JSf". 31. Eerste ISIad 8,ie Jnargang. Zaterdag 18 September 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISK OTTENS. FOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem frauco per post - 1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt dagelgkibehalve op Zon- en Feest dagen. Advertenti6nmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bg de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen UA het herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement EotP' circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvr*»» toegezonden. A.an hendie niet 1 October a. s. op dit blad inteeKenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnen f Kos- e loos toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gezien art. 203 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad no. 85); Doen te weten, dat de begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven' dezer ge meente A-oor 'het jaar 1910, dooi- hen aan den Raad aangeboden, gedurende veertien dagen, te rekenen' van llioden, alle werkdagen van 10 tot 1 uur, op de Secretarie voor een1 ieder ter lezing /.al liggen, en dat men van voormelde 'begrooting afschrift kan bekomen tegen betaling der kosten. Amersfoort, den 16. September 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE. WU IJ TIERS. Politiek Overzicht De Fransclie begrooting. Kort voor zijn aftreden, dat hem zelf het allermeest verrastte, heeft Öaiflaux, de mi nister van financiën onder hot kabinet Clé- meuceau, een daad verricht, die door zijne bewonderaars als een meesterwerk van den allereersten rang werd gehuldigd hij heeft do begrooting voor 1910 opgesteld en bij de Kamer ingediend. Voor dit bekend werd heerschte in volksvertegenwoordiging en pers slechts ééne meening daarover, name lijk dat het opstellen der begrooting voor 1910 een taak was, die bijkans boven men- sche-lijke kracht ging. Het gold in groote behoeften te voorzien, zonder evenwel den belasting-betalers ono-verkomelijke lasten op te leggen. Oaillaux overwon deze moeilijk heid met geniale gemakkelijkheid: hij bracht voor de nieuwe, niet te vermijden behoeften uitbreiding der artillerie en vernieuwing der vloot, geen centime, op de begrooting, liet de ouderdomsverzekering der arbeiders in een vaag verschiet, opende voor den door het rijk overgenomen Westerspoorweg een bijzondere rekening buiten bet ontwerp de staatshuishouding betreffende, en speelde het met deze kunstmiddelen klaar, tot een tekort van slechts 100 millioen te komen, hetwelk hij, behalve door eene leening van 49 millioen, met nieuwe, fijn uitgesponnen belastingen, o. a. eene hondenbelasting, een zegelrecht voor kwitantiën, tot zelfs voor de kleinste bedragen toe, wilde dekken. Op bet papier sloot de zaak heel goed, maar er was geene bijzondere scherpzinnigheid toe noodig om in te zien, dat de begrooting van Caillaux geen begrooting, maar zuiver een luchtkasteel was, en het eenvoudig aan den tijd overliet om aan den werkelijken toestand, door middel van van suppletoire ontwerpen, recht te verschaffen. De crisis brak uit, Caillaux kreeg in het nieuwe kabinet geen plaats en moest zijn portefeuille aan den heer Cochery overdra gen, die na twee maanden van ijverigen ar beid thans een nieuwe begrooting heeft uit gewerkt. Hij is tot geheel andere cijfers ge komen als zijn behendige en luchtig over de zaken heenloopende voorganger. Cochery komt tot een tekort van ruim 200 mil lioen. Daarvoor zorgt hij echter ook voor de behoeften van léger en vloot, trekt voor den Westerspoorweg 8 millioen uit en stelt •voor de sociale wetgeving aanzienlijke be dragen voor. De dekking van het tekort ver wacht hij van belastingen, die zoo bedacht en berekend zijn, dat ze door de groote me nigte der belastingbetalenden zoo weinig mogelijk gevoeld worden. De tabaksregie moet, 65 millioen meer opleveren. De prijs van de