3 zou<teii moeten krijgen Anders kan mot; dat verlof gehandeld worden, op de wijze, zooals men gewoon is te handelen met de verlofdagenwaarop de meiuechen. aan spraak maken. De Voorzitter. Ik kam miedediee- len, dat de bedoeling is, dat buitengewoon verlof zal' worden verleend, na et vallende onder de gewone verlofdagen. Den heer Gerritsen kam ik antwoorden, dat ik mij niet herinner, dlat ambtenaren of hoofd ambtenaren voor eetm dergelijk dioeli verlof bobben gevraagd. Het i» wei1 mogelijk, zij zulk «ene bijeenlkjomist hebben bijge woond en dat hen daarvoor verlof is gege ven, maar dan hebben zij daarvoor waar schijnlijk (hun gewoon verlof gebruikt en geen buitengewoon verlof gekregen. Aan den beer Rij ken s kan lik imeidledöelen diat door B. en W. eenstemmig besloten is tot af wijzing van liet verzoek. De heer Sanders. Mijnheer de voor zitter, het antwoord, dat u dew heer Rij- kens geeft, had ik ook willen gjeven, maar ik had dat met een kort woord willen mo- tiveeren. Voor mij is het eenage motiief om het verzoek te weigeren geweest, dat geen antecedent moest worden gesteld1 miet liet. oog op het werküiedlenreglement, dat in wor ding is. Evenals de1 heeren Gerritsen en Rij ken s ben ik van meendrug, dat hot in het belang van de gemeente is, dat de werk lieden zich in hunne vakvereenigimgen vrij kunnen bewegem. De heer R ij «k e n s. In theorie. De heer Sanders. In de praktijk ook. De heer R ij k e n s. Dat blijkt. De heer Sanders. Ik hoop, dat het meer zal blijken. De h-eer Gerritsen. Men ziet hieruit alweer hoe noodig bet as, diat het weirkiltieden- regdement er komt. Mem gaat. zich achter dat reglement verschuilen om dit verzoek te weigeren. Dat B. en W. hierin een an tecedent zien, begrijp ik niet De vraag isZijn B. en W het eens met het verzoek of niet? De heer Sanders zegt: ,,Ik ben het er mee. eens, ik vind het goed:." Dan kan jic niet bqgrijpen, d|at hij hierin eeln antecedent ziet met het oog op het werik- l'iedenreglement. Zeer zeker zal, na de ver klaring van den wethouder, de commissie voor het reglement met dit pun.t rekening houden. Tk blijf er bij Ik hoop, dat de riaad zaL uitmaken, dat dit. verlof kan wor den verleend. Een. anitecedelnt zal dlat niet zijn; integendeel, wij zullen ons llater kun nen xiebten naar wat nu wordt besllotenl. De heer P i o m p. Ik dachtdat de beer Gerritsen de beslissing wilde overlaten aan B. en W. De lieer Gerritsen. Ik heb gevr aagd diat B. en W. hun besluit alsnog in overwe ging zullen, nemen. De raad' kan geeni uit spraak doen. De heer Plomp. Daarom wil ik in deze niets doen. De heer Gerritsen. Ik vertrouw dat als B. en W. nader eene) beslissing ne men, die niet zal zijn in strijd met. d!e uitspraak van den. raad. Maar ik. vraag al leen., dat B. en W. de zaak nog eene in ernstige overweging zullen nemen. De lieer Plomp. Dei beer Gerritsen Jheeft zelf gesproken van eene uitspraak van den raad, niet ik. Deze zaak belioort tot de bevoegdheid van B. en W. In de bevoegdheden van. B. en W. mogen wij ons niet- mengen. Ik zal daarom, als het voor stel van dein heer Gerritsen in stemming komt, er tegen stemmen De heer Gerritsen. Mijjribeer de voorzitter, ik wiil voorst ell-eln B. en W. te verzoeken ini ernstige overweging te ne men het verliof toe te staan zondier inhou ding van loon. De lieer van. E e v e 1 d. Als de raad zich over dat voorstel' uitspreekt en het aanneemt, dan zal dat. er toe leiden, misschien wil' mem dat uitlokken dat- in het werkliedenreglement zal worden opge nomen eene bepaling, waardoor de leden van vakvereenigiingeu het recht krijgen te gaan naar de congressen. De lieer Kroes. Dat zal volkomen bil lijk zijn volgens de lezing van den heer Gerritsen De beer Veis H ij n.. Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn stem niet kunnen geven aan het voorstel van den heer Ger ritsen. Ik wil niet zeggen,, dat ik) tegen de zaak ben. Maar ik will' terugkomen tot wat de heer Pllonnp heeft gezegd:. De-zo zaak behoort tot die competentie van B. en W. Daar wil ik haai* laten. De heer Gerritsen. Er i*6 geen kwes tie van, dat ik aan B. en W. iets van' hun ne bevoegdheid wil ontnemen. Maar het zal voor B. ein W. veel prettiger zijn ,als zij weten -hoe de raad er over denkt. Dat kan voor B. en W. bij hunne nadere overweging een; leiddraad' zijn. De lieer R ij k e n s. De J bee ren vergeten dat er een adres hij den- Raad is gekomen. De werklieden hebben ons verzocht ten hun nen ibehoeve als bemiddelaars ibij B. eai, W. op Itle treden. Ik zie er daarom -geen bezwaar in, dat die raad1 zijne meening aam B. en W. doet kennen. De heer Jo rissen. Mijnheer de voor zitter, ik zal tegen het voorstel' van den beer Gerants en stemmen om deze. reden Men kan om verschillende redenen niet met dlat voorstel willen meegaan. Men lean er itegieim zijn omdat imeai niet wil, diat werk lieden van die gemeente gaan naar het con gres te Rotterdam Men kan er ook tegan zijn omdat- men niet wil1 ingrijpen in de be voegdheid van B. en W. Wat de lieer Ger ritsen wil 'bereiken, eene uitspraak van den raad over de zanik zelf, dat krijgt) hij rtEeb. Eeniei zuivere) beslissing jover die vraag, waarover liet verzoek loopt, krijgt hij niet. De Voorzitter. Ik zal nu het voor ste1 van den heer Gerritsen, in omvraag brengetn In stemming gebrachti, wordib het voor stel vau dien 'heer Geir,rits-en verworpen, met 8 tegen. 4 stemimem. Vóór stemden 'die hee ren San diers, Van Kalken, Rijkcus en Ger ritsen. De lieer Rolandus Hagedoorn was bij deze stemming nog niet tegenwoordig. De Voorzitter. Nu zal nog moeten beslist worden over iiiij.ii voorstel, oan de motieven van. die beschikking van B. en W aan denl adressant mede te deelen. De beer Gerritsen. Mijnbeer de voorzitter, n.u hier is gezegd, dlat- de stem ming over mijn voorstel niet zuiver is ge weest, zou ik in overweging willen g-evcpi geen uitspraak te- doen door den raad maar B. en W. te laten antwoorden aan den adressant wat zij meenen dlat gewenscht is. Het staat B en W. dan altijd nog vrij de motieven van de door hen genomen be schikking aan den adressant mede te dee len. De Voorzitter. Het effect- zal het zelfde zijn. De heer K r o e s. Mededeeling doen van de motieven kunnen B en W. altijd. Ik zou niet weten waarom dat niet zou kun nen. De Voorzit ter. Ik herinner dat het thans aun de orde zijnde voorstel strekt aan adressant de motieven mede te deelen, wélke B. en W. hebben geleid tot afwijzing van liet verzoek. De lieer P 1 O m p. Ik heb een ander voor stel, mijnheer de voorzitter. M. i. behoort het niet tót de competentie van den raad op dit adres te beschikken. Ik -zou het adres willen deponeeren ter griffie. Wij hebben met de zaak niets te maken. De Voorzitter. Ik zal liet voorstel van den heer Plomp in omvraag brengenDe bedoeling is immers het adres aan B. en W terug te brengen ter afdoening? De heer Plomp. Als u dat wilt, dan is mij dat ook goed. Ik wil met. het adres niet te maken hebben. De heer Veis Heyn. In aansluiting aan wat ik straks heb gezegd, meen ik, dat, als de raad zich niet wil inlaten met liet adres, het tot afdoening aan B. en W. moet worden gezonden. De V o o r z i 11 e r. Er zal dus gestemd worden over liet voorstel om het adres aan B. en W. terug te zenden ter afdoening. Dit voorstel wordt aangenomen met 11 tegen 1 stem. Tegen stemde de heer Rij- kens. Aan de orde is 1. Voorstel van B. en W. 