H°. 99§. BUITENLAND. FEUILLETON, Mijn Vriend de Chauffeur. Jnartang. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post .1.50. Afzonderlijke nummert - 0.05. l\: j Cour an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vódr 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels 0.(10. Elke regel meer - 0.10, Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaataruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. Do Burgemeester en "Wethouders van Anners- fooit, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet Brengen ter kennis van 'het publiekdat een door 'H. 'M. van Beek ingediend verzoek, met I bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene R under slachter ij, in het perceel, alhier ge legen aan die Hellestraat no. 2, hij het kadaster bekend onder sectie E, no. 4231, op de Secreta rie der gemeente ter visie ligt, en. dat op Woens dag, den 4. Mei aanstaande, des voormiddags te I half elf uren. gelegenheid' ten 'Raadhuize wordt. I gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebe stuur of van een of meer zijner leden, bezwaren I legen het oprichten van de inrichting in te bren- Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie. alleen zij gerechtigd, die overeenkomst:g j artikeï 7 der Hinderwet voor het- Gemeentebe- I stuur of één of meer zijner leden zijn versche- nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, den 20. April 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd l)e Secretaris, De Burgemeester, J.C. STEN PERT RROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht De politieke strijd in Engeland. Het lagerhuis is thans bezig met het brengen van orde in den financieelen chaos, die is ontstaan door de verwerping van de begrooting voor het dienstjaar 1909/10 door de Lords. Het "blijkt, dat dit werk nog al zal meevallenwel is er op dit oogen'büik een tekort van 26,248,000 p. st., maar als de toestand is geregulariseerd en de 29,211,000 p. st. achterstallige belastin gen zijn geïnd, dan zal niet- alleen dat te kort geheel zijn aangezuiverd, maar blijft er nog een batig saldo van 2,963,000 p. st. over. Enkele dagen zullen ditmaal voldoen de zijn om de begrooting, die verleden jaar zoovele maanden van den nationale» tijd heeft gevorderd, af te doena.s. Woens dag 27 April zal de eindstemming plaats hebbenvoor de behandeling in het hoogcr- huis wordt een enkele dag voldoende gere kend, zoodat den 29en April zal kunnen werden medegedeeld, dat de begrootingswet door den Koning bekrachtigd is. Van 'het-in behandeling nemen van de be grooting voor het loopende dienstjaar is vooreerst nog geen sprakedie zal eerst in 't begin van Juli worden ingediend. Men kan zich voorshands behelpen met crediec- wetten telkens voor enkele weken, hetgeen het voordeel heeft, dat het lagerhuis de koorden van de beurs in handen houdt en zich op elk oogenblik kan bedienen van zijn recht om geld toe te staan of te weigeren zoowel tegenover de tegenwoordige bewinds lieden als tegenover een eventueel nieuw kabinet. In dit bewustzijn van zijne macht kan het lagerhuis zich met volle gerustheid de en kele weken vacantie gunnen, die nadat de begrooting voor 1909/10 is afgedaan zullen intreden. Die vacantieweken zullen de rust zijn, die aan de storm voorafgaat, want daarna zal de strijd tegen het hoogerhuis eerst recht beginnen. De door het lager huis aangenomen veto-resolutiën zullen dan in het hoogerhuis aan de orde worden ge steld. Do Lords zullen ze natuurlijk verwer pen. En dan komt de strijd in het beslissen de stadium. Niet zonder bedoeling heeft de heer As- quith zich bepaald tot het geven van onbe stemde aanwijzingen over den raad, dion hij als constitutioneel raadsman den Koning zal geven in het geval der verwerping van de veto-bill. Daarentegen heeft lord Crewe, die in het hoogerhuis dit ontwerp zal heb