2 tal exemplaren van hun toelidhtiug voor de raadsleden hebben beschikbaar gesteld. Nu hebben wij een stuk, dat in elk geval bestu deering vereischt, in betrekkelijk korten tijd, terwijl, als men het zoo getroffen 'heeft als ik, meerdere leden er op zaten te wach ten, moeten doorzien. Voor vele zaken, in die toelichting ge zegd, kan ik iets gevoelen. Zoo is mij geble ken, dat het aantal leden van een algemceue vereeniging een verhindering kan zijn, dat het door de verordening vereischte aantal leden door eene plaatselijke vereeniging wordt bereikt. Daar is iets hards in en ik zou derhalve aan de betrokken commissie wil len verzoeken, eens te overwegen of het ver eischte minimum niet kan worden terugge bracht. Ik geloof niet, dat hét strikt nood zakelijk is daarvoor eerst af te wachten hoe de verordening werkt. De V o o r z it t e r. Tk zal aan de com missie de opmerkingen van den heer Rij- kens mededeelen en vertrouw, dat wij wel nader van de commissie zullen vernemen hoe zij daarover denkt. Do heer Gerritsen. Mijnheer de voor zitter, het uitgangspunt van de commissie voor haar advies is in hoofdzaak geweest, dat het niet goed was nu reeds aan de be slaande regeling te gaan tornen. Zij wil eerst zien hoe de uitwerking is van de rege ling, die is gemaakt, om die te bestudeeren en dan later mogelijk met voorstellen tot wij ziging te komen. De commissie meende, dat do tijd niet gekomen was om al te spoedig in te grijpen in deze nog nieuwe verorde- ning* i De Voorzitter. De commissie zal 'hare betvindingen zeker aan B. en W. willen mededeelen. B. en W. zullen gaarne daar van ineded'eeling doen aan den raad. Wordt z. h. o. conform het voorstel be sloten. 7. Voorstel van B. en W. tot het beschik baar stellen van een bedrag van 120 voor het doen vervaardigen van teekeningen voor het archief van Openbare Werken. De heer van E s veld. Mijnheer de voorzitter, 't is niet, dat ik mij zal verzet ten tegen deze uitgave van 120. Dat is maar een klein bedrag. Maar ik moet er op wijzen, wanneer ik de wording naga van het technisch bureau, dat onder den heer Kam, toen het getal straten, die nieuw werden aan gelegd, enorm was en de huizen bij honder den werden gebouwd, werkzaam waren drie opzichters. Bij eene vacature van den der don opzichter meenden B. en W., dat het heter was een ambtenaar uitsluitend voor den woningbouw aan te stellen onder den titel van inspecteur. B en W. stelden voor dien inspecteur te beloonen met f 1000, maar de raad, die gaarne meegaat om goede krach ten aan den dienst der gemeente te verbin den, meende, dat voor dat geld geen goed ambtenaar te krijgen zou zijn, en heeft het traktement verhoogd tot- 1500. Ten over vloede heeft ons medelid:, de heer Kroes, om. den architect 'te ontlasten, voorgesteld een teekenaai* op het bureau aan te stellen op 500 traktement. Maar nu schijnt het, dat al die nieuwe krachten op het bureau nog niet voldoende zijn; er moet nog ge- teekend worden buiten het bureau. Nu zon men in het dagelijksch leven, als het par ticulier werk betreft, zoggen „Voor 120 is niet veel te krijgen". Ik zou meenen, dat do arbeid, dien B. en W. voor dat bedrag willen laten verrichten, niet van veel betee- kenis is en wel zou kunnen blijven binnen het bureau. De dienstop het bureau van den gemeentearchitect lijkt mij nu minder uit gebreid' dan hij vroeger wel eens was. Maar misschien zal ik door nadere inlichtingen een beter inzicht daaromtrent krijgen. De lieer van Duinen. Mijnheer de voorzitter, ik sluit mij aan 'hij 