1°. ÏO».
»de Jaargang.
Vrijdag 9 September 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 0.50
Afzonderlijke nummert 0.05.
Dv: j Ciu an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents bij voeruitbetalinf
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 41 der gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dinsdag,
den 13dcn September aanstaande, des namiddags
te 14 ure.
Amersfoort, den 8. September 1910.
De Burgemeester voornoemd,
CELOSSE, Weth. loco-Burg.
KOSTKLOOZE-INENTING.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artikel 18 der wet van 4 December 1872
(Staatsblad No. 134);
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor een ieder de gelegenheid tot kosteloozc inen
ting wordt gegeven op den eersten en twee
den M a a n d a g van de maand October, des na
middags te drie ure, in de daartoe bestemde loca-
liteit van het voormalig schoolgebouw wijk A, Koe
straat no. 9.
Gedaan te Amersfoort, den 8. September 1910.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. CELOSSE,
Weth. loco-Burg.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort,
brengt ter voldoening aan de aanschrijving van
den Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht, d.d. 5 September 1910, 4e afdceling, no.
4639/3077 ter kennis van belanghebbenden, dat in
de gemeente Linschoten een geval van Schurft bij
schapen is voorgekomen.
Amersfoort, den 8. September 1910.»
De Burgemeester voornoemd,
CELOSSE, Weth. loco-Burg.
Politiek Overzicht
Stakingen en gewelddadig
heden in Frankrijk.
Frankrijk of, zoo men wil, Parijs, vanwaar
naar verhouding meer berichten komen dan
uil de provincie, bevindt zich tegenwoordig
in een toestand van voortdurende arbeidsvor
st oring. Het is zoover gekomen dat de indus
trie niet meer met zekerheid werken kan.
Staathuishoudkundigen moeten eene vermin
dering van hel nationale vermogen opgemerkt
hebben en onder hen zijn er, die als oor
zaken van dit verschijnsel o. a. aanwij
zen de lasten aan de nijverheid opgelegd
door de vele sociale wetten ten bate der ar
beiders en vooral hel dwarsboomen van den
arbeid door de eischen niet alleen, doch ook
door het boosaardig optreden der werklie
den. De eerste oorzaak zou zonder de laatste
deze noodlottige werking niet uitoefenen. IIoc
dit ook zij, de stakingsmisdrijvcn nemen in
zulk eene mate toe, dat men in breedc krin
gen er over verontrust is en de bladen van
allerlei richting zich gaan bemoeien met de
„dictatuur der staking", zooals de Temps een
artikel betitelt. Voor cenige dagen gaf een
blad een sprekend voorbeeld uil de provin
cie: eenige arbeidswilligen, die aan een land
goed reparaties verrichtten, werden gefoto
grafeerd met hun gereedschap in de hand en
het geweer aan een bandelier over den schou
der gehangen; de aannemer, op dezelfde wijze
gewapend, hield naast hen de wacht tegen
de stakers, welke het werk bij dezen aan
nemer hadden verboden. Men is liet er over
eens, «lat de arbeiders in permanente staking
verkceren; nu is 't het eene, dan weer het an
dere bedrijf dat er door getroffen wordt; vaak
sleept het eene het andere mee en deze be
weging veroorzaakt niet alleen storingen der
industrie, doch ook van de openbare orde. De
stakingen hebben opgehouden vreedzaam te
zijn. Vroeger, zegt men, liep het bij een straat-
belooging met eenige klappen af, heden knal
len de revolvers of gelijk de bekende revolu-
lionnair Ilervé bet-uitdrukt: „burger Brow
ning" heeft het woord en niets waarborgt er
voor, dat de ontwikkeling der beweging in
dit stadium blijft staan. Geweldpleging is aan
de orde van den dag, de „sabotage", de be
schadiging van machines, gereedschappen en
grondstoffen is lot een vaste gewoonte gewor
den. Als hel nieuwste komt daarbij thans de
jacht op de arbeidswilligen, die als „renards"
worden aangeduid en aldus gelijk de vossen
worden ingesloten.
