BUITENLAND. FEUILLETON. DE WISKOTTENS. M°. 1»». 8"' Juargang. OORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonder; yke nummers- 0.05. Deze Courant rersohgnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bg de Uitgeven in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoer voordeelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Biad, bjj abonnement. EetK circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. INLEVERING REKENINGEN. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat het gebleken is, dat declaration ten laste der gemeente menig maal geruimen tijd na afloop van een dienstjaar worden ingezonden. Aangezien zulks voor een geregelde admini stratie een ernstige belemmering oplevert, her inneren zij nogmaals allen, die iets van de ge meente hebben te vorderen, hunne declaration in te dienen uiterlijk den 15. Januari volgende op liet dienstjaar waarop de declaratie betrekking heeft. Ten aanzien \an hen1, diio in gebreke mochten blijven hieraan te voldoen, zal ernstig worden overwogen of er alsnog bijzondere redenen, be staan om hen in het vervolg voor het doen van leverantiën aan do gemeente in aanmerking te brengen. Amersfoort, 4 Januari 1910. Burgemeester en Wethoud'ers voornoemd, 'De Secretaris, 'De Burgemeester, J C. STENFBRT KRQE9E. WUIJTIERS. ZONDAGSWET. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op de aanschrijving van hoeren Gede puteerde Staten der provincie Utrecht van den 16. Juli 1844 (Provinciaalbladj no. 53), houdende uitnoodiging om, ter voldoening aan eenop machtiging van Zijne Majesteit den Koning door Z. E. den Minister van Binnenilandsche Za ken bij aanschrijving d.d. 29 Jura 1844, no. 103, le aid., gedaan verzoek, jaarlijks de ingezetenen te herinneren aan de bepalingen der Wet van den 1. Maart 1815 (Staatsblad1 no. 21), betrekke lijk de viering der Zon. en Feestdagen; Maken dientengevolge aan de ingezetenen be kend1. dat de voormelde wet is van den navolgen den inhoud Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Prins van Oranje Nassau, Souverein Vorst der Vereenigde Nederlanden enz., enz., enz. Aan al degenen, die deze zullen zien of hoo- ren1 lezen, salutdloem te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben da noodzakelijkheid om, op het voetspoor onzer godsdienstige voorvaderen, die daarop steeds den hoogsten prijs stelden, de plichtmatige vie ring van den dag des Heeren en andere dagen den openbaren Christelijken godsdienst toege wijd,, door eenparig voor d© geheel© uitge strektheid der Vereenigde Nederlanden, alge meen werkende inaatrègelen te verzekeren Zoo is het, dat W ij den Raad van State ge hoord en met algemeen overleg der Staten-G'ene- raal dezer landen, hebben goedgevonden en ver staan, golyk Wij goedvinden en verstaan by deze l. Dat op Zondagen en op zoodanige gods dienstige feestdagen, als door do kerkgenoot schoppen van den Christclyken godsdienst dezer landen algemeen erkend en gevierd worden, niet alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verricht worden, welke den godsdienst zouden kunnen storen, maar dat in het algemeen geen o|inbare arbeid zal mogen plaats hebben, dan in ^eval van noodzakelijkheid, als wanneer de Plratselijke Itegeering daartoe schriftelijk toe- stemming zal geven. J. Dat op deze dagen, met uitzondering van geringe eetwaren, geene koopwaren hoegenaamd cp markten, straten of openbare plaatsen zul len mogen worden uitgestald of verkocht, en dat kooplieden en winkeliers hunne waren niet zul len mogen uitstallen noch met opene deuren vc koopen. 3. Dat gedurende den tijd, voor de openbare godsdienstoefening bestemd, de deuren der her bergen en andere plaatsen, alwaar drank ver kocht wordt, voor zooverre dezelve binnen den gesloten kl ing dor gebouwen liggende zijn, zul len gesloten zijn, en dat ook, gedurende dien- zelfden tijd, geenerhande spelen, hetzij kolven, I alslaan of dergelijke mogen plaats hebben. 