I". lOOr Eerste Blad.
8"" Jnnritanir.
Zaterdag 16 October 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE WISKOTTENS.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.00.
Afzonderlijke nummers- 0.00.
Deze Courant rersohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens 1»# de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PEIJS DEB ADVERTENTIËN:
Van 1regels f O.OO.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 30 cents bij vooruitbetaling
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf beetaan zeer voordeelige bepalingen tet
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Ee^
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op
toegezonden.
Politiek Overzicht
De terechtstelling van Ferrer.
I>e terechts telling van Francisco Ferrer
hiaeft vteel beroering verwekt. Op een aantal
plaatsen, im verschillende landte-n, in
Frankrijk, in Italië, heeft bloed gevlooid
bij de betoogingen, waardoor men wilde pro
testeer en tegen eene regie er ingsdaad, dtile
werd gequaliiifdiceierd als een gerechtelijke
moord, een siliag in het aangezicht van die
justitie. Of daar bij enkel hewetegredleme n
van zuiver gerechitighieidisgevoe'l in ,'t spel
zijn geweest, is zekletr aan twijftell onderhe
vig. Wie to once le n uitlokt zooals in Parijs
zijn voorgekomen in de nabijheid vain het
Spaansche gezan'tsohapsgebouw, waar het
schuim der natie aan zijne vernielzucht bot-
vdlerdle, kan er gjeep aanspraak op maken
op te treden als wreker van de gerechtigd
heid.
Maar ook ernstige manuien, die boven de
verdenking van bijoogmerken staan, heb
ben zich de zaak van Ferrer aangetrokken.
Leden van de Parijsclie balie, met hoog-
leerareri aan die juridische faculteit aan het
hoofd, hebben verzocht, dat Ferrer voor*
den gewolnen rechter zou worellen gebracht.
Anderen vtrzochten, dat, als 't tot eabe Ver.
oordeeTing kwam, hem gratie van de dood
straf zou worden geschonken. Op die ver
zoeken is geen acht geslagenFerrer heeft
voor een lcrijgsi*aad terecht gestaan, en het
doodvonnis, dat deze teglen hem uitsprak,
is voltrokken
Waarom moest het een miiütaiiir'e rechter
zijn, waarvoor deze beklaagde terecht stond?
Indie'rtijd heeft men. Ferrer willbn betrek
ken in den te Madrid in de Caille Major
door Mateo Morral geplleegden aanslag op
den dag, toen het huwelijk van Koning Al
fonso werd voltrokken. Van die beschuldi
ging is hij vrijgesproken. Dat proces is voor
den gewonen rechter gevoerd. Heeft de her
innering daaraan er toe gelteiid om nu de
zaak voor den krijgsraad te brengen?
Tegen de wijze waarop het proces is ge
voerd, zijn ernstige giriieven 'ingebracht. Tot
rechtvaardiging is. medegedeeld, dat die zaak
behandeld is zooals dat gewoonte ia voor
een krijgsraad. Maar die gewoonte is dan wel
zondieirling. Er zijn geWi getuigen persoon
lijk gehoord en tegenover den beschuldigde
gesteldmen lileeft. zich er toe bepaald dien
officier, diie met die- instructie bel'ast is ge
weest, die proccsscn-Werbaal te l'atön voor
lezen van de door htem van die getuigen af-
gjenomen verhootfen. Zelfs de verdediger,
die den beklaagde ambtshalve .was toege
voegd, ook een officier, lieeft ondervonden,
dat men boos was ove»r die wijze waarop hij
zijinle taak hieleft vervuldhij heeft eenle be
risping gekregen omdat hij zich im zijin plei
dooi te zeer op het standpunt van dien be
klaagde had gesteld.