'b geen de heer van Esveld heeft gezegd. Tk wil niet verhelen, dat ik verwonderd opkeek toen ik de stukken doorlas, die op dit voorstel be trekking hebben. Als 'wij nagaan, d'at er op dit bureau jonge krachten gekomen zijn in plaa's van de ouderen, dan getuigt het, voor mij, van weinig liefhebberij voor de taak van de betreffende ambtenaren, dat dit voor stel mee' worden gediaan. Ik kan mij voor stellen dat een jong ambtenaar, wanneer hij ziet d'at iets niet geheel is bijgewerkt, hij dit graag in orde heeft. Maar dit ontbrekende hier zal nooit op rekening van den heer Kam gesteld kunnen worden, want eerst nu mer ken wij pas, welk een enorme werkkracht wij hebben "verloren door het vertrek van den heer Kam. En als ik zie hoe Op het oogenblik de toestand is, nu door de ge meente geene bouwwerken worden uitge voerd' en er zoo goed als niet gebouwd wordt door particulieren, en als ik dan naga d'ati het personeel aan het bureau open bare werken onvoldoende is om dit werk er bij te doen, dan vraag ik mij afwat moet het worden als er wèl werk aan den winkel komt? Ik leg mij bij .het voorstel neer; evenals de heer van Esveld, vind' ik het be drag te Hein om mij er tegen te verzetten. Maar het heeft mij wel verbaasd', dat dit voorstel is ingediend. De heer Sanders. Mijnheer de Voor zitter. ik ben eenigszins verwonderd: over de Voorstelling, die de beide hoeren,. die het woord hebben gevoerd, van de zaak ge geven hebben. Ik meen., dat er alle reden is om te denken, dat zij minder op de hoogte zijn van den feitelijken stand van zaken. Wat noodig is op dit oogenblik, heeft niets te maken met het bouwen van huizen voor particulieren. Al wordt er thans veel of weinig gebouwd, deze zaak staat daar bui ten, ook buiten het werk op het gemeente- bureau. Het is misschien niet duidelijk uit gedrukt in het voorstel, maar het doel, waarvoor dit geld wordt aangevraagd, is de teekeningen, die in het archief van het bureau der gemeentewerken aanwe zig moeten zijn, te com pieteeren. In een goed ingericht archief as het noo dig niet alleen een volledig stél tee keningen te hebben, maar met het oog op uitleeningen is het bij eene goede admini stratie noodig van alle teekeningen copieën te hebben. Dit voorstel lieeft geen ander doel dan van de voornaamste werken der gemeente, in dé eerste plaats van de gasfa briek, het archief te completeeren, zoodat men niet afhankelijk behoeft te zijn van één stel teekeningen, en verder d© bestaan de teekeningen, die niet bijgewerkt zijn, voldoende bij te werken. Dat het personeel, dat hij do gemeente in dienst, is, daarvoor geen tijd heeft, daar voor is do reden allerminst, dat de tegen woordige ambtenaren geen liefhebberij heb ben voor hun werk, zooals het hier werd uitgedrukt, of geen liefde voor hun vak. Ik geloof, dat de heer van Duinen te ver ge gaan is met die uitdrukkingik hoop, dat hij haar zal terugnemen, want het is eene beschuldiging, die ongemotiveerd is. Het is in 't geheel niet daaraan te wijten. Het meerdere werk, dat gekomen is, zoodra de heer Kam zijn post had verlaten, is een gevolg van nieuwe verordeningen en van een© andere method© van werken, die veel meer tijd vordert dan dé oude methode, die niet meer kon worden volgehouden. Het is een verschil, dat zich doet voelen in alle gemeenten van gelijken omvang als Amers foort. Het aantal ambtenaren neemt toe en de ambtenaren vinden meer werk in de nieuwe verordeningen en sociale bepalingen, die in 't leven zijn geroepen. Wat ik van het werk gezien heb, heeft