4 Dat geene openbare vermakelijkheden, zooals schouwburgen, publieke danspartijen, con- oerten en harddraverijen, op de Zondagen en algemeene feestdagen zullen gedoogd worden zullende het aan de plaatselijke besturen wor den vrijgelaten hieromtrent eene uitzondering toe te staan, mits niet dan na het volkomen eindigen van alle godsdienstoefeningen. 5. Dat de plaatselijke politie zal zorg dra gen, ten einde allo hinderlijke bewegingen en gerucht in de nabijheid der gebouwen tot den openbaren eeredienst bestemd en in het alge- rioen alles wat denzelven zoude kunnen hinder- lyk zijn, voor te komen of te doen ophouden. 6 Dat de overtredingen tegen de bepalingen vati dit besluit, naar gelang van personen en omstandigheden, zullen gestraft worden met eene boete van niet hooger dan vijf en twintig gulden, of met eene hechtenis van niet langer dan drie dagen, voor de overtreders die buiten staat mochten zijn deze boete te betalen. 7. Dat bij eene tweede overtreding de boete ot straf zal verdubbeld worden, en wijders alle de te koop gelegde of uitgestalde goederen ver beurd verklaard, en de herbergen of andere pu blieke plaatsen voor ééne maand gesloten zullen woiden. En dat door deze algemeene verordeningen, aile daarmede niet overeenkomstige Provinciale of Plaatselijke reglementen ©n inrichtingen zul len worden gehouden voor vervallen. Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geïnsereerd, en dat een genoegzaam getal exemplaren gedrukt en aan de Staten in de onderscheidene Provinciën of Landschappen, ingevolge art. 86 der Grondwet, ter uitvoering zal worden gezonden, met last om dezelve alom to doen pulbliceeren en affigeeren. en van de predikstoelen der onderscheidene Christelijke kerkgenootschappen te doen aflezen. Lasten en bevelen voorts, dat Onze ministeri- eele departementen en andere autoriteiten, jus- ticieren en officieren, wien zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen hou den, zonder eenige conniventie of dissimulatie. Gegeven te 's-Gravenhage, den lsten Maart des jaars 1815, het tweede van Onze Regeering. (geteekend) WILLEM. Ter ordonnantie van Zijne Koninklijke Hoogheid, (geteekend) A. R. FALCK. Gedaan te Amersfoort, den 4. Januari 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt ter kennis van ouders, voogden en andere verzorgers van leerplichtige kinderen, die aan spraak maken op eene dor vrijstellingen van do verplichting om hunne kinderen school- of huis onderwijs te doen geven, genoemd in art. 7 der Leerplichtwet, of die hunne kinderen huisonder wijs doen genieten dat een en ander hen alleen dan kan ontheffen van de verplichting o'm hunne kinderen ter school te zenden, wanneer daarvan door hen vooraf aan den Burgemeester is kennis ge geven dat een vereischte voor liet doen voortduren dier vrijstellingen is. dat deze kennisgevingen telken jare opnieuw worden ingediend, door hen-, die aanspraak maken op eene van de vrijstellin gen, bedoeld bij art. 7 der wet, telkens na ver loop van 12- maanden en die hunne kinderen huisonderwijs doen genieten, ieder jaar vóór 1 Februari dat van veranderingen in de personen, door wie het huisonderwijs gegeven wordt, binnen 28 dagen aan den Burgemeester moet worden ken nis gegeven dat alle bovengenoemde kennisgevingen moeten geschieden op daartoe vastgestelde formulieren,, welke 'kosteloos ter Gemeente-Secretarie ver krijgbaar zijn. Amersfooit, den 4. Januari 1910. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Politiek Overzicht De crisis in Hongarije. In Hongarije is de poging mislukt om eene verzoening tot- stand te brengen tus- schen de Kroon en de partij, die zich er op beroemt de traditie te bewaren van het jaar 1848, toen de droom van een onafhan kelijk Hongarije eene korte poos de verwe zenlijking nabij scheen. Het was een merk waardig momentde audiëntie, die Keizer Frans Jozef verleende aan Justh, den leider van de onverzoenlijke fractie der partij, die zich nog altijd noemt de onafhankelijkheids- partij en daarmee de herinnering bewaart aan het feit, dat zestig jaren geloden door hare toenmalige leiders do onafhankelijk heid van Hongarije werd uitgeroepen en Frans Jozef vervallen verklaard werd van den troon. Maar de illusie, dat het zou ge lukken die twee tot elkaar te brengen, is op deze audiëntie wreed verstoordtoen de lieer Justh de zaal verliet, waar de Keizer hem ge hoor verleende, heeft hij terstond verklaard, dat hij tot geen verdere onderhandelingen meer bereid was om als lid van de regee ring op te treden. Waarom de onderhandeling dadelijk na afloop van de audiëntie is afgebroken, wordt duidelijk uit de mededeelingen, die Justh in den kring van zijne geestverwanten heeft ge daan over het verloop der audiëntie. Hij heeft daar dit verklaard: ,,De monarch heeft mij zeer minzaam ontvangen en begon met te informeeren naar mijn gezondheids toestand. Daarop vernam ik echter reeds uit do eerste woorden van den monarch, dat onze zaak zeer slecht stond. Dc monarch heeft mij namelijk uitvoerig uiteengezet, dat Hongarije zijne economische versterking slechts in het kader van de gemeenschappe lijke bank en van het gemeenschappelijke tolgebied kon hopen. Het kan een punt van bespreking uitmaken, dat eenmaal tusschen Oostenrijk en Hongarije eene tussehentol- linie zal komennaar buiten echter moeten de beide staten van de monarchie altijd eene eenheid vormen." Dit schijnt de heer Justh niet te hebben verwacht; hij schijnt op grond van zijne be sprekingen met dr. Lukacs, den staatsman die door den Keizer met de samenstelling van een nieuw Hongaarsch kabinet is belast, in de meening te hebben verkeerd, dat zijne eischen in de bankkwesf ie bij den Keizer een gunstiger oor zouden vinden. Daarmee stem men de verklaringen van Lukacs niet over een. Die was van meening, dat de audiëntie bij den Keizer Justh en zijne par tij vrienden overtuigen zou, dat hunne eischen niet voor vervulling vatbaar zijn. De heer Lukacs heeft daaraan toegevoegd, dat naar zijne meening de audiëntie niet zoo had moeten eindigen als zij geëindigd is. Daarmee doel de hij op het plotseling afbreken van de on derhandelingen door Justh, ondanks het ver zoek, dat de monarch dezen had gedaan om ze voort te zetten. Hoo dit zij, de audiëntie heeft een feit van beteekenis aan het licht gebracht. De Keizer heeft den leider van de radicale op positie openhartig en onomwonden in het gezicht gezegd, dat hij den eisch van de zelfstandige bank niet kon toestaan en dat het tegenwoordige baukstelsel ook in het be lang van Hongarije zelf moet worden ge handhaafd. De Keizer heeft daarmee te kennen gegeven, dat hij niet wil laten tor nen aan de instellingen, die de beide sta ten gemeen hebben, en dat de beide staten van de monarchie naar buiten altijd eeno eenheid moeten vormen. Deze verklaring van de Kroon is zoo wordt terecht opge merkt door de Neue Freie Presse van het grootste gewicht voor allen, die steeds op ■den gi'ondslag van de gemeenschappelijk heid stonden en deze ook voor do toekomst gehandhaafd willen zien. Het stelsel van het stuksgewijs prijsgeven der gemeenschappe lijke instellingen is daarmee door de Kroon veroordeeld en men mag hopen, dat het niet weer zal worden opgevat om over den nood van het oogenblik heen te komen. De ver klaring van den Keizer is echter ook eene waarschuwing aan het adres van de Hon- gaarschc staatslieden van alle partijen. De nationale vervorming van het compromis, hetgeen eigenlijk neerkomt op een stuksge wijs afbreken wan het in 1867 opgerichte ge bouw, kan niet de goedkeuring en onder steuning van den gemeenschappelijke» monarch vinden. Men bevindt zich nu in Hongarije in een moeielifken toestand. Men is het nieuwe jaar ingetreden, niet alleen zonder dat eene verantwoordelijke regeering is benoemd ter