Od* Jnargang.
Donderdag 9 Juni 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON^
Mijn Vriend ie Chauffeur,
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden v&or Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post - 1.50
Afzonderlijke nummer- - 0.05.
t\. j fiu an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentifinmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 1B regels f 0.50,
Elke regel meer - 0.10,
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bjj vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Bene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Het heengaan van Dernburg.
Den lOen September 1906, nu bijna vier
jaren geleden, werd het bericht der benoe
ming van Befnhard Dernburg, den directeur
van de Darmstadtsche bank, tot directeur
van de koloniale afdeeling van het Duitsche
departement van buiten land sc he zaken, al
gemeen met groote verrassing ontvangen.
Aan die benoeming had niemand gedacht.
In tegenstelling daarmee komt het bericht
van zijn aftreden als hoofd van de sedert
tot een zelfstandig departement verheven
koloniale afdeeling zóó weinig onverwacht,
dat geen enkel orgaan van de pers het noo-
dig vindt het verschijnen van het officieele
besluit, waarbij aan Dernburg op zijn ver
zoek ontslag uit den rijksdienst wordt ver
leend, af te wachten om een grafrede te hou
den op Dernburg als een staatsman, die
ten doode is opgeschreven.
De reden daarvan is gemakkelijk te be
vroeden. De heer Dernburg is een medewer
ker van vorst Bülow geweest. Men herin
nert zich, dat de strijd van Dernburg in
den rijksdag met het centrum de aanleiding
geweest -is voor Bülow den rijksdag te ont
binden en zijne liberaal-conservatieve blok-
politiek op tonw te zetten. Nu die politiek
is mislukt en Bülow dientengevolge is heen
gegaan, scheen Dernburg's aftreden slechts
eene vraag van tijd.
Eenige weken geleden, kort voordat, de
rijksdag naar huis ging, had de staatssecre
taris van koloniën het zwaar te verantwoor
den. De geheele centrum-pers trok tegen
hem van leer, en in den rijksdag richtte
de afgevaardigde Erzberger een hevigen aan
val tegen hem bij de behandeling van zijne
begrooting. Dernburg's val scheen toen on
vermijdelijk maar hij wist den aanval af
te slaan en slaagde er in zijne begrootin.g
door den rijksdag te doen aannemen.
Wat toen reeds verwacht werd, zal nu
gebeurenDernburg treedt af al» staats
secretaris van koloniën. Maar niet als een
geslagene verlaat hij het departement: de
overwinning, die hij nog onlangs in het
parlement heeft behaald, geeft aanleiding
om te zeggen, dat hij vrijwillig is gegaan op
het oogenblik, dat hij zelf als het meest
passende beschouwde. Dit komt uit in de
beschouwing, die de Köln. Ztg. aan zijn
heengaan wijdt, waarin wordt gezegd
,,Er was reed6 dikwijle sprake van, den
eenen „Bernhard" den ander na tte zen
den, en wanneer hij nu gaat, dan zal men
veelvuldig gelooven, dat het zwartblauwe
blok met zijn gaan een van zijne schoonste
triomfen viert. Nu twijfelen wij geen oogen
blik aan de bedoeling van het blok om
Dernburg den hals te breken, maar wel
hieraan, dat zijn heengaan een werk van dit
blok is. Wanneer wij juist zijn ingelicht,
dan is den heer Dernburg van geen zijde een
wenk gegeven om zijn verzoek om ontslag
in te dienen. Men heeft integendeel mis
schien eerder beproefd hem van zijn plan
af te brengen, wel ie waar zonder succes.
Niet onder den indruk van de laatste kolo
niale debatten, waarbij Dernlburg geheel
Bülow en Dernburg dragen heiden denzelf
den voornaam.