Deze sport, zoo zet de Temps uiteen, wordt
in de laatste drie of vier jaren te Parijs met
alle kracht uitgeoefend. Bizonder levendig
werd zij bij eene schoenmakersstaking toege
past. De stakers overvielen groepsgewijze de
woningen der gezellen, welke tehuis den ar
beid voortzetten. Zij legden beslag op het aan
deze menschen door de fabrieken of door de
patroons verschafte L Jer en ander materiaal
en brachten alles naar het arbeidssecretariaat
waar hel werd opgeborgen. Dit vormde
een misdaad, welke het strafwetboek als
diefstal of heling strafbaar verklaart. Hel
Openbaar Ministerie waren de feiten niet on
bekend, doch het is langzaam in zijn beslui
ten en laat liefst aan anderen de verantwoor
delijkheid over,^gelijk het in de gevallen Ducz
en Roebelle voldoende bewezen heeft. Ter
loops merkt de Temps op, dat men deze
werkeloosheid ook in andere zaken opmerkt.
Maar wat 1111 de bewuste slakende schoen
makers aangaat, zoo vond het Openbare Mi
nisterie hel heel natuurlijk dal ze ongestraft
bleven, war.t er was geen bevel tol vervol
gingvan hoogerhand afgekomen! En de werk
gevers bogen zich voor het geweld, daar
recht en wel niet werden gehandhaafd. liet
is niet te verwonderen, dat het rcvolulion-
naire proletariaat van deze ondervinding par
tij heeft gelrokken. Het ging daarom nog een
stap verder. Men mocht zich eenmaal ver
oorloven, gereedschappen en artikelen weg
te nemen, waarom zou men thans ook niet de
personen der arbeidswilligen aantasten, be-
rooven, mishandelen en onder den rcvolution-
nairen knoet gaan brengen? Dal deden dan
ook kort geleden de stakende loodwerkers.
Twee hunner kameraden, die bleven doorwer
ken, werden op den openbaren weg 0111 10
uur 's morgens door honderd stakers opgc-
wacht en naar het vereenigingsgebouw dei-
stakers gebracht. Daar werden ze verhoord,
gefouilleerd en opgesloten. Deze parodie van
een strafproces geschiedde in allen ernst;
scheldwoorden, vuistslagen en schoppen vol
tooiden het geding. Bij de fouilleering wer
den beiden 5 franken afgenomen, welke de
stakers beschouwden als contributie voor de
vakvereeniging, waarvan de arbeidswilligen
heelcmaal geen lid waren. Hunne gereed
schappen werden onbruikbaar gemaakt en
na nog eens gefouilleerd te zijn, werden ze
verscheidene uren in een kelder opgesloten
gehouden. De werkgevers werden bovendien
nog gehoond, doordat men hen van het ge
beurde telefonisch kennis gaf. De politie liet
niet alleen toe, dat de stakers op de „vossen
jacht" gingen, ze onthield zich ook van de
bewaking van liet vcreenigingslokaal en liet
de beide slachtoffers aan hunne misdadige
medegezellen over.
Ilier en daar komt echter een geval van
molestatie van arbeidswilligen voor de recht
bank. Bepaalde bladen vinden dat de rech
ters alsdan te zacht vonnissen, dezen echter
verklaren dat ze zoo ver gaan als mogelijk
is. Het is moeilijk te zeggen wie daarbij ge
lijk heeft, daar*men de nadere bijzonder
heden niet kent. Meest betreft het 't gebruik
van revolvers. Eene langdurige polemiek in
de pers, waarbij ook eene vergelijking met
Engelsche toestanden werd gemaakt, geeft
reden 0111 aan te nemen, dat in Frankrijk
liet wettelijke verbod van het dragen van
wapenen wel voldoende zijn zou, "indien de
rechtbanken gelegenheid kregen het radicaal
door te voeren, doch dat deze preventieve
maatregelen niet voldoende zijn en een toe
zicht op den wapenhandel, met noteering der
koopers, gelijk in Engeland, nuttig zou wezen.
Daartoe zal hel in Frankrijk niet makkelijk
komen
Duitschland.
Op eene te Frankfurt gehouden stampvolle
vergadering belegd door de Fortschrittliche
Yolksverein teneinde te protesteeren tegen het
„Gottcsgnadenthum" is de volgende motie
aangenomen:
De door de Freisinnige Yolksverein Frank
furt belegde zeer druk bezochte vergadering
protesteert met alle beslistheid tegen de in te
koningsbergen gehouden rede des Keizers lot
uiting gekomen beschouwingen. In tegenstel
ling met deze beschouwingen verlangt de
Fortschrittliche Yolksverein overeenkomstig
de eischen van haar politiek program, de
krachtdadige toepassing van het parlemen
taire regeerstelsei en de volkomen rechtsge
lijkheid van alle staatsburgers."
