BINNENLAND.
baar is. Door het verdrag van Bardo bezit
Frankrijk sedert 28 jaren de heerschappij
over Tunesie, xnaar Turkije heeft dit verdrag
nooit erkend en gaat voort de Tunesische
inboorlingen, zoodra zij het Turksche ge
bied betreden, als onderdanen van den sul
tan te behandelen. Turkije houdt namelijk,
zooals het ook tegenover Algerië heeft be
proefd, de fictie staande, dat Tunesie nog
steeds eene provincie van het groote mo-
hammedaansche rijk is, en wanneer do Jong-
Turken heden geen Fransch-Turksche grens-
commissie toelaten en eene Tunesisch-Tripo-
litaansche commissie voorstellen, dan bewij
zen zij daardoor, dat zij in doze geheel ab
stracte kwestie van het nationale prestige
nog stijfhoofdiger zijn dan Abdul Hamid was
geweest-, want zij willen dit incident zoo
geregeld zien alsof men slechts te doen
heeft met een plaatselijk conflict tusschen
twee naburige provinciën van het Turk
sche rijk. Daar men onder deze omstandig
heden ook voor Frankrijk te doen heeft met
eene kwestie van prestige, zal het incident
nog niet zoo spoedig uit den weg geruimd
zijn.
Het. hier medegedeelde kan strekken tot
bevestiging van het bericht van de Temps,
dat is opgenomen in het vorigo nummer.
Orl«k«nland.
Volgens oen bericht uit Athene aan de
Voss. Ztg. is het vermoeden juist, dat de
Kretensische staatsman Veniselos op uit-
noodiging van den Militairen Bond naar
Athene is gekomen. Veniselos heeft her
haaldelijk en langdurig geconfereerd met
kolonel Zorb&s, den minister-president en
den minister van buitenlandsche zaken. Over
hetgeen besproken is, wordt het diepste stil
zwijgen bewaard, er loopen echter geruch
ten, dat Veniselos binnen niet te langen tijd
een 'belangrijke rol in Griekenland zal spe
len. Daaraan staat echter voorloopig nog
in den weg, dat Veniselos geen Grieksch
staatsburger is
Omtrent de behandeling van het proces
tegen Typaldos c.s. is bepaald, dat Typaldos
en drie zijner medebeklaagden zullen te
recht staan voor de rechtbank van gezwore
nen. De andere muiters, ten getale van 50,
zullen op vrije voeten worden gesteld. In-
tusschen blijft men verlangen, dat ook aan
Typaldos en do drie auderen gratie zal wor
den verleend.
Kreta.
K o n s ta n t i n o pe 1, 12 Jan. In
hun antwoord op de Turksche nota verkla
ren de mogendheden, dat er geen sprake kan
zijn van iulijving van Kreta bij Grielken-
land en beloven zij tusschen beide te zullen
komen.
Allerlei.
Te Berlijn wonen er, volgens de op
gave der belastingen, 1256 (mark-)millio-
nairs. De rijkste betaalt een kleine twee ton
(Ned.) inkomstenbelasting.
De misdaden, die Parijs en den om
trek bedreigen, houden aan, zegt een Pa-
rijsch blad. Maandagochtend is er te Parijs,
op Montniartre, een oude portierster in haar
loge vermoord gevondenhaar geld was ge
stolen. Dienzelfden ochtend vond een werk
man in de voorstad Neuillv-Plaisatice op
straat het lijk van een dame. In Batignolles
heeft een jonge man op straat een jonge
vrouw door het hoofd geschoten en daarna
zich zelf.
De doodstraf schijnt voorloopig de moor
denaars nog niet af te schrikken.
Lissabon, 12 J an. Aardschokken,
die gepaard gingen met onderaardsch ge
rommel, hebben zich voorgedaan in het nabij
gelegen Villafranca.
De Staatscourant van Donderdag 15
Januari bevat o. a. de volgende Konink
lijke besluiten
benoemd tot substituut-griffier bij de
rechtbank te Winschoten jhr. mr. H. O.
