Vrijdag 1 Juli 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. W\ SI. Jaargaiiigi AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post - 1.50 Afzonderlijke nummer: 0.05. IV j Cou an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóér 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Interccmm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort doen te weten, dat door den Raad. dier ge meente in zijne vergadering van 31 Mei 1910 is vastgesteld «Ie volgende verordening: Verordening tot wijziging der Verorde ning betreffende de straatpoli tie" (vastgesteld bij Raadsbesluit van 27 Juin 1903 en laatstelijk gewijzigd bij Raadsbesluit van 30 Augustus 1909). Artikel 1. Art. 57 der Verordening betreffende de straat- poiitie wordt gelezen als volgt; Het is verboden: a. op een rqwiel gezeten, één of meer paar den. 'bij de hand te leiden; b. meer dlan twee losse paarden bij dé hand te leidén c. met meer dan één paard. aan. de liand te draven; d. te paard of in een voertuig gezeten met me©'- dan één paard, hetwelk los bij de hand ge houden wordt, te rijden. tPaarden, welke naar of uit de weide en naar of van paai denmark te gaan, mogen in g rooter aantal worden geleid, mits aan elkander gebon den, en stapvoets. Het verbod betreffende het aan de liand dra ven van paarden is niet van toepassing op de paardeninarktdagen op of neubij de paardenmai kt- plaats. Artikel 2. Na artikel' 58 dér in lid '1 genoemde Verorde ning wordt ingevoegd! artikel oSbis, luidende ,,Het .is verboden op een. rijwiel of tweewielig motorrijtuig gezeten, zakeni te vervoeren, die door hare oppervlakte, of door de wijze van vervoer hinderlijk of gevaarlijk voor het vorkeer kunnen zija, v Artikel 3. In artikel 84 quater der in' lid '1 genoemde Verordening wordt tns5chen lid 2 en 3 een nieuw lid 3 ingevoegd, luidende ,,De voor het dooi gaand, verkeer met motor rijtuigen en rijwielen vereischte en geschikte wegen Iblijven daarvoor open." Aiklus: Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Siateu van Utrechtvolgens hun bericht van den 20. Juni 1910 in afschrift medegedeeld. ,,En is h'iervani afkondiging geschied, waar het behoot t, den 30. Juni 1910. Burgemeester en Wethouders, voornoemd, Do Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE. W1UIJTLERS De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter .kennis van liet publiek, dat een door JNefkens ingediend, verzoek, met bij lagen, oiiï vergunning tot het oprichten van eene korenmaler ij, zifter ij en houtzagerij, ge- dleven door een stoomketel met eene spanning van. 10 atmosferen, in het perceel alhier gelegen aan de Leusderweg No. 120, bij het Kadaster bekend onder Sectie B, No. 3344 op de Secre tarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Don derdag den 14. Juli a.s., des voormid<lags te half elf nren gelegenheid ten Raadhuize wordt ge geven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van eem of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Tot liet beroep, bedoeld in art. 15, le lid. der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen r.y gerechtigd1, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe stuur of één of meer zijner leden rijn, verschenen, teneinde hunne 'bezwaren mondeling toe te lich ten Amersfoort, dén 30. Juni 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Do Secretaris, De Burgemeester, J. G. STEXFERT KROESE. WlCUTIERS. Politiek Overzicht De nieuwe veranderingen in de Duitsche regeering. Voor de tweede maal in een paar weken zijn in het Duitsche rijk eu in Pruisen minis ters heeugegaan en gekomen, en nog meer dan de vorige maal kan thaus gezegd wor den, dut dit bij verrassing is geschied. Bij het ontslag van de heeren von Moltke en von Arniin werden gezondheidsredenen als motief opgegeven; baron Rheinbaben en baron' von Schoen zijn &oo zoo weinig ziek, dat zij dadelijk weer elders in den staats dienst zullen worden