W*. 163. Tweede Blad.
8"e Jaargang-*
Zaterdag 4 December 1909.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post 1.50.
kfzoi.derlijkö nummer: - 0.05.
t j Couian verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest-
diigeu.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
*s morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Van 15 regels f 0.50,
Elke regel meer -0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte,
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
In de vergadering van Vrijdag werden
een aantal kleine wetsontwerpen zonder hoof- j
delijke stemming aangenomen, nadat de
MinistervanJ ustitie <bij een der
naturalisatie-ontwerpen ihiaid] medegedeeld,
dat het ontwerp in zaike licit Nederlander
schap de Staten-Generaal zeer spoedig eal
bereiken
De vergadering wordt verdaagd tot ver
moedelijk Maandag 27 Decenrtber a.s.
Tweede Kaïn er.
Door de heeren Ter Laan, van Sasse van
Ysselt, Itoodhaiyzen, Roes&ingh, van Asch
van Wijok en Treub werd Vrijdag bij het
voortgezet justitae-debat lotsverbetering be
pleit voor verschillende categorieën van per
soneel bij gevangenissen en rijkswerkinrich
tingen. S
JLxe Minister achtte het salaris van dat j
personeel, ook w,at het administratief per-
soneel betreft, thans na de jongste verbete
ring voldoende geregeld. Aan wetsherziening
op bet stuk van bedelarij en Landloop er ij
wordt ijverig gewerkt. Echter dient eerst
de reorganisatie van Vieenhuizen een goed
beeld te geven van den daardoor te verkrij-
gen nieuwen toestand.
I>e minister beloofde ernstig te zullen
overwegen, of*de positie der geestelijken te I
Veenhuizen verbetering behoeft; zoo ja, dan
zal daartoe nog voor de reorganisatie wor
den overgegaan.
Bij het verder debat vergeleek de heer
Snoeck Hienbeiaans de inrichting van de
particuliere gestichten met die der tucht
scholen en rijksopvoedingsgestichten en
achtte in het belang van de verpleegde kin
deren zelf een zuiniger huishouding bij de
rijksgestichten geboden.
De lieer Ter Laan betoogde, dat de positie
van het onderwijzend personeel der Tucht
scholen te wenschen overlaat.
De heer Ketelaar, zich bij dit betoog aan
sluitende, vestigde vooral de aandiacüt op
den langen diensttijd van de onderwijzers en
keurde af dat de leiding van het onderwijs
berust bij den directeur der Tuchtschool,
hetgeen tot scheeve verhoudingen leidt.
De Minister beloof de aan den heer Snoeck
Henckemans te zullen overwegen, of en zoo
ja, welke der voogdijraden hooger salaris
mjoeten hebben en verzekerde te zullen na
gaan het verdere betoog van dien afgevaar
digde echter aanstonds daarna opmerken
de, dat wegens het verschil in het gehalte
der kinderen een vergelijking tusschen par
ticuliere- en rijks-gestdchten niet opgaat.
De Minister betoogde dat bij de tucht
scholen de opperleiding moet blijven aan den
directeur.
De Minister ontkende tegenover den heer
Yan Por eest, dat aan de bouwkundige af dee
ling bij justitie geldverspilling plaats heeft.
Wanneer aanstelling moedig is van een nieu
wen adjunct rijksbouwmeester, zal d'e min.
overwegen het denkbeeld des heeren Van
Porteest, om de te benoemen ambtenaren
uit de burgerpractijk te nemen.
Aan den heer Hugenholtz merkte de Mi
nister op, dat 't brengen van alle rijksge
bouwen onder één departement moeilijkhe
den 'oplevert. Splitsing zou in ieder geval
ncodig zijn voor gebouwen onder justtie res-
sort-eerende, aangezien dieze wegens hunne
speciale bestemming aan bepaalde eischen
moeten voldoen, samenhangende met de be
ginselen van het gevangeniswezen. De Mi
nister beloofde met zijn ambtgenoot van oor
log te zullen overwegen het pleidooi van
den heer Smeenge voor den bouw eener
marechausseekazerne naast het nieuwe kan
tongerechtgebouw te Meppel.