Feith, advocaat en procureur te Groningen
benoemd tot ridder in de orde van den
Nederlandschen Leeuw J. Smit Jzn., raads
lid te Nieuw-Lekkerland
benoemd tot lid van den kolonialen raad
van Curasao J. C. B. Forbes.
H.M. do Koningin ontving gisteren
voormiddag den minister van marine in con
ferentie.
H.M. de Koningin-Moeder had Dins
dagavond aan het diner den heer Mavro-
cordato, gezant van Rumenië en mevrouw,
jhr. mr. Van Weede, Hr. Ms. gezant te
Weenen en movrouw, jhr. mr. Van Swinde-
ren, vice-president van den Raad van State,
benevens eenige leden van het Huis van
H. M. do Koningin met hunne dame6.
H. M. do Koningin, H. M. de Ko
ningin-Moedor on Z. K. H. <1© Prans stellen
zich voor, op het Casino-bad in Den Oudien
Dooien te 's Gravenhage dien 14on dezer te
genwoordig te zijn.
Do Koningin-Moeder is voornemens
a.s. Zaterdagavond in Diligentia ©en ge
deelte van het concert van de Liedertafel
Haagsch Mannenkoor, onder directie van
den heer Presburg en waarop o. a eenige
dor jongst gediplomeerde leelingen van het
koninklijk conservatorium voor muziek te
's Gravenhage als solisten zullen optreden,
met Haar tegenwoordigheid te vereeren.
Z. K. H. de Prins bezocht Dinsdag
den Minister van Waterstaat mr. Regout,
in diens kabinet aan het departement.
Z. K. H. de Prins vertrekt a.s.
Zondagavond naar het Loo, van waaruit do
Prins zich Dinsdag naar Nijmegen zal bo-
geven, ten einde aldaar 's nam. den eersten
steen te leggen voor de te bouwen kazerne
voor de kolonialo reserve.
Daarbij zal ook tegenwoordig zijn de Mi
nister van Koloniën de heer De Waal Ms-
lefijt, vergezeld van den heer Cremer, refe
rendaris. chef der afdeeling Militaire Zaken
aan het departement van koloniën.
Statistiek van den Raad
van State. Uit een overzicht van de se
dert 1862 (na de wet tot regeling der sa
menstelling en der bevoegdheden van den
ltaad van State van 21 Dec. 1861) door de
Afdeeling van den Raad van State voor de
geschillen van bestuur behandelde zaken,
blijkt, dat, terwijl in de eerste jaren na de
wet van 1861 het aantal zaken ongeveer 100
bedroeg, dit in 1890, na invoering der wet
op de burgerlijke pensioenen, tot 280 is ge
klommen. Daarna liad eene daling plaats
tot 140 in 1895, waarna weder vermeerde
ring viel te constateeren van 1897 tot 1905
afwisselend tusschen 280 en 350. In 1907,
na de wet op de jaarwedden der openbare
onderwijzers, werd het getal 380 bereikt en
in het nu afgeloopen jaar (1909) kwam men
tot boven do 400).
Naar het Hbld. verneemt, zal van libe
rale zijde voo' het lidmaatschap van de Pro
vinciale Staten van Noord-Holland in dis
trict Amsterdam I in de vacature, door
liet overlijden van mr. W. II. K. Mouthaan
ontstaan candidaat gesteld worden de
heer mr. Th. Stuart.
Afscheid burgemeester
van Leeuwen. De gemeenteraad van
Amsterdam vergaderde gisteren, voor do
laatste maal onder presidium van mr. W.
F. van Leeuwen.
Nadat, na afloop van de behandeling der
raadsagenda, mededeeling was gedaan van
een missive van den commissaris der Ko
ningin, houdende officieele kennisgeving van
het ontslag van mr. Van Leeuwen, sprak de
heer Serrurier den burgemeester toe, als
oudste lid namens den Raad leedwezen be
tuigende over het heengaan van den heer
Van Leeuwen.
