r. Maandag 20 Juni 1910. BÜÏTÉNLAND. FEUILLETON. Mijn Vriend de 9" Jaargang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post - 1.50 Afzoi.Jorlijke nummer: - 0.05. Tv: j Cou au verschijn dagelijks belialv op Zon- e» Feest dagen. Advertentiënmededeeliogen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgev«rs: VALKHOFF C®. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummar 66. PBIJ8 D1R ADVIBTINTllN: Van 15 regels f 0.5©. Elke regel meer - 0.10, Dienstaanbiedingen en aanvragen MS «enta bij vooruitbetaling Groote letters maar plaatsruimte. Voor handel en bedr^f bestaan zeer voordeeliae bepalingen tot het herhaald adveHeeren in dit Blad, bij abonnement. Eeae oireolairebevattende de voorwaarden, wordt ep aanvraag toegezonden. Aan hen, die met 1 Juli a. s. op dit blad int eekenen, worden de nummers die ge durende de maand Juni nog zullen verschijnenkoste loos toegezonden. Politiek Overaj$bl De strijd in Oostenrijk. Kleine oorzaken hebben groote gevolgen. Dat is in het algemeen waar, maar in den politieken strijd in Oostenrijk vindt men het dikwijls op treffende wijze bevestigd. Èenige jaren geleden is de vraag der vesti ging van eene parallel-klasse aan het gym nasium van het stadje Cilli in Stiermarken een strijdvraag geweest, waarover een mi nisterie is gevallen. Thans heeft het niet veel gescheeld, of men zou eene herhaling daarvan hebben beleefd. Het'heeft maar een haar gescheeld of het ministerie-Bienerth zou zijn ontslag genomen he'bbeu om eene dergelijke nietigheid, do vraag namelijk waar de Italiaansche rechtsfaculteit moet worden gehuisvest. Maar achter deze nietig heden zit de rassenstrijd, die in Oostenrijk een zoo gewichtige rol speelt, en daardoor worden zij opgeblazen tot politieke strijdvra gen, waarvan het bestaan van ministeriën en de richting, waarin het regeeringsbeleid wordt gevoerd, afliangt. Voor eenige jaren reeds is, ter vervulling van een lang door de Italianen in Oostenrijk gekoesterden wen6ch, eene afzonderlijke fa culteit opgericht, waar aanstaande juristen het in het Italiaansch gegeven onderwijs konden volgen. Die faculteit werd verbon den aan de universiteit te Innsbruck. Dat bleek echter een groote onhandigheid te zijn, want nergens kunnen Duitschers en Italianen zich slechter met elkaar verdragen dan in Tirol, dat uit twee nationaal scherp gescheiden deelen bestaat, Duitsch en Ita liaansch Tirol. Na korten tijd reeds moest de faculteit gesloten worden, om een einde te maken aan de woeste tooneelen, door op gezweepte nationale hartsfcoéhten verwekt. Sedert wordt er vruchteloos naar gestreefd de uit Innsbruck verdreven faculteit ergens anders onder dak ite brengen. Verschillen de plaatsen zijn er voor genoemd, in de eerste plaats Triest, de groote handelsstad die de uitvoerhaven van Oostenrijk is, maar er behoefde slechts eene plaats genoemd te worden of er stapelden zich bergen bezwaren tegen op. Eindelijk begonnen de Italianen het geduld te verliezende Italiaansche leden van den rijksraad dreigden tot de op positie te zullen overgaan, als de regeering hen niet tegemoet kwam. En dat dit geen ijdelo bedreiging was, heeft verleden Woensdag de stemming over den begroo- tingspost voor geheime uitgaven ter beschik king van de regeering bewezen; die post iö aangenomen met 239 tegen 212 stemmen. Hadden de Italiaansche leden tegen in plaats van voor gestemd, de post zou zijn geval len. De regeering lveeft nu eene oplossing aan gekondigd, die zij beschouwt als voor al len aannemelijk. In afwachting dat eene definitieve standplaats zal zijn gevonden, za! de faculteit tijdelijk, voor vier jaren, ia Weenen worden gevestigd. Die oplossing is echt Oostenrijksch, eene halfheid en eene on oprechtheid tegelijk. Men zal moeten blijven zoeken naar eene standplaats voor de Ita liaansche