ben te verdedigen, mededeelingen gedaan, waaruit is af te leiden, dat in dat geval de eerste raadsman van de Kroon van den mo narch de benoeming van een voldoend aan tal pairs zal verlangen, niet als gunst maar tot uitoefening van het den Koning inge volge de grondwet toekomende recht. Over 't geen dan is te verwachten, heerscht na tuurlijk thans nog eene groote onzekerheid. Aan de Vossische Ztg. wordt daarover uit Londen geschreven „De rede, die de heer Asquith eenige da gen geleden hield, laat doorschemeren, dat het ministerie verwacht, dat dè Kroon zal beginnen met dit voorstel ie verwerpen. Want de premier stelt voor dit geval zijn af treden in uitzicht, waarvoor het eenige alternatief kan zijn de ontbinding van het parlement. Uit eigen beweging zou de Ko ning het parlement niet ontbinden; hij zou dezen siap alleen doen op raad van een verantwoordelijk minister, en wanneer, zoo als het geval schijnt te zijn, de heer Aequith geen lust toont de ontbinding van 'het par lement aan te raden, waar hij over eene kleine maar voor zijn doel voldoende meer derheid beschikt, dan zou den monarch niets overblijven dan den leider van de con servatieve partij Balfour met deze taak te belasten. Eene ontbinding van het parlement in Juni, d. i midden in de Londiensche season, die door het verblijf van Roosevelt en van veie Amerikanen zeer schitterend belooft te worden, is echter ondrinkbaar, omidat de al gemeen e verkiezingen een storend en invloed zouden moeten hebben op het gezellig ver keer, om niet eens te, spreken van handel en bedrijf, d'ie eveneens groot nadeel zouden moeten 1 ijlden. De eerste ,,wthip'' van de conservatie ve partij in het hoogerhuis, lord Waldegra- ve, heeft ten overvloede in eene rede te Marylebone medegedeeld, dlat het vernede rend' in 't stof buigen van den premier voor •den Ierschen partijleider Redmond de ont binding van het parlement, waarvan men algemeen meende dat zij spoedig voor de deur stond, heeft uitgesteld. Hieruit kan men afleiden, dat de heer Balfour den Koning eveneens niet de ontbinding zal aanraden, wanneer hij na het aftreden van Asquith mocht worden uitgenoodigd de regeering op zich te nemen. Dan zou den Koning g.een andere uitweg overblijven, dan den liberalen staatsman wederom te verzoeken het roer van den 6taat in handen te nemeu. Deze mogelijkheid had de heer Asquith op het oog, toen hij iu het lagerhuis met den meeeten nadruk verklaar de. dat de ministers eene ontbinding niet zouden aaiibeveibn, tenzij ouder voorwaar den. die een waarborg opleverden, dat in het nieuwe parlement de volkswil, zooal6 hij in de verkiezingen tot uitdrukking komt, wettelijk inderdaad wordt uitgevoerd. Dit is klaarblijkelijk de voorwaardelijke" garantie, waarvan in den kaatsten tijd veel sprake ie geweest Wanneer Koning Eduard deze garantie verschaft, d w. z. aan Asquith de benoeming van een voldoend aantal pairs belooft, dan wordt de ontbinding van het parlement onnioodiilg. Het is onjuist, de Iersche leden verant woordelijk to stellen voor de aanneming van de veto-resolutiën. Het strekt in de eerste plaats tot voordeel van de Engelsche demo cratie, dlat aan de erfelijke wetgevers het vetorecht ontnomen wooidlt, dat zij in het afgeloopen najaar misbruikt hebben tot ver werping van die begroeting. De Januari-ver- küezingen, die men te danken heeft aan de inmenging van do Lords, hebban het zoo ge schikt, dat de meerderheid van de liberale partij afhangt van die 70 a 80 Iersche natio nalisten, die natuurlijk een goed gebruik hebben gemaakt van do hun geboden gele genheid om wraak te memen op de Lords, die 16 jaren geleden het Iersche zelfbestuur verworpen hebben. De toestemming der Ier sche nationalisten tot de staatsbegrooting, die nu een feit is, heeft den toorn van de conservatieven in veel groote? mate gaande gemaakt dan de aanneming