Spreker schetste kort, wat Van Leeuwen
als wethouder en vooral als burgemeester
voor Amsterdam heeft gedaan. In do ge
legenheid, als wethouder, dat optreden van
nabij gade te slaan, getuigde spreker van de
onvermoeide werkzaamheid, de groote toe
wijding en zorg, waarmode alles door den
Burgemeester werd geregeld en steeds ge
tracht alles te voorkomen, wat moeilijk
heden zou kunnen vergrooten of tot betreu
renswaardige conflicten leiden.
Ook naar buiten zoo sprak ongeveer
de heer Serrurier den Burgemeester toe
traadt gij op als een krachtig verdediger van
de belangen der stad en als haar waardige
vertegenwoordiger, die daarvoor geen moeite
ontzag, daarin bijgestaan en krachtig ge
steund door uw echtgenoote,
Raad en stad zijn u beiden innig dank
baar en hopen, dat gij no.g lang met vol
doening op dit tijdperk van uw leven moogt
terugzien (Applaus).
De heer Delprat, hierop als oudste wet
houder het woord voerende, oordeelde dat
de ontmoedigende beschouwingen in de dag
bladen en de platen van een zinkend en
verlaten koggeschip den waren toestand
niet schetsen. Ware dit zoo, dan zou zeker
Van Leeuwen als schipper aan het roer
blijven.
Gedurende Van Leeuwen's wethouders-
en burgemeesterschap ging Amsterdam op
verschillend gebied vooruit, hetgeen spre
ker met statistische gegevens betreffende
handel en verkeer staafde.
Vergelijk, zeide spreker, het Amsterdam
uit de dagen, toen u het wethouderschap
aanvaardde met het Amsterdam van heden,
vooruitgang op velerlei gebied, geen ach
teruitgang, is waar te nemen. Een spiegel
van de welvaart is de toestand der door u
georganiseerde gemeentebedrijven. In de
laatste 10 jaren steeg het gasverbruik van
31.000,000 M\ tot op bijna 90,000,000 M\
en dat verbruik is nog steeds stijgende; de
electriciteitswerken, de mooiste van Neder
land, ontwikkelen zich krachtig, zij lever
den behalve aan de tram 10,000,000 kwtt.
in 1909 tegen 1,200,000 kwtt. in 1904
De inhoud der schepen, welke uit zee
voor Amsterdam kwamen, nam in de laatste
10 jaren met bijna 1 millioen registerton of
40 pCt. toe. Het Rijn vaart verkeer won
voortdurend in belangrijkheid. De indus
trie toonde een belangrijke vooruitgang.
Verbetering op alle gebieden vonden plaats
met uw steun, onder uw medewerking.
Dat de ontwikkeling niet plaats kon vin
den zonder dat groote uitgaven moesten ge
daan worden, spreekt vanzelf; maar Am
sterdam had crediet genoeg om tegen matige
rente de noodige fondsen te krijgen; ook
daarvoor wist u te waken.
Ook de gewone dienst vorderde veel geld,
waar voldaan moest worden aan eischen op
allerlei gebied, waaraan de hoofdstad des
Rijks zich niet mocht en ook niet wilde ont
trekken.
Bedenkt men daarbij, dat onze stad al
meer en meer werkstad schijnt te worden,
terwijl de woonstad elders wordt gezocht,
dan is duidelijk dat de belastingen der in
gezetenen moesten klimmen.
Maar dan is ook duidelijk, dat die belas
tinghoogte niet wijst op achteruitgang van
welvaart in het algemeen, maar voor een
deel daarop, dat de gemeentegrenzen niet
meer bepalen de plaats waar het gewonnen,
inkomen wordt verteerd.
Al moge thans zuinigheid meer dan ooit
gebiedend noodzakelijk zijn, de toekomst
behoeft in geenen deele tot ontmoediging te
stemmen. Het Koggeschip is niet een zin
kend wrak, maar een hecht gezond, sterk
getimmerd schip, dat ook de tegenwoordige
zware, buien zal weten te trotseeren.
In bijna dagelijkschen omgang met u,
hebben wij, wethouders, uw vele gaven lee-
ren op prijs stellen. Wij hebben u leeren
kennen als de doortastende man van zaken,
die op het juiste oogenblik juist wist te han
delen. Uw buitengewone kennis van de on-
derdeelen van eiken gemeentedienst, uw ken
nis van het personeel, de eigenaardigheden
zoowel van den laagsten tot den hoogsten
ambtenaar, waren u bekend, wekten steeds
onze bewondering, wij vonden daarin een
steun en controle onzer eigen voorstellen.
