W\ 1S1. Tweede JBlad 9de. Jaargang, Zaterdag 8 October 1910. BINNENLAND. FEUILLETON. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Par 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. A/zonderJfltre nummers- 0.05. Deze Courant Tersehgnt d^elQks, behalre op Zon- en Feest dagen. Adrertentiënmededeelingen «nx., geilere men réór 11 uur 's morgens b(j de Uitgerers in te zenden. Uitgever»: VALKHOFF ft C°. Utrechtsch «straat 1. Intercomm. Telephoon nummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÏN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en sanrragen 95 eents bfj Teeruitbeialing, Qroote letters n&ar plautoruimte. Voor handel en bedrgf bestaan zeer roordeelige bepalingen teë het herhaald adrerteeren in dit Blad, bg abonnement. Een' circulaireberattende de voorwaarden, wordt op aanvrat* toegezonden. Aanvulling s- Oorlogsbegrooting 1910. De Memorie van Antwoord Ier zake van de aan- vullingsbegrooting van Oorlog voor het loopcnde dienstjaar, geeft eene verklaring voor de late in diening, waarover geklaagd was. Voorts wordt o. a. medegedeeld, dat de opkomst van de landweer voor herhalingsoefeningen veel extra-geschrijf noodig maakte; dat voortaan bij ver huizing zal worden vergoed f 20 aan adjudants onderofficier en onderofficieren met hoogeren rang, f 15 aan de overige onderofficieren, f 10 voor de overige militairen, en voor de werklieden of geëm ployeerden, werkzaam bij de korpsen of inrichtin gen van de landmacht, dat de voorstellen omtrent de fanfarekorpsen niet door alle leden begrepen zijn (verwezen wordt naar een ter griffie neerge legd rapport); dat de belooning voor de muzikanten daarom gelijk is, omdat de militaire diensten, die zij presteeren, gelijk zijn; dat den muzikanten be zwaarlijk het recht kan worden gegeven, te weige ren deel te nemen aan concerten op Zondag, o. a. omdat dit de uitvoeringen op dien dag vrijwel on mogelijk zou maken; dat inderdaad de meerdere kosten voor dc burger-werklieden gevolg zijn ge weest van net twceploegenstelsel, doch die zouden ook veroorzaakt zijn door eenigc vermindering van 'l blijvend gedeelte, en dat op bezuiniging ten deze vooreerst geen vooruitzicht bestaal; dat weerbaar heidskorpsen zooveel mogelijk worden gesteund, maar dat uitreiken van gratis uniformen enz. geen doel zou treffen, en zoo meer. De Minister komt er tegen op, dat de reorgani satie aan het Departement iets met persoonlijke overwegingen zou hebben te maken en uitvoerig zet hij uiteen, op welke wijze cn waarom de reor ganisatie zal geschieden. Voortaan zullen de commandanten van de Nieuwe llollandschc Waterlinie en van dc Stelling Amster dam den rang van luitenant-generaal kunnen krij gen. De Minister verklaart meer waarde aan de gym rastiek te hechten voor de vaardigheid der cava lcrislen dan die leden, welke mcencn, dat zij met paardrijden kunnen volstaan. Hel aanwerven van vrijwilligers blijft inderdaad noodig; ten sterkste ontkent Z.Exc. dat daarbij ver keerde middelen worden gebezigd. In overweging is nog, of het aanvankelijk proef- verband bij de bereden wapens van één op tweo per jaar moet worden gebracht. Beslist wordt tegengesproken, dat de maréchaus- sée in Friesland en Groningen onnoodig zou zijn. De Memorie bevat uitvoerige bijzonderheden over dc plannen tot uitbreiding en verandering. Het 40 millioenonlwerp cn de Tweede Kamer. De „Avp." ver neemt, dat er onder de leden der Tweede Kamer ernstige ontstemming heerscht over de wijze, waarop de regeering het wetsont werp op dc kustversterkingen aanhangig heeft gemaakt en in behandeling poogt te brengen. „Door niet-publicatie toch van liet verslag der commissie van samenwerking tusschen land- en