BINNENLAND.
nisteric van oorlog en marine Veniselos,
binnenlandsche zaken Hepoules, justitie Di-
mitri kaponess, financiën Coromilas, onder
wijs Alexandrie. Callergis behoudt de porte
feuille van buitenlandsche zaken.
Athene, 1 8 O c t. Callergis weigert de
portefeuille van buitenlandsche zaken, Ri-
narchi zal benoemd worden tot minister van
handel.
Over het besluit van Koning George om aan
Veniselos dc samenstelling van een nieuw
ministerie op te dragen, wordt bericht, dat
hevige aanvallen in de pers op den voorzitter
van de Kamer llasslin als vertegenwoordi
ger van de oude partijen en ontstemming van
liet volk hierover invloed hebben uitgeoefe.nl
op dit besluit. Veniselos nam de opdracht
voorwaardelijk aan; hij behield zich een on
derzoek van den parlementairen toestand
voor en zal met dat doel overleg plegen met
de oude partijleiders en de nieuwe partij-
groepen over hunne houding tegenover zijr.e
regeering. De protesten en dreigementen van
Turksche bladen tegen het kabinet-Veniselos
worden door de Atheensche pers algemeen als
onbehoorlijke inmenging in de binnenland
sche aangelegenheden van Griekenland afge
wezen.
Deze protesten zijn in bijzonder scherpen
vorm uitgedrukt in de te Konstantinopel ver
schijnende Tanin, die het eventueel optreden
van een kabinet-Veniselos kenschetst als eenc
verstoring van de in de laatste dagen verbe
urde Grieksch-Turkschc betrekkingen, omdat
Veniselos naar Turksch recht een „uitgewor
pen Turkscli onderdaan" is, met wien de Por
te natuurlijk niet in betrekking kan treden.
Daarom wordt onder die omstandigheden de
terugroeping van den Turkschen gezant uit
Athene en het afbreken van de diplomatieke
betrekkingen in uitzicht gesteld.
Egypte.
Cairo, 1 8 O c t. Een groot aantal beamb
ten bij.de spoorwegen van de staatsspoorwe
gen in boven-Egyptc staakten. Zij vragen
salarisverhooging.
De stakers verhinderden den treinenloop;
de staking strekt zicli ook uit tot de werven
en tot den spoorweg Boulac—Cairo, benevens
tot een gedeelte van Beneden-Egypte. De
Egyptische troepen bewaken de werven te
Boulac.
Cairo, 18 Oct. Groöte opgewondenheid
heerscht onder het personeel dor spoorwe
gen. De politie werd ontvangen met een
hagelbui van steehen. Verschillende werklie
den werden gewond, liet Egyptische leger en
het bezettingsleger zijn geconsigneerd. De
oorzaken van de staking zijn onbekend.
Cairo, 18 Oct. Bij de spoorwegstaking
zijn alleen betrokken de personen, die wer
ken in de werkplaatsen te Boclak; zij ver
hinderden het vertrek van locomotieven naar
Opper-Egyptc. De stakers vielen de directie
van de spoorwegen en andere autoriteiten
aan. De politie deed charges tegen de sta
kers, van wie verscheidene zijn gevangen ge
nomen. De algemeene gemeenschap is niet
onderbroken. Men gelooft algemeen, dat dc
stakers door vreemden invloed zijn opgeruid.
De menschen hebben geen enkele werkelijke
grief.
Tweede t e 1 e g r a m. De staking is ge
ëindigd.
Britsch-Indlë.
De onderkoning lord Minto heeft op een
feestmaal, dat hem tot afscheid werd gege
ven verklaard, dat dc oproerige beweging
geenszins heeft opgehouden en men ook nog
verdere politieke misdrijven zal beleven. In
dien het echter opnieuw tol daden van ge
weld mocht komen,, dan moet men dit niet
beschouwen als karakteristieke aanwijzingen
voor den algcmecncn toestand in Indië. De
mist begint op te trekken en dc zon begint
weer te schijnen, Hij gelooft bepaald, dat de
regeering den slag gewonnen heeft.