Onder die omstandigheden is er maar al
te zeer grond gegeven 'tot de opvattang, dist
hek geheele proces eene sdliijnvettooning is
geweest, opgezet om tot eene veaioordeeling
te komen. En waarom werd Ferrer's veroor
deeling gewenscht? Het antwoord daarop
vindt men in een interview, dat een corres
pondent van de Matin heeft gelhad met dfen
bestuurder va)n het bisidiom Barcelona, den
wijbisschop mgr. Guitart, en dat deize van
de Frans olie greine uit aan zijn blad heeft
doen toekomen. De prelaat klaagde over de
verwoestingen, die tijidiens het Juli-oproer
in Barcelona zijn aaingeriohlt en waaraan
vooral de katholieke kloosters en scholen
'hehbem blootgestaanhij noeande de ver
woeste gebouwen met name op en ging daar
na aldus voort:
„Dit oproer was geen spontaan ontstane
beweging, zooals Terrer in zijn proces be
weerde. Het was met zorg voorbereid. Het
heeft zijn grond in de levendige republi
kein scihe en anarchistische propaganda van
Lerroux en van dezen rampzaligen Ferrer,
met wien men minder medelijden moest heb
ban dlan imo» de arme arbeiders, die hij met
zijne omwenltelingsgodachten het hoofd op
hol heeft gebracht. De grootste schuldige is
niet hij, d'ie die bom legt, maar hij, die hem
leert, dat men de bom moeit leggen. Zelfs
afgezien van de rechtstreeksohe deelneming
aan het Juli-oproer, die men hem ten laste
legt, verdient Ferrer zijne straf, omdat hij
door 't verspreiden van zijne leer deze onlus
ten mogelijk maakte. Het gevaar ligt inzon
derheid iin het karakter van ons volk, dat
vurig, heftig en opgewonden is. Franschen,
Engelschen, Duitsehers zijn verstandiger en
rekenen meft dte eiscihen van het leven. Wan
neer een anarchist echter op een zoo gun-
seigen bodem als de onze zijne gedachten uit
zaait, dan is 'hij dubbel schuldig."
Wanneer de denkbeelden, die door dezen
Spaanschen kerkvorst werden uitgesproken,
den doorslag hebben gegeven bij de vervol
ging en de veroordeeld ng van Ferrer, dan
schijnt diie minder te zijn geschied om
het aandeel, dat hij gehad heeft in
de gebeurtenissen van Juli, dan omdat
hij stond aangeschreven als verspreider
van de denkbeeldendie tot deze uit
barsting van volkswoede hebben geleid.
Zeer zeker heeft die Spaansche regee
ring het recht dien opstand in Barcelona te
onderdrukken met'alle middelen, die de wöt
haar aan de hanid dioet, en de schuldigen
aan dien opstand te straffen. Maar dit ver
wijt kan zij niet ontgaan, dab om het aan
deel van Ferrer daarin vast te stellen, een
weg is gekozen, die omtrent de vraag van
zijne schuld geen klaarheid heeft gebracht.
Zijne terechtstelling aan het einde van een
rechtsgeding, diat in 't geheim is gevoerd en
dat niet beantwoordt aan de eischen van eene
goede rechtspleging, drukt hem de marte
laarskroon om die slapen. Wanneer, zooals
de minister vain buitenl'andlsche zaken in
Spanje aan den vertegenwoordiger van Reu
ter heeft gezegd, de regeering tegenover Fer
rer niet anders kon handelen dan zij heeft
gedaan, dlan zou zij ei* slechts bij hebben
kunnen winnen, als dit proces was gevoerd
in het volle licht der openbaarheid en als
aan den beschuldigde de volle waarborg van
eene onpartijdige rechtsspraak was verschaft.
Maar het bedenkelijke van de zaak is
juist, dlat men diit niet heeft willen of kun
nen doen.
Engeland.
Londen, 15 Oct. De prins van Wa
les heeft heden de nieuwe haven van Dover
geopend, waar Dreadnoughts met alle ge
tijen kunnen binnenkomen. Het werk heeft
meer dan tien jaren geduurd en 31 millioen
p. st. gekost.