Na nog eenige discussie, waarbij de
nister voorloopig terugnam den post voor
verbouwing van bet ree hitsgebouw te Gro
ningen, werd de justitie-begrooting aangeno
men.
De algemeene beschouwingen over het
Hoofdstuk Marine werden hierna voortge
zet.
De heer B o s is door 's ministers antwoord
omtrent de toepassing der christelijke be
ginselen bij de Marine volkomen bevre
digd. De minister heeft, naar Spr.'s mee
ning, een zeei juist standpunt ingewonnen.
Wanneer rechtvaardigheid wordt betracht,
kan het gezag het beste en het gemakkelijk
ste gehandhaafd worden. Godsdienst als
politiemiddel heeft voor Spr. niets bekoor
lijks. Hij beschouwt den minister niet als
opperdominee van de vloot en zou hem sterk
afraden den weg op te gaan, door den heer
Voorst van Zijp aangegeven. Behoudt de
minister den toon, in de Mem. van Antw.
aangeslagen, dan is er de meeste kans op
goede samenwerking. Ten slotte .'besprak
Spr. uitvoerig het beheer en de administra
tie der Rijkswerven.
1 e heer Thomson oordeelt niet gun
stig over het beleid van dezen minister, die
met goeden moed is opgetreden, en met het
voornemen om ernstig te streven naar verbe
tering en hervorming onzer marine. Het
blijkt echter maar al te zeer dat van dlien
hervormingszin in die practijk niets terecht
komt.
Over de christelijke beginselen een enkel
woord. Over de redevoering van den heer
Van der Voort van Zijp heeft spreker zich
verbaasd. Hoe kon een anti-re vol. zóó spre
ken.
Die spr. betoogde dat er orthodoxe onder
officieren waren, die in de preeken aan
boord niet genoeg vonden van hetgeen zij
er in wenschten. Reeds de heer Bos wees
ei" op hoe alle partijschappen, vooral onder
het zeevolk aan boord vermeden moeten wor
den. In het reglement op de krijgstucht van
1815 staat terecht, dat alle partijschap moet
wórden „vermijd".
Door den heer Hugenholtz is er gisteren
avond op gewezen dat er onder de schepe
lingen niet werd gereclameerd over onrecht
vaardige straffen, omdat het toch niet hielp
en spr. onderschrijft dat. Verder wijst hij
op de censuur, welke uitgeoefend wordt op
de zee-officiereuEen officier had geschre
ven in e6n of ander blad en dlit heeft aan
leiding gegeven tot moeielijkheden en er
is een circulaire uitgevaardigd, waaruit
blijkt dat het aan zee-officieren is verbo
den in tijdschriften of bladen te schrijven
over onderwerpen, rakende de slagvaardig
heid der vloot. En verder dat het verboden
is geheime zaken te publiceeren. Nu, dat
laatste is duidelijk en heeft altijd bestaan.
Verder is bepaald dat de hoogere officieren
censuur moetien uitoefenen of een artikel al
of niet gepubliceerd mag worden. Naar
spr.'s oordeel kan dat nimmer in het belang
onzer marine zijn. Uit een dergelijk „be
leid" hoe achterlijk de marine nog is bij
het toch reeds achterlijke leger.
Een officier is verantwoordelijk voor zijn
daden en wanneer hij iets doet, dat niet
door den heugel kan, kan hij terechtgezet
worden. Maar wat zal men nu zien gebeu
ren? Dat men onder een pseudoniem gaat
schrijven Daarom verzoekt spr. den minis
ter op dien maatregel terug te komen.
De manier waarop zeevolk aangeworven
wordt, vindt spr. niet goed.
Ten slotte een enkel woord over de ver
dediging en het materieel
Pantserschepen blijft Spr. voor ons land
onnoodig achten.