Ihiareutegcn geeft de toestand aan de
grens tot eenige ongerustheid aanleiding. Al
zijn er gcenc nieuwe vijandige daden van dc
zijde der stammen bericht, dc laatste tijdin
gen luiden, dat de grensstammen bijeenkom
sten houden tot bespreking van de ernstige
verliezen, die zij hebben geleden door de sta
king van den handel in wapenen. Men ge
looft, dat zij schadevergoeding voor hunne
verliezen zullen vragen, en tot vijandelijkhe
den zullen overgaan, als aan hunne wcnschen
niet wordt tegemoet gekomen. Een bericht
gever van Reuter zegt, dat men hoopt, dat
wijze raadgevingen 't zullen winnen, maar
er kan volgens de laatste berichten geen twij
fel aan zijn, dut de stemming van dc stam
men bepaald oorlogszuchtig was.
Allerlei.
Brussel, 18 Oct. Nederland krijgt op
de tentoonstelling 103 „grands prix" op de
1183 inzenders. De jury van de schoone kun
sten verleende de gouden medaille aan den
Nederlandschen graveur Bauer; van de 141
Nederlandsche inzenders krijgen 41 beloonin
gen.
De Koning overhandigde persoonlijk dc
medailles van „grand prix" op de tentoon
stelling van schoone kunsten aan de Spaan-
schc, Italiaansche en Nederlandsche kunste
naars.
N e w-Y o r k, 1 8 '0 c t. De New-York Ti
mes heeft een draadloos telegram ontwingen
van den kapitein van de stoomboot Trent,
die bericht, dat hij WelLman en de beman
ning van het bestuurbare luchtschip om 5
uur 's morgens heeft opgenomen. Het lucht
schip is verlaten. De redding werd verricht
op 35,43 graden breedte en 68.18 graden
lengte.
Londen, I 9 O c t. De Daily Telegraph
ontving kort voor middennacht van Wellman
de volgende dépêche, verzonden van het
stoomschip Trent via New-York: Na het pas-
secren van Nantucket Zondagmorgen, legden
wij 140 mijlen af, volgens onze berekening
oostnoordoost afdrijvende zonder motor. In
den namiddag waren wij op 42 noorder
breedte en 67 westerlengte. Hier veranderde
dc wind en werd noordwest; de wind blies
met 30 mijlen in het uur. De America dreef
af met 25 mijlen in het uur; de evenwicht-
houder werkte zwaar en schudde hel schip,
ccnc rollende beweging veroorzakende, die
hot met algeheele vernieling bedreigde. Het
was een vrccsclijke nacht, maar de gehcele
bemanning bleef kalm en zelfs opgeruimd.
Wij waren zeer uitgeput; de een na den an
der sliepen wij in, het ontwaken in den oceaan
verwachtende.
Het vervolg van het verhaal luidt, dat de
evenwichthouder de America deed dalen e i
dreigde dc reddingssloep weg te voeren, die
ons eenig middel tot redding was. Allen kwa
men overeen in het schip te blijven. Wij wier
pen gasoline buiten boord om het schip te
verlichten.
Om 3 uur 's morgens werd bevel gegeven
den motor in werking te brengen om te trach
ten Europa of de Azorcn te bereiken. l)c wind
bleef gunstig, maar veranderde spoedig naar
noordoost. Hel was onmogelijk de Azoren te
bereiken met den verminderden voorraad gas
oline. Kr werd dus besloten de Bermudas te
bereiken. Wij dreven af naar het zuidwesten
ongeveer 15 mijlen in het uur, den motor cn
de gasoline sparende voor eene uiterste po
ging en besloten zijnde hel schip zoo laeg
mogelijk te houden.
Maandagavond wierpen wij nogmaals gas
oline cn een deel van de machines, die be
schadigd waren, over boord om ons in de
lucht te houden gedurende den nacht, die
zeer koud was. Wij stemden toe, dat het on
mogelijk vras ons nog een nacht in de lucht
te houden.
Het groote gevaar was, dat de evenwicht
houder de reddingslocp kon doen breken of
omslaan. Deze sloep werd met moeite onder
een hevigen wind te water gelaten. Heden
morgen vroeg hadden wij de Trent gezien
op een afstand van twee uren. Het was onze
eenige uitkomst de sloep des morgens te wa
ter te laten in plaats van in den nacut als
er geen hulp nabij was.
Deze manoeuvre werd handig uitgevoerd.
