H°. 99§.
BUITENLAND.
FEUILLETON,
Mijn Vriend de Chauffeur.
Jnartang.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post .1.50.
Afzonderlijke nummert - 0.05.
l\: j Cour an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vódr 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels 0.(10.
Elke regel meer - 0.10,
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaataruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
Do Burgemeester en "Wethouders van Anners-
fooit,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet
Brengen ter kennis van 'het publiekdat een
door 'H. 'M. van Beek ingediend verzoek, met
I bijlagen, om vergunning tot het oprichten van
eene R under slachter ij, in het perceel, alhier ge
legen aan die Hellestraat no. 2, hij het kadaster
bekend onder sectie E, no. 4231, op de Secreta
rie der gemeente ter visie ligt, en. dat op Woens
dag, den 4. Mei aanstaande, des voormiddags te
I half elf uren. gelegenheid' ten 'Raadhuize wordt.
I gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebe
stuur of van een of meer zijner leden, bezwaren
I legen het oprichten van de inrichting in te bren-
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie. alleen zij gerechtigd, die overeenkomst:g
j artikeï 7 der Hinderwet voor het- Gemeentebe-
I stuur of één of meer zijner leden zijn versche-
nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort, den 20. April 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
l)e Secretaris, De Burgemeester,
J.C. STEN PERT RROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De politieke strijd in Engeland.
Het lagerhuis is thans bezig met het
brengen van orde in den financieelen chaos,
die is ontstaan door de verwerping van de
begrooting voor het dienstjaar 1909/10
door de Lords. Het "blijkt, dat dit werk
nog al zal meevallenwel is er op dit
oogen'büik een tekort van 26,248,000 p. st.,
maar als de toestand is geregulariseerd en
de 29,211,000 p. st. achterstallige belastin
gen zijn geïnd, dan zal niet- alleen dat te
kort geheel zijn aangezuiverd, maar blijft
er nog een batig saldo van 2,963,000 p. st.
over. Enkele dagen zullen ditmaal voldoen
de zijn om de begrooting, die verleden jaar
zoovele maanden van den nationale»
tijd heeft gevorderd, af te doena.s. Woens
dag 27 April zal de eindstemming plaats
hebbenvoor de behandeling in het hoogcr-
huis wordt een enkele dag voldoende gere
kend, zoodat den 29en April zal kunnen
werden medegedeeld, dat de begrootingswet
door den Koning bekrachtigd is.
Van 'het-in behandeling nemen van de be
grooting voor het loopende dienstjaar is
vooreerst nog geen sprakedie zal eerst in
't begin van Juli worden ingediend. Men
kan zich voorshands behelpen met crediec-
wetten telkens voor enkele weken, hetgeen
het voordeel heeft, dat het lagerhuis de
koorden van de beurs in handen houdt en
zich op elk oogenblik kan bedienen van zijn
recht om geld toe te staan of te weigeren
zoowel tegenover de tegenwoordige bewinds
lieden als tegenover een eventueel nieuw
kabinet.
In dit bewustzijn van zijne macht kan het
lagerhuis zich met volle gerustheid de en
kele weken vacantie gunnen, die nadat de
begrooting voor 1909/10 is afgedaan zullen
intreden. Die vacantieweken zullen de rust
zijn, die aan de storm voorafgaat, want
daarna zal de strijd tegen het hoogerhuis
eerst recht beginnen. De door het lager
huis aangenomen veto-resolutiën zullen dan
in het hoogerhuis aan de orde worden ge
steld. Do Lords zullen ze natuurlijk verwer
pen. En dan komt de strijd in het beslissen
de stadium.
Niet zonder bedoeling heeft de heer As-
quith zich bepaald tot het geven van onbe
stemde aanwijzingen over den raad, dion hij
als constitutioneel raadsman den Koning
zal geven in het geval der verwerping van
de veto-bill. Daarentegen heeft lord Crewe,
die in het hoogerhuis dit ontwerp zal heb
ben te verdedigen, mededeelingen gedaan,
waaruit is af te leiden, dat in dat geval de
eerste raadsman van de Kroon van den mo
narch de benoeming van een voldoend aan
tal pairs zal verlangen, niet als gunst maar
tot uitoefening van het den Koning inge
volge de grondwet toekomende recht. Over
't geen dan is te verwachten, heerscht na
tuurlijk thans nog eene groote onzekerheid.