van de veto-reso- lutiën. Want met do goedkeuring van de be grooting van het afigéloopeu jaar is het leven verzekerd van het kabinet-, dat tot aftreden zou zijn gedwongen, a'.6 het verleden jaar door het hoogerliuis verworpen budget nu ook door het lagerhuis verworpen was. Dit gevaar is nu voorbij. De Ieren hebben hun veto ree ht-bill en de liberalen hunne begroo ting." Duitichland. Het Seniorenkonvent van den rijksdag heeft het besluit gehandhaafd, dat de ver gadering niet langer dan tot den 4en Mei bijeen zal blijven. Wat dan niet gereed ia, moet tot het najaar blijven rusten. B e r 1 ij n, 2 1 April. De commissie van heit Hoerenhuis tot onderzoek van het wetsontwerp tot wijziging van de kieswet, heeft de tweede lezing van dit ontwerp ten einde gebrlaclit. De bepaling, dat in het vervolg voor wij ziging van de kieswet eene meerderheid van twee-derden i.n beide Huizen gevorderd wordt-, die dioor de regeering bestreden was, wer)d' geschrapt. Voor de ,,DritteLung" van do stemdis- tricten zijn nieuwe bepalingen gemaakt. Ten aanzien van de capaciteitskiezers is het voorstel der regeering in hoofdzaak her steld. De overige artikelen zijn grootendeels aangenomen oveneenkomstig de besluiten van de eerste lezing. In Berlijn is de overeenstemming tus- schen patroons en werklieden in het bouw vak tot stand gekomen. Als bemiddelaar is de verzoeningscommissie van het Gewerbe- gericht opgetreden, die na langdurige be raadslagingen een besluit heeft genomen, dat alle werklieden in het bouwvak (metselaars, timmerlieden, opperlieden enz.) te rekenen van 13 Augustus 1910 eene loons- verhooging van 3 pf. per uur zullen krijgen en van 1 October 1911 af eene verdere loonsverhooging van 2 pf. per uur. Gunsti ger nog is het besluit voor ééne categorie van werklieden de voegers verkrijgen van 13 Augustus af eene loonsverhooging van 5 pf. en van 1 October 1911 af eene verdere loonsverhooging van 2A pf. per uur. Deze beslissing is aangenomen onder voor behoud van de goedkeuring door de alge- meene vergaderingen van de betrokken pa- troonsvereenigingen en vakvereenigingen. Hiermede zal voor Berlijn de vrede in het bouwvak hersteld worden. frankrijk. De voorzitter van <le Kamer Bri-son treedt in zijn vroeger kiesdistrict Marseille weder als candidaat op. In eone kiezersvergade ring meende een tegenstander hem in ver legenheid te brengen, door hem eene vraag te doen over do verhooging van de vergoe ding, die de afgevaardigden genieten, tot 15,000 frs. Brisson antwoordde: ,,l<k neem de volle verantwoordelijkheid voor de 15,000 frs. op mij. Men vraagt mij Waarom zijn de kiezers daarover niet ge raadpleegd? Omdat als deze vraag voor de kiezers was gebracht, er geene keuze zou zijn gedaan men zou bij opbod en afslag te work zijn gegaan. De eenen zouden 15,000 frs. verlangd hebben, de anderen 9000, nog anderen 6000, weer anderen 3000. Ten slotte zouden er ook lieden geweest zijn, die de grootmoedigen en onbaatzuchtigen hadden gespeeld en gezegd zouden hebben, dat af- gevaardigden om niet moesten werken'. Dezen zouden de bijgedachte gehad hebben, als afgevaardigde hunne eigen belangen te behartigen en niet de uwen. Gij zoudt dus eene t- ewijzing aan den minst biedende ge had hebben. Dat was geen vraag, die in kie zers erg ader in gen kon worden besproken en afgedaan". Brisson verantwoordde zich ook op het verwijt, dat hij, indertijd het voorstel tot verhooging van de vergoeding bij verras sing had doen aannemen in eene vergade ring, waarin slechts 20 leden aanwezig waren. Hij voerde feiten aan om te bewijzen, dat hij integendeel de discussie meer dan een uur gerekt had om aan afgevaardigden, die afwezig waren, tijd te verschaffen in de ver gadering te komen. De tegencandidaat van Brisson is Louis Roux, van de vereenigde socialisten, die hem met groote heftigheid bestrijdt. Engeland. Londen, 