vervanging van het demissionaire kabinet, maar ook, wat nog erger is, zonder dat eene bcgrootingswet of ook maar eene voor- loopige credietwet tot stand is gekomen. Nu de poging, om in het parlement eene meer derheid, waarop eene nieuwe regeering zou kunnen steunen, te vormen met behulp van de partij-Justh, is mislukt, blijft er voor het oogenblik geen andere oplossing over dan het optreden van een nieuw kabinet buiten de partijen. In die richting zet Lukacs nu zijne pogingen voort, en als dat hem mislukt, dan staat graaf Khucn-Heder- vary in reserve om op te treden als presi dent van een kabinet met machtiging om de Kamer te ontbinden, wanneer de onmo gelijkheid om met deze Kamer te regeeren, duidelijk is gebleken. In afwachting hiervan zijn door het demissionaire kabinet maatregelen genomen om te kunnen voorzien in de behoeften van den dienst op den grondslag van do begroo ting van 1909. Ondanks de parlementaire verwarring, is het in het land rustig; van de opgewondenheid, waarmee het met de grondwet strijdige bewind van het kabiuet- Fejervary gepaard ging, is thans niets te bespeuren Dultschland. De zitting van den landdag van het ko ninkrijk Pruisen zal den Hen Januari ge opend worden. Het wordt niet betwijfeld, dat de regeering het in de troonrede van 20 October 1909 aangekondigde voornemen tot indiening van eene nieuwe kieswet thans ten uitvoer zal brengen. Hoe de nieuwe rege ling van het kiesrecht er uit zal zien, zal men eerst uit den mond van den minister president Von Bethmann-Hollweg verne men, wanneer hij de door hem aangekondig de verklaringen zal afleggen. Te oordeelen, naar wat vroeger daarover is gezegd, zal de algemeene richting van deze kiesrechther- vormin,^ enkel zijn eene meer doelmatige in deeling en bet drieklassen stekel. Tot voor bereiding van dezen hervormingsarbeid heeft de regeering eene uitvoerige statistiek laten opmaken van de uitkomsten der laatste ver kiezingen. Dit werk vindt geen algemeenen bijvalmen verwijt de regeering, dat daar bij d© bedoeling heeft voorgezeten het drie- klassenstelsel te verdedigen en het in be ginsel als gunstig voor de middenetand voor te stellen. België. Brussel, 4 Jan. De te Gent ver schijnende „Liberté" publiceert een arti kel, waarin gezegd wordt dat het huwelijk van prins Albert had moeten zijn goedge keurd door een koninklijk besluit, dat ech ter nooit verschenen is. Het blad voegt, er bij, dat indien het bestaat, het onmiddel lijk moet worden openbaar gemaakt en dat in het tegenovergestelde geval de ministers onmiddellijk bij de beide Kamers op eene goedkeuring moeten aandringen, ten einde den thans Koning geworden prins voor een onverdiende vervallenverklaring te behoe den. De Soir bevestigt dat een koninklijk arrest niet bestaat en de toestemming der beide Kamers beslist noodzakelijk is. Frankrijk. Over het tijdstip van heit in werking tre den van de door de Kamer aangenomen no velle op het Fransch© tarief van invoer rechten wordit bericht, dat de Kam en* dien termijn daarvoor heeft bepaald op 31 Maart 1910. Engeland. Londen, 4 J an. De graaf van Desart is benoemd tot een van de vier Britsche leden van het hof van arbitrage te 's Gra- venhage ter vervanging van wijlen lord, Selby. Spanje. De terroristen, die in Saragossa spring- bu6sen tegen een paar kerken hebben laten ontploffen, zijn niet ontdekt. Men ver moedt, dat zij uit Barcelona waren over gekomen In Barcelona zijn, naar aanleiding van de Juli-onlusten, nog 34 nieuwe strafver volgingen ingesteld. In 42 zaken is de in structie geëindigd. Er zijn nog 119 per sonen in voorloopige hechtenis. Men ver wacht, dat tegen 1 Februari al deze pro cessen zullen ziju afgedaan. In eene door radicalen gehouden vergadering werd de vrijlating van de wegens de Juli-gebeurte- nissen nog in hechtenis zijnde personen ver langd. Van reactionaire zijde worden, naar aanleiding daarvan, verontrustende geruch