Vrijdag 1 Juli 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
W\ SI.
Jaargaiiigi
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post - 1.50
Afzonderlijke nummer: 0.05.
IV j Cou an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóér 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Interccmm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort doen te weten, dat door den Raad. dier ge
meente in zijne vergadering van 31 Mei 1910 is
vastgesteld «Ie volgende verordening:
Verordening tot wijziging der Verorde
ning betreffende de straatpoli tie"
(vastgesteld bij Raadsbesluit van 27
Juin 1903 en laatstelijk gewijzigd bij
Raadsbesluit van 30 Augustus 1909).
Artikel 1.
Art. 57 der Verordening betreffende de straat-
poiitie wordt gelezen als volgt;
Het is verboden:
a. op een rqwiel gezeten, één of meer paar
den. 'bij de hand te leiden;
b. meer dlan twee losse paarden bij dé hand
te leidén
c. met meer dan één paard. aan. de liand te
draven;
d. te paard of in een voertuig gezeten met
me©'- dan één paard, hetwelk los bij de hand ge
houden wordt, te rijden.
tPaarden, welke naar of uit de weide en naar
of van paai denmark te gaan, mogen in g rooter
aantal worden geleid, mits aan elkander gebon
den, en stapvoets.
Het verbod betreffende het aan de liand dra
ven van paarden is niet van toepassing op de
paardeninarktdagen op of neubij de paardenmai kt-
plaats.
Artikel 2.
Na artikel' 58 dér in lid '1 genoemde Verorde
ning wordt ingevoegd! artikel oSbis, luidende
,,Het .is verboden op een. rijwiel of tweewielig
motorrijtuig gezeten, zakeni te vervoeren, die
door hare oppervlakte, of door de wijze van
vervoer hinderlijk of gevaarlijk voor het vorkeer
kunnen zija, v
Artikel 3.
In artikel 84 quater der in' lid '1 genoemde
Verordening wordt tns5chen lid 2 en 3 een nieuw
lid 3 ingevoegd, luidende
,,De voor het dooi gaand, verkeer met motor
rijtuigen en rijwielen vereischte en geschikte
wegen Iblijven daarvoor open."
Aiklus:
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde
Siateu van Utrechtvolgens hun bericht van
den 20. Juni 1910 in afschrift medegedeeld.
,,En is h'iervani afkondiging geschied, waar
het behoot t, den 30. Juni 1910.
Burgemeester en Wethouders, voornoemd,
Do Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. W1UIJTLERS
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter .kennis van liet publiek, dat een
door JNefkens ingediend, verzoek, met bij
lagen, oiiï vergunning tot het oprichten van
eene korenmaler ij, zifter ij en houtzagerij, ge-
dleven door een stoomketel met eene spanning
van. 10 atmosferen, in het perceel alhier gelegen
aan de Leusderweg No. 120, bij het Kadaster
bekend onder Sectie B, No. 3344 op de Secre
tarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Don
derdag den 14. Juli a.s., des voormid<lags te half
elf nren gelegenheid ten Raadhuize wordt ge
geven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur
of van eem of meer zijner leden, bezwaren tegen
het oprichten van de inrichting in te brengen.
Tot liet beroep, bedoeld in art. 15, le lid. der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen r.y gerechtigd1, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of één of meer zijner leden rijn, verschenen,
teneinde hunne 'bezwaren mondeling toe te lich
ten
Amersfoort, dén 30. Juni 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Do Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STEXFERT KROESE. WlCUTIERS.
Politiek Overzicht
De nieuwe veranderingen in
de Duitsche regeering.
Voor de tweede maal in een paar weken
zijn in het Duitsche rijk eu in Pruisen minis
ters heeugegaan en gekomen, en nog meer
dan de vorige maal kan thaus gezegd wor
den, dut dit bij verrassing is geschied. Bij
het ontslag van de heeren von Moltke en
von Arniin werden gezondheidsredenen als
motief opgegeven; baron Rheinbaben en
baron' von Schoen zijn &oo zoo weinig ziek,
dat zij dadelijk weer elders in den staats
dienst zullen worden gebruikt. Voor baron
von Schoen is het ambt van gezant te Parijs
bestemd, waarvan de tegenwoordige titularis
zeer toevallig juist nu heeft ontdekt, dal
het tijd voor hem werd om heen te gaan, en
baron Rheinbaben zal opperpresident van de
Rijnprovincie worden, welk ambt vacant is
geworden door de benoeming van baron
Hckorlemer-Lieser tot minister van land
bouw.