Aan de Vossische Ztg. wordt daarover uit
Londen geschreven
„De rede, die de heer Asquith eenige da
gen geleden hield, laat doorschemeren, dat
het ministerie verwacht, dat dè Kroon zal
beginnen met dit voorstel ie verwerpen.
Want de premier stelt voor dit geval zijn af
treden in uitzicht, waarvoor het eenige
alternatief kan zijn de ontbinding van het
parlement. Uit eigen beweging zou de Ko
ning het parlement niet ontbinden; hij zou
dezen siap alleen doen op raad van een
verantwoordelijk minister, en wanneer, zoo
als het geval schijnt te zijn, de heer Aequith
geen lust toont de ontbinding van 'het par
lement aan te raden, waar hij over eene
kleine maar voor zijn doel voldoende meer
derheid beschikt, dan zou den monarch
niets overblijven dan den leider van de con
servatieve partij Balfour met deze taak te
belasten.
Eene ontbinding van het parlement in
Juni, d. i midden in de Londiensche season,
die door het verblijf van Roosevelt en van
veie Amerikanen zeer schitterend belooft te
worden, is echter ondrinkbaar, omidat de al
gemeen e verkiezingen een storend en invloed
zouden moeten hebben op het gezellig ver
keer, om niet eens te, spreken van handel en
bedrijf, d'ie eveneens groot nadeel zouden
moeten 1 ijlden.
De eerste ,,wthip'' van de conservatie
ve partij in het hoogerhuis, lord Waldegra-
ve, heeft ten overvloede in eene rede te
Marylebone medegedeeld, dlat het vernede
rend' in 't stof buigen van den premier voor
•den Ierschen partijleider Redmond de ont
binding van het parlement, waarvan men
algemeen meende dat zij spoedig voor de
deur stond, heeft uitgesteld. Hieruit kan
men afleiden, dat de heer Balfour den Koning
eveneens niet de ontbinding zal aanraden,
wanneer hij na het aftreden van Asquith
mocht worden uitgenoodigd de regeering op
zich te nemen.
Dan zou den Koning g.een andere uitweg
overblijven, dan den liberalen staatsman
wederom te verzoeken het roer van den 6taat
in handen te nemeu. Deze mogelijkheid had
de heer Asquith op het oog, toen hij iu het
lagerhuis met den meeeten nadruk verklaar
de. dat de ministers eene ontbinding niet
zouden aaiibeveibn, tenzij ouder voorwaar
den. die een waarborg opleverden, dat in het
nieuwe parlement de volkswil, zooal6 hij
in de verkiezingen tot uitdrukking komt,
wettelijk inderdaad wordt uitgevoerd.
Dit is klaarblijkelijk de voorwaardelijke"
garantie, waarvan in den kaatsten tijd veel
sprake ie geweest Wanneer Koning Eduard
deze garantie verschaft, d w. z. aan Asquith
de benoeming van een voldoend aantal pairs
belooft, dan wordt de ontbinding van het
parlement onnioodiilg.
Het is onjuist, de Iersche leden verant
woordelijk to stellen voor de aanneming van
de veto-resolutiën. Het strekt in de eerste
plaats tot voordeel van de Engelsche demo
cratie, dlat aan de erfelijke wetgevers het
vetorecht ontnomen wooidlt, dat zij in het
afgeloopen najaar misbruikt hebben tot ver
werping van die begroeting. De Januari-ver-
küezingen, die men te danken heeft aan de
inmenging van do Lords, hebban het zoo ge
schikt, dat de meerderheid van de liberale
partij afhangt van die 70 a 80 Iersche natio
nalisten, die natuurlijk een goed gebruik
hebben gemaakt van do hun geboden gele
genheid om wraak te memen op de Lords,
die 16 jaren geleden het Iersche zelfbestuur
verworpen hebben. De toestemming der Ier
sche nationalisten tot de staatsbegrooting,
die nu een feit is, heeft den toorn van de
conservatieven in veel groote? mate gaande
gemaakt dan de aanneming van de veto-reso-
lutiën. Want met do goedkeuring van de be
grooting van het afigéloopeu jaar is het leven
verzekerd van het kabinet-, dat tot aftreden
zou zijn gedwongen, a'.6 het verleden jaar
door het hoogerliuis verworpen budget nu
ook door het lagerhuis verworpen was. Dit
gevaar is nu voorbij. De Ieren hebben hun
veto ree ht-bill en de liberalen hunne begroo
ting."
Duitichland.
Het Seniorenkonvent van den rijksdag
heeft het besluit gehandhaafd, dat de ver
gadering niet langer dan tot den 4en Mei
bijeen zal blijven. Wat dan niet gereed ia,
moet tot het najaar blijven rusten.