pakjes, die de rooker in de tabaks winkels voor 50 centimes koopt, wordt niet verhoogdslechts het gewicht wordt vermin derd. Zoo moet de rooker bloeden, zonder dat het hem pijn doet, bijna zonder dat hij het merkt. De alcohol zal een bedrag op brengen dat 24 millioen hooger is. Waar het den voor de gezondheid schadelijken en voor de voeding onnoodigen sterken drank betreft, behoeft de regeering zich geen dwang op te leggen. Van de etiketten, die op de wijnflesschen de herkomst van het edele nat namens den Staat waarborgen tot deze nieuwheid hebben de wijngaardeniers en wijnhandelaars der Gironde aangespoord verwacht de minister van financiën 48 millioen. Andere belastingen, die aan auto mobielen, benzine voor door mechanische kracht bewogen voertuigen, mijnen en drankvergunningen zullen worden opgelegd, treffen öf de rijken in hunne weeldebehoef- te öf weinig belangrijke bedrijven. Met bijzondere voorliefde heeft minister Cochery de vermogens, door nalatenschappen verkregen, onder zijne begrooting betrok ken. Deze moeten 40 millioen opbrengen. Voor gerechtigden in nalatenschappen, die van groot- of overgrootouders erven, wor den de successierechten verdubbeld. De mi nister gaat namelijk van het beginsel uit dat telkenmale, wanneer een vermogen in regelmatige orde van ouders op kinderen overgaat, de Staat het recht heeft zijn aan deel daarvan op te eisclieu. Sterft het- kind vóór den vader en erft het kleinkind onmid dellijk van don grootvader, dan komt de Staat om een aandeel, waarop hij aanspraak zou hebben gemaakt, indien géén vermo gensovergang ware vervallen en stelt hij zich schadeloos döor van het kleinkind, be halve diens eigen successierecht, ook datgene te vorderen, hetwelk zijn vader zou heb ben betaald, indien deze nog geleefd en zijn erfenis volgens de geldende regelen had aan vaard. De andere verhoogingen van 'het- suc cessierecht zijn van geen principieel belang. Zij worden eenvoudig door middel van de souvereine macht van den Staat ingesteld, waartegenover de burgers, die eerbied voor de wet hebben, geen verweer kunnen doen gelden. Minister Cochery verheelt zich niet dat het bij de 40 millioen niet kan blijven, maar dat de erfenisbelasting door volgende verhoogingen zoo vruchtbaar gemaakt moet worden, dat de verhooging de 100 millioenen dekt, welke de Staat aan de ouderdomsver zekering voor arbeiders denkt te besteden. In geheel Europa volgen de regeeringen nu eenmaal dezelfde hoofdlijnenzij belas ten het verworven vermo-gen bij toebedee- ling aan de erfgenamen ten bate van de be langen der gemeenschap of tot versterking der weermacht. Minister Cochery kan met de ontvangst zijner plannen van de zijde der openbare meening te vreden zijn. Het uitzicht 2 0 0 millioen meer te moeten be talen, baart geen enkel volk blijdschap; men ziet evenwel in, dat de voorstellen van dezen minister de beste zijn, die onder de gegeven omstandigheden kunnen worden ge daan. Frankrijk. De begroolings-commissie heeft het rap port van den afgevaardigde Clémentel be handeld, .over de verhooging van de jaar wedden der officieren. Zij zou jaarlijks on geveer 12 millioen frs. eischen. De commis sie besloot de verhooging geleidelijk toe te passen en bepaalde daarom, dat op de be grooting 1910 3,600,000 frs. zouden worden gebracht voor de verhooging der jaarwed den van le- en 2e-luitenants. Engeland. Lord Rosebery verklaart in een voor woord tot den thans uitgegeven tekst zijner Glasgowsche rede: „Niet ik heb de liberale partij verlaten, de liberalen lieten mij achter zich. Ik bleef waar ik was; zij schoten ver naar voren." Op en de op onze Van Houten 1 Birmingham, 17 Se p t. Een groote liberale betooging ten gunste van de begrooting had hier plaats, geleid door Ar thur Chamberlain, den breeder van Joseph Chamberlain en bijgewoond door zeventig parlementsleden, die allen op bet podium zaten. Asquilh legde er