Voor vlagvertoon zijn geen pantser schepen
of scheepjes nooddig. Dit kan in die toekomst,
even goed geschieden met een torpedo-eska
der. Met kracht dringt Spr. aan op aanbouw
ran tor pedó jagers.
Ten slotte komt spreker weer terug op
het vraagstuk der leverantiën en wel de
levering van geschut door de firma Krupp.
De vra'ag of die firma Krupp ons
voor ons geüid het beste geschut' zal
leveren wait er te krijgen is, is betwist
door spreker. Voor 25, 30 en 40 ja
ren terug stond de firma Krupp op artil-
leristisch gebied aan het hoofd, maar nu niet
meer. In de laatste 10 jaren is Krupp op elk
gebied geslagen en overvleugeld door ande
re firma's. Aan den minister vraagt spre
ker: „Hoe staa' liet met de levering van
d'e munitie? Zal die hier te lande worden
aangemaakt en zoo niet, waarom niet? En
hoe staat het met de levering van torpedo-
materieel'
De Minister van Marine vraagt
of zijn beleid ook niet een woord van waar
deering had verdiend, waar onze zeemacht
in overzeesche gewesten een goed figuur
heeft gemaakt. De minister verdedigt het
eindcijfer zijner begrooting. Er is 311000
meer uitgetrokken moeten worden, waar
aan de minister niets kan doen. Voor mari
nedoeleinden wordt slechts 13£ miillioen uit
gegeven, wat toch werkelijk niet te veel ge
noemd kan worden.
De heer Thomson interrumpeert aan
houdend, zoodat er een soort conversatie
ontstaat.
De Voorzitter kan dat niet toe
laten.
De Minister echter merkt op
„Mijnheer de voorzitter, als het u niet sche
len kan, mij heelemaal niet hoor(Dave
rend gelach).
De minister vervolgende, zegt: Torpedo
jagers moeten wij hebben, en hoe eerder hoe
beter. Voor mijnenleggers zijn kruisers on
bruikbaar, en daaruit, leiden de adviseurs
van den heer Hugenholtz af, dat onze mij
nenleggers niet zeewaardig zullen zijn.
Waarschijnlijk hebben ze nog nooit een
mijnenlegger gezien (gelach). Sirooimijnen
zijn gevaarlijke dingenhet kan hen niet
schelen wie er tegen aanloopt, vriend of
vijand, je gaat de lucht in (gelach). De
Minister dankt voor den steun, hem verleend
in zake de onderzee'booten. De heer Hugen
holtz wil geen onderzeeboot geven, maar
die wil heelemaal niks geven. Daarvoor zal
hij zijns redenen wel hebben. Ik begrijp ze
wel niet, maar dat zal dan wel aan mij
liggen.
De Voorzitter vraagt of de Min.
hier soms zijn rede kan afbreken.
De Minister: „Best mijnheer de
voorzitter, ik kan overal afbreken". (Dave
rend gelach).
De vergadering wordt verdaagd tot Maan
dag ten li ure.
Besloten is Maandag a.s avondvergade
ring te houden.
Berichten.
De accijnsverhooging. De
Haagseh« correspondent van de Tel. meldt:
De spoedige aanneming, zonder debat en
zonder hoofdelijke stemming, van het ont
werp tolt verhooging van den accijns op het
gedistilleerd, door de Eerste Kamer, heeft
in parlementaire kringen vrij veel verrassing
gehaard
Naar ik verneem, hebben de vrijzinnige
leden dier Kamer eerst het voornemen gehad
het ontwerp niet te aanvaarden, maar in
een bijeenkomst zijn ze daarop teruggeko
men. Het zou trouwens toch niets gebaat
hebben.