faculteit. Maar dit kabinet heeft zich uit den brand geredhet heeft zich vau de zaak afgemaakt en de regeering, die later komt, zal moeten zien hoe zij zich redt. De regeering heeft wijslijk zich van de indiening van een op deze leest geschoeid voorstel bij den .rijksraad onthouden, totdat -zij de Zekerheid bezit, dat het zal worden aangenomen. Heb is haar ook gellullct ,die ze kerheid te verkrijgen, miaar niet dan imet groote inspanning. Bij de Duitscihe paftijen bestond, namelijk groot bezwaar om Weenen, al was 't ook maar voorüoopig, als stand plaats voor de Italiaansche faculteit aan te wijzen. Dat bezwaar heeft minister-presi dent Bienerth slechts kunnen overwinnen door het stellen van de Ikabinets-kwestie. Hij heeft aangekondigd, dat hij zijn ontslag zou nemen, ails de Duitschers zich verklaar den tegen het door hem voorgestane com promis. De crisis zou ook dan uitbreken, als het compromis werd aangenomen tegen de stemmen vatn de Duitschersbaron Bie nerth wilde, dat de 'bestaande meerderheid zijn voorstel aannam, en hij weigerde het uit de handen van de oppositie aan te ne men. Daarvoor zijn de Duitscihe partijen ten slotte gezwicht. Om hen tegemoet te komen, is de toezegging gedaan, diat het wetsontwerp, dat nu eerstdaags te verwach ten is, uitdrukkelijk zal .uitspreken, dat de voorioopige vestiging in Weenen na vier jaren vervalt en dat de bepaling van de Italiaansche standplaats bij de wet zal ge schieden. Daarmee hebben zij hunne bezwa ren op zijde gezet. Tot toelichting schrijft de Neue Freie Press©,,De bestaande meerderheid zal niet uiteen vallien en de crisis zal niet uit breken. De Duitschers zullen hét systeem niet ten val brengen, dat hen wel niet het verlorene heeft teruggebracht, hun machts gebied niet heeft verruimd, maai- toch met succes heeft tegengegaan, dat de reeds ver geverderde slaviseering van het bestuur dag aan dag verder voortging en dat het natio nale bezit van de Duitschers steeds nog ,aan nieuwe aanslagen was blootgesteldDe huisvesting van de Italiaansche faculteit in Weenen zou overigens nooit zulk eene cause célëbre geworden zijn, als niet het ui'twis- sclien van het Duitsche karakter van Wee nen een punt in het Czechisdhe nationale program was, als niet de Slavische aanvallen in 't vorige jaar de Duitsche afgevaardigden haclden genoopt de wetgeving te hulp te roepen tegen de pogingen om Ihet nationale •karakter van Weenen te vervalschen. Nu het beginsel om den isivloed van vreemde talen uit Weenen verwijderd behouden, een maal was gesteld, moest het de Duitsche afgevaardigden bij'zonder zwaar vallen, zoo kort na het voteeren van de wetten' tot be scherming van de Duitsche taal op het be ginsel zelf inbreuk be maken of te dulden, dat bet van andere zijde verbroken werd." Duitschland. Potsdam, 19 Juni. Eene van het nieuwe paleis uitgegane mededeeling houdt het volgende in Volgens eene door de lijfartsen Ilberg en Niedern onderteekende mededeeling, neemt de knie-aandoening van den Keizer een gun stig verloop. De vochtmitstorting is, op een klein restje na, verdwenen. Zweren bestaan niet en de huid is niet aangedaan. Het op onverantwoordelijke wijze ver spreide bericht, dat eene operatie heeft plaats gehad, is verzonnen. De in de Lokal- anzeiger medegedeelde bijzonderheden ovei eene operatie van den Keizer, die gisteren zou hebben plaats gehad, inzonderheid de feitelijke mededeelingen .over de komst van geheimraad Bier in het paleis, de door de lijfartsen bij de operatie verleende hulp enz., zijn geheel uit den duim gezogen. Geheim raad Bier is gisteren in 't geheel niet in het paleis geweest. De Keizer blijft vooruitgaande. Officieel© bulletins worden niet uitgegeven, omdat de zwelling aan de knie, die zonder ontsteking verloopt, van onschuldigen aard blijkt te zijn.'De