in de bijeenkomst den nadruk op, dat verlangd werd billijke ver deeling van het bezit. De vertegenwoordi gers, door het volk gekozen, zouden de eind beslissing hebben. Hij gaf toe, dat de belas tingen ernstig waren voor een staatsman, die zich op llosebery^ standpunt stelde. Toch hoorden de grondbelastingen in plaats to het socialisme van den laatsten tijd, bij na tot de eerwaardige oudheid. Hij besloot te zeggen, dat de liberalen verlangend zijn de belasting aan te neinen. De lords aarzelen. Wanneer de lords de begrooting verwerpen, zou dit de ernstigste omwenteling zijn van de laatste tijden. De gevolgen zouden veel ingrijpender zijn dan de rechtskwestie der lords zich te bemoeien met de financiën. De Daily Chronicle meldt uit welingelich te bron, dat Lord: Lansdowne binnenkort de leiding dor unionisten in het Hoogerthuis zou neerleggen, daar de pairs, die tot de uiterste Torypartij behooren., het afkeuren, dat hij niet geneigd, is de verantwoordelijk heid op zich te nemen voor de verwerping der begrooting. Het blad voegt or aan toe. dat de Earl of Cawdor als opvolger van Lansdowne wordt aangewezen. Peary's inbezitneming van de Noordpool voor de Vereenigde Staten verontrust enkele gemoederen in Engeland en Canada. In het Lagerhuis bleek dat ook. Lo\-d Balcarres vroeg nl. aan den onderstaatssecretaris van koloniën, of Canada rechten deed gelden op alle landen tusschen de Amerikaansche grens en de Noordpool, en of deze rechten gegrond waren op eenig tractaat of' constitutioneel artikel. Kolonel Seely antwoordde, dat Canada geen formeele verklaring had afgelegd om trent de juiste begrenzing van zijn gebied noordwaarts, maar dat mocht worden aan genomen, dat het zich gerechtigd acht al het land, door den vorigen spreker bedoeld, voor zich op te eisclien. Tot diplomatieke verwikkelingen hierover zal het echter wel niet komen, nu uit de mededeelingen der Poolreizigers Avel vol doende is gebleken, dat aan de Noordpool geen land wordt gevonden. De Daily News maakt een manifest open baar, door een groot aantal mannen van be teeken is op het gebied van handel en nij verheid onderteekend, en waarin de begroo ting wordt verdedigd in liet belang van handel en industrie. Waar van de zijde van de tegenstanders zoo herliaaldelijk beweerd is, dat de begrooting van minister Lloyd George liet bedrijf in Engeland zou scha den en belemmeren, is het nu wel merk waardig te lezen hoe dit groote aantal koop lieden, financiers en fabrikanten van oor deel is, dat de landbelast-ing integendeel juist de industrie en den ondernemingslust zal bevorderen en aanwakkeren. Deze verdediging van de begrooting door uitstekende mannen van zaken, die zich in hun manifest van elke politieke overweging onthouden, zal, naar men verwacht, vele thans nog aarzelenden naar liet regeerings- kamp drijven. Birmingham, 1 8 S e p t. De suffra gettes veroorzaakten gisterenavond lief^'ge toeneelen hui ten de zaal waar Asquith sprak. Twee met bijlen gewapend klommen op het dak van eene aangrenzende fabriek en be gonnen met dakpannen te smijten. Gemeld wordt dat een daarvan Asquith's automobiel trof. Anderen molesteerden politieagenten. De brandspuitslang werd gebruikt, doch zonder resultaat. Ten slotte klom de politie op het dak. Na een wanhopige worsteling in de dakgoot slaagde men er in de vrouwe» langs de brand!!adder naar beneden te bren gen. Bij 'de verdere wanordelijkheden op den weg naar het station vernielden' de suffraget tes twee ruiten van Asqu'ith's trein1 met steenworpen Denemarken. De commissie uit het Landsting, ter be raadslaging over het 1 an-ds v erdedi gi n g s -o nt- werp, heeft haar verslag uitgebracht. De meerderheid, die uit 14 leden bestaat, heeft een aantal wijzigingen voorgesteld, 'die door den miuister van Oorlog worden goedge keurd. waaronder o. a. een vermeerdering der cavalerie en een verhooging van het aan tal