De Daily News bevestigt het gerucht, dat
de eerste zeelord van de admiraliteit, Sir
John Fisher, over een dag of tien zal aftre
den en met den pairstitel als lord Thetford
in het hoogerhuis zal overgaan. Admiraal
Fisher is 68 jaar oud, sedert 1905 admiraal
of the fleet (de hoogste rang in de vloot)
en eerste marine-adjudant van den Koning.
Hij stond bekend als een groot orgauiseerend
talent. Eerst over twee jaren zou hij den
leeftijdsgrens bereiken.
Zweden*
De bomaanslagen tegen de directeuren
Ham-mar en Sjöholm, waarvan onder de
telegrammen melding werd gemaakt, schij
nen niet van politieken aard te zijn. Ver
dacht wordt de ingenieur Martin Eken-
borg, bezitter van een laboratorium in Lon
den, die vijandig gestemd was tegen deze
heiden, omdat zij hem in zaken hadden te
gengewerkt.
Spanje.
Madrid, 15 Oct.; De zitting dei-
Kamers werd hedenmiddag geopend in tegen
woordigheid van een zeer talrijk publiek.
Alle ministers waren aanwezig. De minister
president las in den Senaaj het besluit voor
tot bijeenroeping van de 'cortes en verliet
daarna met de andere ministers de zaal.
De voorzitter van den Senaat, generaal
Azcarragua, bracht hulde; aan de troepen,
die in Marokko strijden.
De democraat Diaz Morel deelde mede,
dat hij in de eerstvolgende zitting vragen
over de binnen- en buitealandsche politiek
zou richten tot de ministers van buitenland-
sche zaken en van oorlog.; De liberaal Cal-
berton kondigde interpellqtiën aan over de
gebeurtenissen te Barcelona en over den
veldtocht in het Rifgebied.
De zitting van de Kanier werd geopend
om 3 uur 40. Dato werd met algemeene
stemmen herkozen tot voorzitter. De repu
blikein Azzatti vroeg liet woord. De voor
zitter weigerde echter het te verleenen. De
minister-president wilde daarop het besluit
tot bijeeuroeping van de cortes voorlezen.
Maar de republikeinen protesteerden heftig.
Het rumoer, dat zij maakten, belette Maura
een poos de voorlezing te verrichten.
Nadat de voorlezing was geschied, ap
plaudisseerde de meerderheid krachtig. 'e
onderstaatssecretaris van binnenlandsche
zaken roept: Leve de Koning.' Leve Spanje!
Leve het leger! Bijna alle afgevaardigden
herhaalden deze kreten. De carlistische af
gevaardigden riepen Leve Spanje 1 De re
publikein Cervera riep: Ja, leve Spanje,
maar Spanje met eere 1
De voorzitter Dato hield eene rede na
zijne herkiezing. Hij beval den afgevaardig
den kalmte aan iu de ernstige beraadsla
gingen, die de Kamer zal hebben te voeren
hij bracht hulde aan de bij Melilla operee-
rende troepen en aan generaal Marina. Ver
scheidene republikeinen protesteerden krach
tig, roependeBreng hulde aan het leger,
maar niet aan den generaalHiertegen pro
testeerden de conservatieven weer.
De vergadering werd gesloten.
Madrid, 15 Oct. De zittilng van dien
gemeenteraad was heden zeer woelig. De
republiikeinsche en socialistische raadsleden
verlieten de zaal.
Bij het begin der zitting kondigde het
sociaiistische raadslid Iglesaas aan, dlat hij
eene verklaring wilde afleggen.
De voorzitter wilde dit beletten, maar
Iglesias antwoordde hem „Ik zal spreken
en de zaal slechts verlaten, als ik door de
politie eruit wordt gezet."
De zitting werd daarop geschorst.
Nadat zij heropend was vroeg Igiiesiae op
nieuw het woord, te middlen van een hevig
rumioer, dat de voorzitter vrhobteloos tracht
te tegen te gaan.
Van alle kannen hoorde men kreten en
scheldwoorden
De socialistische groep verliet eindelijk
de zaal.