Invoerrecht op geraffi
neerd zout. De heer E. Potjer, te Gro
ningen, importeur van geraffineerd zout en
vertegenwoordiger voor Nederland van de
Actiën Gesel!schaft Georg Egestorff'e Sailz-
werke und Chemische Fabriken" tie Hanno
ver, heeft naar aanleiding van de door de
regeering voorgestelde verhooging van het
invoerrecht een schrijven gericht tot de
Tweede Kamer dier Staten-Gen er aal.
In het door die regeering ingediende wets
ontwerp wordt voorgesteld het bestaande in
voerrecht op geraffineerd zout te verhoogen
tot f 4.30 per 100 Kg.
In een breed gemotiveerd verzoek betoogt
hij de door de regeering voorgestelde ver
hooging van hot invoerrecht op geraffineerd
zout niet aan te nemen, maar dat recht te
'bestendiigen op f 4 per 100 Kg.
Persoonskaartenstelsel.
Op verlangen van 6 leden is, ingevolge die
bepalingen van het reglement, een verga
dering belegd van de Provinciale Vereeni-
gi'ng van burgemeesters en secretarissen in
Zuid-Holland, ter bespreking van de missive
van den commissaris der Koningin, d.d. 4
November j.l., inzake de vaststelling van
nie«uwe voorschriften betreffende het houden
van bevolkingsregisters, waarbij het per-
soonskaartensWlsel voor alle gemeenten zou
worden ingevoerd.
De vergadering zal te Rotterdam worden
gehouden op Maandag 13 December.
N. R. Ct.
Prijsvragen Tuinbouw.
Door de Nederl. Maatij. voor Tuinbouw en
Plantkunde zijn de volgende prijsvragen
uitgeschreven
1. Men vraagt een onderzoek omtrent de
perioden van wortelgroei, welke een of meer
soorten van vrucht, laan- of parkboomen,
of sierstruiken jaarlijks doormaken, zoo mo
gelijk met den invloed, welken deze perio
den op het aanslaan bij verplanting kun
nen hebben.
2. Men vraagt een onderzoek naar de om
standigheden waaronder, en zoo mogelijk de
oorzaken, waardoor het verloopen der takken
van een of meer soorten van bontbladerige
boomen, struiken of andere vaste planten
naar den groenen stamvorm tot stand komt,
en in aansluiting daarvan naar de midde
len, die dat verloopen zooveel mogelijk te
gengaan.
3. Men vraagt een onderzoek naar de
practische waarde van de forceermethode van
heesters en andere bloemplanten door voor
afgaande behandeling met warm water, en
meer gedetailleerde gegevens omtrent de
beste behandelingswijze met betrekking tot
een of meer soorten.
4. Men meent, dat de grootte van de
opbrengst bij sommige fruitsoorten aan ge
regelde wisseling onderhevig is, zoodat
slechts om het andere jaar een goede oogst
te verwachten is. Men vraagt:
a. een opgave van de soorten, die deze
zoogenaamde beurtjaren vertoonen en van
de streken, waar men ze opiherkt, zooveel
mogelijk gebaseerd op statistische gegevens
b. een onderzoek naar de vermoedelijke
oorzaken, waaraan deze afwisseling zou zijn
toe te schrijven, en of zij te wijten is aan
afwisseling in bloeirijkheid of alleen in
vruchtvorming, en
c. naar den gunstigen invloed, dien die
bemestingsmethoden kunnen uitoefenen op
j aarlij kschc oogstkansen door proeven en
waarnemingen aan te toonen.
Een termijn van beantwoording is niet ge
steld, terwijl nadere inlichtingen worden
verstrekt door den secretaris, den heer H
C. Zwart, te Watergraafsmeer.
Een bestuurbare ballon in
Nederl and.
De Auto schrijft
Naar men ons mededeelt is de heer W.
Jochems, van 's Gravenhage, thans te Pa
rijs vertoevende, voornemens met den door
hem gekochten bestuurbaren Zodiac-ballon
(hetzelfde type waarmede de graaf de la
Vaulx eenige tochten van Antwerpen naar
Brussel heeft gemaakt) van Parijs naar Den
Haag te varen.