mij, al ben ik nog slechts kort als wethouder werkzaam, de overtuiging geschonken, dat het werk, dat de ambtenaren hebben, in plaats van weinig, voor ieder van hen individueel veel is. Wanneer men mij vraagt of deze post verdedigd kan worden, dan zeg ik: „De gemeente kan zonder bedenking déze uitgave doen, omdat dit eene nuttige uitgave is in liet belang van den dienst van openbare werken." Ik ben een groot vijand van uit zetting van uitgaven, als zij niet noodig zijn. B. en W. hebben daarvan reeds de overtuiging kunnen gekregen hebben, meer dan bij den raad is dóórgedrongen. Maar deze uitgave is zeer nuttig en noodig. De Jieer van Esveld. Mijnbeer de Voorzitter, één© uitdrukking heeft mij ge troffen in de rede van den geacliten wethou der. Ik heb van hem gehoord, dat het. noo dig is een dubbel stel teekeningen in het archief te hebben voor het uitleenen. Maal ais .er teekeningen worden, uitgeleend, dan moet men daarvoor laten betalen. Dat zulke dubbele exemplaren worden gemaakt op kos ten van de gemeente, vind ik niet behoor lijk. Bij mij is het ook altijd nog de vraag of hetgeen voor deze 120 wordt verkre gen, zóó veel is, dat het niet op het bureau kan worden gemaakt. Het is maar een klein postje, dat bedrag van 120, maar het gaat niet aa i werk, dat op het bureau thuis be hoort, door anderen te laten. doen. De heer Sanders. Mijnheer de Voor zitter, de beer van Esveld vergist zich. De uitdruk kin „uitleenen" heb ik, geloof ik niet gebruikt; als ik dat wel gedaan heb, dan heb ik dat minder juist gezegd, mijne bedoeling is geweest het gebruik vooral bij den inwendigen dienst. Maar het be treft hier werk dat spoedig moet worden gedaan, om het archief in een goe den toestand te hebben. Wij hebben maai één opzichter-teekenaardie is niet in staaf om het bij zijn ander werk te doen. 'He', is eene hoeveelheid werk. waarvoor men twee man gedurende één maand! moet laten werken, of één man gedurende twee maan den. De Voorzitter. Wenséht de heer van Duinen nog te antwoorden? De lieer van Duinen. Dank u, mijn heer de Voorzitter.'Ik heb reeds gezegd, dat ik mij niet tegen deze uitgave zou ver zetten; daarvoor is de post mij te miniem. Wordt •z. h. o. conform het voorstel be sloten. 8. Voorstel van B. en W. betreffende een adres van L. S. Gerard van Sijsen in zake liet bouwen van een houten rijwiel- en bei-g- loods. B. en W. stellen voor afwijzend op dit adres te beschikken. Wordt z. Oi. o. conform besloten. 9 Voorstel van B. en W. naar aanlei ding van een adres van Watergraaf en Heemraden van liet heemraadschap de ri vier de Eem betreffende het in gebruik nemen van gemeente-eigendom ten dienste van een te bouwen sluis. B. on W. adviseeren tot inwilliging vau het. verzoek onder eenige voorwaarden. Wordt z. h. o. conform besloten. 10. Voorstel van B. en W. betreffende het. verkrijgen van vrijstelling van de ver plichting tot oprichting eener Burger dag school. Bij Koninklijk besluit van 20 December 1906 is aan de gemeente tot 1 September 1910 vrijstelling van die verplichting ver leend. Thans wordt voorgesteld andermaal voor drie jaren die vrijstelling aan te vra gen. Wordt. z. h. o. conform besloten. 11. Voorstel van B. en W. tot vaststel ling van de jaarwedde van den tijdelijk bui tengewonen leeraar aan liet gymnasium dr. Sevensma op 300 mot ingang van 7 Ja nuari 1911. Wordt z. h. o. conform besloten. 12. Benoeming van een curator van liet gymnasium (vacature professor T. van San ten).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 4