gebruikt. Voor baron von Schoen is het ambt van gezant te Parijs bestemd, waarvan de tegenwoordige titularis zeer toevallig juist nu heeft ontdekt, dal het tijd voor hem werd om heen te gaan, en baron Rheinbaben zal opperpresident van de Rijnprovincie worden, welk ambt vacant is geworden door de benoeming van baron Hckorlemer-Lieser tot minister van land bouw. Toen den heer von Moltke ontslag verleend werd als minister van binnenlandsche zaken, kon men de klacht vernemen, dat door het optreden van von Dallwilz in zijne plaats het streng conservatieve element in de regee ring werd versterkt. Nu gaat de heer von Rheinbaben heen, die van al de ministers de in a n was, die het meest naar het hart van de conservatieven was. Van Moltke en Arnim heette het, dat zij voor het ministerambt niet berekend waren. Van Rheinbaben geven zelfs zijne tegenstanders toe, dat het hem aan bekwaamheid niet ontbi-eekthij werd zelfs meermalen genoemd als de toekomstige rijkskanselier. Zijn opvolger als minister van financiën is de opper-burgemeester van Maagdeburg dr. A. Lentze. Op politiek ge bied is deze tot dus\er niet op den voorgrond getredenin liet heerenhuis was hij lid van de zoogenaamde „nieuwe fractie", die daar allen vereenigt, die niet van streng conser vatieven huize zijn. Of hij in zijn nieuw ambt de speciale kennis meebrengt, die daarvoor wordt gevorderd, zal uit zijne daden moeten blijken. Dab het heengaan van baron von Schoen geen groot verlies is voor het departement, aan welks hoofd hij heeft gestaan, wordt vrij algemeen erkend. Er wordt vergoelijkend bijgevoegd, dat hij wel de eigenschappen be zit om in Parijs een goede gezant te worden. Van den nieuwen staatssecretaris van bui- tenlandsche zaken heeft men betere verwach tingen. Aan de Frankf. Ztg. wordt geschre ven, dat dit departement behoefte heeft aan een krachtigen chef. „Dat is geen geheim, en het is ook geen geheim, dat men in den heer von Krderlen-Wachter reeds lang den rechten man voor deze taak heeft gezien". Dat het ditmaal zonderling is toegegaan met de ministerbenoemingen, is de algemeene indruk. Maar de reeds door ons aangehaalde dagbladschrijver voegt er de opmerking aan toe, dat het altijd zoo geweest i6. Hij schrijft: „Dat is het- natuurlijke gevolg van een stelsel, dat de staatslieden niet uit en naar parlementaire meerderheden neemt, maar hunne benoeming en hun ontslag aan het goeddunken van het hoofd van den staat overlaat. „De heer heeft gegeven, de heer heeft genomen". Men wordt van burgemees ter plotseling minister, maar men wordt even plotseling van minister opperpresident of krijgt pensioen. „Wie kijkt naar het oorzakelijk verband van de gebeurtenissen, zal over deze veran dering eenagszins kalmer denken. Een jaar geleden ie de kanselier en minister-president gevallen, die met de zoogenaamde blokpoli- tiek de eerste poging in Pruisen-Duitfichland heeft beproefd om te steunen op een® door verzoening van liberale en conservatieve mee- uingen te verkrijgen parlementaire meerder heid. Bij het aftreden van Bülow zijn geene nieuwe mannen in de rege^ring geroepener heeft slechts eene verschuiving plaats gehad ondier de reeds in functie zijnden. „Het eersite jaar van de regeering van den rijkskanselier en minister-president von Bethimann-Holilweg hoeft in de ibinin-enland- sclie politiek en in de beide parlementen, in hoofdzaak teleurstellingen, en nederlagen ge bracht. De rijkskanselier en minister-presi dent denkt- niet aan aftreden. Hij wil met een plichtsbesef, dat men moet waardeer en, met het oog op de modelij ke omstandigheden, zelfs al denkt men skeptisch over d« einduit komst, de zaken van staat en rijk verder voeren. Hij geniet, dat toonen juist de laat ste gebeurtenissen, het volle vertrouwen van den keizer. Dan is het begrijpelijk en na tuurlijk, dat hij na een eerste jaar, dat zon der resultaat gebleven is, medewerkers zoekt, van wie hij eene kraqhtige onder