Binnen enkele dagen zullen wij dus
hoogstwaarschijnlijk het eerste bestuurbare
type in ons land zien verschijnen.
Departementsambtena
ren. De literatuur over de samenstelling,
de inrichting enz. van het personeel bij de
departementen van algemeen bestuur is weer
vermeerderd met een vlugschrift onder bo-
venstaanden titel, door Louis Stiel, adjunct
commies bij het Centraal bureau voor de
Statistiek en uitgegeven door den Bond van
ambtenaren bij die departementen. De heer
Stiel schreef zijn brochure naar aanleiding
van het opstel van mr. Hovens Greve in de
October-afl. van De Tijdspiegel, met wien
hij van zienswijze verschil omtrent de plaats
die in het corps ambtenaren toekomt aan
juristen in onderscheiding van niet-gegra
dueerden, met wien hij het ook niet eens is
over de inrichting van de departementen
en met wien hij van gedachten wisselt over
een splitsing van de departementsambtena
ren in een categorie van regilstreerende amb-"
tenaren, die machinaal, en een categorie van
redigeerende ambtenaren, die intellectueel
werk verrichten
Ten slotte treedt de schrijver nog n
eenige beschouwingen, die het opstel van
den heer Greve niet rechtstreeks raken.
(N. Crt.)
Speenhoff's Liedjes. Hoe
Speenhoff's Liedijes in druk geraakt zijn,
wordt vermakelijk verteld in Brusee's Boelc-
berichten. De uitgevers zijn aan het woord.
Op een dag in September van 1903 kwam
de heer Speenhof f ons toen nog o zoo
klein uitgeveirskantoortje binnen. Wat ge
haast en ook wat. bedeesd. Hi] vroeg min
of meer geagiteerd of wij hem van dienst
wilcbn zijn Hij had een boekje met lied-
jee Dat boekje zou tegen den Sint-Nico-
laajs verschijnen. Maar de uitgever aan
wien hij het verkocht had, zond hem een
dieel van het handschrift, 'dat vooruit ge
zonden werd, terug. Speenhoff had zich
niet aan zijn afspraak gehouden om het
boeksike kant en klaar den tekst, de muziek
en die prentjes, op een bepaalden tijd af te
Leveren. De uitgever, die hem al o
schande een gevraagd voorschot op
honorarium had uitgekeerd, weigerde het
eerste stuk, dat te laat kwam, te ontvan
gen, en deelde mede van d,e uitgave af te
zien omdat zij niet op tijd gereed kou zijn
Zooals gezegd, Speenhoff kwamt toen bij
ons. Hij zat wat men noemt stevig in de
ratö. Hij wilde zijn boekje graag gedrukt
zien en niet 't minst, hij had op zijn hono- j
ranum vast gerekend en zag dat nu verlo-
renterwijl 't misschien al besteed was?
Speenhoff was nog niet zoo heel bekendj
Kort en goed, hij vroeg ons dringend 1
hem uit deze onaangename positie te hel-
pen- I
De eerste -schreden op het uitgewerspad j
zijn moeilijk wat volstrekt niet zegt dat
de latere gemakkelijk zijn! en ©enig
beraad was noodiig. Hiervan wilde de heer I
Speenhoff eerst niet weten. Ten slotte j
stemde hij noodgedrongen toe in een beslis- j
sing binnen 24 uur.
Wij zouden hem een genoegen doen bij
aanname hetzelfde honorarium uit te kee-
ren als zijn oorspronkelijke uitgever. De
heer Speenhoff ging heen, niet zoo zeker dat
z:jn boekje onder dak zou zijn.
Wij maakten ons de 24 uur ten nutte
dioor de lezing van de vijftien liedjes die
klaar waren, met de prentjes en de sobere
nootjes voor de melodieën
Was aardig werk, erg aardige liedjes,
leuke prentjes, en de muziek... we konden
zelfs geen noot lezen zoo groot als een ta
felblad.