dienstplichtigen in evenredigheid met de stijging a-an het bevolkingscijfer. Spanje. Om tegenover de houding van een groot deel der buitenlandsche pers en in 't bijzon der tegenover het comité in Parijs, dat zich tot verdediging van de slachtoffers der Spaansche vrijheidsonderdrukking gevormd heeft, stelling te nemen, publiceeren een aantal Spaansche bladen, natuurlijk ook de officieuse „Epoca", twee circulaires van Ferrer, die bij eene huiszoeking in zijn wo ning moeten gevonden zijn. Hij predikt daar in aan de partijgenooten den strijd tegen de maatschappelijke orde, tegen wetten en gods dienst, met alle mogelijke middelen. Het programma, dat hij voor de partijgenooten heeft gesteld, bestaat in hoofdzaak uit de volgende punten.- ontheffing van alle be staande wetten, verdrijving en uitroeiing van de godsdienstige instellingen en verwoesting van kerken en kloosters, ontbinding van de rechierlijke macht, van leger en marine, ont eigening der vermogens van die burgerlijke en militaire personen, die leidende posi ties hebben ingenomen en arrestatie van hen, staking van het spoorwegverkeer en wegneming van de gelden der crediet-onder- nemingen. Het tweede rondschrijven, dat in de wildste termen tegen militairisme, kapi taal en clerical© instellingen fulmineert, sluit met den uitroep: „Arbeiders', houdt U bereid, het uur nadert. Leve de Revolu tie, de wreekster van alle ongerechtighe den" 1 Aan deize schrifturen was toegevoegd een recept voor de samenstelling .van een dynamiet-mengsel. Zijn deze mededeeltngem juist en niet door de Spaansche regeering gefingeerd, dan >mt ongetwijfeld de aanvoerder der moderne school in een geheel andefsjicbt to staan, dat hem niet de steun van- mannen als Maeterlinck, Anabole France, Haeckel e. d. zou doen verdienen, haar recht zijn, haar willekeurige heerschap- den tegen dezen of andere anarchisten in haar recht zijn, hun willekeurige heerschap pij in het algemeen blijft even berispelijk. Maandag is in de vesting Monijuich te Barcelona de beambte van de veiligheids politie doodgeschoten, die bij het oproer in Juli van het balkon van zijn huis op de voorbijtrekkende troepen heeft gevuurd. De revolutionnairen hebben dit, naar de corres pondent te Barcelona der Kölnische Zeitung meldt, niet onbeantwoord gelaten. In de Pablostraat, die in de geschiedenis dei- hom aanslagen een treurige vermaardheid heeft verkregen, ontplofte op den hoek van een klein zij steegje in den nacht van Maandag op Dinsdag te half twaalf onder een vreese- lijken knal een met dynamiet geladen bom. De uitwerking was zóó hevig, dat in de om geving geen vensterruit heel bleef. De mu ren der huizen zijn door rondspringende scherven op sommige plaatsen als eèrt zeef doorboord. Een voorbijganger werd gedood, vijf personen meer of minder gewond. Zoo als altijd, ontbreekt ook thans elk spoor van den dader. Oostenrljk'HongArJJt, Naar de Neue Freie Presse meldt, hebben de Roemeensche Roomsch-Katholieke Bis schoppen in Hongarije zich tot het Vaticaan gericht met de bedreiging, dat, indien het streven van Apponyi, den minister van eere- dienst, om de Roemeensche taal uit het gods dienstonderricht te dringen niet vc-rijdeld wordt, de geloovigen naar de Grieksch-or- thodoxe kerk zullen overgaan. Men acht het waarschijnlijk, dat de curie nu te Weenen voor de Roemenen van Hongarije in de bres zal springen. Rusland. De door den Czaar bekrachtigde ministe- rietle beschikking betreffende art. 96 der grondwet is openbaar gemaakt. Ingevolge die beschikking zullen alle wettelijke kwes ties nopens de organisatie van land- en zee macht alsmede de landsverdediging en alle maatregelen voor de departementen van oor log en marine, mits er geen nieuwe uitgaven aan verhonden zijn, worden voorgelegd aan de onmiddellijke goedkeuring van den Czaar als opperbevelhebber van leger en vloot. Als er nieuwe kredieten noodig zijn, zullen