lijfarts kan alleen de behandeling af. De Keizer moet het been ontzien, maar is overigens welhij ontvangt bezoeken en doet dienstzaken af. Hoe lang het genezings proces zal duren, is niet zeker, misschien eene week, maar mogelijk cok korter. De Keizerin is gisteren met hare dochter prinses Victoria Louise naar Hamburg ver trokken om de wedrennen bij Horn bij te wonen. Zij zal den Keizer vervangen bij sommigen van de feestelijkheden, die hij be loofd had bij te wonen ook de kroonprins neemt een deel van de plichten over, die zijn vader op zich had genomen. B e r 1 ij n, 1 8 J u n i. Aan den minister van landbouw von Arnim en den minister van binnenlandsche zaken von Moltke is op verzoek ont6lag verleend met toekenning van de koninklijke kroon bij de orde van den Rooden adelaar le klasse met eiken loof. In hunne plaats zijn benoemd de opper- president van de Rijnprovincie baron von Sc'horlenier tot minister van landbouw en de opper president van Silezie von Dallwitz tot minister van biimenlandsche zaken. Het aftreden van de beide Pruisische mi nisters, wier ontslag eergisterenavond, bijna terstond na de sluiting van de zitting van den landdag, werd bericht, is niet geheel onverwacht gekomen. De beide afgetreden ministers waren zwakke krachten; de heer von Moltke, een neef van den veldmaar schalk, had zeer tegen zijn persoonlijken wensch het ambt van opperpresident van Oost-Pruisen verwisseld met het minister ambt; de lieer von Arnim, die in jongere jaren zeeofficier was en later op zijne goe deren landbouw dreef, heeft als minister van landbouw aan de agrariërs geen reden tot ontevredenheid gegeven, maar zich overi gens door niets onderscheiden. De nieuwe minister van landbouw, baron von Schorleiner-Lieser, was tot dusver opper president van de Rijnprovincie. Bij de be handeling van het wetsontwerp tot wijziging van de kieswet heeft hij eene rol gespeeld; hij heeft in het heerenhuis het compromis voorstel ingediend, waardoor de in het huis van afgevaardigden door het blauw-zwarte blok vastgestelde regeling voor de regeering aannemelijk werd; in het heerenhuis werd dat voorstel aangenomen, maar door het huis van afgevaardigden werd het verwor pen. In de beweging van katholieke edelen, die in de Duitsche vereeniging eene van het centrum onafhankelijke natioiiaal-katholieke organisatie wilden stichten, heeft hij eene leidende rol gespeeldmet het centrum staat hij dus niet op goeden voet. Van den nieuwen minister van binnen- landsche zaken, den heer von Dallwitz, weet i,uen niet veel meer dan dat hij een vriend van den rijkskanselier is. Hij is vroeger minister in het hertogdom Anhalt geweest; in het vorige najaar is hij opperpresident van Silezië geworden, waarop nu de benoe ming tot minister is gevolgd. Indertijd, in den strijd over de kanaalwet, behoorde hij tot de landraden, die tegen de regeering strijd voerden en daarvoor „gemassregelt" werden B e r 1 ij n, 18 Juni. De inschrijving op de 4£ pet. MoskouKdewWoronesqh oibdigatiën is Bieden ter®bond, nadat zij was opengesteld, gesleten, omdat uit de verkre gen inschrijvingen bleek, dat het teir be schikking gestelde bedrag ver was overtee- ikend. Engeland. Sir. Öha/rleis Harding© heeft zijne benoe ming tolt onderkoning van Indië (hieraan te danken, dait men lord Ivit-chtfner niet tot dit ambt wilde .benoemen. Zijne benoeming is in het kabinet wel te sprake gekomen, maar afgestuit op den tegenstand van lord Morley, die dreigde te zullen aftreden als de gewezen legerbevelhebber in Indië onder koning werd. Lord Kitchener zit nu als een toornende Achilles op zijne goederen in IerlandHet ambt van inspecteur-generaal met stand plaats in Malta 'heeft hij geweigerd. Tot opvolger van lord Wolverhampton, die wegens hoogen leeftijd is afgetreden als lord-voorzitter van