Aardig was 11
Maar, wie koopt er nu liedjes?
Ja, de Fransche Chansonniers geven hun
liedjes uit. Maar in Holland, zouden daar
voldoende mensohen zijn die een bundel
liedjes koopen?
't Was een vraag, een moeilijke vraag.
En wij polsten ook nog eens een goed vriend.
Ja, hij vond 't aardig werk, bijzonder werk.
Oorspronkelijk en fijn, zoo raak en zoo een
voudig, zoo simpel weg maar, zoo bekoorlijk
juist daarom.
Maar van de uitgeverij wisten wij toch
al wel zóó veel dat lang niet alles wat aar
dig is, ook goed gekocht wordt. Doch iets
bijzonders was 't. En als jong uitgever voor
al wil men wat bijzonders geven.
't. Was een waag. Maar in de uitgeverij
is zooveel een vraag.
De becijfering zag er wel wat donker uit!
Wat een oplaag moest dat worden om tot
een winstje te kunnen komen bij een mati
gen prijs. Want duur mocht t niet zijn.
't Was populair werk, dat wil zeggen, 't
was voor de massa bedoeld, dat bleek uit de
liedijes zelf.
Maar wat moed is voor alles noodig. Voor
al als men pas begint.
En 't besluit viel. Doen! Probeeren!
3000 exemplaren moesten 't zijn. Dat was
een heed groot aantal. Maar 't moest om
er -te komen. De heer Speenhoff kwam op
't afgesproken 24e uur.
„Wel", vroeg hij, ,,'t 16 zeker in orde?"
We zouden het dian maar probeeren.
Het koop - co mtractj e werd opgemaakt ©n
geteekend.
De tijd voor zetten en drukken was heel,
heel kort, want als 't niet met Sinterklaas
verscheen, dan was de onderneming verlo
ren.
Maar de overige 15 liedjes waren nog niet
geschreven. Doch dlait was een oogenblik
werk. Met twee dagen zouden we die heb
ben
Twee dagen waren om. De eerste proef
was er ail van den drukker.
De derde dag, geen nieuwe kopij. Wel
proef van de rest. De drukker kon niet
voort. Hij telegrafeerde, zou zijn afspraak
niet kunnen houden.
En onze dringende boodisohappen aan den
heer Speenhoff om kopij werden geregeld
beantwoord met: meneer komt 't zoo bren
gen. Maar meneer kwam niet.
Ten einde r-aad gingen we zelf. En de
heer Speenhoff noodigde on6 uit even te
wachten, dan zou hij 't klaar maken.
We gingen zitten bij zijn teekentafel.
De kopy werd keurig geschreven, uit het
hoofd, in cahiers. Telkens als een liedje
klaar was, ging de dichter er mee voor de
piano zitten, en de zanger zong een melodie,
die hij met één vinger volgde langs de boot
sen. Dan kwamen de nootjes boven de
woordenWeer terug naar de teekentafel
en met een smakelijke lo-sse beweging kwa
men de primitieve prentjes op keurige vier
kante stukjes Hollandbch papier. Onder
wijl neuriede hij een volgend melodietje.
Maar wat was dat, daar was hij de woor
den van kwijt. En juist zoo'n goed liedlje.
Ja, een van de beste. Hij wist 't- niet meer.
Kon er niet opkomen. Dat was gekker,
zoeken in parerassen. Neen hij had 't niet,
hoefde niet te zoeken.
Ja, 't was 't afscheid van een marinier.
Dat moest er toch in. Kón er niet uitblij
ven.
Speenhoff werd zenuwachtig. Zijn vrouw
kon hem niet helpen.
Och 't zou straks wel komen.
Hij schreef een ander uit 't hoofd-.
Maar plots hield hij op. Hij was er.
Zijn d'ienstbade moest 't hem voorzingen.
Die kende 't wel. Zong 't altijd in de keu
ken.
En Griet kwam.