'betreffende de subsidie over 1909 aan de Amersfoortsche tramwegmaatsch'appij Het voorstel strekt om over 1909 een be drag van 802,04 als subsidie te betalen. Wordt z. h. o. conform besloten. 2. Voorstel van B. en W., betreffende het schoolgeld voor de Hoogere Burger school. Ter vaststelling worden aangeboden eene verordening, waarbij hooger schoolgeld voor de buitenleerliugen geheven wordt, en eene verordening op de invordering van het schoolgeld. De lieer Gerritsen. Mijnheer de voorzitter, na hetgeen hier over de progres sie is gesproken, zal ik zeer zeker, daar wij op den zekeren steun van den minister kun nen rekenen, het voorstel doen om bij de hef fing van het schoolgeld vopr de H. B. school progressie in te voeren. Ik herinner aan wat ik bij vorige gelegenheden daarover heb gezegd, bet laatst in de vergadering van 26 October 1909. Toen is door den wethou der van onderwijs de toezegging gedaan, dat de invoering van de progressie bij dê school geldheffing in ernstige overweging zou wor den genomen. Sedert is er een jaar over heengegaan, maar ik heb er niets naders van gehoord. Ik vind hei eene zeer goede ge dachte bij de H. B. school de progressie toe te passen, wafit anders is het voor ouders met een traktement van 1000 tot 1500 on mogelijk aan hunne kinderen middelbaar on derwijs te doen geven. In de vorige vergade ring hebben wij van den heer van Kalken ge hoord, dat hij in beginsel er voor was de progressie bij het onderwijs toe te passen. Ik zal de vrijheid nemen voor te stellen dit voorstel aan B. en W. terug te zenden, met verzoek er eene progressieve heffing van het schoolgeld voor de ingezetenen van Amers foort in op te nemen. De heer R ij k e n s. Na het in de vorige Raadszitting gevoerde debat over progres sie, zal ik U, mijnheer de voorzitter, wel niet- meer behoeven te zeggen, dat ik iedere schoolgeldheffiug, die met op progressieven grondslag rust, uit den booze acht. Er wordt tegenwoordig voor den arbeider veel gedaanik erken dat met waardee ring, maar het is volstrekt niet zeker, dat op een paar sporten, hooger op den inaat- schappelijken ladder financieel niet nog meer wordt- geleden. Daar wil men, begrij pende dat kennis mac'ht is, zijn kinderen gaarne die kennis bijbrengen, doch \eelal gaat dit boven de financieele kracht der ouders, niettegenstaande dezen zich daarvoor allerlei ontberingen getroosten. Dezulken hun lot een weinig, -draaglijker te helpen maken, lijkt mij een won-dergoed ding en daarom juich ik het voorstel-Gerritsen toe en zal er vóór stemmen. De heer Plomp. Mijnheer de voorzit ter, ik zou het heel onverstandig vinden de progressie op dit oogeublik, bij deze veror dening in te voeren. Over deze verordening is vooraf gecorrespondeerd met den minister, omdat- die beslist over het geven van subsi die. Wij zouden een dwaze daad doen, als wij de zaak op losse schroeven gingen stel len op het- oogeublik, -waarop wij met den

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 7