B e r 1 ij n, 2 1 April. De commissie
van heit Hoerenhuis tot onderzoek van het
wetsontwerp tot wijziging van de kieswet,
heeft de tweede lezing van dit ontwerp ten
einde gebrlaclit.
De bepaling, dat in het vervolg voor wij
ziging van de kieswet eene meerderheid
van twee-derden i.n beide Huizen gevorderd
wordt-, die dioor de regeering bestreden was,
wer)d' geschrapt.
Voor de ,,DritteLung" van do stemdis-
tricten zijn nieuwe bepalingen gemaakt.
Ten aanzien van de capaciteitskiezers is
het voorstel der regeering in hoofdzaak her
steld.
De overige artikelen zijn grootendeels
aangenomen oveneenkomstig de besluiten
van de eerste lezing.
In Berlijn is de overeenstemming tus-
schen patroons en werklieden in het bouw
vak tot stand gekomen. Als bemiddelaar is
de verzoeningscommissie van het Gewerbe-
gericht opgetreden, die na langdurige be
raadslagingen een besluit heeft genomen,
dat alle werklieden in het bouwvak
(metselaars, timmerlieden, opperlieden enz.)
te rekenen van 13 Augustus 1910 eene loons-
verhooging van 3 pf. per uur zullen krijgen
en van 1 October 1911 af eene verdere
loonsverhooging van 2 pf. per uur. Gunsti
ger nog is het besluit voor ééne categorie
van werklieden de voegers verkrijgen van
13 Augustus af eene loonsverhooging van
5 pf. en van 1 October 1911 af eene verdere
loonsverhooging van 2A pf. per uur.
Deze beslissing is aangenomen onder voor
behoud van de goedkeuring door de alge-
meene vergaderingen van de betrokken pa-
troonsvereenigingen en vakvereenigingen.
Hiermede zal voor Berlijn de vrede in het
bouwvak hersteld worden.
frankrijk.
De voorzitter van <le Kamer Bri-son treedt
in zijn vroeger kiesdistrict Marseille weder
als candidaat op. In eone kiezersvergade
ring meende een tegenstander hem in ver
legenheid te brengen, door hem eene vraag
te doen over do verhooging van de vergoe
ding, die de afgevaardigden genieten, tot
15,000 frs. Brisson antwoordde:
,,l<k neem de volle verantwoordelijkheid
voor de 15,000 frs. op mij. Men vraagt mij
Waarom zijn de kiezers daarover niet ge
raadpleegd? Omdat als deze vraag voor de
kiezers was gebracht, er geene keuze zou
zijn gedaan men zou bij opbod en afslag
te work zijn gegaan. De eenen zouden 15,000
frs. verlangd hebben, de anderen 9000, nog
anderen 6000, weer anderen 3000. Ten slotte
zouden er ook lieden geweest zijn, die de
grootmoedigen en onbaatzuchtigen hadden
gespeeld en gezegd zouden hebben, dat af-
gevaardigden om niet moesten werken'.
Dezen zouden de bijgedachte gehad hebben,
als afgevaardigde hunne eigen belangen te
behartigen en niet de uwen. Gij zoudt dus
eene t- ewijzing aan den minst biedende ge
had hebben. Dat was geen vraag, die in kie
zers erg ader in gen kon worden besproken en
afgedaan".
Brisson verantwoordde zich ook op het
verwijt, dat hij, indertijd het voorstel tot
verhooging van de vergoeding bij verras
sing had doen aannemen in eene vergade
ring, waarin slechts 20 leden aanwezig
waren. Hij voerde feiten aan om te bewijzen,
dat hij integendeel de discussie meer dan een
uur gerekt had om aan afgevaardigden, die
afwezig waren, tijd te verschaffen in de ver
gadering te komen.
De tegencandidaat van Brisson is Louis
Roux, van de vereenigde socialisten, die hem
met groote heftigheid bestrijdt.
Engeland.
Londen, 21 April. Een allerhef
tigst tooneel kwam in het lagerhuis voor in
den loop van het debat over de handelwijze
van Sir Robert Anderson, gewezen chef van
het detective-departement, die onlangs op
zien verwekt heeft door een artikel van
zijne hand in een tijdschrift over Parnellis-
me en misdaad.