Toen den heer von Moltke ontslag verleend
werd als minister van binnenlandsche zaken,
kon men de klacht vernemen, dat door het
optreden van von Dallwilz in zijne plaats
het streng conservatieve element in de regee
ring werd versterkt. Nu gaat de heer von
Rheinbaben heen, die van al de ministers de
in a n was, die het meest naar het hart van de
conservatieven was. Van Moltke en Arnim
heette het, dat zij voor het ministerambt niet
berekend waren. Van Rheinbaben geven
zelfs zijne tegenstanders toe, dat het hem
aan bekwaamheid niet ontbi-eekthij werd
zelfs meermalen genoemd als de toekomstige
rijkskanselier. Zijn opvolger als minister van
financiën is de opper-burgemeester van
Maagdeburg dr. A. Lentze. Op politiek ge
bied is deze tot dus\er niet op den voorgrond
getredenin liet heerenhuis was hij lid van
de zoogenaamde „nieuwe fractie", die daar
allen vereenigt, die niet van streng conser
vatieven huize zijn. Of hij in zijn nieuw ambt
de speciale kennis meebrengt, die daarvoor
wordt gevorderd, zal uit zijne daden moeten
blijken.
Dab het heengaan van baron von Schoen
geen groot verlies is voor het departement,
aan welks hoofd hij heeft gestaan, wordt vrij
algemeen erkend. Er wordt vergoelijkend
bijgevoegd, dat hij wel de eigenschappen be
zit om in Parijs een goede gezant te worden.
Van den nieuwen staatssecretaris van bui-
tenlandsche zaken heeft men betere verwach
tingen. Aan de Frankf. Ztg. wordt geschre
ven, dat dit departement behoefte heeft aan
een krachtigen chef. „Dat is geen geheim, en
het is ook geen geheim, dat men in den
heer von Krderlen-Wachter reeds lang den
rechten man voor deze taak heeft gezien".
Dat het ditmaal zonderling is toegegaan
met de ministerbenoemingen, is de algemeene
indruk. Maar de reeds door ons aangehaalde
dagbladschrijver voegt er de opmerking aan
toe, dat het altijd zoo geweest i6. Hij
schrijft: „Dat is het- natuurlijke gevolg van
een stelsel, dat de staatslieden niet uit en
naar parlementaire meerderheden neemt,
maar hunne benoeming en hun ontslag aan
het goeddunken van het hoofd van den staat
overlaat. „De heer heeft gegeven, de heer
heeft genomen". Men wordt van burgemees
ter plotseling minister, maar men wordt even
plotseling van minister opperpresident of
krijgt pensioen.
„Wie kijkt naar het oorzakelijk verband
van de gebeurtenissen, zal over deze veran
dering eenagszins kalmer denken. Een jaar
geleden ie de kanselier en minister-president
gevallen, die met de zoogenaamde blokpoli-
tiek de eerste poging in Pruisen-Duitfichland
heeft beproefd om te steunen op een® door
verzoening van liberale en conservatieve mee-
uingen te verkrijgen parlementaire meerder
heid. Bij het aftreden van Bülow zijn geene
nieuwe mannen in de rege^ring geroepener
heeft slechts eene verschuiving plaats gehad
ondier de reeds in functie zijnden.
„Het eersite jaar van de regeering van den
rijkskanselier en minister-president von
Bethimann-Holilweg hoeft in de ibinin-enland-
sclie politiek en in de beide parlementen, in
hoofdzaak teleurstellingen, en nederlagen ge
bracht. De rijkskanselier en minister-presi
dent denkt- niet aan aftreden. Hij wil met
een plichtsbesef, dat men moet waardeer en,
met het oog op de modelij ke omstandigheden,
zelfs al denkt men skeptisch over d« einduit
komst, de zaken van staat en rijk verder
voeren. Hij geniet, dat toonen juist de laat
ste gebeurtenissen, het volle vertrouwen van
den keizer. Dan is het begrijpelijk en na
tuurlijk, dat hij na een eerste jaar, dat zon
der resultaat gebleven is, medewerkers zoekt,
van wie hij eene kraqhtige onder
steuning verwacht, en het is eveneens begrij
pelijk, dlat sommige staatslieden, die tot dus
ver in dienst waren, omklat die toestand en de
ontwikkeling van de zaken hen niet past om
redenen die kunnen uitoenjoopen, uit eigen
beweging of althans zonder daartoe uitgenoo-
digd te zijn, zich terugtrekken. Zoo is h®t
ontslag van de heeren von Moltke en von
Arnim en de overplaatsing van baron von
Schoen naar den Parijschen gezantschaps-
post te verklaren, en zoo verklaart zich het
in zijne motieven duidelijk aangegeven af
treden van den heer Demiburg en ook dat
van baron von Rheinibaiben.