steuning verwacht, en het is eveneens begrij pelijk, dlat sommige staatslieden, die tot dus ver in dienst waren, omklat die toestand en de ontwikkeling van de zaken hen niet past om redenen die kunnen uitoenjoopen, uit eigen beweging of althans zonder daartoe uitgenoo- digd te zijn, zich terugtrekken. Zoo is h®t ontslag van de heeren von Moltke en von Arnim en de overplaatsing van baron von Schoen naar den Parijschen gezantschaps- post te verklaren, en zoo verklaart zich het in zijne motieven duidelijk aangegeven af treden van den heer Demiburg en ook dat van baron von Rheinibaiben. „Het ontslag van kanseliers, ministers en staatssecretarissen behoort tot de moeilijkste hoofdstukken van het schrijven van heden- daagscbe geschiedenis. De geheele waarheid kennen slechts weinigen, én die weini gen zeggen haar niet om verschillende rede nen. Er wordt haast nooit onderscheiden tusschen de laatste aanleiding en de eigen lijke redenen, die de betrokken personen voor zich houden, omdat het intieme gebeurtenis sen zijn van wat zij zelf (hebben, -beleefd. Eerst latere tijden en 1 evensbeschrijvingen brén gen de geheele waarheid aan den dag, en dan is zij dikwijls ook niet volledig, maar subjectief gekleurd. Met de hier gemaakte opmerkingen me enen wij echter het oorza kelijk verband van de in den laatsten tijd voorgekomen veranderingen juist te hebben gekenschetst." Duitschland. Alfred von Kiderlen-Wachter, de nieuwe staatssecretaris van buitenlandsche zaken, heeft den leeftijd van 56 jaren; hij werd den lOen Juli 1854 te Stuttgart ge boren. Zijn naam hield het eerst de open bare meening bezig, toen hij door de Klad- deradatsch scherp aangevallen en beschul digd werd te intrigeeren tegen vorst Bis marck. Hij daagde den redacteur van de KI adder adatsch uit tot een t weegevecht, waarin deze een schot in de okselholte kreeg Terwijl hij het département bestuurde als plaatsvervanger van den staatssecretaris, heeft de heer von Kiderl'en gewichtige onder handelingen over Marokko gevoerd en- de Duit6oh-Franschc Marokko-overeenkomst af gesloten. Sedert lang werd hij door alle der zaken kundige» aangewezen als een man, ge knipt om aan het hoofd van het departe ment te staan. Het scheen echter, dat het daartoe niet zou komen, omdat hij eeii6 door een onbedacht woord de gunst van den Kei zer had verloren. Thans echter wordt door ingewijden verteld, dat Keizer Wilhelm tot den rijkskanselier heeft gezegd, dat hij be reid was zijne persoonlijke ontstemming op zijde te zetten en von Kiderlen tot staats secretaris te benoemen, als de rijkskanselier hem als medewerker wenschte. Ook in de kringen van de in Berlijn -geaccrediteerde vreemde diplomaten wordt de benoeming van-von Kiderlen met- groote sympathie be groet De nieuwe Pruisische minister van finan ciën dr. August Lentz is in 1860 te Hamm in Westfalen geboren. Hij heeft eene lange burgemeestersloopbaan achter zichHij is werkzaam geweest als burgemeester in Mühl- hausen (Thüringen), als opperburgemeester in Barmen en laatstelijk in Maagdeburg. In zijne hoedanigheid van opper-burgemeester is hij sedert jaren lid van h-et Pruisische heerenhuisIn het politieke leven as hij nooit op den voorgrond getreden en ook overigens is hij voor 'het groote publiek een volkomen homo novus. Dantzig, 30 Juni. Heden middag is, in tegenwoordigheid van den groothertog van Oldenburg en van prinses Eitél Frie- drich, het linieschip Oldenburg van stapel geloopen. Frankrijk. P a r ij s, 3 0 J u n i. De ministerraad heeft kennis genomen van de operatiën van generaal Moinier in het zuidelijk Chauja- gebied. De raad keurde de instructiën goed, die den generaal voorschrijven zijn troepen terug te brengen in de gebruikelijke stellin gen van het binnenland van Chauja. De naar aanleiding van de laatste over- stroomdng van Parijs benoemde commissie beeft hare taak volbracht; haar voorzitter Alfred Picard zal het rapport van de com