De oppcr-presidcnt van de provincie Hom
meren Freiherr von Maltzahn-Gültz denkt an
ders over de rede des keizers. Bij een gala-
maaltijd die zich aansloot bij de feestelijkhe
den te Stolp, heeft deze het noodig geacht de
dagbladcritick op de Koningsberger rede aan
te roeren en de volgende tirade tegen de pers
er uit te flappen:
„Wanneer nu in "de laatste dagen het gros
van onze Duitsche couranten, vooral thans in
de vacanties voor het meerendeel geredigeerd
door jonge lui die nog niet droog achter de
ooren zijn, zich veroorlooft onzen lioogsten
souvercin het woord te ontzeggen, dan weet
ik dal zulk in dezen kring geen weerklank
vindt (levendige bravo's). Wij wenschen ons
erover le verheugen dal onze allerhoogste
souverein niet slechts een marionet 111
het constitutioncele koninkrijk is, doch eene
persoonlijkheid, die nergens zich inhoudt
doch zich iaat gelden in haren aard en ze»
vertegenwoordigt als een man."
Over deze uitspraak wordt de opper-presi-
dent, die daarmede blijken gegeven heeft wei
nig begrip te hebben van hel Duitsche dag
bladwezen, en naar de Frankf. Zeitung hate
lijk opmerkt, als staatsambtenaar nooit de
middelmaat heeft bereikt, zoodat hij de wijs
heid ook niet in pacht heeft, door bladen van
allerlei richting scherp berispt.
Te Friedberg hebben twee personen, ge
kleed in de officiersuniform van het 88e regi
ment infanterie, getracht het kasteel, waar de
Czaar verblijf houdt, binnen te komen. Zij
waren de eerste wacht al voorbij. Maar aan
de slotpoort zelf werden zij door de schild
wacht afgewezen, omdat zij geen pas konden
vertoonen. Zij gingen daarop heen en niemand
heeft eenig spoor van hen kunnen ontdekken.
Het onderzoek van de autoriteiten en de ge
heime politie bleef vruchteloos. Men vermoedt
dat de twee mannen geen officieren waren,
maar zich slechts in de uniform hadden ge
stoken, '>m door te dringen in het kasteel.
Er loopt een gerucht, dat de twee bekende
politie-spionnen Azef en Harting-Landesen
zich onder een aangenomen naam te Fried
berg bevinden om den Czaar te bewaken.
Door de liooge veeprijzen is het vleesch in
Duitschland zeer duur geworden, waardoor
het alleen voor de mensehen niet dikke beur
zen te verkrijgen is, doch voor den midden-
en werkmansstand weer een ware vleesch-
nood is ingetreden. Overal worden thans op
vergaderingen moties aangenomen, waarin
de regeering verzocht wordt de grenzen, on
der de noodige controle, voor slachtvee open
te stellen.
Engeland.
De Duitsche luitenant der pioniers Ileim,
die, als verdacht van spionnage te Ports
mouth 111 hel officierencasino van het fort Pur-
brook aanvankelijk onder toezicht is gehouden
waar hij zeer gentlemanlike werd behandeld,
en thans r.aar de gevangenis te Winches
ter is vervoerd, teneinde 111 preventieve hech
tenis te worden gezet, werd door officieren
van bovengenoemd fort ontdekt, toen hij een
schets maakte van het fort Wildley. Dit fort
is een oude versterking uit een tijd van paniek,
toen men in Engeland een Fransche invasie
vreesde, en is 111 Portsmouth bekend onder
de benaming „Palmerston's dwaasheid". De
vervaardiger van de schets bevond zich op
hel bewuste oogcnblik tegenover de 12 Meter
iiooge, ruim honderd jaar oude bakstecnen
muur van genoemd fort. liet door hem ge
maakte plan bevatte ook de schetsen van an
dere verouderde, aan de landzijde bij Ports
mouth liggende, versterkingen. Wij hebben
reeds gemeld, dat de inrichting van deze for
ten een ieder békend is; in iedere boekwin
kel had onze z.g. „spion" voor li pence pho-
tografién ervan kunnen koopen. De gebou
wen worden als kazernes gebruikt en zijn al
lang ontbloot van verdedigingsmiddelen,
Waarom de Duitscher zich de moeite gegeven
heeft van deze oude barakken schetsen te
maken, is dus moeilijk te begrijpen; misschien
is het een dolle luitenanlsslrcek geweest. Wel
wil ilo Times weten, dal onlangs is voorge
steld deze oorspronkelijk tegen aanvallen van
de landzijde opgerichte versterkingen te be
stemmen als verdedigingsmiddelen tegen aan
vallen van zee uit. De „spion" moet Zater
dagavond in Portsmouth aangekomen en door
eene Engelsche jonge dame, die, toen zij
le Cöblenz vertoefde, daar veel met
Duitsche officieren in aanraking kwam, in
een pension ondergebracht zijn. Toen hij bezig
was met schetsen maken, werd hij van uit
Purbrook met een teleskoop geobserveerd. Hij
moet, toen een patrouille op hem werd uit
gezonden, nog een poging tot vluchten ge
daan hebben. Bij zijn arrestatie gedroeg hij
zich zeer kalm; zijn verzoek om een gesprek
mei den Duitschen consul te hebben, werd
niet ingewilligd, daar hij bezwaar maakte
tegen de aanwezigheid van een Engclschcn
officier bij het gesprek. Het Engelsche mi
nisterie van oorlog schijnt zich wtl voor de
zaak te interesseeren, want generaal Trotter,
de commandant vau de versterkingen aan de
Zuidkust, is van zijn verlof teruggeroepen.