Vaniman liet de America tot dicht bij de zee
dalen. Simon stuurde de sloep cn maakte
haar los. De evenwichthouder trof dc sloep
schuin en deed haar bijna omslaan, terwijl
Simon nog aan boord was, maar hij zag dat
alles veilig was voordat hij de America verliet.
Dc America, bevrijd van het gewicht van
de sloep, verhief zich in de lucht en ver
dween weldra in de verte. Men zag het
luchtschip met weinig spijt verloren gaan,
omda' het waarschijnlijk toch geen nut meer
zou hebben kunnen doen. Een groot en ster
ker schip zol gebouwd worden. De zware
evenwichthouder, die de vaart vertraagde,
het schip deed dalen en belette het te stu
ren, was eene noodlottige dwaling. Deze
campagne was eenc proefneming, maar liet
was de moeite waard, dat wij duizend mij
len doorvoeren boven de volle zee.
Sarstedt, 18 0c t. De schacht van de
mijn Siegfried Giesen brandt ten gevolge van
de ontploffing van vergiftige gassen. Twee
mijnwerkers zijn dood, een gewond naar
boven gebracht; dertien zijn nog ingesloten.
Grosgiessen, 18 Oct. Over het on
geluk in de mijn Siegfried wordt nader mede-
decld, dat één arbeider en twee der redders
dood zijn opgehaald; ongeveer twaalf lijken
moeten nog geborgen worden.
Men veronderstelt dat kisten met dyna
miet, dat gebruikt wordt om te schieten, zijn
ontploft. De schacht en de werken in de
mijn hebben, behalve op de plaats waar de
ontploffing plaats had, geen schade geleden.
Havana, 18 Oct. De slonn is gisteren
oni tien uur gaan liggen. De toegebrachte
schade bedraagt millioencn dollars. Duizen
den boeren in de drie oostcrsche provinciën
zijn zonder onderdak. Tengevolge van de
vernieling van den bananen- en den graan
oogst zal het waarschijnlijk noodig zijn hulp
uil het buiteuland te vragen. Een vierkante
mijl van de bebouwde kom van Havana staat
onde rwater. Men denkt, dat dc tabaksoogst
niet meer dan 10 pet. van een normalen oogst
zal bedragen. De suiker heeft minder geleden.
Jacksonville (Florida), 18 Oct.
Het centrum van den orkaan bevindt zich
thans ongeveer in het midden van de Oost
kust van het schiereiland. Verschillende mij
len spoorweg zijn overstroomd of wegge
spoeld. In het laatste telegram van het tele
graafkantoor te Key West wordt bericht, dat
het water het gebouw binnen drong. Er is
geen verlies aan mcnschenlevens. Bericht
wordt, dat de schade aan de vruchtboomen
wordt geraamd op een miilioen dollars.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Vergadering van Dinsdag 18 October.
Geopend 12 uur (nadat om 11J uur geen
voldoend aantal leden aanwezig waren).
Vocdingsgeld voor gehuwde
onderofficieren.
Aan de orde is het wetsontwerp tot ver
hooging van Hoofdstuk VI (Marine) der
Staat&begrooting voor 1910.
Algemeene beschouwingen.
De heer Iiugenhollz constateert, dat
de voorstanders van dit wetsontwerp thans
veel lauwer zijn dan in December 1907, het
geen komt omdat het thans aangeboden
wetsontwerp veel minder geeft dan toen ge
vraagd werd. Er wordt nu geen voedings-
gcld voorgesteld, maar het geven van een
toeslag. De minister van Marine geeft een
voudig geen gevolg aan een door de Kamer
aangenomen motie ten aanzien van dit on
derwerp, precies hetzelfde hetgeen minister
Talma gedaan heeft ten aanzien van de mo
tie betreffende den 10-urigen arbeidsdag. De
minister verkort op die manier dc rechten
der Kamer en maakt misbruik van de positie
der Kamer. Spr. gaat daarna dc wordings
geschiedenis dezer zaak na. Door de gehuw
de onderofficieren werd gevraagd: geef ons
het voedangsgeld, wanneer wij van de voe
ding geen gebruik maken, hetgeen neerkwam
op een salaris-verbetering langs een omweg.