„Zeg, hoe lis die marinier ook weer?"
Het meiske werd wat 'bloo. Maar me
neer hield aan, en met een kleur en een be
vend© stem kwam 't. Ze stond in den post
van de kamerdeur. Ze zong
Vaarwel Marie, ik moet je gaan verlaten,
Ik heb geteekend bij de zeesoldaten
Eu de dichter-zanger zong 't mee, lang
zaam om haar in te 'houden, wijl zijn pen
't niet zoo snel kon schrijven.
't Was diep in den nacht toen we de laat
ste 15 liedjes op ons kantoor gingen in
pakken en, expresse, posten aan den druk
ker.
Binnen zes weken was heb boekje uitver
kocht.
School- en Kerknieuws.
L e e t a a r staathuishoudkun
de. De Minister van Binnenlandsche Zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat aan
de Rijks-hoogere burgerscholen te Heerenveen,
Meppel en Steen wijk te vervulden zijn de be
trekkingen van leeraar in de staathuishoudkunde.
Hoofden van scholen. ln
de vergadering van de afdeeling 's-Gravenliage
der Vereenlging van Hoofden van Scholen in
Nederland werd onder meer rapport uitgebracht
ove'r de door het hoofdbestuur dier vereeniging
aan de orde gestelde onderwerpen: pensioenrege
ling en afschaffing van het Fransch, voor het
toelatingsexamen op H. B. S. en gymnasia.
Omtrent het eerste punt werd na levendige
discussie o. a. de wenschelijklieid uitgesproken
dat het recht op pensioen vroeger wordt ver
kregen dan bij de tegenwoordige regeling het
geval is, voornamelijk omdat het is in het be
lang van het onderwijs en ook omdat het tegen,
woordig zooveel moeilijker is, pensioen te krij
gen dan vroeger. Tevens werd liet wenschelijk
geacht, dat in de wet een leeftijd wordt vast
gesteld waarop de ouderwijzere en onderwijze
ressen verplicht zijn ontslag uit hun betrekking
aan te vragen.
Wat het tweede punt betreft, waren allen 't
eens over de meening dat het niet- in het belang
der leerlingen zou zijn. wanneer men tot die af
schaffing zou overgaan.
Eervol ontslag onderwijzers
te Haarlem. Op 5 Mei 1909 werd door
den Raad besloten, dat ambtenaren der gemeente,
die hun 6.3ste levensjaar zouden hebben vol
bracht, ontslag zouden erlangen, deswegen, met
het. einde van het kalenderjaar.
Het is B. en W. gebleken, dat de belangen van
het onderwijs zouden kunnen worden geschaad,
wanneer een onderwijzer zou worden ontslagen
voor het einde van den loopenden cursus, van
daar, dat mi wordt voorgesteld, het ontslag van
•een 65 jaar geworden onderwijzer eerst te doen
ingaan, als do geheele cursus is afgeloopen.
Dr. G. J. W. Bremer, t Op 62.
jariigen leeftijd is te Rotterdam overleden dr.
G. J. W. Bremer, leeraar in de natuurkunde
aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen
cursus en aan het Gymnasium.
De overledene was voorts aldaar directeur van
het Bataafsch Genootschap, voorzitter van het
Rotterdiamsch Natuurkundig genootschap en rid
der in de Oranje Nassau-orde.
Het kiescollege der Ned. Herv. Gemeente
te 's-Gravenhage heeft Donderdagavond, ter
voorziening in de prediikantsvacatu-re, ontstaan
door het emeritaat van ds. Van der Flier, be
roepen dr. J. P. de Bie, predikant te Arnhem.
Het classicaal beduur te Leeuwarden heeft
de '23 appeWeerende lidmaten van de Ned- Herv.
Gemeente te Rottevalle (Fr.) tegen de beroeping
van ds. P. Beijer van Sebaldeburen (Gron.) in
het gelijk gesteld en de beroeping van ds. Beijer
vernietigd.