overwinnaar bleef, kan daarom het verzoek
om ontslag zijn ontstaan, maar uit overwe
gingen van geheel anderen aard. Toen
Dernburg het departement van koloniën op
zioh nam, legde het bijzonder blijk van
's Keizers vertrouwen hem den plicht op der
uitvoering van een programma, dat in korte
woorden hierin bestond de toen op een
verkeerd spoor geraakte Duitsche koloniale
politiek in gezonde banen te brengen, de
koloniën politiek te bevredigen, voor het
verkeer te openen en economisch zoozeer
te versterken, dat men geleidelijk het doel
van hunne financioeJe zelfstandigmaking
naderbij zou komen. Zuiver zakelijk be
schouwd, schijnt dit programma heden in
hoofdzaak vervuld of althans de vervulling
zeër nabij gebracht te zijn. Niet als een ge
slagene, maar als een zegevierende veldheer
ziet daarom heden Dernlburg op zijn kolo
nialen arbeid terug, en het schijnt, d'at hij
als onafhankelijk man en als het tegendeel
van een plakker" meende genoeg te héb
ben gedaan en zijne verplichtingen te heb
ben vervuld Nu zou het wel is waar eene
verleidelijke taak zijn geweest, het 'begon
nen werk te voltooien en te volmaken, n
de vrees voor de vijandschap van den beer
Erzberger en van dc Deutsche Tageszei-
tung zou hem daarvan niet hebben afge
schrikt, want Dernburg is een strijdnatuur,
die zich het best voelt in den strijd. Daar
gezondheidsredenen niet in aanmerking
kunnen komen, blijft er voor het besluit
van Dernlburg slechts deze verklaring over,
dat hij met den algemeenen loop van de
politiek zoo weinig overeenstemde, dat hij
niet verdei* wilde meedoen. Het is in Prui
sen en het rijk oen zeer zeldzaam geval, dat
oen minister een zoo sterken ruggegraat
toont, dat hij liever zijn ambt met alles
wat er aan verbonden is prijsgeeft, dan dat
hij zich eene politiek laat welgevallen, waar
aan hij niets kan veranderen, maar waar-
va i de verantwoordelijkheid hein te zwaar
schijnt. Als bekleoder van een politiek neu
traal ambt, dat op zich zelf niets te maken
heeft met den politieken strijd, had Dern
lburg heel gemakkelijk op zijn post kunnen
blijven, en hij kon 't er op laten aanko
men of zijne persoonlijke tegenstanders een
directen storm zouden wagen. Hij heeft er
de voorkeur aan gegeven te gaan uit vrijen
wil, niet als froudeur, maar als onafhanke
lijk man, die, nadat hij aan het rijk be
langrijke diensten heeft 'bewezen, er nu d©
voorkeur aan geeft in liet ambtelooze leven
terug te keeren."
De heer Dernburg, die op 41-jarigen leef
tijd. in den rijksdienst is getreden, wordt
den 17en Juli a.s. 45 jaar. Men mag dus
verwachten, dat zijne rol in het openbare
leven hiermee nog niet zal zijn afgespeeld,
al wordt hij voor 't oogeniblik ambteloos
'burger.
Duitschland.
B erl ij n, 8 J u n i. In het Nieuwe Pa
leis te Potsdam vond heden de voltrökkiug
plaats van het. huwelijk van Pi*ine Friedrich
Wilhelm van Pruisen met Prinses Agatha
Ratibor Corvey. De Keizer bracht een toast
op de jonggehuwden uit.
Prins Ludwig van Beieren heeft in eene
vergadering van de Beiersche kanaalscheep-
vaartvereeniging zijne voldoening er over
uitgedrukt, dat de. kwestie van de scheep-
voarttol'len, die vooveel ergernis en ver
driet heeft berokkend, zich eindelijk sdhijnt
te zullen oplossen op eene wijze waardoor
althans in de toekomst allen daarmee te
vreden kunnen zijn. Wanneer zij is opge
lost, dan zal het niet lang meer duren, of
de Main zal tot Asdbaffen'burg gekanali
seerd zijn. Hij behandelde daarna uitvoe
rig het plan van eene directe aansluiting
van Zuid-Dui+ech 1 and bij het Wesergebied.
Wanneer dit doel bereikt i6, dan zal ook
het bekende verzet tegen de verbinding van
het Wesergebied met het Elibegebied een
einde moeten hebben, want de oostelijke dee-
len des lands zullen het niet aangenaam
vinden wanneer zij van het bloeiende, rijke
westen zijn afgesloten.
In liet debat over het wetsontwerp tot ver-
hcogitiig van de dotatie ten behoeve van de
Kroon met 2 millioen en bet subsiidiie voor
de Koninklijke Schouwburgen met 1| mil
lioen stelden de woordvoerders van de na
tie naai diberal en en de Fortsohidttliiche
volkspartij voor het wetsontwerp naar de
begrootingscommissLe te verwijzen. Namens
de conservatieven, vrij-conservatdeven en,
het centrum werd verklaard, dat zij dit wel
niet noodig vonden, maar zich toch niet er
tegen zouden verzetten in de hoop daardoor
eene grootere eenstemmigheid te krijgen.