Gelijk de minister het nu voorstelt, wordt
hel eene salaris-verhooging voor een kleine
categorie en worden de gehuwden bevoor
recht boven de ongehuwden. Hier wordt dus
een premie gesteld voor het gehuwd zijn,
hetgeen ontevredenheid zal wekken. Laat de
minister liever het salaris voor allen zoo
danig verhoogen, dat de gehuwden er be
hoorlijk van kunnen leven. De ongehuwden
zullen dan wel is waar de handen wat rui
mer krijgen dan hun gehuwde collega's, maar
mag d a t nu een beletsel zijn? De minister
zegt, dat ook de gehuwde korporaals beter
worden door de voorgestelde salaris-rege
ling, maar Spr. ontkent dit beslist. De sala
rissen van de gehuwde korporaals zijn on
voldoende, vooral als die menschen nog kin
deren hebben, voor wie zij schoolgeld enz.
moeten betalen. De minister beroept er zich
op, dat de mindere schepelingen pas twee
jaren geleden salaris-verhooging hebben ge
kregen, maar was die verhooging nu zóó
enorm, gelet op de tijdsomstandigheden. Spr.
zal echter geen vocdingsgeld vragen voor
gehuwde korporaals en schepelingen. Hij
vraagt eenvoudig salaris-verhooging. En dat
kan geschieden, zonder de begrooting te ver
hoogen, door eenvoudig te bezuinigen op het
materieel. Spr. zal echter, hoewel hij het
wetsontwerp niet kan goedkeuren, er voor
stemmen.
De Minister van Marine (de heer
Wemtholt) kan kort zijn na al hetgeen reeds
over deze zaak gezegd en geschreven is.
Wel degelijk krijgen dc gehuwde onderoffi
cieren hetgeen in de motie gevraagd is. In
de motie is slechts sprake van de gehuwde
onderofficieren cn dus wordt de motie vol
strekt niet ter zijde gelegd; integendeel er
wordt in elk opzicht aan voldaan. Dc heer
Ilugenholtz is van oordeel, dat de korporaals
niet genoeg salaris hebben en zegt dan moet
er maar bezuinigd worden op het materieel.
Zeer gemakkelijk gezegd, maar alles heeft
zijn grens en alles vraagt tegenwoordig om
meer salaris. De minister moet bepaald te
genspreken, dat er aan boord moer dienst
gedaan wordt dan noodig is en dat er meer
personeel aan boord gehouden wordt dan
noodig is. Met allen eerbied voor de kennis
van marinezaken van den heer Ilugenholtz
kan de minister dat toch beter beoordeelen
dan dc heer Ilugenholtz.
Dc heer Ilugenholtz repliceert en
houdt vol dat de minister de motie niet
uitvoert. In de motie wordt gesproken van de
onderofficieren, en bij de marine be-
hooron de korporaals ook tot de onderoffi
cieren. De dienst kan vereenvoudigd worden,
wanneer men maar wil breken met de sleur.
De algemeene beraadslagingen worden ge
sloten en het wetsontwerp daarna zonder
stemming goedgekeurd.
Diverse onderwerpen.
Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi
ging en verhooging van Hoofdstuk VIII der
Staatsbcgrooting voor 1910.
Algemeene beschouwingen.
De heer Duymaervan Twist heeft
bezwaar legen verschillende uitgaven, en wel
tegen die voor de muziek; tegen die voor
den adjudant van den minister van Oorlog;
tegen de splitsing van c^e administratie; te
gen verhooging van salaris van bevelhebbers
der militaire afdeelingen en tegen de instel
ling van een hoofdadministratie voor het
korps maréchaussée.
De algemeene beraadslagingen worden ge
sloten.
Bij art. 22 (reorganisatie der muziekkorp
sen) zegt de lieer Duymaervan Twist,
dat er ontevredenheid heerscht bij de-muziek
korpsen over de bestaande salarasregeling.