Do unionist Campbell maakte, terwijl hij
aan het woord was, eene opmerking, die
werd opgevat alsof hij had bedoeld, dat in
weerwil van het besluit waartoe indertijd
de Parnell-commissie was gekomen, het nog
steeds eene open vraag was of Parnell, de
vroegere leider van de Iersche partij, be
trokken was in den beruchten moord in het
Phoenixpark.
De nationalisten en de ministerieelen
verlangden, dat Campbell zijne woorden
terstond zou intrekken. Campbell verklaar
de zich bereid tot- eene voorwaardelijke in
trekking, hetgeen het rumoer nog deed toe
nemen. Er werd een beroep gedaan op den
tijdelijken voorzitter. Deze verklaarde, dat
Campbell niets had gezegd wat hij kon
worden genoopt in te trekken hij gaf ech
ter aLs zijne meening te kennen, dat Camp
bell onnoodig agressief was geweest met het
oog op de scherpte waarmee de meeningen
in deze zaak tegenover elkaar stonden. De
nationalisten weigerden mei minder dan
volledige intrekking genoegen te nemen en
verlangden, dat er om den Speaker zou
worden gezonden.
Campbell stond op en verklaarde zich be
reid de bevindingen van de Parnell-com
missie te aanvaarden. De nationalisten wil
den echter daarmee geen genoegen nemen
en het rumoer duurde voort. Campbell
bleef staan en ging voort met spreken, maar
men kon geen woord van hem verstaan.
De voorzitter weigerde om den Speaker te
zenden en verzocht de vergadering Camp
bell te laten spreken, maar de nationalisten
bleven oproerig en verlangden, dat de voor
zitter aan Campbell het woord zou ontne
men, omdat hij buiten de orde was.
Do voorzitter verklaarde, dat eene zin
speling op den overleden Parnell niet was
eene beleediging van eenig aanwezig lid van
het lagerhuis. De nationalisten waren het
hiermee niet eensRedmond riep met na
druk uit: „Wij beschouwen 't als eene be
leediging." (Toejuichingen bij do nationa
listen).
Ten slotte stelde minister Churchill voor
het debat te sluiten, om een eind te maken
aan het tooneel. Dit voorstel werd aangeno
men en de vergadering werd daarna geslo
ten
Londen, 21 April. De bankier
baron Sehroedeï is heden nacht gestorven.
Oostenrijk-Hongarlje.
Over de combinatie, waardoor men 'n
Oostenrijk-IIongarije er in geslaagd is met
het bouwen van Dreadnoughts te beginnen,
ofschoon de ingewikkelde parlementaire toe
stand in de beide rijkshelften tot dusver
het tot stand komen heeft verhinderd van
eene wet, waardoor over de benoodigde gel
den kon worden beschikt, worden aan de
Kölu. Ztg. uit Weenen eenige nadere bij
zonderheden bericht, die kunnen dienen tot
aanvulling van hetgeen reeds is medege
deeld.