die langs den gewonen wetgevenden weg op de begrooting worden gebracht, terwijl toelich ting van alle bijzonderheden geëischt is. Kortwieking van de Doema zou men het bovenstaande overigens wel kunnen noemen. Servië. Er zijn in den laatsten tijd herhaaldelijk geruchten verspreid omtrent een beweging iu Servië tegen de dynastie. Het persbu reau te Belgrado meldt thans een beslist© tegenspraak van deze tijdingen, die vol strekt valsöh en 'tendentieus heeten. Er wordt gezegd, dat tihans zelfs volkomen [1 1)008 RUDOLF IIERZOG. De lezeres viel zichzelf ira de rede, schoof den bril op de punt van haar neus en keek naar haar levensgezel. „Vader, dan blijven wij bij elkander." „Zeker, moeder.'' „Maar toch moet ik mezelf afvragen, of ik altijd Zijn woord onderhouden en Zijne, eer boven mijne eer gesteld heb." „Wel moeder, als jij dat niet gedaan hebt, wie zou het dan anders gedaan hebben,?" „Dat zeg jij wel. Maar onze Heer Jezus Christus denkt daar misschien anders over." „Onze Heer Jezus Christus kent jou even goed als ik je ken." „Ja vader een meisjesachtig rood be dekt© het oude gezicht „jij ziet dat met) andere oógen aan." „Ach wat, moeder, ik heb jou lief gchadi, en jij hebt mij lief gehad, eni onze kinderen Zijn flinke bengels geworden." „Was hei echter ook altijd een christelijk huwelijksleven „Hm, moeder er werd wel eens een kernachtig woordje gesproken. Doch het wa ren christelijke berispingen." „Voed ;jij maar eens zes jongens op „En een man „En dan nog op de weefsters te moeten letten. Als dan een mensch zijn tong eens op hol gaat of zijne hand „Ja, dat moet gezegd worden, ransel heb ben de jongens genoeg gehad." „Ach, daar spreek ik niet over. Daar wor den de jongens groot van. Maar of ik niet wel eens hoogmoedig geweest hen en: zoo'n r.vm geplaagd mensch onrechtvaardig behan deld heb? Dat is hetgeen in Johannes staat: „Ik zoek niet mijne eer: daar is er Eén, die haar zoekt, en oordeelt 1" „Moeder, als 'je daaromtrent twijfel koes tert, kan je ©ens met Gustav spreken, over verhooging van de loonen." „Wat moet dat nu beteekenen? Dat heeft immers niets met 'j.et Evangelie van den Zondag te iraken. Onze weefsters krijgen; zooveel loon, dat ze uit louter hoovaardij reeds met hoeden met veeren naar de fabriek komen. Dat- is te zeggen, ik moet het niet zien. Geen tweemaal 1" „Zeg dan toch eens wat jo bedoelt, moe- d«t." „Ik meen maar of wij gedurende onze eehtvereeniging niet te veel aan de verwer ving van aardsche goederen godacht hebben, t> weinig aan den hemel-schen schat?" „Ja, moeder, dat moet jij nu weten. Ik heb altijd maa*' gewerkt. De kas heb jij be heerd." „En als ik den boel niet zoo bij elkaar gehouden had? Als ik niet thuis en in de fabriek als een opzichter voor goede orde gezorgd had? Zou dat dan beter geweest zijn?" De oude Wiskotten boog zich over de tafel heen en stak zijne hand naar de hand der onvermoeide uit. Zoo bleven ze een tijdje zijten. De klok verbrak met haar getik die 6tilte van het vertrek, en de wijzers snelden vort. Toen zeide de oude energieke vrouw: „Tegenwoordig zeggen zoo velen, dat ze den lieven God zoeken. Doch ze geneeren zich Hem te vinden. Want de lieve God is niet n lediggang, God is in den arbeid. Hij die werkt' onderhoudt Gods woord, en hij die Gods woord onderhoudt, zal den dood niet aanschouwen in eeuwigheid, zegt het Evan gelie van dezen Zondag. Daarom geloof ik, vader, dat jij en ik den dood niet zullen aanschouwen in' eeuwigheid." Zoo legde da krachtige vrouw den tekst uit en haar echtgenoot erkende hare gezonde levenswijsheid en knikte met 't grijze hoofd. Bedachtzaam proefde hij den lichten rooden wijn en keek in den doorzichtigen M-aart- morgen naar buiten. Lang zat hij zoo. En hij zag de hooge schoorsteenen zijner fa briek, die hij een menschenleeftijd lang steen voor steen samengevoegd had, en hij zag zijne zes zonen breed en krachtig op