Toen de sociaal-democraat Hoffmann
aan het woord was, ontspon zich tusscben
hem en den voorzitter eene pikante dtialoog.
De spreker zeide, dat hij en liet volk te
meer roden hadden om te meerren, dat de
civiele lijst voldoende was, omdat zij zagen,
dat de oom van den monarch, de Koning
van EngelandHier viel de voorzitter
hem in de rede en verzocht hem den per
soon van den Koning niet in het debat te
betrekken. Toen daarop Hoffmann zeide:
,,Wij verlangen principieel de verkiezing
van alle staatsdienaren door het volk, ook
van den eersten staatsdienaar", viel de
voorzatter hem weder in de rede met de
woorden
Mijnheer de afgevaardigde, deze opmer
king is hoogverraad. Ik roep u bot de orde.
Hoffmann. Frederik, de groote genoemd,
heeft toch, zooals ik op school heb geleerd,
gezegdDe eerste dienaar in den staat ben
ik. Hoe kan dat nu hoogverraad zijn?
De voorzitter. Ik heb u tot de orde ge
roepen, omdat gij de verkiezing van den
eersten staatsdienaar, den Koning, door het
volk hebt verlangd. Dat is hoogverraad.
Hoffmann. Maar dat zijn beginselen, dio
in ons programma staan.
De Voorzitter. Gij kunt beginselen in
uw programma hebben zooals gij wilt, maar
ik verzoek u die hoogverraderlijke begin
selen niet op de tribune van dit buis to
berde te brengen.
Aan het einde van dit debat werd tot ver
zending naar de begTootingscommissiie be
sloten. Tegen stemden de sociaal-democra.
t«n en een vrijzinnige.
De interpellatiën over de Borromeus-
encycliek komen heden in het huis van af
gevaardigden aan de orde. De heer von
Bethmann-Hollweg zal ze zelf beantwoorden.
Men neemt, aan, dat de minister-president
zich niet zal begeven in een lang dogmatisch
betoog. Het. komt er minder op aan hoe de
Pruisische regeering over het incident denkt
dan wat zij van plan is er tegen te doen ol
reeds heeft gedaan. Eene eenvoudige mede-
deeliug, dat reeds stappen in deze richting
zijn gedaan, zou, wanneer de stappen beant
woorden aan liet openbare gevoel, meer in
druk maken dan de langste rede en zou reed3
een antwoord op de interpellatie inhouden.
Volgens een bericht van de Köln. Ztg.
uit Rome, verluidt daar uit niet officieele
maar meestal wel ingelichte kringen, dat de
Pruisische gezant von Mühlberg in opdracht
van zijne regeering den Hc-iligeu Steel eene
mededeeling heeft gedaan, die op de ency
cliek betrekking heeft. Over vorm en inhoud
van deze mededeeling is niets bepaalds ver-
B r u n s w ij k, 8 Juni. De landdag
heeft met algemeen© stemmen eene motie
aangenomen, waarin geprotesteerd wordt te
gen de heleedigende uitdrukkingen over
Duitsche hervormers en de den godsdienst
vrede in gevaar brengend© uitingen van
de Romeinsche Curie.
Minister Wolff legde eene dergelijke ver
klaring af.
Brussel, 8 J un i Het katoen-congres
nam eene motie aan, waarin overleg wordt
verlangd met bankiers, katoen beu rzen en
katoenfabrikanten in Europa en Amerika om
het opmaken en verkoopen van val&ehe cog
nossementen onmogelijk te maken
Het congres sprak als zijne meening uit,
dat dc epinnens over de geheele wereld den
arbiö zoolang moesten laten stil staan, tot
dat de productie het verbruik niet meer over
treft.
Mot hot oog op de verliezen tengevolge
van te groote vochtigheid van de ruwe ka
toen, verzocht het congres, dat het inter
nationale comité overleg zou plegen met de
katoenbeurzen van Liverpool, Bremen en
Havre tot het bijeenroepen van gedelegeer
den uit alle takken van de industrie ter be
spreking der algemeen© belangen.
Frankrijk.