„Het ontslag van kanseliers, ministers en
staatssecretarissen behoort tot de moeilijkste
hoofdstukken van het schrijven van heden-
daagscbe geschiedenis. De geheele waarheid
kennen slechts weinigen, én die weini
gen zeggen haar niet om verschillende rede
nen. Er wordt haast nooit onderscheiden
tusschen de laatste aanleiding en de eigen
lijke redenen, die de betrokken personen voor
zich houden, omdat het intieme gebeurtenis
sen zijn van wat zij zelf (hebben, -beleefd. Eerst
latere tijden en 1 evensbeschrijvingen brén
gen de geheele waarheid aan den dag, en
dan is zij dikwijls ook niet volledig, maar
subjectief gekleurd. Met de hier gemaakte
opmerkingen me enen wij echter het oorza
kelijk verband van de in den laatsten tijd
voorgekomen veranderingen juist te hebben
gekenschetst."
Duitschland.
Alfred von Kiderlen-Wachter, de nieuwe
staatssecretaris van buitenlandsche zaken,
heeft den leeftijd van 56 jaren; hij werd
den lOen Juli 1854 te Stuttgart ge
boren. Zijn naam hield het eerst de open
bare meening bezig, toen hij door de Klad-
deradatsch scherp aangevallen en beschul
digd werd te intrigeeren tegen vorst Bis
marck. Hij daagde den redacteur van de
KI adder adatsch uit tot een t weegevecht,
waarin deze een schot in de okselholte kreeg
Terwijl hij het département bestuurde als
plaatsvervanger van den staatssecretaris,
heeft de heer von Kiderl'en gewichtige onder
handelingen over Marokko gevoerd en- de
Duit6oh-Franschc Marokko-overeenkomst af
gesloten. Sedert lang werd hij door alle der
zaken kundige» aangewezen als een man, ge
knipt om aan het hoofd van het departe
ment te staan. Het scheen echter, dat het
daartoe niet zou komen, omdat hij eeii6 door
een onbedacht woord de gunst van den Kei
zer had verloren. Thans echter wordt door
ingewijden verteld, dat Keizer Wilhelm tot
den rijkskanselier heeft gezegd, dat hij be
reid was zijne persoonlijke ontstemming op
zijde te zetten en von Kiderlen tot staats
secretaris te benoemen, als de rijkskanselier
hem als medewerker wenschte. Ook in de
kringen van de in Berlijn -geaccrediteerde
vreemde diplomaten wordt de benoeming
van-von Kiderlen met- groote sympathie be
groet
De nieuwe Pruisische minister van finan
ciën dr. August Lentz is in 1860 te Hamm
in Westfalen geboren. Hij heeft eene lange
burgemeestersloopbaan achter zichHij is
werkzaam geweest als burgemeester in Mühl-
hausen (Thüringen), als opperburgemeester
in Barmen en laatstelijk in Maagdeburg. In
zijne hoedanigheid van opper-burgemeester
is hij sedert jaren lid van h-et Pruisische
heerenhuisIn het politieke leven as hij
nooit op den voorgrond getreden en ook
overigens is hij voor 'het groote publiek een
volkomen homo novus.
Dantzig, 30 Juni. Heden middag
is, in tegenwoordigheid van den groothertog
van Oldenburg en van prinses Eitél Frie-
drich, het linieschip Oldenburg van stapel
geloopen.
Frankrijk.
P a r ij s, 3 0 J u n i. De ministerraad
heeft kennis genomen van de operatiën van
generaal Moinier in het zuidelijk Chauja-
gebied. De raad keurde de instructiën goed,
die den generaal voorschrijven zijn troepen
terug te brengen in de gebruikelijke stellin
gen van het binnenland van Chauja.
De naar aanleiding van de laatste over-
stroomdng van Parijs benoemde commissie
beeft hare taak volbracht; haar voorzitter
Alfred Picard zal het rapport van de com
missie bij de regeering indienen. De wer
ken tot beveiliging van de hoofdstad tegen
de hooge waterstanden op de rivier, die de
commissie voorstelt, zullen in zeven jaren
tijids uitgevoerd worden en 222 .millioen
francs kostenDe helft- van deze kosten wordt
door de stad Parijs gedragen, de andere
helft gedeeltelijk door de scheepvaartmaat
schappijen, gedeeltelijk door den staat
Engeland.