Het kan niet anders of in een college,
aangebracht als dat van B. en W., moet
verschillen van meening soms over de meest
cardinale punten heerschen, het is de moei
lijke taak van den voorzitter, die verschil
lende elementen tot onderlinge samenwer
king te brengen, die taak hebt ge in groot©
mate gehad. Wel werden disputen gevoerd,
maar tot tweespalt leidde dit nimmer, niet
tegenstaande de scherp© critiek nu en dan
door u uitgeoefend, maar eerlijk en flink
zonder aanzien cks'persoor.s, terwijl u de
meening der meerderheid wist te respectee
ren. Wij zullen u in onze vergaderingen mis
sen, maar de geest van doortastendheid en
van te weten, nog van wie, daarin door u
gekweekt zal voortleven.
Wij, die uw veelzijdige kennis en werk
kracht hebben leeren op prijs te stellen, zijn
er van overtuigd, dat een nuttig werkzaam
leven u wacht na het afsluiten van dit- deel
van uw loopbaan. Moge succes, gezondheid
en levensgeluk daarbij uw deel zijn en moge
de oogenblikken doorgebracht in burge
meesterskamer, nog nu en dan een aange
name herinnering bij u opwekken.
De Raad hoorde de beide redevoeringen
van de heeren Serrurier en Delprat staande
aan en betuigde door applaus daarmede zijn
instemming; alleen de soc.-dem. leden ap
plaudisseerden niet.
Hierna nam mr. W. F. van Leeuwen het
woord.
Alvorens deze vergadering te sluiten,
wenschte Spr. dank te brengen aan den oud
sten wethouder en het oudste raadslid en
aan de overige leden van den Raad voor
zooveel zij met de gesproken woorden in
stemming wilden betuigen.
Als oorzaak van zijn ontslag-aanvrage
uoemde mr. Van Leeuwen de bestaande be-
stuurs-organisatie, die aanleiding tot moei
lijkheden moest geven, wilde het bestuur
opgewassen blijven tegen zijn taak bij de
uitbreiding der gemeente. Als 'bezwaren te
gen hef bestaande stelsel noemde Spreker
raadscommissies zonder bevoegdhedenhet
te omvangrijk worden van de taak van het
college van B. en W.de collectieve ver
antwoordelijkheid, te dragen door den bur
gemeester. Zonder wijziging der Gemeente
wet, waarop door Spr. op een andere plaats
reeds in 1904 werd aangedrongen, achtte hij
verbetering niet mogelijk. Onder omstan
digheden van dien aard voelde hij geen lust
meer zij n taak voort te zettenook in het
belang der gemeente.
Daarop kwam de "burgemeester tot 't eigen
lijk afscheid van zijn functie, van den Raad
en van de burgerij.
Dit afscheid na 14 jaar en 4 maanden aan
de tafel van het Dagel. Bestuur te hebben
gezeten, viel hem bijzonder zwaar; bij het
uitspreken er van was mr. Van Leeuwen
zichtbaar aangedaan en stokte de stem hem
in de keel.
De vergadering werd hierna gesloten.
De publieke tribune was grootendeels in
genomen door hoofd- en andere ambtenaren.
De 37 leden van den Raad de geheele
gemeenteraad, de soc.-dem. uitgezonderd
die voornemens zijn den burgemeester bij
zijn aftreden een herinneringsblijk aan te
bieden, willen dit, naar De Tel., mee
deelt, doen bestaan uit een gouden, een zil
veren en een bronzen medaille, vergezeld
van een calligrafische oorkonde.
Geen serenade. Mr. Van
Leeuwen heeft, gevoelig voor het bewijs van
sympathie, gemeend te moeten bedanken
voor de serenade, die hem Zaterdagavond
door een aantal vereenigingen en corpora
ties zou worden gebracht.
De nieuwe burgemeester?