Had men willen wachten totdat de noo-
dige credieten waren toegestaan, dan zou
men een kostbaren tijd verloren hebben en
zou het niet mogelijk geweest zijn op den ge-
wenschten termijn, in 1913, de nieuwe linie
schepen van 20,000 ton watervevplaatsing
gereed te krijgen. Men heeft dus een uit
weg gezocht en gevonden, om het mogelijk
te maken reeds nu niet den bouw te begin
nen. In Oostenrijk heeft men voor het bou
wen van oorlogsschepen, naast het rijksar
senaal van Pola, de door den staat onder
steunde particuliere scheepsbouwmaatschap
pij Stabilimento tecnico te Triest tot zijne
beschikking, waarmee in Hongarije de
Danutoiuswerf te Fiume overeenkomt. Het
Stabilimento tecnico heeft ook de onlangs
van stapel gelaten Zrinyi gebouwd, liet
laatstq van de linieschepen der 14,500 tons-
klasse, die tot dusver het grootste type van
de Ocstenrijksch-Hongaarsche marine uit
maakte. Zulk eene particuliere maatschap
pij kan ook schepen 'bouwen, die niet door
den staat besteld zijn, omdat zij er op kan
rekenen, ook elders koopers te zullen vinden
voor de schepen van erkend g-ede kwaliteit,
die zij aflevert. Maar zij mag er in de eerste
plaats op rekenen, dat hare schepen door
den eigen staat gekocht worden, en op dezen
rekent zij natuurlijk vooral als afnemer vcor
schepen, waaraan dringende behoefte be
staat namelijk Dreadnoughts. Zij heeft
daarom 'besloten twee schepen, op welker
aanbouw als aandeel van Oostenrijk gere
kend is, reeds nu ui-t eigen beweging op
Naar hti Engeltth
10 tak
0. N. sn W. M. WILLIAMSON.
Er was niet' veel tijd om mij te bedenken
over de „gevolgen van een. daad", zooals
mama's advocaat te Denver zegt, maar ik
had' al mijn zinnen bij elkaar en dacht een
heele minuut na. „Het zal grappiger zijn
om met „hem te spelen dan, met poppen,"
zeide ik tot mezelf, als ik het spel maar op
een goede manier aan den gang breng. Maar
wat i s de goede manier. Ik kan er mij
niet mee kwellen om hem tot pop te nemen,
want dat zou me te veel tijd kosten. Zal
ik hem aan Maida geven? Neen, ik zal hem
aan mama leenen om mee te spelen, ten
minste zoolang zij den weg volgt dien mij
goed dunkt en geen ernst van de zaak
maakt."
„Wat hadt u mij te zeggen, waarmede u
niet. tot het ontbijt kon wachten?" vroeg ik.
„Diemannen ontbijten immers met
ons mede," zei hij. „Zij bekleeden de po
sitie van uw couriers en gedragen zich of zij
op gelijken voet staan met mij. Ik vind
dat niet zeer bevorderlijk voor een aangena
me conversatie."
„Mama vroeg gisteren aan Maida wat
beter was oen Oostenrijksche prins te zijn
of een Engelsch baronet," vertelde ik „Sir
Ralph is een baronet."
„Dat zegt hij tenminste."
„Ja, hij is het. Mama keek het na in
Burke op denzelfden dag, waarop ik in de
„Almanach de Gotha" las dat u negen en
dertig is."
„Iedereen kan baronet zijn. Dat betee-
kent niets. -Een woord, enkel een. woord!"
„Het heeft drie lettergrepen en „prins"
maar één. Daarenboven Oostenrijkers zijn
buitenlanders en En gelachen niet."
„Zeide juffrouw Destroy dat tot uw ma
ma?"
„Neen, natuurlijk niet. Nu mama zelf
een buitenlandsche gravin is, kon het haar
gegriefd hebben. Maida zeide dat zij zich
meer op haar gemak gevoelde met een ge
wonen meneer zooals bijvoorbeeld, me
neer Barry moremaar hij is verre van ge
woon."
,,TJ vindt hem mooi?"
„Ja zeker, dat vinden wij allemaal."
„Ik twijfel of u hem en sir Ralph Morray
al lang kent. Uw mama heeft niet verteld
waar zij kennis met hen maakte, maar uit
een paar kleinigheden die ik toevallig ver
nam, maakte ik op dat zij in haar dienst
zijn dat zij hen gehuurd heeft om een
beetje per automobiel rond te rijden."
„Ik zal het aan mama vragen, en u over
vertellen wat zij gezegd heeft,, als u dat
graag wilt."
„Neen, neen, kind lief, ge neemt het al
te letterlijk op. Dat is dan ook uw eenige
fout. En ik vind dat gij allen veel te veel
vertrouwen stelt in vreemdelingen. Het is
een mooie hoedanigheid', maax men moet
het niet te ver drijven. Wilt u mij toe
staan uw vriend te zijn, juffrouw Beechy,
en u tot mij wenden om raad? Het zou mij
gelukkig maken u van dienst te kunnen we
zen, want u weet hoeveel belang ik stel in
alles wat u betreft. Daar! Nu weet u wat
ik wilde zeggen. Ik hoopte dat er kans zou
zijn op een vertrouwelijke verhouding tus-
sohen ons. Voulfz-vous, ma clière petite?"
„Welk soort verhouding bedoelt u? vroeg
ik. Mijn papa zoudt u niet graag wezen."
„Dan was ik nu dood." „En was u op
uw leeftijd mijn broer, dan zou mama ook
al overleden zijn."
„Neen, uw broer zou ik in geen geval
willen wezen zelfs niet uw stiefbroer, of
schoon, dergelijke verhoudingen zijn dikwijls
zeer aangenaam. Maar uw mama is zoo be
koorlijk eigenlijk zijt gij alledrie
veel te bekoorlijk voor mijn gemoedsrust.
Ik begrijp niet hoe ik heb kunnen leven
voor ik u ontmoette."
Ik meende dat zijn schuldeischers het wel
zouden weten, maar er zijn enkele dingen
die zelfs 'kleine Beechy niet: zeggen kan.