ten verspreid over eene algemeene staking, die heet voor de deur te staan eenige gees telijken kondigden die zelfs van den kansel af om schrik te verspreiden. In officieele kringen hcerschen daarentegen meer op timistische indrukken. Dekapitein-gene raal Weyler is uit Madrid te Barcelona teruggekeerd en heeft eenige voorzorgs maatregelen genomen Hongarije. Budapest, 4 Jan. Uit Weenen wordt bericht, dat de Keizer Ladislaus Lu kacs belast heeft met den voorbereidenden arbeid tot samenstelling van het ministerie. Montenegro. Op Nieuwjaarsdag is een Fransch eskader onder bevel van admiraal Pivet in de haven van Antivari (Montenegro) aangekomen. Onmidedllijk nadat de schepen het anker hadden laten vallen voor het paleis Topo- litza, waar de vorstelijke familie thans ver blijf houdt, werd een salvo van 21 kanon schoten gelost dat door de Montenegrijnsche batterijen werd beantwoord. 's Avonds had er een gala-diner plaats in 91 DOOK RUDOLF HERZOG. Paul Wiskotten maakte zich gereed te vertrekken. ,,Hij doet tegenwoordig aan literatuur, Emilie. Maar zeer kieschkeurig. Reuter leest hij reeds voor de derde maal." Gustav geleidde hem de trap af en deed de voordeur achter hem op -slot. Toen hij in de kamer terugkeerde, zag hij Emilie on der de lamp staan. ,.Zegzeide hij en zijne oogen glansden, „dat is een schitterend idee, dat de jongens daar uitgedacht hebben Als dat verwezenlijkt wordt Zij lachte, hief den arm op en draaide het licht uit. Nog hoorde hij het zachte ritse len van hare japon. De lentenacht glinsterde door de vensters. Een streep zilveren licht, gleed door het raam tot aan de deur, waarachter zij verdwenen was. Alsof hare voeten het lichtende spoor achter hadden gelaten. Zijne oogen openden zich in het duister een weinig verderen bleven aan den zilveren schijn hangen. Zijne borst rees en daaldo onder zijne diepe, sidderende ademhaling. Geheel jongensachtig gelukzalig was het hem te moede. Alsof achter die deur de Kersten gel wachtte, zoo vlamde zijn verlangen op en daalde het weer tot schuchtere vereering. Slechts één schrede tot aan de deur, slechts één schredeEn de bevangenheid loste zich op en ging in een krachtigen stroom van geluk over, die uit zijn hoofd de gedachten aan den arbeid wegspoelde, en uit zijn hart, wat niet Emilie heette. „Nu begint," zeide hij bij zichzelf, „het tweede deel van het sprookje van den ar- beidsscldaat." Hij opende de deur. Ook hier slechts ©en baan van zilveren licht. Doch in het licht stond eene jonge, witte vrouw die, het zware haar voor den nacht in orde brengend, hem een bleek gelaat toekeerde met stil glanzende oogen Over "het fabrieksterrein ging de lente nacht. Geen woord sprak hij. Hij schreed op liaar toe, zacht en behoedzaam legde hij den arm om haar iheen. Zij nestel dVj er zich als een kind in, en hij drukte zijn gelaat in hare koele, zachte lokken. Buiten groeiden de reusachtige schaduwen der fabrieksgebouwen. Doch in de stille kamer konden zij niet doordringen. Meer en meer vulde ze zich met den zilveren glans van den lentenacht. Eene door niets onder broken, diepe stilte. Doch aan het kloppende leven, dat hij in de armen hield, voelde Gustav Wiskotten, dat hij leefde en waarom hij leefde. HOOFDSTUK X. „Hallo I Ewald I St-ap uitl" „Paull Goeden dagl Ben je mij tegemoet gekomen?" Heb jï bagage bij je? Nee? Des te beter. Kom nu, de trein vertrekt al weer." Ewald Wiskotten sprong uit de coupé „Dit is toch Èlberfeld pas." „Ik dacht, dat gedurende dit laatste ge deelte van je reis eene wandeling door het dal je liever zou zijn. Dus heb ik het maar op goed geluk af gewaagd en ben je tegemoet gereisd. Heb ik goed gedacht?" „Je wilde mij zeker gelegenheid geven vol komen IkaJlm tie woddlen 1 Beken heb maar." „Nee, jongen., dat hoj^jij. niet noodig. Maar het dal moet je het eerst weer zien, in z'n werkpak, met zijne rookende schoor- steenen en zijn machinegeratel. Dan