zeemacht, hetzij geheel (waartegen geen enkel deugdelijk bezwaar is aan te voeren), hetzij met weglating van en kele onderdeden, is het opmaken van een voorloopig verslag over de principicele zaken onmogelijk gemaakt. Daarenboven ligt dat verslag slechts in beperkt aantal ter griffie van de Kamer voor de leden ter inzage, en, als men nu weet, dat men zich op de griffie al gelukkig mag rekenen als men er een plaatsje weet te vinden tusschen de drie ambtenaren, die in het kleine lokaaltje be huisd zijn, en de boden, die er bezig zijn met de expeditie van paketten en dergelijke, dan is het duidelijk, dat van studie daar geen sprake kan wezen. Reeds heeft zich een der Kamerafdeelin- gen in haar geheel door tusschenkomst van den voorzitter tot de militaire ministers ge wend, om toeslemming te vragen tot open baarmaking. Inmiddels is het 46 millioen-ontwerp reeds op de agenda der voorstellen geplaatst, die nog deze of begin volgende week in de af- deelingen moeten worden onderzocht. De vloot te Rotterdam. Nadat gisterenmiddag de oorlogsschepen aan dc Parkkade en in de Parkhaven ligplaats had den genomen, begaf zich de havenmeester de heer Willinge aan boord van de „Hecms- kerek" om namens het gemeentebestuur den vlootvoogd kolonel Goedhart en zijn officie ren en manschappen te verwelkomen. In den namiddag maakte de commandant zijn opwachting bij den burgemeester ten stadhuize. Te 7 uur werd door het gemeentebestuur aan de officieren der vloot een .diner aange boden in de Rotterdamsche Diergaarde. In de groote zaal van de Sociëteit was de tafel aangericht, bestaande uit een eeretafel, waar aan 5 andere aansloten. De zaal was met hoog opgaande gewassen en een schal van bloemen versierd, welke de tafel als in een wintertuin omgaven. Ook dc tafels zelf waren rijk van btoemen voorzien. Vanaf de gaanderijen hing een rijke vlaggenversiering neer, terwijl langs de co lonnes de verschillende seinvlaggen waren aangebracht. Ruim 800 plaatsen waren gisterenavond in den Grooten Schouwburg door het gemeen tebestuur besproken voor de helft van de machinister, onder officieren en manschap pen van het marine-eskader, om dezen in de gelegenheid te stellen de voorstelling van het veel bekende blijspel „De Sabijnsche Maag denroof" bij le wonen. Slechts de kleinste helft van de genoodigden waren in den schouwburg verschenen. De N. R. Ct. vernam dat dc machinisten gezamenlijk voor de looneelvoorstelling hadden bedankt. De aanwezige manschappen hebben zich blijkbaar met het amusante blijspel bijzonder goed vermaakt. In de pauze hadden de manschappen „vrije verleering" van het gemeentebestuur. Iedere matroos had ontvangen twee bons voor broodjes met vleesch en koffie of bier. Bij het begin van hel laatste bedrijf ver schenen in de loge van den burgemeester kolonel Goedhart, kolonel Wolderingb, de burgemeester en wethouder Rombach. Toen dezen zich aan het publick vertoonden be gon het orkest het Wien Neerlandsch Bloed te spelen, dat staande door alle menschap pen werd aangehoord. Toen klonk een luid en hartelijk applaus door de zaal. Hedenavond wordt voor de andere helft van de bemanning de voorstelling van „De Sabijnsche Maagdenroof" herhaald. „De Zeven Provinciën." Donderdag middag is tc Amsterdam het pantserschip „De Zeven Provinciën" op plechtige wijze in dienst gesteld. De manschappen werden voor den boeg gefloten, waarop overste Rambon- net, hoofd van het vak van uitrusting, hel schip op de gebruikelijke wijze aan den commandant-kolonel Bauduin, overdroeg. Deze hield hierop een toespraak tot de ver zamelde manschappen, waarin hij er op wees dat het nieuwe schip een roemrijken naam draagt, waarvan hij hoopte, dat eer zal wor den