„Uw mama heeft, zoo jong al» zij is, een
groote verantwoordelijkheid te dragen," ging
hij voort, terwijl ik een kiezeltje in het wa
ter gooide en naar het kringetje keek
„Wie zulk een groot fortuin bezit en nie
mand heeft om den last te helpen dragen,
moet dien dikwijls te zwaar voor één paar
schouders voelen."
„Men kan altijd zijn fortuin opmaken,
wat een gemakkelijke manier is om van den
last, af te komen."
„Maar zoo dwaas zal uw mama toch niet
wezen," riep de prins uit, mij met outstel-
den blik aankijkend.
„Nu heeft zij het nog niet gedaan."
„Als zij eens heel verkwistend werd. zoudt
u dan niet vreezen dat zij niet enkel haar
fortuin zal verliezen maar ook het uwe? Of
heeft uw papa dat gevaar voorzien en het
uwe vastgezet
,Ik meen dat, onverschillig wat' er ook
gebeurt, er iets voor mij zal overblijven," be
kende ik.
„Gelukkig dat uw papa om u gedacht
heeft. Maar was hij niet jaloersoh? Als ik
de echtgenoot van, zulk een betooverende
vrouw als uw mama was geweest, zou ik in
mijn testament een clausule hebben gezet,
bepalend dat bij een mogelijk hertrouwen
zij van alles afstand moest doen. Misschien
zijn Amerikanen niet zoo jaloersch."
„Ik kan mij ten minste geen jaloersclhen
papa voorstellen. Ook heb ik nooit gehoord
dat hij tegen een tweede huwelijk was.
Trouwens, mama is al dikwijls in de gele
genheid geweest."
„Voor haar tweeden echtgenoot moest zij
een man met een titel kiezen," zeide de
prins, blijkbaar zeer tevreden over zijn suc
ces bij deze slimme manier van uithooren."
„Dat doet zij misschien wel."
Hij schrok tot mijn genoegen.
„Ik bedoel een titel van beteekenis, en
een man in staat dien waardig te dragen
niet een verachtelijk parvenu wiens vader
misschien koopman was. U, juffrouw Bee
chy, moet waken voor de belangen van uw
dierbare mama en haar bevrijden uit de han
den van gelukzoekers. Ik zal u lielpen. En
ook u zal ik beschermen. Wat juffrouw
Destroy betreft, ondanks haar schoonheid is
zij veilig voor de ellendige wezens die een
vrouw enkel vragen om haar geld. Haar ge
zicht is haar fortuin, n 'est-ce pas?"
„Alsof dat niet voor ieder meisje fortuin
genoeg is!" zei ik, opnieuw mijn toevlucht
nemend tot Job en de andere ernstige per
sonen uit het Oude Testament.
De prins zuchtte, goed gemeend ditmaal,
als had mijn antwoord zijn ergste vermoe
dens bevestigd. „Nu zal hij mama het hof
maken", vertelde kleine Beechy aan groote
Beechy. „Wars van al lef aarzeling, regel
recht op zijn doel afgaan." En mijzelf nog
menige scherts belovend', stond ik zoo voor
zichtig op dat niemand leans had een me
daille voor het redden van een drenkeling
te krijgen, „Nu moet ik weg. Goeden
morgen, prins. Ja, wat zijn wij ook voor
elkaar?"
„Vertrouwden. Met alle moeilijkheden
moet u zich nu tot mij wenden. Nog een
woord voor we scheiden, kind lief. Wees op
uw hoede voor deze twee avonturiers, en
waarschuw ook uw mama. Misschien is het
goed ook juffrouw Destrey een wenk te ge
ven.. Wie weet hoe gewetenloos dit tweetal
is. En zoo betreurenswaardig als nu alles
geschikt is, kan ik ongelukkigerwijze niet
altijd bij de hand wezen, om over u allen
een wakend oog te houden."
„Wat ook wel een beetje aan uw automo
biel ligt," merkte ik vriendelijk op. „Tus-
schen twee haakjes hoe staat het met haar
gezondheid?"
„Alsof er plaat» in mijn gedachten voor
een auto ware geweest declameerde de
prins met een stiefvaderlijken glimlach.
„Zonder twijfel zal ze bijtijds gereed zijn
om te vertrekken, want Joseph zou c n v;er
uur opstaan, in het dorp een smederij zoe
ken en daar de nieuwe change-speed lever
maker, die gisteren gebroken is. Als u me
werkelijk zoo spoedig wilt verlaten, dan zal
ik maar eens gaan zien hoe ver Joseph ge
vorderd is."
Wordt vervolgd.