De Tel. zegt thans, op grond van inlich
tingen uit de beste bron te kunnen mee-
deelen, dat reeds ernstige besprekingen heb
ben plaats gehad, met het oog op een be
noeming van den heer jhr. mr. A. Röell,
burgemeester van Arnhem, tot burgemees
ter van Amsterdam.
De heer Röell heeft te kennen gegeven,
dat hij niet ongenegen is, een eventueele
benoeming te aanvaarden.
Nu de salarisquaestie zoo gced als gere
geld is, kan een beslissing spoedig tegemoet
gezien worden.
De j aarwedde van don Am-
sterdamschen burgemeester.
Onder de ingekomen stukken bij den Am-
sterdamschen gemeenteraad was gisteren
een missive van Gedep. Staten, waarbij
het gevoelen van den Raad wordt gevraagd
omtrent de door hen beoogde verhooging van
de jaarwedde van den burgemeester.
De heer Wibaut begreep uit de overwe
gingen van Gedeputeerde Staten, diat het
salaris moet geëvenrodigd zijn aan den staat,
dien de burgemeester moet voeren bij de ver
tegenwoordiging der gemeente. Juister zou
Spr. achten, dat als Gedep. Staten de ge
legenheid willen openen, ook personen zon
der vermogen tot burgemeester te benoemen,
een scheiding wordt gemaakt tusschen de
uitgaven die de burgemeester moet doen als
particulier en als burgemeester en daarom
te brengen een afzonderlijken post voor
reoeptiekosten. Op deze wijze zou de keuze
van een burgemeester worden verruimd.
De heer Wijnmalen vond een dergelijke
scheiding ongewensebt, al acht ook hij de
tegenwoordige jaarwedde te gering.
Prof. Fabius geloofde dat de moeilijkheid
om een burgemeester van Amsterdam te vin
den, niet noemenswaard wordt weggenomen
door verhooging van het salaris tot f 15,000.
Hij had liever gezien, dat door Gedeputeer
den de vraag tot den Raad ware gericht, een
bepaald bedrag te noemen.
Mr. Van den Bergh gaf als zijn persoon
lijke meening te kennen, dat de jaarwedde
voor den burgemeester moet worden gesteld
op f 20,000, liever nog op f 25,000. Navol
ging van het voorbeeld in een andere groote
stad gegeven, waar de burgemeesterwedde
werd verhoogd nadat <1© functionaris de be
trekking had aanvaard, vond Spr. minder
gewenscht.
De heer Wibaut betoogde nogmaals de
wenschelijkheid om, teneinde uit alle krin
gen den meest bekwamen of geschikten per
soon te kunnen kiezen, scherp te scheiden
het. particulier en openbaar leven en door
de gemeente te doen betalen alle kosten uit
het am'bt voortvloeiende. Onmogelijk ie dit
niet; het is slechts een kwestie van admi
nistratie.
Mr. Asscher merkte op, dat Gedeputeerden
vragen geen algemeen, doch een concreet
antwoord. Het gaat dus niet aan, in het al
gemeen te antwoorden.
De heer Sutorius merkte op, dat wij staan
op een keerpunt in de geschiedenis van Am
sterdam Tot nu toe hadden wij nict-gesa-
larieerde burgemeesters, die het deden om
de waardigheid. Thans krijgt men een ge-
salarieerden
Mr. Schock achtte den Raad bevoegd te
antwoorden wat door den heer Van den
Bergh en zelfs door den heer Wibaut werd
bedoeld. Maar toch gaat hij, en mèt hem
mr Worst, mee met liet voorstel van den
burgemeester om te antwoorden dat f 15,000
niet genoeg is.
Dit voorstel werd thans toegelicht door
den voorzitter, die daarbij uitging van liet
thans ingenomen standpunt, dat men den
burgemeester schadeloos wi'l stellen. Met
f 15,000 is dit niet mogelijk. Iemand, die op
die voorwaarde naar hier kwam en van zijn
salaris zou moeten bestaan, zou hij noemen
den meest bek 1 agenswaardigen man. Deze
zou volkomen afhankelijk zijnhij zou
voortdurend in botsing komen met regeering
en raad. Wil men scheiding nuaken als de
heer Wibaut wil, dan acht Spr. dit slechts
bestaanbaar als men den burgemeester geeft
een ambtswoning, die hij verlaat wanneer hij
zijn ambt neerlegt. Maar zóóver zijn wij
te onzent niet. Dit zou hier te lande een
unicum zijn.