21 April. Een allerhef tigst tooneel kwam in het lagerhuis voor in den loop van het debat over de handelwijze van Sir Robert Anderson, gewezen chef van het detective-departement, die onlangs op zien verwekt heeft door een artikel van zijne hand in een tijdschrift over Parnellis- me en misdaad. Do unionist Campbell maakte, terwijl hij aan het woord was, eene opmerking, die werd opgevat alsof hij had bedoeld, dat in weerwil van het besluit waartoe indertijd de Parnell-commissie was gekomen, het nog steeds eene open vraag was of Parnell, de vroegere leider van de Iersche partij, be trokken was in den beruchten moord in het Phoenixpark. De nationalisten en de ministerieelen verlangden, dat Campbell zijne woorden terstond zou intrekken. Campbell verklaar de zich bereid tot- eene voorwaardelijke in trekking, hetgeen het rumoer nog deed toe nemen. Er werd een beroep gedaan op den tijdelijken voorzitter. Deze verklaarde, dat Campbell niets had gezegd wat hij kon worden genoopt in te trekken hij gaf ech ter aLs zijne meening te kennen, dat Camp bell onnoodig agressief was geweest met het oog op de scherpte waarmee de meeningen in deze zaak tegenover elkaar stonden. De nationalisten weigerden mei minder dan volledige intrekking genoegen te nemen en verlangden, dat er om den Speaker zou worden gezonden. Campbell stond op en verklaarde zich be reid de bevindingen van de Parnell-com missie te aanvaarden. De nationalisten wil den echter daarmee geen genoegen nemen en het rumoer duurde voort. Campbell bleef staan en ging voort met spreken, maar men kon geen woord van hem verstaan. De voorzitter weigerde om den Speaker te zenden en verzocht de vergadering Camp bell te laten spreken, maar de nationalisten bleven oproerig en verlangden, dat de voor zitter aan Campbell het woord zou ontne men, omdat hij buiten de orde was. Do voorzitter verklaarde, dat eene zin speling op den overleden Parnell niet was eene beleediging van eenig aanwezig lid van het lagerhuis. De nationalisten waren het hiermee niet eensRedmond riep met na druk uit: „Wij beschouwen 't als eene be leediging." (Toejuichingen bij do nationa listen). Ten slotte stelde minister Churchill voor het debat te sluiten, om een eind te maken aan het tooneel. Dit voorstel werd aangeno men en de vergadering werd daarna geslo ten Londen, 21 April. De bankier baron Sehroedeï is heden nacht gestorven. Oostenrijk-Hongarlje. Over de combinatie, waardoor men 'n Oostenrijk-IIongarije er in geslaagd is met het bouwen van Dreadnoughts te beginnen, ofschoon de ingewikkelde parlementaire toe stand in de beide rijkshelften tot dusver het tot stand komen heeft verhinderd van eene wet, waardoor over de benoodigde gel den kon worden beschikt, worden aan de Kölu. Ztg. uit Weenen eenige nadere bij zonderheden bericht, die kunnen dienen tot aanvulling van hetgeen reeds is medege deeld. Had men willen wachten totdat de noo- dige credieten waren toegestaan, dan zou men een kostbaren tijd verloren hebben en zou het niet mogelijk geweest zijn op den ge- wenschten termijn, in 1913, de nieuwe linie schepen van 20,000 ton watervevplaatsing gereed te krijgen. Men heeft dus een uit weg gezocht en gevonden, om het mogelijk te maken reeds nu niet den bouw te begin nen. In Oostenrijk heeft men voor het bou wen van oorlogsschepen, naast het rijksar senaal van Pola, de door den staat onder steunde particuliere scheepsbouwmaatschap pij Stabilimento tecnico te Triest tot zijne beschikking, waarmee in Hongarije de Danutoiuswerf te Fiume overeenkomt. Het Stabilimento tecnico heeft ook de onlangs van stapel gelaten Zrinyi gebouwd, liet laatstq van de linieschepen der 14,500 tons- klasse, die tot dusver het grootste type van de Ocstenrijksch-Hongaarsche marine uit maakte. Zulk eene particuliere maatschap pij kan ook schepen 'bouwen, die niet door