Het republikeinsche raadslid Dicenta
nam toen het protest vam IgLesias over de
terechtstelling van Ferrer over en verliet
daarna eveneens de zaal met de andlere re-
publiiebeiusche raadsleden.
Over het Ferrer-proces zijn aan de Cor-
riere della Sera eenige interessante bijzon
derheden bericht, waaraan wij ontleenen,
dat de krijgsraad het doodvonnis niet een
stemmig heeft geveld. Was het eenstem
mig geschied, dan zou Ferrer terstond dood
geschoten zijn. In Spanje bestaat een krijgs
raad uit een president, twee kapiteins en
den aanklager, alsmede een auditeur, die u't
rechterlijk oogpunt zekere bevoegdheden
heeft. Om volkomen rechtsgeldig te zijn,
moeten de president, de aanklager en de
auditeur in elk opzicht in hunne meeningen
en hun oordeel overeen stemmen. Bij het
vonnis over Ferrer werd echter deze over
eenstemming niet verkregen. Bovendien ver
klaarden de bijzittende rechters, naar ver
luidt, dat zij de tegen den beklaagde inge
brachte bewijzen als niet voldoende be
schouwden een van hen verklaarde zich
bij gemotiveerd votum tegen de doodstraf.
Onder deze omstandigheden werd de terecht
stelling uitgesteld en de beslissing overge
laten aan het hoog militair gerechtshof, van
welks uitspraak geen beroep is.
De verdediger van Ferrer klaagt, dat het
hem niet. is vergund getuigen tot ontlasting
bij te brengentegenover iedere belastende
verklaring had hij eene ontlastende kunnen
stellen van volkomen geloofwaardige, alge
meen bekende personen. Alle bewijzen van
den aanklager steunden op berichten van
de politie. Hierbij is op ie merken, dat
sedert het proces naar aanleiding van den
aanslag op het Spaansche Koningspaar, de
politie Ferrer geen oogenblik uit het oog
verloren heeft. Hij mocht Barcelona slechts
met bijzondere vergunning verlaten en moest
steeds kennis geven waarheen hij zich begaf.
Hoe zou 't hem onder deze omstandigheden
mogelijk geweest zijn, eene samenzwering te
organiseeren of eene revolutionaire bewe
ging te verwekken?
De Madridsche Epoca levert een betoog,
dat de terechtstelling van Ferrer is geschied
overeenkomstig de we f ten des lands. Wat
de reden is, waarom men op Ferrer zoo fel
gebeten was, kan men vernemen uit de vol
gende verklaringen van den militairen at
taché bij het Spaansche gezantschap te Wee-
nen, majoor Roig de Lluis, in een inter
view afgelegd:
„Ferrer is een demagoog. Hij beschikte
over eene zeldzame welsprekendheid. Door
eene zeer vrome dame met een groot legaat
bedacht, besteedde hij het vermogen uitslui
tend aan anarchistische doeleinden. Hij
stichtte scholen, waarin de Koningsmoord
gepredikt werd. Hij was de meest verbitter
de anti-militarist en predikte het recht van
ongehoorzaamheid tegen iedere overheid. Bij
den bomaanslag bij gelegenheid van het hu
welijk van Koning Alfonso wezen alle dra
den op hemer konden echter geene stellige
bewijzen geleverd worden, waarom de in
structie destijds zonder resultaat bleef. Het
onderwerp van de tegenwoordige aanklacht
was de deelneming aan de revolutionaire
woelingen in Barcelona. Het onderzoek van
zijne correspondentie was voldoende om
zijne schuld te stavenDaarbij kwamen de
talrijke getuigenverklaringen. Hij vluchtte
kort nadat de vervolging was begonnen in
een mijnwerkin een hol werd hij gegre
pen hij had zich geschoren om zich onken
baar te maken. Het is niet waar, dat het
proces tegen hem zeer summier is uitge
voerd; het proces duurde langer dan een
maand, en vooraf ging eene lange instruc
tie."