De tekst van de nieuwe verklaring, dooi
den Koning uit te spreken wanneer bij bij
zijne kroning den eed aflegt, luidt aldus
„Ik belijd, betuig en verklaar plechtig
en oprecht in het aangezicht van God, dat
ik een trouw lid 'ben van de prote&lantscb
hervormde kerk, door de wet in Engeland
gevestigd, en ik zal, overeenkomstig de
ware bedoeling van de wettelijke bepalin
gen, die de protestantsche opvolging op den
troon van dit rijk verzekeren, de genoemde
wettelijke bepalingen naar mijn beste ver
mogen handhaven en oevestigeu overeen
komstig de wet."
In zijne toelichting zeide de eerste mi
nister Asquith, dat hij voor zich bereid zou
zijn de verklaring ge'heel te laten vervallen
eu zich te vergenoegen met den kronings
eed zelf en de uitdrukkelijke bepalingen
van de wet van erfopvolging. Bij dien eed
zweert de souverein, dat hij het geloof van
de protestantsch hervormde kerk van Enge
land zal handhaven. Maar deze formule
laat de leemte bestaan, dat een souverein
de gevestigde kerk wil handhaven, zonder
oprecht haar geloof te belijden. Daarom
wordt voorgesteld de verklaring niet uit
drukkelijk af te schaffen, maar haar te ver
vangen door eene formule, die ook gewaagt
van het persoonlijke geloof van den souve
rein.
Bij de eerste lezing werd het wetsontwerp,
zooals reeds is bericht, aangenomen met 383
tegen 42 stemmen. Onder de 42 tegenstem
mers bevonden zich alle Iersche unionisten
en verscheidene liberalen, waaronder de
zoon van lord Rosebery Neil Primrose.
Londen, 30 Juni. Asquith deeldo
mede, dat de regeering besloten heeft do
vacantie in de maand Augustus te laten
vallen. De zittingen van het Parlement zul
len einde Juli of begin Augustus worden
-verdaagd en men zal tegen November weer
-bijeeji komen. De aanvulling en verhooging
van de begrooting zal in de herfstzitting
iworden behandeld.
Toen aangedrongen weid op onderzoek
der commissie, antwoordde Asquith„Ik
zou liever nog wat wachten."
L o n d e n, 3 0 Juni. De kanselier dei-
schatkist Lloyd George begon zijne rede bij
de indiening van de begrooting in liet La
gerhuis met de verklaring, dat de verwer
ping van de begrooting van 1909 door het
Hoogerhuis en de vertraging, die daardoor
is ontstaan in de uitvoering van hare bepa
lingen, een zeer grooten directen en scha
delijken invloed heeft uitgeoefend op liet
fiiiancieele beheer van dat jaar en bijgevolg
ook op de begrooting van het nu loopeiide
dienstjaar.
De grootste moeielijikhedd is ontstaan door
de vertraging in de inning van sommige be
lastingen.
De uitgaven zijn dit jaar belangrijk hoo-
ger dan in liet vorige jaar. De grootste toe
neming is geschied in die voor de vloot,
waarvoor ongeveer 5£ millioen p. st. meer
wordt- gevraagd dan in het vorige dienstjaar.
De marinebegrooting bedraagt- dit jaar
40,500,000 p. st.het- totaal der uitgaven,
waarin dit jaar moet worden voorzien, be
draagt 198,930,000 p st.
De toestand en de vooruitzichten van den
handel vormen den gewiebtigsten factor bij
de raming der inkomsten van dit jaar, maai
er ié hem op goede gronden verzekerd, dat
de vooruitzichten van den handel bepaald
schitterend zijn. De oogst over de geheele
wereld belooft overvloedig tc zijn en in d®
handelswereld is men overal meer hoopvol
gestemd. Men is dus volkomen gerechtigd
om te rekenen op toeneming der inkomsten.
Van alle bestaande belastingen is de ra-
ming ongewijzigd gebleven.