aangedaan. Voorts wekte hij de man schappen op hun plicht tc doen, aangezien het niet mogelijk is goed te dienen zonder een goeden geest onder dc manschappen. Hel pantserdekscliip „De Zeven Provin ciën" is het grootste schip van onze oorlogs vloot. Het meet 6500 ton, heeft twee schoor- sleenen en twee schroeven, en loopt 16 mijl per uur. liet is aan de waterlijn van een pantsergordel voorzien. De bewapening beslaat uit twee snelvuur kanonnen van 28 c.M., vier van 15 c. M., al les in torens. Verder tien snelvuurkanonnen semiaulomatisch van 1\ c.M. De bemanning beslaat uit plm. 450 man, passagiers mede- gerekend. Eerst 25 October echter zal die op volle sterkte zijn, daar een deel der be manning nog op de schepen vertoeft, die aan dc manoeuvres deelnemen. Het schip is, naar men weet, voor Indië bestemd cn zal vermoedelijk half November naar zee vertrekken. '—Een adres van postzegel verzamelaars. Door het bestuur van de Nederlandsche Vereeniging van Postzegel verzamelaars is een request verzonden aan H. M. dc Koningin, waarin herinnerd wordt aan het feit, dat den 14en Juli 1910, zonder dat zulks vooraf op ecnigerlei wijze ter ken nis van het publiek was gebracht, in gebruik werd gesteld een portzegel van 3 cent, over drukt op dat van één gulden, en dat dit zegel reeds den lGen Juli daaraanvolgende werd vervangen, door het definitieve nieuwe port zegel van 3 cent, in het type der uitgifte 1894/96. Het adres zegt: dat uit deze spoedige vervanging van het provisoriuin valt af te leiden, dal de oplage daarvan niet zeer groot kan geweest zijn; dat de uitgifte van dit provisoriüm, gezien de wijze, waarop men zich lot dusverre be hielp om een strafport van 3 cent te heffen (2J- -l- 3 x 1, 2 x li cent) niet zoo drin gend noodzakelijk le achten was, dal ieder ander dan de postambtenaren van die uitgifte onkundig moest blijven: dat het Koninkrijk der Nederlanden zich. door dergelijke uitgiften in het leven te roe pen, op één lijn stelt met die Staten, welke uit het doen overdrukken van verouderde of juist uitgegeven zegels een bron van inkom sten trekken; dat daardoor de goede naam, welke ons vaderland, over dc gehcele wereld, op phila- lelistisch gebied, bij alle bona fide verzame laars geniet, in ernstig miscrediel zou kun nen worden gebracht. Adressant verzoekt daarom II. M. de Ko ningin te willen voorschrijven, dat nieuwe uitgiften, hetzij definitieve, hetzij proviso rische, tijdig te voren ter kennis van het pu bliek zullen worden gebracht, cn dat zij ge- ruimen tijd en in grooten getale, op alle kan toren verkrijgbaar zullen worden gesteld. Bij Koninklijk besluit is aan mejuffrouw M. Clostcrmann, geboren te Dorlmond (Duitschlund), vergunning verleend tot het geven van lager onderwijs, mits zij overigens aan de daartoe bij de wet gevorderde ver- eischlcn voldoe. B o ekbeo or deeling. Een van Jobs geslacht, door E. Giran, met toestemming van den schrijver vertaald door Jctskc Fabcr, met een woord ter inleiding door Prof. Dr. H. Oorl uitg. A. H. Adriani tc l.eidcn. Het oude Jobspoëem in nieuwen vorm gebracht, beantwoordend aan en ingericht naar de behoeften van onzen tijd. Een boekje, dat, aantrekkelijk van vorm zoowel als van inhoud, vele lezers moge vin den. S t r a a t p r e d i k i n g door I. Esser, met levensbericht van den schrijver door diens oudsten zoon, met portretten cn facsimile uitg. Hollandia- Drukkerij te Baarn. Dat zoo'n boekje een vijfden druk beleeft, behoeft nie't te verwonderen. Het had ook als titel kunnen hebben„Een en ander uil liet leven van een straatprediker." En dat „een en ander" laat zich op meer dan ééne bladzijde met aandacht en belangstelling lezen, aardige trek ken komen