missie bij de regeering indienen. De wer ken tot beveiliging van de hoofdstad tegen de hooge waterstanden op de rivier, die de commissie voorstelt, zullen in zeven jaren tijids uitgevoerd worden en 222 .millioen francs kostenDe helft- van deze kosten wordt door de stad Parijs gedragen, de andere helft gedeeltelijk door de scheepvaartmaat schappijen, gedeeltelijk door den staat Engeland. De tekst van de nieuwe verklaring, dooi den Koning uit te spreken wanneer bij bij zijne kroning den eed aflegt, luidt aldus „Ik belijd, betuig en verklaar plechtig en oprecht in het aangezicht van God, dat ik een trouw lid 'ben van de prote&lantscb hervormde kerk, door de wet in Engeland gevestigd, en ik zal, overeenkomstig de ware bedoeling van de wettelijke bepalin gen, die de protestantsche opvolging op den troon van dit rijk verzekeren, de genoemde wettelijke bepalingen naar mijn beste ver mogen handhaven en oevestigeu overeen komstig de wet." In zijne toelichting zeide de eerste mi nister Asquith, dat hij voor zich bereid zou zijn de verklaring ge'heel te laten vervallen eu zich te vergenoegen met den kronings eed zelf en de uitdrukkelijke bepalingen van de wet van erfopvolging. Bij dien eed zweert de souverein, dat hij het geloof van de protestantsch hervormde kerk van Enge land zal handhaven. Maar deze formule laat de leemte bestaan, dat een souverein de gevestigde kerk wil handhaven, zonder oprecht haar geloof te belijden. Daarom wordt voorgesteld de verklaring niet uit drukkelijk af te schaffen, maar haar te ver vangen door eene formule, die ook gewaagt van het persoonlijke geloof van den souve rein. Bij de eerste lezing werd het wetsontwerp, zooals reeds is bericht, aangenomen met 383 tegen 42 stemmen. Onder de 42 tegenstem mers bevonden zich alle Iersche unionisten en verscheidene liberalen, waaronder de zoon van lord Rosebery Neil Primrose. Londen, 30 Juni. Asquith deeldo mede, dat de regeering besloten heeft do vacantie in de maand Augustus te laten vallen. De zittingen van het Parlement zul len einde Juli of begin Augustus worden -verdaagd en men zal tegen November weer -bijeeji komen. De aanvulling en verhooging van de begrooting zal in de herfstzitting iworden behandeld. Toen aangedrongen weid op onderzoek der commissie, antwoordde Asquith„Ik zou liever nog wat wachten." L o n d e n, 3 0 Juni. De kanselier dei- schatkist Lloyd George begon zijne rede bij de indiening van de begrooting in liet La gerhuis met de verklaring, dat de verwer ping van de begrooting van 1909 door het Hoogerhuis en de vertraging, die daardoor is ontstaan in de uitvoering van hare bepa lingen, een zeer grooten directen en scha delijken invloed heeft uitgeoefend op liet fiiiancieele beheer van dat jaar en bijgevolg ook op de begrooting van het nu loopeiide dienstjaar. De grootste moeielijikhedd is ontstaan door de vertraging in de inning van sommige be lastingen. De uitgaven zijn dit jaar belangrijk hoo- ger dan in liet vorige jaar. De grootste toe neming is geschied in die voor de vloot, waarvoor ongeveer 5£ millioen p. st. meer wordt- gevraagd dan in het vorige dienstjaar. De marinebegrooting bedraagt- dit jaar 40,500,000 p. st.het- totaal der uitgaven, waarin dit jaar moet worden voorzien, be draagt 198,930,000 p st. De toestand en de vooruitzichten van den handel vormen den gewiebtigsten factor bij de raming der inkomsten van dit jaar, maai er ié hem op goede gronden verzekerd, dat de vooruitzichten van den handel bepaald schitterend zijn. De oogst over de geheele wereld belooft overvloedig tc zijn en in d® handelswereld is men overal meer hoopvol gestemd. Men is dus volkomen gerechtigd om te rekenen op toeneming der inkomsten. Van alle bestaande belastingen is de ra- ming ongewijzigd gebleven. Nadat Lloyd George de geraamde ver- hoogingen, onder verse lullende hoofden,, daaronder begrepen de vermeerdering van de successiebelasting met 2,500,000 p. st. had