Talrijke berichten gewagen nog van de
ontroering, die deze terechtstelling heeft ge
wekt in breede kringen, tot zelfs aan de
overzijde van den oceaan, in de Argentijn-
sche republiek en in Montevideo, die ont
staan zijn uit voormalige Spaansche kolo
niën.
Bij het straatgevecht in Parijs, in de
buurt var het Spaansche gezantschapsge
bouw, werden meer dan 100 pereonen ge
wond en ruim 300 arrestatiën verricht. De
meeste gevangen genomenen waren gewa
pend. Minister Briand was den geheelen
tijd in zijn kabinet en liet zich per telefoon
op de hoogte houden. Tegenover een mede
werker van de Petit Parisien heeft hij zich
aldus uitgelaten
„Men moet bij deze betoogingen een on
derscheid maken. De politieke manifestatie
werd door den afgevaardigde Vaillant ge
leid, die zijn sjerp had omgedaan. Daar
naast echter richtte eene bende, die met
dezen stoet niets had uit -te staan, verwoes
tingen aan op de Place de Clichy. Zij wilde
in een bankgebouw inbreken. Men moest
tienmaal chargeerend tegen haar optreden
om haar terug te jagen."
De Temps, die deze verklaring al te ver
goelijkend vindt, noemt de onderscheiding
wel wat te subtiel en vraagtWaar eindigt
de anarchistische politicus, waar begint de
„apache", als men de agenten vermoordt en
van dichtbij op den prefect van politie
schiet
De gemeenteraad van Parijs heeft beslo
ten, als teeken van zijn protest „tegen de
aan het menschelijk geweten door de te
rechtstelling van Ferrer gerichte uitdaging"
eene straat te noemen met den naam van den
doodgeschotene.
vDe burgemeester van Cherbourg htefcft
om te proteeteerem. tegen die terechts-telli-ng
van Ferrer, zijnedecoratie van comman
deur dfer ondie van Isabella de Katholieke,
die hij ontvangen had van den Koning van
Spanjie, naar het Spaansclue gezantschap
van Parijs teruggezonden.
Barcelona, 15 Oct. Gisterenavond
zijn weer nieuwe bommen ontploft in de
straat, waarop het bisschoppelijk paleis uit
ziet.
Cerbère, 15 Oct. Urt Barcelona
wordt bericht, dat daar gisterenavond te 7
uur 30 een bom spromg in een straat bij de
kathedraal er het bisschoppelijke paleis, jJe
eigenaar van een piano-magazijn en drie po
litieagenten werden ernstig gewond. De he
vige ontploffing richttte ook eenige mrtte-
rieele schade aan.
Spanj* In Marokko.
Volgens berichten uit Teheran, te Tan-
ger ontvangen, zijn in het laatst van de
vorige week twee Spaansche oorlogsschepen
lange de Rifkust gevaren. Zij helbben alle
Marofckaansche vissahersbooten,, die zij
ontmoetten, beschoten, zonder er op te let-
}2
RHDO.LF HERZOG.
Dominee Schirrmacher klopte heta op de
hand. „Dat heb je g"oed' gezegd. Dat is eene
meening, die niet zoo maar "voetstoots te
verwerpen valt. En handel ik soms niet naar
je wenschen?"
„Dominee", antwoordde Gustav Wiskot-
ten warm, ,,u maakt eene uitzonderingu
bent er een van de oude garde. Ik heb niet
vergetenhloe u mij eens op de Zondags
school den bijbel naar het bJoofdi wierp, om
dat ik gedurende die uitlegging van die 'tien
geboden 'met de meisjes op de andJere rij
gekheid! maakte. Dalt heeft mij, domme jon
gen, toen ter tijd zeer tot u aangetrokken,
omdat ik "bespeurde, dat dat een werkdadig
christendom was. Neen, neen, moeder, ik
spot nidt. Dat is mij heilige ernst. En ik
Weet ook, dominee, dat u jaar op jtór uw
geheele inkomen weggeeft, om uwe armen en
zieken ie helpen. En die werkdadige christe
lijke liefde doen uwe collega's u zoo galu'w
niet na."