den Geheimen Raad, is benoemd. Lord' Beauchamp. Graaf Beau- champ heeft met een post aan het bof reeds deel van dit liberale ministerie uitgemaakt. Lord Wolver ham pt oh trad af op zijm 80en verjaardag. Lord Beauchamp is 38. Londen, 18 Juni. 10,000 vrouwen hielden lieden namiddag een optocht door de straten, om zich te begeven naar de Al- bert Hall, waar eene groote vergadering is gehouden tot ondersteuning van het wets ontwerp betreffende het kiesrecht vooi vrouwen. Vele landen zijn vertegenwoordigd, ook Nederland. Spanje. De antwoordnota van het Vaticaan op de voorstellen van Spanje betreffende de ver andering van het concordaat, is, volgens de berichten, beslist afwijzend. De correspon dent van de Imparcial te Rome bericht, dat het Vaticaan voor de voortzetting rvan de onderhandelingen verlangt, dat het ko ninklijk 'besluit over de uitlegging van ar tikel 11 der grondwet, in betrekkelijk libe ralen zin zal worden ingetrokken, waarin de Spaansche regeering in geen geval kan treden. De liberale pers brengt heftige arti kelen tegen het Vaticaan, dat tegenover Spanje op zijne acjhtersite beenen gaat staan, terwijl het met Duitschland schippert. De regeering laat berichten, dat zij 'be zig is aan het ontwerpen van eene wet om de vestiging van nieuwe geestelijke orden in Spanje te verbieden en. fiscale maatrege len voorbereidt om de congregatiën te ver plichten tot betaling van hoofdgeld van hunne leden, van grondbelasting en be drijfsbelasting en van een j aarlijksch recht van 2i per mille op hunne goederen, als compensatie van de successierechten, die zij ontgaan. Rumenië. Bukarest, 18 Juni. De Indépen- dance roumaine bericht, dat de minister van buitenlandsche zaken aan den Italiaan- schen gezant te Bukarest eene nota heeft overhandigd, waarin is vermeld welke vol doening van Griekenland wordt verwacht naar aanleiding van het gebeurde in de ha ven van Piraeus Rumenie zal acht dagen 'wachten is dan geen voldoening verkregen, dan zullen de noodige maatregelen genomen worden om de waardigheid en de 'belangen van Rumenie te verdedigen. Turkije. Kön&tantinopel, 18 Juni. De minister van buitenlandsche zaken heeft in de Kamer geantwoord op eene vraag over zijne reis naar Europa. Hij verklaarde, dat uit de besprekingen in Parijs en Londen gebleken is, dat de 'vier beschermende mo gendheden niet van inzicht veranderd zijn over de Kreta-kwestie, inzonderheid wat de Turksche souvereiniteit betreft. Hij zedde: Wij zullen voortgaan met eene definitieve oplossing te verlangen, maar het is noodig geduld te oefenen. Ons geduld zal niet als zwakheid worden aangemerkt, omdat de ge- heele wereld iweet, dat Turkije sterk genoeg is om zijne rechten te Verdedigen. De hou ding van Engeland is niet gewijzigd, die van de andere mogendheden is steeds vx iendschappelijk. WTat het Russische arbitrage-voorstel be treft, verklaarde de minister, dat men in eene zoo gewichtige kwestie er niet aan kan denken een beroep te doen op een sche idsger echt De parlementaire groep van vred©vrien den heeft het voorstel om helt Kreta-vraag- ist/u'k aan arbitrage te onderwerpen, ver worpen. Zij 'besloot de .aandacht van de interparlementaire uniie te vestigen op de wensöhelijklheid van eene vreedzame oplos sing der Kreta-Ücwe>stie. Saloniki, 19 Juni. De Turksche troepen zijn op hun marsch in het gebied van Malitza op tegenstand gestuit. De op gestane Ara anten zijn op de vlucht geslagen. Vele Arnauten werden gevangen gemaakt. Do verliezen van de Arnauten zijn onbe kend de Turksche troepen verloren 2 lui tenants en 16 manschappen. K o n s t a n t i n o p e 1 1 9 J uui. De anti-Grieksche boycotbeweging breidt zich uit. Griekenland De Koning is Donderdagavond te Athe ne teruggekeerd. De ontvangst was zeer een voudig, maar door heb volk werd hij met