er in dit boek voor, die tot overden king en tot leering kunnen strekken. De Weg der Menschheid, bijeenverza meld door Conrad-Alberti en in 't Nederl. overge bracht door Dr. A. Halbersladt uitg. C. J. J. Dalmeijer te Amsterdam. Een belangrijke onder neming acht ik deze uitgave, die in vijf kloeke deelen (elk 300 pag.) een geill. wereld-, littera tuur- en beschavingsgeschiedenis wil geven. De prijs is twee gulden per deel. Het eerste deel liep over de historie der ouden Van Osiris tot Paulus, het nu verschenen tweede deel van Homeros tot Juvtnalis, d. w. z. uit deze tijdperken zijn dc merk waardigste letterkundige overblijfselen hier bijeen gebracht, waardoor de lezer een blik slaat op den ontwikkelingsgang der menschheid in die eeuwen. De schrijver koos met kennis, met smaak wat die nen kon voor zijn doel, n.l. in zelfstandige, onver korte stukken litteratuur een kuituurgeschiedenis te geven, verhaald door de schrijvers der opvolgende tijden, wier woorden hij weergeeft. Deel I en II handelt over den vóór-christelijken tijd, eerst wor den wij naar het Oosten, daarna naar het Westen verplaatst. Volgen nog dc behandeling van het Christendom, de Islam, de Kerkhervorming. Het geheel zal geacht kunnen worden een standaard werk te zijn, dat men gaarne in zijn' boekenkast heeft om, wanneer noodig, te kunnen naslaan. Is God dood? Een titel, die al aanstonds de aandacht trekt en voor ieder, die niet onbekend is met de materialistiscue wereldbeschouwing van velen in de laatste tijden en ook in onzen tijd, ge- noegzam aanduidt, welke bedoeling de schrijver met dit, en de twee nog te volgen geschriften van eenzelfden omvang, lieefl. „Mogen wij nog aan God gelooven?" vraagt Dr. E. Dennert, Duitsch natuurkundige, wiens door hem uitgegeven drietal lezingen ons achtereenvolgens zullen voorgelegd worden. Eeij poging waagt hij om weg te ruimen steeuen des aanstoots, die het moderne denken den naar God zoekende van onzen tijd in den weg wil leggen. Ik verheug mij over 't verschijnen van zulke geschriften, die dwalcnden voorlichten willen. Zijn de natuuronderzoekers onge- 1 o o v i g e n door denzelfden schrijver geschreven en als het vorige uitgegeven door de Hollandia- Drukkerij te Baarn. Als antwoord op Ilaeckel's Weltratsel geldt dit boekje, waarmee de schrijver hem een zijner voorgewende rugstcunsels ontneemt, n.l. het door hem beweerde atheïsme en materia lisme der groote natuuronderzoekers. Groote Denkers, door Julius de Boer. In deze bekende serie uitgegeven door zooevengenoem- dc maatschappij, behandelt thans dr. Julius de Boer Baco Van Verulam. In Pro en Contra (zelfde uitgcversmaatsch.) bepleiten dr. Zuidema cn Rudelsheim het voor en legen van een Verbond met België, een actueel onderwerp. Afzonderlijke Scholen voor Meer- begaafde Leerlingen, door dr. H. Can- r.egieter Tz. (no. 4 van de 2de serie van Paedagogi- sche Vlugschriften, uitgave Hollandia-Drukkerij te Baarn. De schrijver, lecraar aan het stedelijk gym nasium le 's-Qravenhage, wijst hier op een mis stand in zake hel onderwijs cn wijst den weg ter opheffing er van, opdat dc meerbegaafden niet lan ger de dupe zijn van de middelmatigen en dezen op hun beurt niet lijden door eerstgenoemden. liet h o m o e o p a t h i s c h d i e tno. 12 der Homoeopath. Bibliotheek, uitg. La Rivière en Voorhoeve te Zwolle. In deze bladz. handelt Dr. Voorhoeve over dieet in 't algemeen en geeft ver schillende leefregels, wat de voeding betreft, in acht le nemen door lijders aan de meest voorko mende ziekten en kwalen. T ijd s c h r i f t e n. De Wachter, stemmen uit de Ev. Luth. Kerk, red. D. Drijver, uitg. J. Clausen te Amsterdam. De Oct.