Italië.
Home, 8 Sept. Heden verscheen een
Motu proprio, waarin de Paus practische
maatregelen voorschrijft tegen den toenemen-
den groei der modernistische beweging.
Rusland.
Te St. Petersburg spreekt men het bericht
van een aftreden van Iswolski legen. Zoolang
de Czaar in het buitenland cn Stolypin in
Siberië is, zijn geen veranderingen in het
kabinet te wachten. De quaestie van nieuwe
benoemingen aan de gezantschappen te Ber
lijn, Weenen en Parijs is reeds lang aanhan
gig. De gezant te Weenen, prins Oeroessof, is
reeds lang lijdende; Nelidof, le Parijs, is ern
stig ziek en graaf Osten-Sacken te Berlijn heeft
die leeftijdsgrens bereikt, welke ook diploma
ten tot rust noodigl. Nieuwe benoemingen
zijn echter niet te verwachten voor het vol
gende jaar, in elk geval niet eerder dan wan
neer de Czaar terug zal zijn in Rusland. Dat
Iswolski wel iets voelt voor de bekleeding
van een dezer gezantscliapsposten is niet
nieuw, toch verzekert de berichtgever te St.-
P eters burg. van het Berl. Tagebl., dat laatste
lijk zijn positie als minster zekerder is ge
worden. In officicele kringen wil men weten,
dat de minister van Financiën Kokoftsef den
gezantschapspost te Berlijn zou ambieeren.
Naar de Lokal Anzeigcr meldt, zou de Rus
sische regeering besloten hebben tegen het
volgend jaar een internationale conferentie
tegen de cholera bijeen te roepen, om maat
regelen te beramen om «leze gevreesde ziekte
te bestrijden.
Turkije.
Konstantinopel, 8 September.
In haar nota aan de beschermende mogend
heden van Kreta heeft de Porte niet hel oog
op de officieren, maar de onderofficieren
van t.e Kretenzische militie en gendarmerie,
die mei het doel bevordering te maken naar
Athene gaan en als officieren naar Kreta
terugkceren.
De beide door de Porte aangekochte Duit
sche oorlogsschepen zijn te laat aan de plaats
hunner bestemming gekomen. Op de Barba-
rossy bleek tic jipsfaUiitijc vyuj flraatjjooze
telegrafie, die bij het afleveren van het schip
uitnemend in orde was, reeds na 4 uur niet
meer te werken. De schepen raakten uit
elkaar en konden niettegenstaande de korte
reis niet tegelijk en ook niet op tijd aan
komen.
Verder heeft de minister van marine op het
laatste oogcnblik besloten geen gebruik te
maken van de diensten der Duitsche instruc
teurs, die zich aan boord bevonden.
Om de Fransche leening misschien?
Japan.
Volgens de „Agence d'Extrèmc Orient"
speelt Japan op het oogcnblik de mogendhe
den een mooie poets. Het heeft de verplich
ting de haven van Port-Arthur voor tien in
ternationalen handel open te houden; hel be
stemt nu daarvoor de westelijke haven, waar
geen schepen kunnen binnenloopcn en welke
geen kaden, dokken of machinale inrichtin
gen bezit; de Oostelijke haven bezit die wel,
doch wordt door Japan zelf in beslag geno
men voor marine- en handelsdoeleinden. Als
dit zoo is, mogen de betrokken mogendheden
Japan hierover wel eens aan den tand voelen.
Australië.