toejuichiwgen begroet; vooral op Ihet plein voor het paleis was eene groote menigte bijeengekomen. Het söhijnt de regeering niet aangenaam te zijn, wanneer het volk den Koning har telijkheid toont.. Zij heeft den Koning ver zocht luidruchtige begroetingen, zooals in Patras en op Korfu hebben plaats gehad, uit den weg te gaan,, om niet reactie en biu- nenlar.dsche moeielij'kheden teweeg te bren gen. De Koning was daarover aanvankelijk verstoord, maar trok later weer bij, zoo wordt uit Athene aan de Vossisdhe Ztg. be richt. Naar het Engelsch 78 VAN C. K. en W. M. WILLIAMSON. Niemand onzer scheen genegen zijn bij val te betuigen, alleen meneer Barrymce maakte een uitzondering. Hij zeide diat liet inderdaad een goed plan was en aangc namer voor ons dan hetgeen hij 'nad be dacht en verzwegen, om voor ons een ver rassing te bereiden. Uit Padua had hij naar het hotel Britannia, waar wij zouden logeeren, geseind gondels te zenden naar het station te Mestre, om te voorkomen dat wij door de achterdeur Venetië zouden binnentreden. Nu konden dezen voor de bagage dienen en het gezelschap van vijf op meer luxerieuse wijze den tocht maken." Gezelschap van zes, bedoelt u, tenzij den prins een ongeluk met zijn auto o\er- komt," merkte Beechy op. „Neen, ik moet de car naar de garage te Mestre brengen en kan u dus niet verge zellen. Morray zal in de Britannia alios regelen, en ik kom zoodra mogelijk. Hier slaan wij den zijweg in naar Mestre, en nu zult u al spoedig iets zeer interessants aan don horizon zien verrijzen." Ik was teleurgesteld, want zoo heel gaar ne had ik bij mijn eersten blik op Venetië den Chauffeulier in ons gezelschap gehad het ging echter niet om dit te zegge.i. en daar ieder zweeg zal hij wel gedacht heb ben dat niemand belangstelde in zijn aan wezigheid. De richting naar Mestre werd door zulk een klein bordje aangewezen dat niou het licht over het hoofd kon zien, en de weg zelf, waarlangs aan weerszijden een broed© sloot liep, was belachelijk smal. Tante Kathryn maakte zich doodelijk ongerust, dat bij een der scherpe 'bochten ons <en paard op zijn] achterste beenen tegemoet zou komen, maar ik vertrouwde op meneer Barryinore en genoot van het landschap - ditmaal het echte vrije veld zonder palei zen. villa's of boerenwoningen. Het uitzicht werd eenigszins belemmerd door buitengewoon lang gras, waarboven de slingerende lijn der Carintlhische Alpen zich uitstrekte. In de lucht was een prik kelende geur van wier, een bewijs dat wij in de nabijheid waren der lagunen en van VenetiëToen verrees eensklaps aan den horizon het „iets" waarvan meneer Barrymore had gesproken, nevelachtig en geheimzinnig maar toch goed herkenbaar eenige paarsblauwe streepen, klokketo- rens en koepeldaken tusscheu het goud van de ondergaande zon en het grijs-groen van het lange gras. „Venetië", fluisterde ik. Ofschoon Bee chy en tante Kathryn gelijktijdig riepen: „O, diaar is het 1 Ik zag t het eerst!" giing beider waardeering van het visioen spoedig verloren in een discussie over de vraag met welken titel zij de vrienden van den prins moesten toespreken. Een vriendelijke villa passeerend, waarheen een avenue van cy pressen en platanen leidde, het effect ma kend van maneschijn bij klaar lichten dag, zagen wij iemand, die bij den ingang stond, met de hand wuiven. „Zoo waar, het is Leo Bari, de artist!" riep sir Ralph uit. „Ik dacht, er niet aan dat zijn familie hier woont. Ik ken hem heel goed, hij komt dikwijls naar de Riviera om te schilderen. Rijd langzaam, Terry." Dus reed Terry" langzaam, en een mooie, slanke jonge man trad op de auto toe, sir Ralplh vroolijk in het Engelsch groetend. Na aan ons te zijn voorgesteld, werd aan zijn zuster, een bevallig Italiaansch meisje met Titiaan-Jiaar, het verzoek gericht den achtergrond te verlaten, waartegen