-aflevering bevat een hoofdart. „Ilerfstgedach- ten", naar aanleiding van Ruth I 20, 21, terwijl Junod over Verhuisbiljctten en Lidmaatschap han delt, een stuk, dat vervolgd wordt en een niet onbelangrijke zaak bespreekt. ToXopeös eindelijk deelt een cn ander meê over het Ontstaan van het Christendom uit Grieksche wijsheid, Joodsche vroomheid, het Hellenisme (beider combinatie). Verder de gewone rubrieken. De Natuur, populair, geillustreerd maand schrift, gewijd aan dc natuurkundige wetenschappen cn hare toepassingen, onder red. van dr. Z. P. Bournan, uitg. J. G. Broese te Utrecht. De laatste afl. handelt achtereenvolgens over De Roos, Repro ductie Techniek, Bliksemafleiders in de Oudheid, Ontginning van zwavclmijnen, Drogen van planten, Toepassing van lage temperatuur van vloeibaar koolzuur in de geneeskunde (bij tuberculeuse zweer enz.), Een nieuw telefoonrelais, Gnomonica (nadere beschouwing der zonnewijzers), Suikerfabricage, cn de Gewone Rubrieken. Veel en velerlei wetens waardigs wordt hier met kennis van zaken be handeld. Den Gulden Winckel, maandschrift voor de boekenvrienden in Groot Nederland, uitg. Hol landia-Drukkerij te Baarn. De laatste afl. bevat o. a.: Bij Johan De Meester, Richard Schaukel, De „Pampiere Wereld" van Jan Hermanszn. Krul (uitg. 1644). Voorts de gewone rubrieken. Holland Express, red. G. v. Hulzen, uitg. C. Geleijns te Rotterdam. De laatste afl. bevat een stuk over Nationale Tuchteloosheid en voorts be schrijvingen met foto's van Rouaan, de Semois en de grot van Han, een stuk over de Luchtvaart, een Spotlied op Vliegsport (de allerhoogste sport!), Parijsche boulevard krabbels, enz. enz. De Vrouw en haar huis, redactrice Elis. M. Rogge, uitg. van Holkema Warendorf te Amsterdam. Dc Oct.-afl. bevat onder meer de voort zetting van de bespreking over Vrouwenwerk te Brussel, met foto's van kantwerksters aan den ar beid, meisjes in de huishoudschool, batikwerk, hout snijwerk, enz. Verder een bespreking van het laat ste werk van Corn, van Oosterzee en een woord van Marcel Prevost over dameshandwerken. Voorts een art. over vergiftige paddestoelen en voortzet ting van „Moederplichten." Voorts de gewone ru brieken. Nieuw Vrouwenleven, red. uitg. Daisy Juuius te Heelsum. De Oct.-afl. geeft een en ander over 't Congres te Maastricht, aardige en gepaste opmerkingen of „nootjes", de Tentoonstelling te Brussel. Onder Cosmopolitische Caramels stukken over „Liefde en Huwelijk", Tapijten, bet Bizonder jaar 1910 en onder Rubriek voor llceren over Es kimo Brieven, een wetenswaardig stukje, waarop wij de vervolgen gaarne tegemoet zien. Voor 't Jonge Volkje, Kinder wereld en Voor de Kinderkamer, de drie tijdschriftjes voor de jeugd, naar opvol genden leeftijd, onder red. van SS. Abramsz, uitg. P. v. Bclkum Az. te Zutfen. In den goeden toon geschreven, aardig geillustreerd en als hij voegsel bij 't eerste van het drietal de eerste afl. van Brchm's Leven der Dieren. De llollandsche Lelie, red. A. de Savomin Lobman, uitg. L. J. Veen te Amersfoort. In dc laatste afleveringen o. a. een stuk tegen het Groenloopen, zooals het nu geschiedt, en een ander over Schopenhauer en over Madame Blavatsky. Dan: voortzelling van „Uit Christelijke Kringen" en „Onder de Rendieren." Het Leven, red. F. v. Erlcvoordt, bureau van uitgave Keizersgracht 285. De laatste afl. werd mij niet toegezonden, in de vorigen o. a. een en ander over het bezoek van het Belgisch Konings paar, Jan Feith, de onderstreepte Handelsblad- ledacteur, de Speelhuiskwestie le 's-Gravenhage, de opening der SStaten-Gen., Louis Bouwmeester enz., alles met overvloed van illustraties. Buitenleven, red. K. Sideriusuitg. M. Olivier te Amsterdam. De laatste afl. handelen over