Daarna zet Spr. uiteen hoe de Commissie
voor deze aangelegenheid de zaak wenscht
te regelen. Ilaar grondgedachte is opheffing
der tamboers en hoornblazers bij de com-
pagniën infanterie en vervanging door drie
leden van het muziekkorps, om op die ma
nier een fanfarekorps te krijgen. Waarom
heeft de minister die gedachte losgelaten. De
minister nu wil de bestaande organisatie be
houden, maar het subsidiestelsel vervangen
door een soldijregeling. Spr. is tegen de mu
ziekkorpsen gelijk die thans bestaan. Zij die
nen niet tot militaire doeleinden gaan in
oorlogstijd niet meer roede en daarom zou
Spr. ze willen vervangen door fanfarekorp
sen te vormen uit de tegenwoordige tam
boers en hoornblazers en deze moeten uit
sluitend militaire muziek maken voor den
troep. Ieder bataljon kan bij verwezenlijking
van het denkbeeld der commissie een fan
farekorps hebben van 12 man; elk regiment
een korps van 48 muzikanten. Vooral voor de
gedetacheerde bataljons zouden die fanfare
korpsen zeer nuttig en aangenaam zijn. ïlar-
moniemuziek wil Spr. niet van die korpsen
maken
Tenslotte dringt spreker er op aan om mu
zikanten die bezwaar hebben om op Zondag
muziek te maken daarvan vrij te stellen. Spr.
begrijpt niet waarom de minister daartegen
zoo groot bezwaar heeft.. Welke zijn die be
zwaren?
De heer Ter Laan vindt het geheele
Wetsontwerp minder sympathiek. Aan den
eenen kant wordt te veel, aan den anderen
kant te weinig gedaan. De muzikanten ver-
keeren thans in een toestand van ellende.
Een vrouw van een stafmuzikant heeft aan
spr. geschreven, dat zij sedert jaren bedekte
ellende lijdt. Hoe is dat mogelijk? Dat zulke
menschen ellende lijden is mogelijk maar hoe
is het mogelijk, dat die ellende jaren bedekt
kan blijven. Dat begrijpt spr. niet. Hij geeft
toe dat dc muziekkorpsen misschien geujk
de heer Duyraacr van Twist zeide een
weelde korps zijn maar zoo lang men ze
heeft moet er voor gezorgd worden. Wil men
ze opheffen 't is spr. goed, mits men dan
maar zorgt voor dc menschen die jaren dienst
hebben gedaan. Spr. geeft de voorkeur aan
een vast salaris boven subsidie, en onafhan
kelijk van bijverdiensten, mits dat salaris zoo
geregeld worde dat de menschen een fatsoen
lijk bestaan hebben. Dat aan den minister
niet bekend is dat er een onwaardige con
currentie bestaat tusschen militaire- en bur
gerkorpsen begrijpt spr. niet. Dat weet ieder
een en 't is een gevolg van de slechte bezol
diging der militaire muzikanten.
Aan de hand van een Nota van de Alge
meene Nederlandsche Toonkunstenaarsveree-
niging schetst spr. dc onwaardige concurren
tie die er bestaal tusschen burger- en militai
re muziekkorpsen tengevolge van een bespot
telijke loonregeling der militaire muziekkorp
sen. Voorts wijst spr. op dc liooge salarissen
welke sommige militaire kapelmeesters ge
nieten in verhouding tot de muzikanten en
hij dringt aan op maatregelen opdat de
muzikanten het hun toekomende salaris ont
vangen. Verder vraagt hij meer vrijueid voor
de militaire muzikanten buiten dienst, invoe
ring van de nieuwe salarisregeling op 1 Ja
nuari 1911 en betere bezoldiging der staftrom-
petters.
De heer Marchant zal zich niet verzet
ten tegen 's ministers plannen, maar hij komt
op tegen hetgeen de Minister zegt omtrent de
diensten door de militaire muziekkorpsen op
Zondag te verrichten voor burgers. Wanneer
die korpsen uitsluitend voor militaire doel
einden zijn, mag men op Zondag geen dien
sten van hen vergen ten dienste der burgerij.
En voor militaire doeleinden, om den goe
den geest er in te houden, is een fanfarekorps
voldoende. Als de menschen maar blazen
kunnen, is het voldoende. Bovendien gaan de
slafmuziek-korpsen in den regel niet mee met
den troep en bepaalt zich hun dienst tot het
buiten de kom der gemeente brengen van den
troep cn weer van de grens halen bij terug
komst van den marsch. Ook spr. komt op tegen
de onwaardige concurrentie van de militaire
muziekkorpsen met burger muziekkorpsen.