ben je naderhand vlugger met zijne bewoners klaar." „Dus 'n liardings-methodeIn allen geval was het vriendelijk van je aan mij te denken." Toen ze door de straten schreden, bleef Ewald Wiskotten voor een huis staan. „Weet je, wie bier woont?" ,,'k Heb er geen flauw vermoeden van." „Mijn geachte collega, Idte schilder Weert. Zou ik me eens even bij hem binnen wagen?" „Als het je niet opwindt." „'t Kan mij hoogstens ontnuchteren. Vijf minuten, als je wilt. Ik zou alleen maar eens willen zien of er mensclien zijn, die altijd over verloren idealen treuren, in plaats van zich nieuwe te scheppen." „Menschon., die nooit idealen gehad heb ben, bedoel je." Ewald Wiskotten trad de stoep op en belde aan. Hetzelfde slordige dienstmeisje open de, en liet hem zonder veel omhaal in heb altelier. Ook hier was alles precies als vroe ger. Te midden van een heidonschen rom mel lag de vergrijsde schilder op zijn divan j en versliep den dag. En van den ezel lachte Van Dijck's jeugdig ischoone Marchesa 'Spi- nola goedig neer op den ouden scholier, die eens zijne jeugd voor talent gehouden cn overal zijn leertijd uitgeraasd had, totdat hem van beiden slechts de copie gebleven was. De jonge man bekeek hem oplettend. Het door den wijn rood gekleurde gelaat was smartelijk in de kussens gedrukt. Kleur en uitdrukking van liet gelaat levei'den een zeld zaam contrast met elkander op. „Wellicht droonjt. hij juist," dacht Ewald Wiskotten, „dat hij zijne jeugd naar zijne gave en niet naar zijne begeerten benutte, opdat hij op zijn ouden dag niet voor de mon- sclien zal behoeven te liegen. Dat moet de vreeselijkste gedachte in de eenzaamheid zijn minder te wezen dan men zich den schijn geeft. Neen, ik zal hem niet wakker maken. De tijd heeft, slechts waarde voor hem, als hij hem verslaapt!" Zacht keerde hij naar de deur terug. Do beeltenis der Marchesa Spinola keek hem glimlachend na. „Ik kom ook tot je," zeide hij kalm, „al die schoonheid vind ik ook, al is heb ook langs andere paden." ,*Ben je wijzer geworden, Ewald?" „Als wijrjijeiid yioollbe wuftheid is „Weet je wat Moltke eens in den Duit- sclien Rijksdag gezegd heeft? Slechts bij eigen kracht berust het lot van iedere natie. Dat is ook op iederon mensch in het bijzon der van toepassing." „Ik heb do mijne nu begrepen. Nu kun nen er nog slechts verrassingen, maar geen teleurstellingen voor mij komen." „Blijde verrassingen." „Dezulke, die we ons zelf bereiden, Paul." „Kijk eens naar den overkant. Loopen diaar idle oude Konten en diens -vrouw niet?" Hij wenkte het grijze paar vroolijk toe. „Ze zijn blijven staan. Dan moeten we hen wel aanspreken." „Goeden dag! Goeden dag, mijne heeren! Is dat mijnheer uw broer niet, mijnheer Wis kotten? Ei, natuurlijk herinner ik het mij nog. Ik heb aan u oen mooi uur van geest drift voor do kunst te danken, en mijn ge heugen bewaart de heerlijke herinneringen als zijne grootste schatten. Verbeeld u eens, ik ben bij Bismarck geweest." „Daareven spraken wij over Moltke." „Dat prijs ik ten zeerste, mijne iheeren. De heilige vaderlandsche namen moeten voortdurend van mond tot mond gaan. Maar ik ik heb in levenden lijve in het Sachsenwald voor onzen Bismai'ck gestaan 1" „U waart (bij Bismarck „Ja, m'n jonge vrienden ik, de oude Korten, heb met Paschen zelf met den Rijks kanselier gesproken." „Hij heeft mij leelijk geblameerd," klaag de het oude moedertje. „Dat kan ik niet gelooven, mijnheer Kor ten," vergoelijkte Paul Wiibkotten „Mijne trouwe celkameraad," onderricht te de oude dichter, „weet niet of wil niet weten, dat de humor li£t wezen van alle levenswijsheid is. Daarom hielden de groo te mannen van alle tijden in den omgang van den humoristischen toon." ..Laat hij u eens vertellen, wat hij weer uitgehaald heeft." ..Ja, mijnheer Korten, hetgeen de vrouw wil, wil God. Nu moet'u biechten." Wordt verwijd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1