De heer Wibaut zeide, zich voor een goed
deel te kunnen vereenigen met de ambtswo
ning. Anders stelle men ten stadhuize ter
beschikking van den burgemeester de looalli-
teiten om te recipieeren
Besloten werd, overeenkomstig het voor
stel van den voorzitter, aan Gedeputeerden
te antwoorden, dat tegen de door hen voor
gestelde verhooging tot f 15,000 geen be
zwaar bestaat
Onderzoek Indische ha
venwerken. De heeren prof. dr. J.
Kraus, oud-minister van waterstaat en G
J. de Jongh, directeur der gemeentewer
ken van Rotterdam, zullen zich 3 Februari
te Genua inschepen aan boord van de Gro-
tius, ten einde zich naar Indië te begeven
ter voldoening aan de opdracht van den
minister van koloniën, om de regeering
van advies te dienen in zake de havenwer
ken van Soerabaja en van Makassar.
B. en W. van Rotterdam hebben daar
toe aan den heer De Jongh het noodige
verlof verleend
Gisteren was het 60 jaar geleden, dat
de heer Jan Smit Jzn., scheepsbouwmeester
en reeder te Kinderdijk, tot lid van den
raad dier gemeente werd gekozen. Sedert 6
November 1865 is hij wethouder.
Gelijk die Staatscourant meldt, is hij be
noemd tot ridder in de orde van den Ned.
Leeuw.
Dr. Kiewit de Jonge en
Z u i d-A frika. De Transvaalsche Bank
en Handelsvereeniging te Amsterdam heeft
aan dr. H. J. Kiewit de Jonge, voorzitter
van het Algemeen Nederl. Verbond, te Dor
drecht, een door den beeldhouwer A. van
Wouw, te Johannesburg, vervaardigd beeld
toegezonden. Deze zending is geschied in
opdracht van leden van het Algemeen Ned.
Vei'bond in Zuid-Afrika en gaat vergezeld
van een aldaar gemaakt geïllustreeid album,
bevattende de namen der Zuid-Afrikaansche
mannen, die de vriendelijke gedachte heb
ben gehad, dr. Kiewit de Jonge een blij
vende herinnering te doen toekomen aan den
tijd, dien hij in hun midden heeft door
gebracht.
Kon. Nederlandsche
L a n d b o u w v e r e e n i g i n g. Onder
het presidium van Zijne Koninklijke Hoog
heid Prins Hendrik der Nederlanden had
Maandag ten Paleize op den Kneuterdijk
te 'a Gravenhage eene algemeene vergade
ring van de Koninklijke Nederlandsche
Landbouwvereeniging plaats. Doordat de
voorzitter Hare Majesteit moest vertegen
woordigen bij de begrafenis van luitenant-
generaal Thiange, kon Z. K. H. de verga
dering niet tot het einde bijwonen. De
Prins opende de bijeenkomst met oen rede,
waarin hij de aanwezigen hartelijk welkom
heelt© op de eerste algemeene vergadering
der vereeniging.
Hierna gaf Z. K. H. een kort overzicht
van den stand van zaken en van hetgeen
tot nu toe verricht werd, waarbij hij o.a.
gelegenheid vond woorden van hulde te
spreken voor hetgeen de heeren Löhnis en
Lovink voor den landbouw en voor de ver
eeniging hebben gedaan.
Daarna kwam in behandeling het huis
houdelijke reglement van de Iv. N. L. Dit
werd onveranderd goedgekeurd.
Het rapport van den secretaris over het
landbouwtentoonstellingwezen werd vervol
gens na ampele bespreking voor kennisge
ving aangenomen.
Het voorstel van het hoofdbestuur, om
in 1913 te 's Gravenhage eene algemeene
landbouwtentoonstelling te houden, werd
onder applaus aangenomen en 't dage-
lijksch bestuur gemachtigd alle voorberei
dende stappen to doen.