liet gra- cieuse wezentje zoo voordeelig uitkwam, om kennis met ons te maken. Met veel belangstelling informeerden zij naar de details van onzen tocht, vooral bij het vernemen dat ons plan was een week in Venetië te blijven en dan naar Dalmatië te rijden. „Ik ga naar Ragusa schilderen," zeide hij. „Al meermalen ben ik er geweest, en dezen keer neem ik mijn zuster Beatrice mede. Zij schildert ook. Morgen vertrek ken wij met de Oostenrijksche Lloyd mis schien ontmoeten wij elkaar daar wel." „Is u ook te Cattaro geweest?" vroeg tante Kathryn, over wier lippen de namen der Dalmatische steden vlug en vlot rollen, sindg zij er e©n kasteel en een tittel „ver overde". „Zeker, en ook te Montenegro." „En herinnert u zicfli de huizen uit den omtrek?" ging tante Kathryn voort. „Twee jaar geleden ben ik er het laatst. geweest, dus zou een huis al van heel jon gen datum moeten ziju, wilde ik het niet kennen," luidde het antwoord van den ar tist. „Ik bedeel een heel oud gebouw: Slosh- er het kasteel van Hrvoya. Hebt u het ge zien „Die oude ruïne! Ja, ik beu er geweest. Van het kasteel is niet veel meer overge bleven, wel de rots waarop het stond." Arme tante KathrynHet speet mij voor haar, maar zij hield zich uitstekend. Trou wens, het is niet het kasteel maar de titel, waaraan zij de meeste waarde hecht de titel en het recht .om overal kronen op te laten borduren en schilderen. „Mogelijk vraag ik u den een of anderen dag er een schilderij van te willen maken," zeide ze. Luter echter toen wij den moeien broer eu de bevallige zuster een „au revoir" hadden toegewenscht, beweerde zij te twij felen aan liet artistieke oog van meneer Bari. Wij reden snel door de schilderachtige stad om den verloren tijd in 'te 'halen, en toen wij haar verlieten, stoof een kleine electrische tram ons voorbij die op een ver hoogd pad naar zee liep. Wij volgden op een met gras begroeiden weg en plotseling zagen wij Venetië weer, zoo nabij dat wij gemakkelijk het eene gebouw vau liet an dere konden onderscheiden. Aan de over zijde van een breed water scheen de stad mijner droomen op zee te drijven. „Kijk, ik deed dit ter wille van u, opdat u op een wijze uwer waardig naar Venetië zoudt kunnen gaan," fluisterde de prins mij in, zich bij ons voegend zoodra wij waren uitgestapt. Hij wees een prachtigen gondel aan met een handbeweging, zoo sierlijk en plechtig als ware hij de Genius, die Aladin op het te voorschijn getooverde paleis attent maakte. De glanzende zwarte jas van het zwaan-achtige ding deed de gouden orna menten, waarmede het versierd was, volko men tot hun recht komen, en twee gonde laars, gekleed in donderblauw en rood en wit, stonden rechtop als twee bronzen stand beelden. Blootshoofds hielpen zij ons instappen, en noch de afwezigheid van den Chauffeulier, noch do aanwezigheid van den prins kon den het nu volgend uur voor mij bederven. In half zittende, had liggende houding was ik diep in de zachte kussens gezonken, terwijl de beide bronzen statues, hun lange roeispanen rhytmisch bewegend, mij naar Venetië voeren. Mij naar Venetië. Een gevoel kwam over mij, als zweefde ik van tusschen een coulisse van een groot toomeel naar het voetlicht om een heldin nen rol te vervullen. Avondklokken, den zons ondergang in een zegelied, bezingend, ruisch- ten in zachte, hamonisclie tonen over 'het wijde water en deze lieflijke zang was het „leitmotif" voor mijn binnenkomst. „Wat een schande dat wij nu in motor pakjes zijn," zei ik tot Beechy. „Vrou wen hoonden afzonderlijke gondelgewaden te dragen eiken dag een andier. Ik zou gaarne een donkerrood killeed hebben, en een lichtgroen en een lila eai wellicht ook een rozerood, alle heel artistiek gemaakt en niet op onze stijve moderne m'anier." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1