den staat besteld zijn, omdat zij er op kan rekenen, ook elders koopers te zullen vinden voor de schepen van erkend g-ede kwaliteit, die zij aflevert. Maar zij mag er in de eerste plaats op rekenen, dat hare schepen door den eigen staat gekocht worden, en op dezen rekent zij natuurlijk vooral als afnemer vcor schepen, waaraan dringende behoefte be staat namelijk Dreadnoughts. Zij heeft daarom 'besloten twee schepen, op welker aanbouw als aandeel van Oostenrijk gere kend is, reeds nu ui-t eigen beweging op Naar hti Engeltth 10 tak 0. N. sn W. M. WILLIAMSON. Er was niet' veel tijd om mij te bedenken over de „gevolgen van een. daad", zooals mama's advocaat te Denver zegt, maar ik had' al mijn zinnen bij elkaar en dacht een heele minuut na. „Het zal grappiger zijn om met „hem te spelen dan, met poppen," zeide ik tot mezelf, als ik het spel maar op een goede manier aan den gang breng. Maar wat i s de goede manier. Ik kan er mij niet mee kwellen om hem tot pop te nemen, want dat zou me te veel tijd kosten. Zal ik hem aan Maida geven? Neen, ik zal hem aan mama leenen om mee te spelen, ten minste zoolang zij den weg volgt dien mij goed dunkt en geen ernst van de zaak maakt." „Wat hadt u mij te zeggen, waarmede u niet. tot het ontbijt kon wachten?" vroeg ik. „Diemannen ontbijten immers met ons mede," zei hij. „Zij bekleeden de po sitie van uw couriers en gedragen zich of zij op gelijken voet staan met mij. Ik vind dat niet zeer bevorderlijk voor een aangena me conversatie." „Mama vroeg gisteren aan Maida wat beter was oen Oostenrijksche prins te zijn of een Engelsch baronet," vertelde ik „Sir Ralph is een baronet." „Dat zegt hij tenminste." „Ja, hij is het. Mama keek het na in Burke op denzelfden dag, waarop ik in de „Almanach de Gotha" las dat u negen en dertig is." „Iedereen kan baronet zijn. Dat betee- kent niets. -Een woord, enkel een. woord!" „Het heeft drie lettergrepen en „prins" maar één. Daarenboven Oostenrijkers zijn buitenlanders en En gelachen niet." „Zeide juffrouw Destroy dat tot uw ma ma?" „Neen, natuurlijk niet. Nu mama zelf een buitenlandsche gravin is, kon het haar gegriefd hebben. Maida zeide dat zij zich meer op haar gemak gevoelde met een ge wonen meneer zooals bijvoorbeeld, me neer Barry moremaar hij is verre van ge woon." ,,TJ vindt hem mooi?" „Ja zeker, dat vinden wij allemaal." „Ik twijfel of u hem en sir Ralph Morray al lang kent. Uw mama heeft niet verteld waar zij kennis met hen maakte, maar uit een paar kleinigheden die ik toevallig ver nam, maakte ik op dat zij in haar dienst zijn dat zij hen gehuurd heeft om een beetje per automobiel rond te rijden." „Ik zal het aan mama vragen, en u over vertellen wat zij gezegd heeft,, als u dat graag wilt." „Neen, neen, kind lief, ge neemt het al te letterlijk op. Dat is dan ook uw eenige fout. En ik vind dat gij allen veel te veel vertrouwen stelt in vreemdelingen. Het is een mooie hoedanigheid', maax men moet het niet te ver drijven. Wilt u mij toe staan uw vriend te zijn, juffrouw Beechy, en u tot mij wenden om raad? Het zou mij gelukkig maken u van dienst te kunnen we zen, want u weet hoeveel belang ik stel in alles wat u betreft. Daar! Nu weet u wat ik wilde zeggen. Ik hoopte dat er kans zou zijn op een vertrouwelijke verhouding tus- sohen ons. Voulfz-vous, ma clière petite?" „Welk soort verhouding bedoelt u? vroeg ik. Mijn papa zoudt u niet graag wezen." „Dan was ik nu dood." „En was u op uw leeftijd mijn broer, dan zou mama ook al overleden zijn." „Neen, uw broer zou ik in geen geval willen wezen zelfs niet uw stiefbroer, of schoon, dergelijke verhoudingen zijn dikwijls zeer aangenaam. Maar uw mama is zoo be koorlijk eigenlijk zijt gij alledrie veel te bekoorlijk voor mijn gemoedsrust. Ik begrijp niet hoe ik heb kunnen leven voor ik u ontmoette." Ik meende dat zijn schuldeischers het