Tot leden van het hoofdbestuur uit de
personeele leden werden gekozen de heeren
F. B. Löhnis te 's GravenhageL. Broe-
kema te Wageningen en mr. W. M. van
Lanscliot te 's Hertogenbosch.
Tot lid van hot hoofdbestuur uit de be
gunstigers werd gekozen die heer A. M.
Tromp van Holst te Amersfoort.
Bij het einde der vergadering werd aan
het aftredende! voorloopige hoofdbestuur bij
monde van den heer H. J. E. van Heek de
dank der vergadering gebracht, waarna die
tweede voorzitter, de heer jhr. mr. G. L.
M. H. Ruys de Beerenbrouck de bijeen
komst sloot.
Afschaffing van Nacht
arbeid in Bakkerijen. Het De
partement „Zaanstreek" van de Maatschap
pij van Nijverheid heeft in zijne vergade
ring van 28 December een uitvoerig ant
woord vastgesteld op de Vragenlijst van
het Hoofdbestuur dier Maatschappij inzake
liet wetsontwerp op de Afschaffing van
Nachtarbeid. Aan de daaraan toegevoegde
beschouwingen ontleenen wij het volgende
Het wil aan de afdeeling voorkomen, dat
het ontwerp zeer onrechtvaardig is tegen
over de continu-bedrijven, waar goede ar
beidstoestanden heerschen en waaronder
zich zelfs modelinrichtingen bevinden.
Deze bedrijven toch worden door deze
wet teruggebracht met een derde harer
productie en dus ook met een «lag tot on
geveer de helft in waarde verminderdde
helft der waaide dezer vaak zeer kostbare
inrichtingen gaat voor de bezulers verlo
ren, wordt als bet. ware geconfisqueerd,
niet ten bate van het al genreen, maar met
het doel de arbeidstoestanden in het con-
curreerende klein-bedrijf beter te maken.
En dit doel zal dooy het wetsontwerp zelfs
niet worden bereikt."
Het is niet aan te nemen, dat het de
bedoeling van den wetgever geweest is, de
grootbedrijven dusdanig te treffen; de
toepassing dezer wet leidt echter onverbid
delijk tot dit resultaat, en het is niet uit
gesloten, dat er groot-bedrijven zijn voor
wie deze financieele achteruitzetting den
ondergang van het bedrijf zal ten gevolge
hebben.
Het geheele systeem dezer wet om het
grootbedrijf de meest knellende banden
aan te leggen, ter wille van het kleinbe
drijf komt ons voor, behalve onrechtvaar
dig, ook te zijn reactionnair, omdat het de
gezonde economische ontwikkeling van het
bakkersbedrijf belemmert. In dien zin, dat
de oprichting van vele kleine een-persoons
bakkerijen zal worden in de hand gewerkt,
die hetzij voor eigen rekening, hetzij vooi
die eener Vennootschap worden gedreven.
Wij voorzien dat door deze verandering de
onderlinge concurrentie der kleine bak
kers nog zal vermeerderen en de illusie
der kleinbedrijvers, dat onder de nieuw©
wet hun toestand zooveel beter wordt door
het verdwijnen of verminderen van het
grootbedrijf wel eens illusoir kon blijken
te zijnl
De gevolgen van deze wet zijn niet te
overzien, doch wij achten het niet onwaar
schijnlijk dat de wetgever, als verrassend
resultaat zal bereiken de algemeene onte
vredenheid van alle partijen.
1. Van de eigenaars der grootbedrijven
omdat een groot deel van hun bezit als het
ware wordt geconfisqueerd.
2. Van de gezellen in de grootbedrijven,
omdat de wee velen hunner werkeloos zal
maken., of naar de kleinbedrijven zal voe
ren waar hun toestand slechter zal zijn.
Ook van de overblijvende gezellen, omdat
hun werktijd langer en ongeregelder zal
zijn dan thans met de wisselploegen.
3. Van de eigenaars der kleinbedrijven
on.üat de onderlinge concurrentie greoter
zal worden dan ooit te voren.