„Je vergeet, dat ik geen huisgezin heb."
„Bij geestelijken moet hot begrip „huis
gezin" een. geheel ander 'zijn, andiers moeten)
ze geen geestélijke word'en. Daiti is een be
roep, dat nidt met examens bereikt kan. wor
den, zooals een ander. Daartoe behoort
menschenliefde zonder onderscheid des per-
soons en zelfverloocheningboven de kerk
gangers uit, naar de groote gemeente van
hen, die thuis blijven, die gewend zijn over
bet hoofd gezien te worden, en die het ge
loof aan God niet vinden, omdat men hun
het geloof in. de mensehen niet schenkt. Do
minee, als u niet een oude vriend onzer fa
milie waart, Zou ik zoo niet spreken. Maar
geloof mij. in de fabriek leert men Wat.
Daar ziet men lichamelijke ellende en gees
telijken nbod, dikwijls in eenen meusch ver-
eenigd. De jongere dominee's in het dal
moesten hier eens wat meer acht op slaan.
Niet in de kerkeraadsvergaderingen of op
bezoek hij vrome gemeentenaren, maar in
de kleine woningen, van den kelder tot aan
het dak. Dan zouden ze merken, dait ze met
donderen en bliksemen van den kansel af niet
alleen volstaan kunnen. Wij fabrikanten
voeden tot den arbeid op, dè dominee's moes
ten in de eerste plaats tot meusch en opvoe
den. Engelen worden we van zelf."
Dominee Schirrmacher lachte zacht.
„Heb ik jou werkelijk op de Zondags
school gehadHij reikte hem over
tafel heen de hand. „Dan wil ik trotsch op
mijn resultaten, zijn, als ik ze onder d- i e
gestalte ook slechts sporadisch aantref. Maar
wat go van de groote gemeente der over het
hoofd gezienen zeide, m'n lieve zoon,
daarin zult ge wel gelijk hebben. Als men
meer op de huisnummers afging «ei minde*
op die naamplaatjes, behoefde men het so
ciaal-democratische gevaar niet op don muur
te schrijven."
„Als u -dat ernst is, dbmraee, wel, dlan
proVerdniVeld', ik drink immers
koffie."
„Ik dtoe otok met een glas wijn, bescheid.
Wat zegt u er vam, vader Wiskyttem?"
„Daaraan houd ik u, dominee. Moeder
geef eens glazen. Nee, nee, ik heb geen
jic'ht, ik doe maar niet zoo."
Juffrouw Wiskotten, bracht de wijnglazen.
Hoofdschuddend had ze den, loop van het
gesprek gevolgd. Nu meende ze voor haren
oudste een verontschuldiging te moeten
uiten.
„Ik begrijp volstrekt niet, boe onze Gus
tav op 'zoo iets komt? Daarover heeft 'hij toch
vroeger niet nagedacht."
„Misschien wel, omdat Ewald weggeloo-
pen is. Hoe komt een mensch soms plotseling
op gedachten
„Hebt u van uw zoon nit Düsseldorf al. I
iets gehoordi" vroeg dominee Schirrmacher, j
zijn glas aan den mond zettend. Hij wilde j
den oude tijd laten om te antwoorden. Juf-
frouw Wiskotten echter zat met stijf saam- j
geknepen lippen en staardie met een gezicht
alsof ze niets gehoord had, strak naar de
luchtj
„Ik heb door middel van Kölsch van
hem gehoord", antwoordde GustaV Wiskot-
ten voor zijne moeder. „De zoon van onzen
ouder-opzichter is eveneens in Düsseldorf op
de academie. Hij heeft geschreven dat Ewald
aangekomen is en in de Bolkerstraat bij een
zekeren Zinters kamers gehuurd heeft. Het
ging hem oogenschijnlijk goed."
„Dus is er voorloopig geen reden, tot be
zorgdheid!"