De sinds ecnigen tijd in omloop zijnde ge
ruchten omtrent een op handen zijnde aftre
den van den gouverneur-generaal van Austra
lië Earl of Dudley, worden talrijker. Als reden
wordt genoemd onccnighcid tusschen den
gouverneur cn het bomlsministcric, wat ech
ter door de ministers wordt ontkend; verder
ontstemming van Lady Dudley over te ge-
ringen financicclen steun door het publick
voor een inrichting tot verpleging van immi-
EAJSZEA. TEN.
41 DOOR
RUDOLF HERZOG.
En in deze aan feesten zoo rijke Januari
maand was haar dit weder bijzonder gelukt.
Haar zeldzaam fraaie gelaatskleur als van
elpenbeen, die de lichtste trillingen weergaf,
de diep donkere oogen, die een vochligen
glans hadden en schitterden van genot, haar
geheelc wezen trok in al zijn aanvallige be
koorlijkheid de aandacht der mannen tot
zich.
En hun blikken ontgingen haar niet. Zij
was zich van haar macht volkomen bewust.
Menigeen onder de hccren geloofde, dat me
vrouw Angèle Twersten in het geheim met
genoegen zijn blikken had opgemerkt, en hoe
meer er bijkwamen, die dit geloofden, des te
zekerder werd haar spel.
Ook het huis Twersten had zijn feestavond
gehad. Van de Bramberg's was alleen de
heer Theodoor verschenen. Mevrouw Bram-
berg was daags tevoren naar een vriendin
in Lubeck gegaan.
,,'t ls mijn wenscb," had zij Twersten ge
antwoord, „dat je op dien avond slechts
gastheer bent. Dat ben je aan jezelf cn aan
je gasten verschuldigd. E11 dat zou je niet
goed kunnen zijn, als je wist dal ik tegen
woordig was. Breng «laar maar niets tegen
in, Karei! Dat is een opoffering, die wij nu
eenmaal aan onze vriendschap moeten bren
gen."
„Aan onze vriendschap, Ingeborg?"
Zij zag hem in de oogen.
„Ja, Karei, want liefde redeneert niet cn
zou liefst haar gang gaan, ongeacht welken
gang zij ging. Wij moeten dus 0111 ons zelfs-
wil onze toevlucht bij «te vriendschap zoe
ken."
„Je hebt gelijk, Ingeborg. Groet voor mij
het lieve, oude Lubeck."
Karei Twersten had zich daarop beijverd,
dat hel leest ten zijnen huize eene eereplaats
kreeg in de geschiedenis der festijnen, welke
dien winter in Hamburg gegeven werden.
Tot in het vroege morgenuur ruischte de
dansmuziek en zweefde de schoone vrouw
des huizes in de balzaal rond.
Nu was deze plicht volbracht, want Karei
Twersten beschouwde het mededoen aan de
eischen der samenleving geheel als plicht.
IIij vond er niet de minste uitspanning of
vreugde in. Een gang over zijn werf, of een
uurtje bij Ingeborg Bramberg gaf hem veel
meer genot.
Het was nu in de laatste dagen van Ja
nuari.
De avondpartijen begonnen reeds te ver
minderen. Twersten zat op zijn kantoor,
ging de beursnotueringen van den dag 11a cn
las de telegrammen uit Spanje, cn de kabel-
berichten uit Amerika. Voor hem bestond
er geen twijfel meer, elke dag kon het be
richt brengen van de vredebreuk tusschen de
beide mogendheden. Men was alleen nog
maar bezig met te zoeken naar het formu
leeren van de reden. Op dit oogcnblik
opende «1e bureaukneeht de deur en diende
mevrouw Twersten aan.
Verwonderd stond Twersten op. „Angèle?"
„Goeden dag, Carlos! Bekom maar eerst
van je verrassing!"
,,'t Is in bijna twintig jaar niet gebeurd,
dat je op de werf bent geweest!"
„Ja, en 't zal vooreerst ook niet meer voor
komen, maar ik heb een brief gekregen,
Carlos, die mij dwong je te storen, daar deze
onverwijld handelen noodzakelijk maakt."
„Een brief? Van wienMaar ga eerst
zitten."
Bij deze woorden schoof hij hoffelijk een
stoel voor haar bij.
„Ik moet naar Santiago."
„Naar Santiago? Nu? Dadelijk? Je hadt
toch wel lot vanavond kunnen wachten om
mij deze verrassing mede le doelen?"
,,'t ls zooals ik zeg, ik moet onmiddellijk
vertrekken."