Nadat Lloyd George de geraamde ver-
hoogingen, onder verse lullende hoofden,,
daaronder begrepen de vermeerdering van
de successiebelasting met 2,500,000 p. st.
had gespecificeerd, constateerde hij, dat de
Naar het Engelscli
81 VAN
C. N. en W. M. WILLIAMSON.
Den volgenden morgen togen wij verder
langs menigen heuvel en door menig vrien
delijk landschap naar een land buiten de
motor zone. Ofschoon de wegen goed wa
ren, soms wat heel steil, althans te oordjee-
len naar de manieren van verscliillendie we
zens, viervoetige zoowel als tweevoetige,
was een automobiel een onbekend verschijn
sel. Alleen kanderen toonden zich niet
verbaasd bij onze komst; trouwens, ik heb
opgemerkt dat kinderen zdcli zelden verba
zen over nieuwe dingen. Hun ervaringen
zijn zoo gering in aanbal, dat hoogstwaar
schijnlijk een vurige -wagen hun niets bui
tengewoons zou toeschijnen, hoeveel te
minder dan een motorcar. De costuums
begonnen van gewone Europeesclue dracht
te veranderen in een fantasie-kleeding. Hiel
en daar zagen wij een gelaat met- ruwe,
harde trekken en zoo donker als dat van
een Mongooleen enikele miaal vingen wij
eenige zonderlinge woorden op, die volgens
meneer Barrymor-e tot de Slavische taal be
hoorden De namen der kleine Dalmati-
sche steden welke wij passeerden, hadden
een eigen aard i gen scherpen klank, en de
wegen waren bedekt mfck een dikke laag
witte stof, wat, tot groote verbazing der
amateurs van het gezelschap, een paar
keer aanleiding gaf tot „slippen."
Het meeste afkeer hadden wij van d,e
„herstelde wegen" met liun overvloed van
steenen, die langs de rivieren bleken min
der slecht, omdat de kiezels daar rond wa
ren in plaats van puntig. Tante Kiathryn
echter wilde geen kwaad hoeren van het
land., dat nu haar land was. Eens, toen
•de cylinders weigerden te werken, om rede
nen het best bekend aan henzelf of aan de
booze geesten die hen kwelden, en wij eeni
ge minuten „irugen", en dadelijk -omringd
waren door donkere, vuile kinderen uit een
naburig gehucht, drong tante Kathryn er
op aan ieder hunner iets te geven, waarna
zij met het air eener koningin hun dankbe
tuigingen aannam. „Ik twijfel geen oogen-
bük of mijn pachters en ondergeschikten
zullen als dit soort mensoh'en zijn," zei
zij, met de hand wuivend.
De route ging verder langs een smalle,
1 iel lende strook land, met aan de eene zijde
onvruchtbare kalkgöbergten, aan de ande
re, niet ver van de kust, woeste eilanden
op kléine bergrijen géi ijkend, die uit de
mél-kwiittle Adriatische zee verrezen.. Wel
dra echter verlieten wij de zee en d© een-
zam|e eilanden, want op een plaats, Ségna
geheeten, draaide de weg landwaarts en liep
over een lioogen berg den VeMebdth
aan welks voet wij tot nu hadden gereisd.
Daar wij wilden proboeren een rit van
honderd vijf eu twintig mijlen te maken
een heel eind voor een zwaar beladen
twaalf paardekracht wagen -reden wij met
volle vaart. De Chauffeulier had voorge
steld om te Zara de plaats zoo onafschei
delijk verbonden aan het- verleden van Ve
netië te overnachten, meenend daar een
geschikt liotel te zullen vinden.
Omstreeks twaalf uur lunchten wij' in een
dorpachtig stadje, Gospic genaamd, waar
onze komst- een groote opschudding teweeg
bracht.
Toen wij er binnen reden, links en rechts
kijkend naar de zindelijkste herberg, liepen
alle goed ter been zijnde personen beneden I
de zeventig en verscheiden aanmerkelijk er
hoven, ons achter na. Bij de deur van het
door ons gekozen Logement-je omringden
zij de ,auto, zich gtijf tegen ons aandrukkend
en zélfs aan onze kleeren pakkend, teen
wij tusschen hen door drongen om het huis
binnen te gaan. Een aantal-hunner volgden
in de gang en in de eetkamer tot de forsche
herbergier, zijn corpulente vrouw en twee
stevige dienstmeisjes hen met vereende
krachten terugdreven.
Meneer Barrymore durfde de car niet al
leen laten uit vrees dat ze bescliadigd zou
worden,, dus bleef hij er in zitten, met on
verstoorbaar goed humeur zijn brood en
kaas etend, ofschoon elke hap dien hij deed
door honderd oog en werd nagekeken.
De herbergier die ons zelf bediende,
sprak zioow-el Duitsch en Iibalxaon&ch als
zijn eigen Kroatisch of Slavisch dialect.