Na de definitieve verkiezing van Brisson
tot voorzitter, vulde de Kamer het bureau
verder aan door de verkiezing van onder
voorzitters, kwestoren en secretarissen. Als
ondervoorzitters zijn alleen gekozen leden
van de verschillende fraction der meerder
heid. Etieune is lid van de democratische
linkerzijde, Puech en Berteaux zijn radi
caal-socialisten en Dron is radicaal. De ver-
tenigde socialisten hadden aan de verkieziug
niet' meegedaan en de candidaat van de
rtchtsche republikeinen bleef in de minder
heid
Heden houdt de Kamer, die zich nu gecon
stitueerd heeft, eene zitting, waarin minis
ter-president Briand namens de regeering
eene verklaring zal voorlezen, die het pro
gramma van regeeriugsbeleid bevat. Het
debat, dat zich hieraan zal vastknoopen, zal
waarschijnlijk eerst morgen beginnen, om aan
de partijen tijd te geven zich te beraden over
hunne houding tegenover dit programma
P a r ij s 8 Juni. Volgens ontvangen
inlichtingen zal in de ministerieele verkla
ring worden gezegd, dat de tijd gekomen
schijnt te zijn om den grondslag van het dis
trictenstelsel uit te breiden, teneinde te ko
men tot vertegenwoordiging der minder
heden. De regeering zal geen inbreuk dul
den op het werk der scheiding van kerk en
staat.
Verder worden aangekondigd wetsontwer
pen op het arbeidscontract, het arbeiders
krediet enz. Voor de belasting op het in
komen aanvaardt de regeering de beginselen
van het ontwerp van Caillaux.
De verklaring zal verder nadruk leggèn
op de loyauteit van de buitenlandsche poli
tiek, den wensch uitdrukken om bij te dra
gen tot de handhaving van den vrede en
den wensch om do krachten te ontwikkelen,
ten einde den plicht tegenover de bondge-
nooten te volbrengen en den eerbied voor
onze rechten te verzekeren.
Het door Frankrijk opgestelde program
voor een wettelijke regeling van de ludht-
vaart beperkt de werkzaamheden van de
conferentie tot praktische vraagstukken
Theoretische gedadhtenwisselinigen over
vraagpunten als het eigendomsrecht op de
lucht zijn uitgesloten. De voornaamste pun
ten zijnkembaarmaking van ludhtivaartui-
gen, maatregelen in het belang van de vei
ligheid van de bewoners en van de lucht-
vaarders, diploma voor luohtBöhippers, keu
ren van motoren, verkeersvoorsdhriften, ta
riefkwesties, verdediging tegen spionage,
recht van asyl in overeenstemming met het
reóht van asyl van sohepen in onzijdige ha
vens, eindelijk de exterritorialiteit voor
luchtvaartuigen, die aan een staat behoo-
reri.
De regeering heeft een wetsontwerp vast
gesteld, dat bepalingen bevat «ver de keuze
van gerechtelijke beheerders, beheerders van
failliete bcedels, gerechtelijke boedelvereffe
naars en deskundigen en waarin verder wordt
medegedeeld op welke wijze de controle over
deze ambtenaren wordt uitgeoefend.
Engeland.
Londen, 8 Juni. Het Lagerhuis
kwam heden na het lente-reces opnieuw bij
een en. ging ovar tot de beraadslaging der
marine-begrootüng. Er werd geen ministe
rieel© verklaring gedaan ten opzichte v.an
den loop der gebeurtenissen
Londen, 8 Juni. In antwoord op
eene vraag over de behandeling van zaken
zeide lord Crewe, dat hij had vernomen, dat
lord Rosebery niet van plan was in den
eersten tijd do behandeling van zijne voor
stellen tot' hervorming van het huis aan de
orde te stellen.
Lord Crewe voegde diaaraan toe: Wij ju
niet- voornemens de veto-motiën vaai de re
geering in behandeling te nemen, voordat de
voorstellen van lord Rosebery besproken
zijn Maar in ieder geval zal het waarsohijn
lijk in het belang van het Huis zijn, als de
geheele zaak een paar weken blijft rusten,
omdat wij dan misschien in een betere po
sitie zullen zijn en beslister kunnen spre.
ken.
Rosebery, d'ie daarna het woord nam, zei
de dat hij de behandeling van zijne voor
stellen gaarne zou hebben gezien, maar dat
h©m van invloedrijke zijde was medegedeeld,
dat het volgens de meening van tot oordee-
ien bevoegden beter zou zijn daartoe niot
over te gaan op den eersten dag waarop
het Huig weder bijeen is gekomen.