Kamerplanten. Bevruchting, Bladplanten voor dc kamer, Carbolincum bij vruchtboomen, Kunstmest iu den tuin, enz. Wereldvrede, Christel., maatscli. maand blad. uitg. P. D. Veen te Amersfoort, no. 22 van den 2den jaarg. bevatSchijnbaar willen van God, Hoever Staan wij van elkander Dc Kerk en haar sociale roeping. F. W. DRIJVER. H.A.NZEA. T EN. 63 DOOB RUDOLF HERZOG. „Maar ik heb nergens spijt over te gevoe len. Als gij den zoon niet waart, zou ik dat nader kunnen verklaren. Maar aan den zóón kan ik dat niet." „Dan is hot goed," antwoordde Robert Twersten kalmer. „Men weet, dat men den dood tegemoet gaat en dan komtnog eenmaal de be geerte naar bet leven De eerste officier legde zijn hoofddeksel op de tafel. Regelmatig sloeg het water van de haven tegen het poortje van de hut en even regelmatig klonken de voetstappen van de schildwachten op dek. Ander geluid werd niet gehoord. „Als gij soms wilt gaan rusten," hernam Robert Twersten, „ik zal hier wel in den stoel gaan liggen." Zonder te antwoorden, strekte de officier zich op zijn veldbed uit. Maar zijn oogen bleven naar .het dek staren. Toen volgden zijn blikken langzaam een straal van het maan licht, en bleven dit volgen door het smalle poortje naar buiten, naar een punt in de verte Dc een kon dc ademhaling van den ander liooren. In die kwellende stilte verstreek de nacht. Altijd die zelfde ademhaling, het klotsen van het water tegen hel poortje en de tred van de schildwachten. Zou dit nooit ophouden? „Als ik sterf Wie sprak daar in de stilte? „Als ik sterf, dan weet ik, dat 't zoo zijn moet. Maar het leven met zulk een bekro ning besluiten, wat wil ik meer? Van mijn jeugd af heb ik geen ander tehuis gehad dan de scheepsplank, waarop ik stond. In een oud paleis, ergens in Barcelona, woont wat zich mijn familie noemt. Om dagelijks op den Corso le kunnen rijden, lijden zij thuis honger en kleeden zich in huis armoediger dan de dienstboden om hun goede kleeren te kunnen sparen om uil te gaan. Uiterlijk de glans van de wereld, innerlijk niets als ontbering. Dal is ook mijn erfdeel geweest. Altijd honger altijd hongerDe zee moest dien stillen cn dc weelderige kusten deden hem slechts toenemen. Ik was nog nagenoeg een jongen, toen ik mij in den dienst begroef om geen lokkende slem te hooren. Altijd diienst, altijd dienst... Maar wat helpt dat tegen een brandend verlangen? Als ik mij doodmoe op mijn bed wierp, was het ver langen daar, hrandender dan ooit, Dan schemerde hel oude paleis in Barcelona in zijn lang vervlogen schoonheid voor mijn verbeelding en een rijk versierd leven lachte mij in alle vertrekken tegen. Op dc tafels geurden rozen, fonkelde het zilverbedien den liepen trap op trap af en in dc stallen stonden snuivende paarden. Hot schoonste, echter, dat het verlangen zich in verbeelding tooverde waren dc vrouwende vrou wen, met den staalblauwcn glans over de lokken, met hel blanke voorhoofd en de pur peren lippen, mett zacht rui sclien de gewa den, die de slanke leden omhulden, met de fijngevonnde handen en voeten. De vrou wen, die slechts geschapen zijn als kronen voor hen, die als vorsten van het leven ge nieten, en onbereikbaar zijn voor de honge rende knechten. De vrouwen, zooals ik ze begeerde. En ik leerde van haar, welke wenschcn zij bij zich omdroegen, wat haar deed opzien met smachtende oogen en wat haar met sprookjes vervulde ziel er toe bracht vermomde prinsen en helden te zoe ken. Toen legde ik mijzelf het zwijgen op mijn gezicht verstarde en slechts mijn oogen spraken van de onuitputtelijke rijkdommen, waarloc een vrouw slechts den sleutel zou hebben. Velen hebben hel beproefd de schat kamers tc openen, waarin zich niets anders bevond als