wel zouden weten, maar er zijn enkele dingen die zelfs 'kleine Beechy niet: zeggen kan. „Uw mama heeft, zoo jong al» zij is, een groote verantwoordelijkheid te dragen," ging hij voort, terwijl ik een kiezeltje in het wa ter gooide en naar het kringetje keek „Wie zulk een groot fortuin bezit en nie mand heeft om den last te helpen dragen, moet dien dikwijls te zwaar voor één paar schouders voelen." „Men kan altijd zijn fortuin opmaken, wat een gemakkelijke manier is om van den last, af te komen." „Maar zoo dwaas zal uw mama toch niet wezen," riep de prins uit, mij met outstel- den blik aankijkend. „Nu heeft zij het nog niet gedaan." „Als zij eens heel verkwistend werd. zoudt u dan niet vreezen dat zij niet enkel haar fortuin zal verliezen maar ook het uwe? Of heeft uw papa dat gevaar voorzien en het uwe vastgezet ,Ik meen dat, onverschillig wat' er ook gebeurt, er iets voor mij zal overblijven," be kende ik. „Gelukkig dat uw papa om u gedacht heeft. Maar was hij niet jaloersoh? Als ik de echtgenoot van, zulk een betooverende vrouw als uw mama was geweest, zou ik in mijn testament een clausule hebben gezet, bepalend dat bij een mogelijk hertrouwen zij van alles afstand moest doen. Misschien zijn Amerikanen niet zoo jaloersch." „Ik kan mij ten minste geen jaloersclhen papa voorstellen. Ook heb ik nooit gehoord dat hij tegen een tweede huwelijk was. Trouwens, mama is al dikwijls in de gele genheid geweest." „Voor haar tweeden echtgenoot moest zij een man met een titel kiezen," zeide de prins, blijkbaar zeer tevreden over zijn suc ces bij deze slimme manier van uithooren." „Dat doet zij misschien wel." Hij schrok tot mijn genoegen. „Ik bedoel een titel van beteekenis, en een man in staat dien waardig te dragen niet een verachtelijk parvenu wiens vader misschien koopman was. U, juffrouw Bee chy, moet waken voor de belangen van uw dierbare mama en haar bevrijden uit de han den van gelukzoekers. Ik zal u lielpen. En ook u zal ik beschermen. Wat juffrouw Destroy betreft, ondanks haar schoonheid is zij veilig voor de ellendige wezens die een vrouw enkel vragen om haar geld. Haar ge zicht is haar fortuin, n 'est-ce pas?" „Alsof dat niet voor ieder meisje fortuin genoeg is!" zei ik, opnieuw mijn toevlucht nemend tot Job en de andere ernstige per sonen uit het Oude Testament. De prins zuchtte, goed gemeend ditmaal, als had mijn antwoord zijn ergste vermoe dens bevestigd. „Nu zal hij mama het hof maken", vertelde kleine Beechy aan groote Beechy. „Wars van al lef aarzeling, regel recht op zijn doel afgaan." En mijzelf nog menige scherts belovend', stond ik zoo voor zichtig op dat niemand leans had een me daille voor het redden van een drenkeling te krijgen, „Nu moet ik weg. Goeden morgen, prins. Ja, wat zijn wij ook voor elkaar?" „Vertrouwden. Met alle moeilijkheden moet u zich nu tot mij wenden. Nog een woord voor we scheiden, kind lief. Wees op uw hoede voor deze twee avonturiers, en waarschuw ook uw mama. Misschien is het goed ook juffrouw Destrey een wenk te ge ven.. Wie weet hoe gewetenloos dit tweetal is. En zoo betreurenswaardig als nu alles geschikt is, kan ik ongelukkigerwijze niet altijd bij de hand wezen, om over u allen een wakend oog te houden." „Wat ook wel een beetje aan uw automo biel ligt," merkte ik vriendelijk op. „Tus- schen twee haakjes hoe staat het met haar gezondheid?" „Alsof er plaat» in mijn gedachten voor een auto ware geweest declameerde de prins met een stiefvaderlijken glimlach. „Zonder twijfel zal ze bijtijds gereed zijn om te vertrekken, want Joseph zou c n v;er uur opstaan, in het dorp een smederij zoe ken en daar de nieuwe change-speed lever maker, die gisteren gebroken is. Als u me werkelijk zoo spoedig wilt verlaten, dan zal ik maar eens gaan zien hoe ver Joseph ge vorderd is." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1