaats zijner overleden schoonouders overgenomen had, om naderhand met fris- schen moed eene nieuwerwetsche fabriek te bouwen, had hij eene harde leerschool door gemaakt, cn tot op het oogenblik, dat *ijn oudste zoon Gustav de teugels in handen genomen had, evenals deze, dag in dag uit, van den vroegen morgen tot den laten avond op post gestaan. Daarvan moest hij nu, goed schiks of kwaadschiks uitrusten. Zijne bee- jcu wilden niet anders. Bij kleine slokjes slurpte hij den dunnen wijn en lachte in) stilte. Juffrouw Wiskotten, die tot nu toe naar buiten gekeken had om te zien wie der bu- i*n naar de kerk ging, wendde zich naar de tnfel en groep haar brillenhuis. Ze droeg eene ruime zwarte japon, die als eene klok om 'haar heen stond, en op het niettegen staande haar zestig jaren nog altijd bruine haar een zwart kanten mutsje. De weerspan nige bril kwam uit het. étui e»n, werd achten hare ooreu bevestigd. „Welnu, moedert" „We hebben vandaag Zondag, Gustav." „Dat zal wel, moeder." „Maar dat behoor je toch te weten, Va der." „Jij weet het immers moeder, en dus we ten we het alle twee." Juffrouw Wiskotten legde den huisbijbel voor zich, die op de couranten lag. „In heL Evangelie van dezen Zondag staat geschreven Johannes 8, 46e tot 59e vers. De oude keek over de tafel kalm naar zijne gezellin. „Luister, vader..." „Wie uwer overtuigt Mij van zonden 1 Indien Ik waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet! Wie uit God is, luistert naar God's woorden: daarom lui stert gij niet, omdat ge nieti uit God zijt. De Joden dan antwoordden en zeiden Hem: Zeggen wij niet met recht dat Gij een Sama ritaan zijt eu een duivel in hebt! Jezus ant woordde Ik heb geen duivel in, maar Ik doe mijnen Vader eer aan, en gij doet Mij oneer aau. Doch ik zoek niet mijne eer daar is er Eén, die haar zoekt en oordeelt. Voor- v aar, voorwaar, Ik zeg uIndien iemand' mijn woord onderhoudt, zal hij den dood niet' aanschouwen in eeuwigheid." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1