„Vertel me dan eerst eens waarom?"
vroeg Twersten, terwijl hij al half de oogen
sloot cn zijn handen op dc leuning van zijn
sloel legde.
„Ik heb een brief van oom José," begon zij
haastig, „en de oude lui hebben onder zijn
brief nog eenige woorden geschreven. Zij
vreczen het ergste! 't ls zoo goed als zeker,
dat er oorlog komt."
„Met Amerika?
„Ja, met de Yankees natuurlijk."
„Dus jelui bent nog geen baas in je eigen
land?"
„Zeker zijn wij dat, cn hol zal niet lang
duren of wij zijn "t overal. En als generaal
Wcylcr r.og maar een paar regimenten had
kunnen opofferen, zouden wij al lang de baas
zijn geweest. Die bende kleurlingenwat
heeft hij er onder huis gehouden! Als insec
ten heeft hij ze doodgeslagen, die rekels!"
„Wal een woorden, Angèle! Die menschen
vechten tegen onderdrukking en om een
eigen vertegenwoordiging te hebben. E11 van
dien met bloed bevlekten W'eyler hebben zij
voor eiken man, dien hij hun wegschoot, een
soldaat doodgeslagen. Dal heeft voor den
generaal zoo'11 leelijke rekening gemaakt,
dat hij teruggeroepen is."
„Nu ja, zij hebben elkaar wederkeerig lec-
lijk beet gehad en hel ging er flink op los.
Maar wal weet jij daarvan! Toen generaal
Blanco met nieuwe troepen kwam en aan
het volk een vertegenwoordiging in het voor
uitzicht stelde, hebben zij schrede voor
schrede moeten toegeven. Reeds in den herfst
was Spanje op Cuba weer meester van den
toestand en waren dc heeren oproerlingen
aan hel einde van hun krachten, allen open
lijken en geheimen steun van Amerika ten
spijt. E11 nu zoekt Amerika langs een meer
rechtstreekschen weg twist. Het wil nu niet
meer de vrijheid van de eilanden, het wil nu
onze eilanden zelf hebben!"
„En daarom moet jij er heen?" zeide
Twersten, lachend.
„Daarom moet ik er heen, ja, of jc lacht
of niet, beste Carlos, want de mijnen roepen
mij."
„Ik moet toch aannemen, dat de „uwen"
in Hamburg wonen. Je plaats is dus hier,
Angèle."
„Dat heb je mis," antwoordde zij kalm,
„en dat weet je zelf heel goed. Ik bevries
hier in Hamburg, en die enkele prettige
feesten kunnen mij daarvoor geen voldoende
vergoeding geven. Ik ben mijn levenlang
niet van Cuba weg geweest, zelfs terwijl ik
in Hamburg was. Mijn hart, mijn ziel, mijn
gedachten alles is in mijn vaderland!
Neen, nooit heb ik een andere familie ge
had."
„Je bent ten minste openhartig Angèle."
- H-S
„Dat is niet moeilijk bij onze verhouding.
Hier leef ik nauwelijks, en «I&órleef ik
geheel op."
„Zoozoo
„O, je kunt me jc criliek wel sparen,"
zeide zij met een zenuwachtig lachje, „vrat
leven is, daarvan heb je eigenlijk niet het
minste begrip, 't Zou woorden verspillen
zijn, als ik wilde trachten je dat aan t ver
sland le brengen."
„Je hebt wèl gelijk, Angèle. Ons beider le-
en is nooit saanigevloeid tot één leven; bei
den, jij en ik leven ieder afzonderlijk."
„Daar leef ik op!" herhaalde zij, en haar
oogen schitterden, alsof zij reeds de zon van
haar geboorteland zag.
I wersten ontging dit niet. Zijn besluit was
reeds genomen.
„Kan ik den brief van 00111 José eens in
zien?" vroeg hij. „Ik moet toch weten hoe
de toestand is."
Zij haalde den brief uit haar bontmantel
tje te voorschijn en gaf hem dien. „Je kunt
hem gerust lezen, er staan geen geheimen
in."
Twersten nam den brief en streek hem
giad op zijn schrijftafel. Nauwelijks had hij
een gedeelte gelezen, of-zijn gezicht nam een
uitdrukking van spanning aan. Hij voelde
dit zelf en steunde daarom hel hoofd met
zijn hand, waardoor hij zijn gezicht beter
kon verbergen En alsof de brief over zaken
handelde, las hij hem langzaam, woord voor
woord, 0111 geen syllabe te verliezen.
Wordt vervolgd.