Hij geloofde, dat men tot die opvatting
was gekomen door de gedachte, dat het ver
li js, dat het land onlangs heeft geleden, eene
aanleiding zou kunnen zijn om te zoeken
naar toenadering in den eenen of anderen
vorm vau de twee partijen in deze gewich
tige constitutionneele strijdvraag. Ook ge
voelde mem, dat het niet gewenscht was den
aanvang van de nieuwe regeering en den
Naar het Engeheh
65 VAN
C. N. en W. M. WILLIAMSON.
Haastig greep hij naar een gewichtig uit
ziend document met een roodi zegdl, en op de
geldthographeerde lian'dleekeninig aan den
voet van het stuk wijzend, zöide hij
„De minister van Buitenlandbche Zaken
Landsdowne lord Landsdown©. Engelsch.
Inglese en Italiani eempre amici. Jaï" Hij
glimlachte niet enkel tegen d'e twee dienaren,
•van den heiligen Hermandad maar ook tegen
de andere menschón, diie hom lachend toe
knikten. Nia dit gunstig effect vertoonde
hij een tweed© .papierzijn ,perlmii> de con-
duire van het djepartettnénlt van Minds t©
Nice.
Oip den officieelen stampei wijzönd, riep,
hij met de ki'nldlerlijlke vreugde van iemand'
dlie ©en paar Woorden van een vroetmd'e taal
kan spröken „Nizza, Niziza la bella Daar
bij keeik hij de reuzen zoo openhartig aan
en scheen zoo verrukt over zijn beetje ken
nis, d!at allen in een lach echoten en twee
jonge mannen hem zelfs toejuichten, waar
over zij een ©ogenblik later zich eemigszins
schenen te schamen. Eindelijk, daar er aan
elk oponthoud een einde moet kom©n, maak
te» hij aanstalten door te rijden. Maar de
nauwgezette beambten, ofeeliöOn blijkbaar
ontmoedigd, gaven hun hoep nog niet op of
speelden hun laatste troef uit, ontdanlks de
ibeddle gezegelde Engélecihe stukken waarmede
hun dorst naar bureaucratie nog niet gestild
bleek.
De langste van het tweetal legde zijn
zwarten handschoen op ons spatbord, dat
een paar dagen geleden door het „slangach
tig diinig" was afgebroken', en naar ik me
neer Barrymore had hooren zeggen in de
garage te Mestre gerepareerd zou worden.
Met- dramatische gestes, alleen eigen aan het
Latijnsche ras, trachtte hij te bewijzen dat
liet spatbord gebroken moest zijn door de
botsing bij Bergwmo, waarmede zijn gedach
ten geheel vervuld waren.
Eindelijk ging er voor oneen Ohauffeulier
eenig licht op. Hij sprong uit de auto en
gaf op zijn beurt een pantomime ten bekte.
Uit een lade onder den voorbank haalde
hij den buitenikant van het achterwiel t©
voorschijnwees ho© hij er oan sloot, hoe
hij was losgeraakt en hóe hij dloor h©t voort
durend stoeten met. Ihjeb rijden het spotborld
had afgebroken. Iedereeninbegrepen d,e
mannen van de politie, stelde levendig belang
in de vertooninig. Zoodra ze geëindigd was,
nam meneer Barrymore zijn plaats weer in,
rolde die ,,slanig" op, en zonder permissie to
vragen, maar met een diepe buiging dó ver
tegenwoordigers der w©t groetend, reeid hij
langzaam terug naar de stad. Wat- konden
na zulk een ervaring de gedwarsboomde reu
zen anders dóen dan ons nakijken en huns
weegs gaan!''
„Wij hebben onze redding te danken aan
het feit dat wij den verkeerden weg insloe
gen, en nu naar Bergamo gingen in plaats
van er uit," merkte de triomfeerende diplo
maat op. „Vermoedelijk meenen zij een
verkeerde auto te hebben aangehouden daar
de. geïncrimineerde van Lecco kwam. Onder
dien indruk, gepaard aan hun wanhoop
over de totale afwezigheid van mijn bevat
tingsvermogen, geraakten zij aan het twij
felen. Hoewel wij onschuldig zijn en de
voerman van den wagen enkel probeerde
„wat los te krijgen," konden zij on6 hier
tien dagen later hangen."
„Zouden zij ons daarvoor gehangen heb
ben?" vroeg tante Kat-hryn ontsteld. „Wat
zijn di© Italiaansche wetten dan afschuwe
lijke dingen!"
Wij lachten haar zoo hartelijk uit dat zij
er boes om werd, en toen Beechy haar een
„dom mamaatje" noemde, beet zij deze
driftig toe, in geen geval zoo dom te zul
len zijn om haar Italiaansch te vergeten
zoo zij iets van de taal kende juist als
het nocdig bleek het te kunnen spreken.