gespecificeerd, constateerde hij, dat de Naar het Engelscli 81 VAN C. N. en W. M. WILLIAMSON. Den volgenden morgen togen wij verder langs menigen heuvel en door menig vrien delijk landschap naar een land buiten de motor zone. Ofschoon de wegen goed wa ren, soms wat heel steil, althans te oordjee- len naar de manieren van verscliillendie we zens, viervoetige zoowel als tweevoetige, was een automobiel een onbekend verschijn sel. Alleen kanderen toonden zich niet verbaasd bij onze komst; trouwens, ik heb opgemerkt dat kinderen zdcli zelden verba zen over nieuwe dingen. Hun ervaringen zijn zoo gering in aanbal, dat hoogstwaar schijnlijk een vurige -wagen hun niets bui tengewoons zou toeschijnen, hoeveel te minder dan een motorcar. De costuums begonnen van gewone Europeesclue dracht te veranderen in een fantasie-kleeding. Hiel en daar zagen wij een gelaat met- ruwe, harde trekken en zoo donker als dat van een Mongooleen enikele miaal vingen wij eenige zonderlinge woorden op, die volgens meneer Barrymor-e tot de Slavische taal be hoorden De namen der kleine Dalmati- sche steden welke wij passeerden, hadden een eigen aard i gen scherpen klank, en de wegen waren bedekt mfck een dikke laag witte stof, wat, tot groote verbazing der amateurs van het gezelschap, een paar keer aanleiding gaf tot „slippen." Het meeste afkeer hadden wij van d,e „herstelde wegen" met liun overvloed van steenen, die langs de rivieren bleken min der slecht, omdat de kiezels daar rond wa ren in plaats van puntig. Tante Kiathryn echter wilde geen kwaad hoeren van het land., dat nu haar land was. Eens, toen •de cylinders weigerden te werken, om rede nen het best bekend aan henzelf of aan de booze geesten die hen kwelden, en wij eeni ge minuten „irugen", en dadelijk -omringd waren door donkere, vuile kinderen uit een naburig gehucht, drong tante Kathryn er op aan ieder hunner iets te geven, waarna zij met het air eener koningin hun dankbe tuigingen aannam. „Ik twijfel geen oogen- bük of mijn pachters en ondergeschikten zullen als dit soort mensoh'en zijn," zei zij, met de hand wuivend. De route ging verder langs een smalle, 1 iel lende strook land, met aan de eene zijde onvruchtbare kalkgöbergten, aan de ande re, niet ver van de kust, woeste eilanden op kléine bergrijen géi ijkend, die uit de mél-kwiittle Adriatische zee verrezen.. Wel dra echter verlieten wij de zee en d© een- zam|e eilanden, want op een plaats, Ségna geheeten, draaide de weg landwaarts en liep over een lioogen berg den VeMebdth aan welks voet wij tot nu hadden gereisd. Daar wij wilden proboeren een rit van honderd vijf eu twintig mijlen te maken een heel eind voor een zwaar beladen twaalf paardekracht wagen -reden wij met volle vaart. De Chauffeulier had voorge steld om te Zara de plaats zoo onafschei delijk verbonden aan het- verleden van Ve netië te overnachten, meenend daar een geschikt liotel te zullen vinden. Omstreeks twaalf uur lunchten wij' in een dorpachtig stadje, Gospic genaamd, waar onze komst- een groote opschudding teweeg bracht. Toen wij er binnen reden, links en rechts kijkend naar de zindelijkste herberg, liepen alle goed ter been zijnde personen beneden I de zeventig en verscheiden aanmerkelijk er hoven, ons achter na. Bij de deur van het door ons gekozen Logement-je omringden zij de ,auto, zich gtijf tegen ons aandrukkend en zélfs aan onze kleeren pakkend, teen wij tusschen hen door drongen om het huis binnen te gaan. Een aantal-hunner volgden in de gang en in de eetkamer tot de forsche herbergier, zijn corpulente vrouw en twee stevige dienstmeisjes hen met vereende krachten terugdreven. Meneer Barrymore durfde de car niet al leen laten uit vrees dat ze bescliadigd zou worden,, dus bleef hij er in zitten, met on verstoorbaar goed humeur zijn brood en kaas etend, ofschoon elke hap dien hij deed door honderd oog en werd nagekeken. De herbergier die ons zelf bediende, sprak zioow-el