4. Van de gezellen der kleinbedrijven
omdat steeds iederen nacht voor 4 uur
opstaan geen afschaffing van nachtarbeid
is en omdat tegen overmatig langen ar
beidsduur door dit ontwerp niets wordt ge
daan. Deze zullen zich stellig wel het meest
bedrogen gevoelen, en het schijnt toch nog
al duidelijk dat eene regeling met wissel
ploegen, waarbij van de 2 weken één week
volkomen nachtrust wordt genoten en waar
bij dan tevens een werktijd van 910 uur
van zelf is verzekerd, verre te verkiezen is
boven een bovenmatig langen arbeidsduur,
en nooit langere nachtrust dan tot 3| uur
Hoezeer men zich persoonlijk ook kan ver
klaren voor liet ethisch beginsel, dat alle
arbeid gedurende den dag dient te geschie
den, toch dient menalvorens in deze uit
spraak te doen, rijpelijk te overwegen of
de nadeelen, die de voorgestelde wet- voor de
bestaande inrichtingen en voor haar uitge
breid personeel zal meebrengen, de uiterst
twijfelachtige voordeelen er van voor de ge
zellen niet overtreffen. En of de sterke op
positie, die toch op klaarblijkelijk goed©
gronden tegen het wetsontwerp wordt ge
voerd, niet wettigt, dat deze ingewikkelde
zaak opnieuw aan een ernstig onderzoek
worde onderworpen.
Zwakzinnige kinderen.
Te 's Gravenhage is opgericht eene afdeeling
van de Vereeniging tot het verzorgen, op
voeden en onderwijzen van zwakzinnige kin
deren, ten einde te komen tot oprichting
van meerdere internaten.
Tentoonstelling van ge-
zo n di h e i dl s 1 ee r. Do minister van
Buiitenlandlsche Zaiken vestigt de aandacht
van belangheibbendien op een, gedurende
de maanden Januari en Februari 1910 te
Antwerpen te houden tentoonstelling van
gezondheidsleer der eerste kindierjaren.
Hoewel de tentoonstelling feitelijk geen
internationaal karakteir draagt, zullen Ne
derlandsche inzendingen gaarne worden aan
vaard.
Geen nieuwe s p o o r 1 ij n. De
Tel. heeft vernomen, dat het bericht, als zou
bij de H. IJ. 8. M. het pLan bestaan, haar
lijn RotterdamVork over Eist te verleu
gen tot Zevenaar of Elten, geheel ongegrond
is.
Door den Minister van Financiën is
vrijstelling van invoerrechten verleend voor
alle op de door het departement Dordrecht
der Maatschappij' van Nijverheid van 30
April tot 16 Mei te houden tentoonstelling
van electriciteit in woning en bedrijf in te
zenden goederen, welke daar niet verkocht
worden
Door de Staatsspoor en do H. IJ. S. M.
worden van de op die tentoonstelling geëx
poseerde artikelen geen retourvrachten ge
vorderd.
Deeersteooievaar. De ooie
vaar van de buitenplaats Ton Donck te
Bolnes is Dinsdag teruggekomen.
Opera en Arbeidswet. Is
„het op een kussen zitten en liet daarop in
slapende houding liggen" te beschouwen alB
arbeid in den zin der wet? Het was deze
vraag, die gisteren voor dén kantonrechter
in Amsterdam behandeld werd en het was
Puccini's opera „Madaana Butterfly", diie
de vraag ter sproke deed komen.
Togen dien regisseur der Franswhe opera
was proces-ver baal opgemaakt, omdat hij,
bij de voorstelling van „Madam© Butterfly"
op 23 November van het vorig© jaar in den
Stadiechouwbuig te Amsterdam een 4-jarig
mc'aje arbeid had doen verrichten in den
zin als hierboven vermeld.
Bij de politie had de beklaagde erkend de
opdracht gegeven te hebben, doch thans deed
hij hij mond© van zijn raadsman, mr. dr. C.
A. Voililant, verklaren, dlait het optreden van
het ikinid wel met zijn medeweten, maar niet
op zijn last was geschied.