Daarvoor betaalt men uit de schatkist geen
militaire muziekkorpsen. Spr. herinnert aan
voorschriften door den Duilsehen Keizer ge-
gegeven om de concurrentie van de militaire
muziekkorpsen niet die der burgers tegen te
gaan. Op zoo eenvoudig mogelijken voet wil
ook Spr. de militaire harmoniekorpsen door
fanfarekorpsen vervangen. Wil de Minister
dien weg op?
De Minister van Oorlog (de heer
Cool) is erkentelijk voor de spoedige behan
deling van dit ontwerp, waardoor voorzien
zal kunnen worden in de nooden der muzi
kanten en maréchausséès. Wat de muzikan
ten aangaat, is het alleen dc vraag: is de
militaire muziek luxe of niet. Zoo ja, dan
moet men haar afschaffen; zoo neen, dan
moet men de muzikanten een behoorlijk be
staan verschaffen. De Minister acht de mili
taire muziek geen luxe en steil prijs op hel
behoud. Hij gaat vervolgens de denkbeelden
der commissie na en wijst er op, dat de fan
farekorpsen niet voldaan hebben, omdat er bij
onvoldoende verdiensten geen liefhebbers te
krijgen waren.
liet voorstel der commissie is ter zijde ge
legd in de eerste plaats om de groote kosten.
De maatregel zou duur zijn, zonder van vol
doend resultaat verzekerd te zijn. Zelfs bij ce.i
beperkt aantal fanfarekorpsen zou de maat
regel der Commissie f 50.000 meer kosten
dan behoud van de tamboers en hoornblazers.
Bovendien zou bij opheffing der bestaande
muziekkorpsen aan 5 kapelmeesters en een
aantal muzikanten wachtgeld gegeven moete.i
worden. Het bestaande subsidiestelsel vind;
de Minister nadeelig en daarom wil hij hei
vervangen door een vaste soldij-regeling. De
commissie acht daarvoor noodig f 68.000. De
Minister zou dat voorstel dan ook gaarne
overnemen, maar vond de kosten te hoog en
daarom heeft hij het teruggebracht to:
f 39.000, waarmee voldoende in de nooden
kan voorzien worden.
Eenige bijverdienste zal daarbij moeten
'blijven bestaan, maar oneerlijke concurrentie
waarvan de minister een groot tegenstan
der is zal vervallen. De minister waar
deert zeer de opkomst der burgerlijke mu
ziekkorpsen. Ilij heeft geen reden gevonden
om hoogere salarissen voor te stellen; wil de
Kamer dat doen, dan zal de minister er zich
niet tegen verzetten. Dc aandacht blijft geves
tigd op het tegengaan van onedele concur
rentie. Aan de muzikanten kan geen vrijheid
gelalen worden om al of niet op Zondag te
spelen, want hot gevolg daarvan zou zijn on
voldoende bezetting en onbruikbaarheid van
de kapel voor burgers.
De heer Duymaer van Twist. Uit
stekend.
De Minister. Uitstekend, maar dan zou
de bijverdienste vervalen, welke niet gemist
kan worden. Het eenage zou zijn bij aanne
ming aan de muzikanten te vragen of zij be
reid zijn om op Zondag te spelen. Zijn zij
daartoe niet bereid, dan zou men ze niet kun
nen aannemen. De minister is niet bereid de
harmoniekorpsen te vervangen door fanfare
korpsen.
Dc heer Eland vraagt of de voorstanders
van fanfarekorpsen ook het oog hebben op
de muziek van het regiment grenadiers en
.jagers.
De hceren Duymaer van Twist,
Ter Laan en Marchant repliceeren.
De Minister antwoordt, dat hij niet ver
der kan gaan dan h|j heeft voorgesteld, doch
hij wil wel overwegen om de harmoniekorp
sen geleidelijk te doen uitsterven en over te
doen gaan in fanfarekorpsen.
De heer Duymaer van Twist dringt
aan op een bepaalde toezegging in dien
geest. Dc minister moet niet overwegen, maar
zich bereid verklaren.
De heer Marchant stelt alsnu de vol
gende motie voor: Dc Kamer, van oordeel
dat de militaire muziek behoort te bestaan
uit fanfarekorpsen op eenvoudigen voet, gaat
over tot de orde van den dag.