de aarde staan, zijn oudste, zijn Gustav, aan de spits, allen bereid, ook aan hun deel steen voor steen toe te voegen. En hij bespeurde den grooten zegen Van datgene, wat de moe der gezegd had: God is in den arbeid! Hij bespeurde het aan zijne zoons, die zijne kunst verder voerden, veredelden. Neen, hij zou den dood niet aanschouwen in eeuwig heid. Toen dacht hij aan zijn jongste, aan Ewald. Hij was trotsch op 'hem, want die had liet gymnasium geheel afgeloope». Moe der had hem gebaard, toen ze reeds veertig telde. Jammer dat de jongen ook niet in de fabriek kwam. Tegenwoordig, nu men op de wereidmarkt- arbeidde, was geleerdheid geen hinderpaal meer. Hij overlegde hij zich zelf of hij er eens :met Gustav over spreken zou. Moeder had echter har© plannen met j den jongen. Nu ja een Wiskotten op een Wuppertlialer kansel was ook niet slecht. Maar toch zoo'n flinke jongen! Jam mer Door het voortuintje kwam Gustav Wis kotten met- de kinderen. Do kleine Emili© wuifde, de hand als een windwijzer heen en weer bewegend, tegen hare grootouders die ze aan liet venster bespeurd bad. De kleine Gustav nam op een wenk van zijn vader stijf zijn muts af. Nu klauterden ze de trap op. „De groeten van mama," riep de jongen en drong Vooruit. „Ze 'is naar de kerk," riep zijn zusje, hang met haar nieuws te laat te' zullen komen. Toen gaven ze hunt grootouders een kus en lieten zich streclen. Grootmoeder had altijd Berlijnsch brood met amandelen in de kast. „Ben jij niet naar de kerk?" vroeg juf frouw Wiskotten na de begroeting. „Nee, moeder, ik had in de fabriek te rekenen te meten. Daarvoor kwam de rustige Zondag mij juist goed te pas." „Ik weet waarlijk niet meer, hoe ik je al tijd bij den dominee verontschuldigen, moet." „Zeg hem maar, dat ik er voor zorg, dat de kerk jn het dorp blijft," en hij toonde lachend zijne handen. Ook de oude man lachte mee. Doch de moeder nam het streng op. „Dat zijn maar praatjes. Arbeid op Zon dag is als kalfsvleesch. als slecht vleesch De recht© bouillon steekt er niet in." „Nou, moeder, ik zal liet u naderhand wel smakelijk maken." De ergernis der oude vrouw verdween. De anderen waren immers in de kerk. Dan mocht er wel een voor do zeken zorgen. „Alles in orde?" vroeg ze. „Ik laat de volgende week uitgraven. Mor gen volgt de overdracht op het kadaster. Ik heb gisteren het stuk land neg laten taxee- ren, opdat ik weet wat Kölsch krijgt." „Het zal ons niiet makkelijk vallen hét hem toekomend© in baar geld uit te beta len „Kölsch? Uitbetalen? Die laat het geld tegen vier procent op -de fabriek staan. Zon der met de oogen te knippen sloeg hij zelf deze schikking voor. Een prachtkerel. Als hij niet zelf zoo met de fabriek saamgegroeid was, alsof het d© zijn© ware, zou ik mij bijna moeten schamen. Van de stad had hij het dubbele kunnen krijgen. Maar daar hielp geen sentimentaliteit aan. De fabriek is d© fabriek. Als die leven zal, moet ze kunnen ademen." „En het bouwgeldï" vroeg de moeder zon der zich verder over KölscVs edelmoedig heid te verontrusten. „Zou de oude Schar - wiichter toestemmen?" Gustav Wiskotten krabde zich achter het oor. „Hij trachtte nog uitvluchten te verzin nen. Praatte mij van allerlei voor zijn dood en dat Emilie dan alles kreeg, doch dat hij zich niet gaarne uitkleedde, voordat hij naar bed ging. Ik mag Kiien uitgedroogden kerel niet-. Maar naar zijne persoonlijke neigingen en antipathie vraagt de fabriek .niet. Daar rookt de schoorsteen niet van. Ik 'heb hem dus met los gelaten. Toen ik twee flesschen van zijn Zeltingcr leeg gedronken had, be gon hij bang te worden, dat ik ook nog eene derde zou ledigen. Dientengevolge heeft hij zich toen eindelijk bereid verklaard, het geld om te bouwen op wederopzegging van maand tot maand'voor te schieten. Waarvan hij heb geeft, kan mij niet schelen. Dat i& zijn ple zier Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1