Duitsch en Iibalxaon&ch als zijn eigen Kroatisch of Slavisch dialect. Wij wiaren verbaasd o-vea* dé uitmuntende lunch ©u Sir Ralph wias niet minder ver baasd over de goedkoope rekening. „Dat zal anderg worden," zei hij „zoodra het plan tot stand komt om deze kust tot een Oostenrijksche Rivaera te maken." Nauwelijks verschenen wij weer aan de deur om verder te gaan of plotseling heerschte een diep zwijgen bij het publiek, dat nog steeds om den wagen geschaard stond. Niet alleen had het- zich kostelijk geamuseerd met den Chauffeulier te zien eten, maar in angstige spanning had het ge keken naar het vullen van het benzine- en waterreservoir., en naar het onderzoeken van de smeerinrichting. Nu viel het nog ten deel het- buitengewoon groot genoegen, om ons onze motor-.maskers te zien opzetten en ons te zien plaatsnemen. Toen wij tot ver trekken gerc-ed waren, greep meneer Barry more den aan zet slinger om met een kleine handbeweging de in slaap geraakte machine te doen ontwaken. Voor liet eerst echter was de motor weerspanning. Het handel sloeg zoo onverwachts en krachtig te-rug, dat de Chauffeulier achteruit sprong en een der mannen op de voeten trapte, terwijl terzelfdertijd zich een luid geraas in het. in wendige van de car liet hooren. Bij dit be wijs van des motors kracht en van zijn re bellie tegen hem, dien hij onderdanig hoor de te wezen, stoof bet verschrikte publiek, luide kreten uitend, rechts en Hnkfc uiteen en liet een flinke ruimte vrij rond de auto, die te voren geheel was ingesloten. „De motor sloeg achteruit, dat- is alles," zei meneer Barrymore lachend en op de hem eigen opgewekte wijze, wanneer er iets onrustbarends is géb'eujrd. Heb volgend moment was de motor gedwee als een lain, de machine begon te gnorren, de chauffeu lier sprong*op zijn plaats en gevolgd door een diepen zucht van de menschenmassa stoven wij w.eg met een vaart van dertig mijlen pér uur. Het overige van den dag bestond uit tel kens wisselende indrukken, welke bij tante Kaokryn de gewaarwording wekten als wai*e Denver minstens millioenen mijlen verwij derd. Nogmaals beklommen wij den hoo- gen Vellebit-h niet zijn sombere, reusachtige dennen, rouwdraperiën gelijk, van waar wij een blik konden werpen op de kegelvormi ge gebergten en de groote, irotsche wouden van Kroatië, Lika en Krabava, en der ver deraf gelegen bergketens van Bosnië. Bij een bocht kregen wij opnieuw de Adriatische zee in het zicht, en langs tallooze kronke lingen neen-dalend, die menig treffend pano rama te genieten gaven, arriveerden wij ten slotte in liet stadje Obrovazza. Van daar reden wij over een golvenden weg naar Za ra, de hoofdplaats van Dalmatië. Juist toen electische lichten ons den weg hadden gewezen door. ,ctirieuze Italiaanse be straten met prachtig georuementeerde ven sters, en langs een edele Corintische zuil naar een breede vlakte aan de zee, 6topte de auto eensklaps en zonder de minste waar schuwing. „Onze laatste droppel benzine verbruikt!" riep meneer Barrymore uit. „Gelukkig dat zij niet eerder op was, waar met het oog op de heuvels veel gevaar voor bestond." „DrommelsDit lijkt me niet de soort stad om voedsel en drank voor den motor te kunnen koopen," merkte sir Ralph mis troostig óp. „De onze zal niet van gebrek omkomen," zei de Chauffeulier lachend. „Je weet- toch dat ik ter voorkoming van moeilijkheden order gaf, om naar elke groote istad bussen te sturen. Per boot aangekomen, zullen de voor Zara bestemde in liet pakhuis Van. de Oostenrijksche Lloyd liggen. Je izoudt je dat zeker herinnerd hebben, indien niet in den laat-sten tijd je verstand een beetje op den loop was." „Zou bet waar zijn luidde sir Ralphs antwoord. „Gelukkig scheidt- ojis maar een afstand van drie meters van het hotel, dat, als ik nog een greintje werstand heb 'behou den, hetzelfde is wat jij in Baedeker uit zocht." Wurdl vermlyd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1