een aan banden gelegde lcvens- rocs, die opsprong als een tijger, wanneer deze bemerkt dal de deuren opengaan. Zoo was het gisteren, zoo was het voor weken, voor jaren. En altijd zonder inspanning en daardoor zonder waarde. Maar heden heden was 't iets kostbaars, waarvoor de hoogste prijs verlangd werd. Ik moest dus ook waarde bezitten, daar ik dien prijs be talen kon. En de vrouw, welke die waarde schiep, heeft mij in het aangezicht van den strijd, die de dood zal zijn, het geluk ge bracht, waarnaar ik zoo vurig verlangde. Al het heerlijke het mijne te noemen, waar van het voorvaderlijk paleis alleen uit het verleden sprak. Alles te bezitten wat in de jeugd mijn tehuis mij slechts voorgelogen heelt. Iemand te zijn, die de grootste reke ning kan betalen, omdat al zijn begeerten zijn bevredigd. En dat alles zie ik nu vaag, in verbeelding Mocht ik sterven, mijn verlangen is be vredigd." Ilct eerste daglicht drong door de luiken. Schemerend daagde dc Zondagmorgen. Nog altijd hoorde men den gtflijkmaligen rhyth- nius in den tred van den schildwacht op het dek. De adem van beide mannen vloeide in een in de kleine hut en de hartstochten we ken terug, want beiden voelden, dat een Derde tusschen hen stond, die een van hen zocht met zijn glanslooze oogen. En beiden hadden voor Hem een lach op het gezicht. Plotseling werd een klok geluid. De offi cier sprong overeind en schudde de spoken van den nacht van zich af. Robert Twersten richtte zich thans eveneens op en zag hem aan. Ook hij hein was de herinnering weer wakker geworden. „Ge hebt nog een minuut om te kiezen," zeide de officier kortaf. „Daarin vergist ge u," antwoordde Robert Twersten. „Ook gij hebt geen keus meer." „Wal bedoelt ge?" „Gij' gaat den strijd tegemoet -~ hetzij als onteerde of als een man. Daar geef ik u mijn woord op." De officier greep naar zijn pet. „Ge zijl gast van het schip, voor zoover het bescher mingen gastvrijheid kan verleenen. Tot weerziens Aan dek klonken dc fluitsignalen. In alle ruimten van het schip plantten zij zich voort. Verward geraas, getrappel van haastige voetstappen, geschuifel en geratel, comman doroepen en daarna weer stilte. Eindelijk, als verademing, het gewone geluid van het dagelijksche werk. De Ilamburgsche schepen, die als kolen- en proviandschepen (lc vloot zouden volgen, moesten achtergelaten worden. Zij hadden noch kolen, noch proviand kunnen innemen. Santiago had niets meer om te geven als zijn nieuwsgierigheid. Hoofd aan hoofd stond dc bevolking, in afwachting van de zenuw- prikkelende looncelen aan de haven. Op de „Infauta Maria Teresa" werd een sein gcheschen. ,De bewegingen van den admiraal vol gen," luidde het bevel. Nu gleed dc „Yiscaya" in het schuimende kielwater. Achter haai-, op korte afstanden, dc „Christobal Colon" en de „Almirante Oquendo." Twee nieuwe torpedobootvernie- lers sloten zich Dij dc schepen aan. Stil, zonder het minste gedruisch, voer het eskader door den nauwen pas, welks krom mingen het aan het oog van den vijand ont trokken. Ieder voelde in ademloozc spanning het hart in de keel kloppen. De stoomspanning in de ketels was tot het hoogste opgevoerd. „V olie krach t!" Als een wervelwind stormden de Spaansclic schepen uit den ingang, door het blokkade- eskader der Amerikanen heen, terwijl zij naar alle zijden vuurden, en met inspanning van alle krachten beproefden dc open zee tc bereiken. Dc Amerikanen waren verrast. Zij hielden op Zondag inspectie cn hun sche pen hadden slechts kleine vuren. Maar blik semsnel hadden zij stoom opgestookt en don derend antwoordden hun kanonnen. Een wild opbruisend hoera de jacht was be gonnen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1