Zij is te goedig van inborst om lang uit
haar humeur te blijven en de weg naar
Brescia was zoo bekoorlijk, dat ze spoedig
haai* verontwaardiging vergat. Ofschoon
het pad niet zoo goed bleek als te voren
was het toch niet al te slecht, en onze ster
ke banden die zooveel hadden verduurd,
maakten het zich niet moeilijk over deze
geringe oneffenheden. Na elke twintig me
ters hadden wij een auder gezicht, alsof het
landschap langzaam draaiend, telkens wis
selende tooneelen te aanschouwen gaf, zoo
ongeveer als met de voorwerpen in een ca
leidoscoop. Aan onze linkerzijde marcheer
den de bergen steeds met ons mede, witte,
majestueuze gevaarten, waarlangs paar
se schaduwen zich ^geheimzinnig bewogen.
Achter geurige weilanden en gouden
graanakkers verhieven zich massieve boe
renwoningen van röspetabeien leeftijd en
met een waardig voorkomen. Nu en dan
konden wij vluchtig een blik werpen in
fraaie tuinen, en eens passeerden wij een
heerenhuis, groot en deftig genoeg om zich
een kasteel te noemen, zoolang er geen
echte in de buurt waren. Mijlen ver schaar
den zich langs den weg kastanjeboomen, fier
♦omhoog heffend hun op kaarsjes gelijkende
witte bloesems. Ook prijkte er de mei
doorn met zijn sneeuwachtige bloemen
door de beide heeren „meien" genoemd
en waren er reeksen laag struikgewas met
wit vederactig gebladerte, waarvan ik den
naam niet weet, en die de gedachten wekten
aan een stoet bruiden, of jonge meisjes op
weg naar de kerk om haar eerste communie
te doen. En tusscben de reine blankheid
van het land schitterden groepen lila serin
gen, wolken rozeroode appelbloesems, bed
den met viooltjes, en langs den kant van
het groenachtige water der stroompjes scho
ten heldergele irissen als vlammen omhoog.
Even voor het binnenrijden van een
prachtige oude Italiaansche stad begon de
donder te grommen als een. iru do bergen
verscholen leeuw. Enkele rc^eudroppcls
vielen op onze motor-hoeden en een kille
wind stak op, ons een bouquet zoete geu
ren toewerpend.
„Wij zijir te Brescia," zeide meneer Bar
rymore. „Zullen wij wachten tot de storm
voorbij is en onderwijl thee drinken?"
Tante Kathryn riep dadelijk „ja", want
zij houdt er niet van om nat te worden en
vindt het onverdraaglijk als de regen haar
in het gelaat spat. Dus snorden wij snel
door straten, elk afzonderlijk een schilderij,
met haar oude bruine paleizen en haar
öteenen trappen waarop groepjes mooie
vrouwen onder roode parapluies zaten te
schertsen, met haar zonderlinge bruggen en
met bloemen begroeide pergola's. Wij sto
ven voorbij een prachtige kathedraal toen
de vesperklok luidde, en kinderen, jonge
meisjes, oude in zwarte chale's gehulde
vrouwen, knappe soldaten en elegante offi
cieren aan haar roepstem gehoor gaven.
Eindelijk «topten wij voor een hotel met
een tuin die zich uitstrekte tot de rivier;
onder het dichte Joover van kastanjeboo
men, beschutting biedend zelfs voor een
stortvloed, gebruikten wij koffie en hart
vormige koekjes, terwijl de donder wilde
muziek maakte op een groot kerkorgel in
de lucht.
„Geen wonder dat de soldaten knap en
de officieren elegant zijn," zei meneer Bar
rymore in antwoord op een opmerking van
mij, die door Beechy was herhaald. „Brca-
cia heeft meer recht op hen dan de meeste
steden van Italië, want zooals u weet is
zij altijd beroemd geweest om het militaire
genie en den moed barer mannen, en een
maal was zij na Milaan de rijkste en merk
waardigste plaats van Lotnbardije. Vene
tië, waarvan zij do vasal was, had alle ro
den trotsch op .haar te zijn. De geschiede
nis van den groeten veldslag, waarin Bayard
meende een doodelijke wond bekomen te
hebben, is even interessant als een roman.
„De Vlucht van Tartaglia" en „Do
Edelmoedigheid van Bayard" zijn episo
den, welke iemand in vervoering brengen."
„En toch zullen wij verder trekken zon
der iets anders te zien dan deze panoraina-
achtige kiekjes," zuchtte ik. „O, die mo
tor-manie
W urdt vervolgd.