De heer Ter Laan stelt daarna de vol
gende motie voor: De Kamer, van oordeel,
dat bij behoud van het bestaande stelsel ver
dere verhooging van de soldij der militaire
muzikanten noodig is, gaat over tot de orde
van den dag.
Beide moties komen in dadelijke behande
ling.
Dc beraadslaging wordt gesloten en de
motie-Marchant in stemming gebracht.
Die motie wordt aangenomen met 39 tegen
24 stemmen.
Art. 22 wordt daarna zonder stemming aan
genomen.
Daarna komt in stemming de motie-Ter
Laan (daar intrekking niet meer geoorloofd
is) welke verworpen wordt met 53 tegen 8
stemmen.
De heer Thomson stemde voor of te
gen naar verkiezing. (Gelach).
Bij art. 172 (Maréchausséès) juicht de heer
Passtoors toe de vestiging van een bri
gade maréchaussée te Etten. Reeds meer dan
een jaar heeft de bevolking daar de goede
gevolgen ondervonden van de aanwezigheid
van maréchausséès.
Spreker brengt hulde aan het korps maré
chausséès en ook aan de rijksveldwacht. Beide
korpsen bewijzen gewichtige diensten aan
de justitie en verdienen daarom de bijzon
dere zorg en aandacht. De bezoldiging der
maréchausséès laat echter te wenschen over
en daarom zoeken de maréchausséès zoo
spoedig zij kunnen een beter bezoldigde be
trekking. Ook worden de maréchausséès te
veel aan hun eigenlijken politiedienst onttrok
ken. om soldaatje te spelen, waarvan de boos
doeners profiteeren. Voorts dringt spreker
aan op positieverbetering van de officieren
der maréchausséès, daar hun dienst zeer om
vangrijk is, onder anderen wat de admini
stratie betreft, terwijl zij ook een groote finan-
cieele verantwoordelijkheid hebben.
Heden 11 uur voortzetting.
Berichten.
De Staatscourant van Woensdag 19
October beval o. a. de volgende Koninklijke
besluiten:
op verzoek eervol ontslagen als ontvanger
der invoerrechten en accijnzen te Leiden J.
Greidanus;
ontheven van zijn beheer Th. J. Sikkens,
belastingontvanger te Rhoden en is hij tijde
lijk werkzaam gesteld bij het kantoor te
's Gravenhage;
bevorderd tot officier in de Oranje-Nassau-
ordc D. van Iloytcma te Culemborg.
vergunning verleend tot het geven van lager on
derlijs, mits zij overigens aan de daartoe bij de
wet gevorderde vercischten voldoe, aan mejuffrouw
S. B. Velge;
verlof verleend lot het aannemen respectievelijk
van het ridderkruis in de orde van Leopold II, hem
door Z. M. den Koning der Belgen geschonken, en
van het ondcrscheidingsteeken van Officier d'Aca-
démie, hem namens den President door den Minis
ter van Openbaar Onderwijs en Schoone Kunsten
der Fransche Republiek geschonken, aan A. Asscher,
fabrikant, te Amsterdam, en aan Chr. G. van Hou
ten Lzn., chef en beheerend vennoot der firma Van
Nie en Co. tc Mcdan-Deh, wonende te Haarlem;
verlof verleend tot het aannemen van de versier
selen van ridder 4de klasse in de orde van den
Rooden Adelaar, hem door Z. M. den Duitschen
Keizer, Koning van Pruissen, geschonken, aan J. G.
Larive, controleur bij het binncnlandsch bestuur op
de bezittingen buiten Java en Madoera.
Brussel, 1 8 O c t. Z. K. H. Prins Hen
drik bezocht heden de tentoonstelling van
oude kunst en die van nieuwe kunst.
Z. IC. II. de Prins komt heden avond
tegen 9 uur uit Brussel te 's Gravenhage.
Een nieuw eereteeken.
Bij koninklijk besluit is ingesteld een
eereteeken voor belangrijke diensten in- oï
jegens de verccniging het Nederlandsche Koo-
de Kruis bewezen, welk eereteeken den naam
zal dragen van Medaille van het Roode
Kruis.