„Tot bezorgdheid? De jongen is toch een
Wiskotten Hij zal alleen maar zijne horens
er af lbopen, gladweg tot op zijn dikken;
schedel. Als die hem 'maar eerst pijn doet,
zal hij wel tot inkeer komen."
„Voor de theologie is hij niet geboren",
zeid'e dominee Schirrmacher, en hij wiegde
liet hoofd heen en weer.
„Hij kau toch wel een flinke kereld wor
den", lachte Gustav. „Energie heeft hij. Dab
heeft hij bewezen. De vraag is maar, hoe
ver die reikt."
„Je schijnt veel van hem tc houden."
„Ik houd van iedereen, die energie bezit.
Dat is nooit slecht materiaal. Bovendien:
wij broere kibbelen slechts onder elkander,
om zoo te zeggen uit) overgroote liefde. Te
genover de buitenwereld waakt de een ijver
zuchtig voor den ander."
„Nu zie je, beste Gustav", zeide de do
minee, terwijl hij zijn glas leeg dronk, „dat
ook bezoeken in huizen met naam,bordjes
somtijds niet zonder nut zijn. Ik ten minste
moet bekennen, dat ik den middag goed be
steed heb. Zes uur is het geworden. Houd
u altijd zoo kalm, beste vader Wiskotten, en
God late u uw tevreden gemoed 'behouden
Adieu, juffrouw Wiskotten. Gustav, je komt
zeker wel eene, lanigo pijp bij me rookeii?"
„Nu ga ik Wilhdlm, uit de veeren jagen",
zeide Gustav Wiskotten, toeni dominee
Schirrmacher vertrokken, was. „De kerel
slaapt als een os. Ha, eindelijk!"
Wilhelm verscheen, zorgvuldig geschoren,
met goed verzorgde bakkebaarden. Zijn) don
kerbruin costuum was volge<ns streng En
gelschen. snit.
„Dacht je soms", lachte Gustav Wiskotten
tegen hem, „dat we de fabriek stil konden
laten staan, om jou te begroeten?" Hij
schudde zijn broer krachtig de hand'. „Dag,
Wilhelm. Je ziet er uit om door een ringetje
te halen. Een branie als schoppenkoiiiug.
Maar dat doet er niet, toe, als het hart
slechts op de rechte plaats zit. Alle achting,
Wilhelm 1"
„Goeden dag, Gustav." Hij knikte zijne
ouders toe. „Valt er gauw wat te eten, moe
der?"
Juffrouw Wiskotten verbaasde zich.
„Wel jochie," schertste de oude Wiskot
ten, „wat wou je dan hebben? Morgenkoffie?
Een twaalf uurtje? Middageten of avond
eten? Als het zijn moet beginnen we nog
eens van voren af aan."
„Alles tegelijk, vader, in- dten. vorm van
een -biefstuk."
„Maar het is toch nog geen acht uur?
Wat? Daar komen de jongens al aan?"
August, Fritz en Paul Wiskotten stormden
de trap op
„Is Wilhelm wakker geworden? Gooien
dag, WilhelmDag jongenDag English
man! Gezegend zij de dag", begon Fritz Wis
kotten met luider stem, „die heden one ver
schenen isEu krachtig viel het koor
in: „Wisdeboem, wiedieboom, vriedeboem
De oude Wiskotten straalde van vreugde.
De moeder hield haar ooren dicht en haastte
zich naar de keuken, om de meid bevel te
geveni terstond den biefstuk te braden.
Daarna zat de geheele familie rondbm die
tafel on drong Wilhelm tot spreken.
„Mav de jongen is nog zoo flauw als
iets", voer de oude vrouw aan.
Fritz schoof hem de wijnfleech toe.
„Drink eens. Een slokje op de valreep
diedeldiedeldom Klaar tot den aanval."
„Dat maakt hem toch beschonken 1"
„Dat telt bij een twaalftal niet. Wat zeg
jij, oude whiskyzoon? Of poets je tegenwoor
dig je tanden met sodawater?"
Wordt vtrvolgd.