Wij wiaren verbaasd o-vea* dé uitmuntende
lunch ©u Sir Ralph wias niet minder ver
baasd over de goedkoope rekening. „Dat
zal anderg worden," zei hij „zoodra het
plan tot stand komt om deze kust tot een
Oostenrijksche Rivaera te maken."
Nauwelijks verschenen wij weer aan de
deur om verder te gaan of plotseling
heerschte een diep zwijgen bij het publiek,
dat nog steeds om den wagen geschaard
stond. Niet alleen had het- zich kostelijk
geamuseerd met den Chauffeulier te zien
eten, maar in angstige spanning had het ge
keken naar het vullen van het benzine- en
waterreservoir., en naar het onderzoeken van
de smeerinrichting. Nu viel het nog ten
deel het- buitengewoon groot genoegen, om
ons onze motor-.maskers te zien opzetten en
ons te zien plaatsnemen. Toen wij tot ver
trekken gerc-ed waren, greep meneer Barry
more den aan zet slinger om met een kleine
handbeweging de in slaap geraakte machine
te doen ontwaken. Voor liet eerst echter
was de motor weerspanning. Het handel
sloeg zoo onverwachts en krachtig te-rug,
dat de Chauffeulier achteruit sprong en een
der mannen op de voeten trapte, terwijl
terzelfdertijd zich een luid geraas in het. in
wendige van de car liet hooren. Bij dit be
wijs van des motors kracht en van zijn re
bellie tegen hem, dien hij onderdanig hoor
de te wezen, stoof bet verschrikte publiek,
luide kreten uitend, rechts en Hnkfc uiteen
en liet een flinke ruimte vrij rond de auto,
die te voren geheel was ingesloten.
„De motor sloeg achteruit, dat- is alles,"
zei meneer Barrymore lachend en op de
hem eigen opgewekte wijze, wanneer er iets
onrustbarends is géb'eujrd. Heb volgend
moment was de motor gedwee als een lain,
de machine begon te gnorren, de chauffeu
lier sprong*op zijn plaats en gevolgd door
een diepen zucht van de menschenmassa
stoven wij w.eg met een vaart van dertig
mijlen pér uur.
Het overige van den dag bestond uit tel
kens wisselende indrukken, welke bij tante
Kaokryn de gewaarwording wekten als wai*e
Denver minstens millioenen mijlen verwij
derd. Nogmaals beklommen wij den hoo-
gen Vellebit-h niet zijn sombere, reusachtige
dennen, rouwdraperiën gelijk, van waar wij
een blik konden werpen op de kegelvormi
ge gebergten en de groote, irotsche wouden
van Kroatië, Lika en Krabava, en der ver
deraf gelegen bergketens van Bosnië. Bij
een bocht kregen wij opnieuw de Adriatische
zee in het zicht, en langs tallooze kronke
lingen neen-dalend, die menig treffend pano
rama te genieten gaven, arriveerden wij ten
slotte in liet stadje Obrovazza. Van daar
reden wij over een golvenden weg naar Za
ra, de hoofdplaats van Dalmatië.
Juist toen electische lichten ons den weg
hadden gewezen door. ,ctirieuze Italiaanse be
straten met prachtig georuementeerde ven
sters, en langs een edele Corintische zuil
naar een breede vlakte aan de zee, 6topte
de auto eensklaps en zonder de minste waar
schuwing.
„Onze laatste droppel benzine verbruikt!"
riep meneer Barrymore uit. „Gelukkig dat
zij niet eerder op was, waar met het oog
op de heuvels veel gevaar voor bestond."
„DrommelsDit lijkt me niet de soort
stad om voedsel en drank voor den motor te
kunnen koopen," merkte sir Ralph mis
troostig óp.
„De onze zal niet van gebrek omkomen,"
zei de Chauffeulier lachend. „Je weet- toch
dat ik ter voorkoming van moeilijkheden
order gaf, om naar elke groote istad bussen
te sturen. Per boot aangekomen, zullen de
voor Zara bestemde in liet pakhuis Van. de
Oostenrijksche Lloyd liggen. Je izoudt je
dat zeker herinnerd hebben, indien niet in
den laat-sten tijd je verstand een beetje op
den loop was."
„Zou bet waar zijn luidde sir Ralphs
antwoord. „Gelukkig scheidt- ojis maar een
afstand van drie meters van het hotel, dat,
als ik nog een greintje werstand heb 'behou
den, hetzelfde is wat jij in Baedeker uit
zocht."
Wurdl vermlyd.