De medaille van het Roode Kruis zal
zijn van glimmend zilver, cirkelrond, met een
middellijn van 33 m.M., omgeven door een
verheven rand, aan de binnenzijde bezet met
fijne parelpunten. Aan de voorzijde zal zij,
op matten grond, een kruis vertoonen in rood
email, met verheven glimmend zilv. rand
waarvan de armen, den zilv. rand medegere-
kend, een lengte zullen hebben van 23 m.M.
De keerzijde zal, op glimmenden grond,
liet randschrift vertoonen: „Voor trouw en
toewijding en daarbinnen, op het midden
der medaille het jaartal „1867", zijnde het
jaar der instelling van het Nederlandsche
Roode Kruis door wijlen Zijne Majesteit Ko
ning Willem III.
De medaille zal worden gedragen aan een
zilveren Koningskroon met effen rood lint,
ter breedte van 38 m.M.
Het is niet geoorloofd het lint zonder de
medaille te dragen.
De unie-liberalen en de bak
kerswet. De Unie-liberalen, leden der
Tweede Kamer, hield gisteren avond eene
clubvergadering in zake hunne houding ten
aanzien der Bakkerswet.
M a r i n e-p ropaganda. De reclame
in Rotterdam, de klap op de vuurpijl na de
propaganda der manoeuvres, heeft fiasco ge
slagen, aldus schrijft „De Avondpost". Een
groot deel der schepelingen heeft geweigerd
om de vertoon,ing in den schouwburg en het
broodje met bier, ddor de gemeente Rotter
dam aangeboden, te aanvaarden, hoe drin
gend ze ook was aangezocht door den divi-
sie-commandaift.
Diens circulaire luidde aldus:
„Opvarenden! Ik doe een dringend be
roep op u aller weldenkendheid en begrip
van goede vormen, om de buitengewoon
gulle gastvrijheid van de gemeente Rotter
dam niet met beleediging en krenking te be
antwoorden. Bedenk, dat gij de Koninklijke
Marine vertegenwoordigt; dat dat bezoek aan
Rotterdam een officieel karakter draagt; dat
de gemeente Rotterdam haar uiterste best
heeft gedaan om de marine te huldigen en
feestelijk te ontvangen.
Gij hebt dus den goeden naam op te hou
den van het corps. Door aan de beleefde
uitnoodiging der gemeente geen gevolg te ge
ven, beantwoordt gij dus hare goede bedoe
lingen met smaad. Laat u dus niet van de
wijs brengen door verkeerden raad, weest
ronde zeelui, en komt vanavond in grooten
getale op naar de tooneelvoorslelling. Gij
zult 't u niet beklagen.
Minderjarigen en miliciens mogen passa
gieren tot één uur, en zullen dus na afloop
nog tijd genoeg hebben om zich op straat of
in café te vermaken.
Ik reken op u."
GOEDHART,
divisie-commandant,
liet is wel teekenend, dat zoodanige order
nioet worden uitgevaardigd. Zal men nu ein
delijk eens leeren begrijpen, vraagt het
Haagsche blad, dat de slechte geest bij ma
rine en leger dieper oorzaak heeft, die niet
met reclame-artikeltjes is weg te nemen?
Bij beschikking van den minister van
Marine zijn de navolgende plaatsingen enz.
gelast:
met 25 October a.s. aan boord Hr. Ms. „De
Zeven Provinciën": de luitenants ter zee 2e
klasse H. van Nie, en II. J. van der Stad; de
le luitenant der mariniers P. van Werdt; de
officier van gezondheid 2e klasse G. K. Fuchs,
de adelborsten le klasse L. A. C. M. Door
man, P. de Booy, J. T. Stroeve, E. J. Voüte,
F. P. Snethlage, C. Noijen, J. M. Luden, J. W.
D. Kuijl, G. van Reede, J. C. Knegtmans en
J. W. Henny, en de adj.-administrateur J. W.
Goossens.
met 26 October d. a. v. kapitein ter zee J.
F. B. van Dijk, luitenant ter zee le klasse
G. van Hulstijn, geplaatst in de directie der
Marine te Willemsoord; idem 2e klasse: mr.
J. C. Jager, eervol ontheven van het bevel
Wodan en geplaatst aan boord wachtschip
te Willemsoord; idem, idem R. II. Haantjens
aan boord Atjch, idem, idem W. Wijneandts
aan boord Tromp, kapitein der mariniers P.