BIJVOEGSEL Ainersfoortsch Dagblad. Gemeenteraad AMERSFOORT. BIJ HET VAN Vergadering van den gemeentoraad van Dinsdag 8 November 1910, des voormiddags ten half twee uur. Voorzitter de heer burgemeester jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers. Tegenwoordig de heer en: M. L. Celosse en "W. H. Kaïn, wethouders, de heeren II. Kroes, M. R. N. Oosterveen, J. W. Jorissen, A. A. Hamors, A. M. Tromp van Holst, A. II. van Kalken, N. Vela Heyn, C. J. Plomp, W. Salomons, D. Roys, D. Gerritsen, R. G. Rij kens, II. W. van Esveld, en de, secretaris mr. J. G. Stenfert Kroese. Afwezig de heeren S. J. van Duinen en J. C. Rolandus Ilagedoorn. De Voorzitter stelt voor, de notulen van de vorige vergadering vast te stollen. Z. h. s. wordt conform besloten. Ingekomen zijn de navolgende stukken Besluit van de Gedeputeerde Staten van "Utrecht, dd. 31 October 1910, 3e afdeeling, no. 4190/2888, houdende beslissing inzake eene reclame van A. Das, betreffende in komstenbelasting. Voor kennisgeving aangenomen, Eene dankbetuiging van de ambtenaren tor secretarie, van de afdeeling Amersfoort en omstreken van het Nedorlaudsch Onderwij zersgenootschap en van den boschbaas op Birkhoven voor de verbetering der salarissen. Voor kennisgeving aangenomen. Een schrijven van het. college van regenten vau het burgerweeshuis houdende verzoek eene commissie te benoemen tot reglements wijziging. In handen van B. en "W. voor prae-advios. Aan de orde is als eenig punt dor agenda: Voorstellen van Burgemeester en Wethou ders en motie van de leden H. W. van Es veld e. a., betreffende de handelsschool. B. en W. stellen voor in beginsel te be sluiten tot oprichting van eene gemeentelijke handelsschool, behoudens steun van het rijk en de provincie, en aan de vereeniging „Han delsschool voor Amersfoort en omstreken" dit. besluit mede te deelen. De motie van den heer H. W. van Esveld e. a. luidt De Raad der gemeente Amorsfoort, Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake de oprichting eener ge meentelijke handelsschool. Overwegende dat het boven eene gemeente lijke exploitatie in de gegeven omstandighedon de voorkeur verdient eene dergelijke school, althans voorloopig, door eene particuliere ver eeniging te doen exploiteeren. Verklaart zich bereid aan de Vereeniging „Handelsschool voor Amersfoort en omstreken", die zich de oprichting en exploitatie van eene dergelijke school ten doel stelt, onder nader vast te stellen voorwaarden, eene jaarlijksche subsidie tot wederopzeggens te verleenen, en Noodigt Burgemeester en Wethouders uit deze voorwaarden te ontwerpen en ter vast stelling aan don Raad over te leggen. (was get.) H. W. van Esveld. C. J. Plomp. D Gerritsen. N. Veis Heyn. M. R. N. Oosterveen. De Voorzitter. Alvorens over dit punt de gedachtenwissoling begint, wil ik mode- doelen, dat bij B. en W. geen bezwaren be staan tegen de aanneming dezer motie. De heer Gerritsen. Als mede-onder teekenaar der motie wil ik met oen enkel woord releveeren, welke de voornaamste ar gumenten waren die er mij toe leidden aan deze motie den voorkeur te geven boven de voorstellen van B. en W. In de eerste plaats gold voor mij de overweging do weinige be kendheid die de gemeente nog bezit omtrent de behoefte aan handelsonderwijs, zoodat deze eerste stap ra. i. voor haar zou zijn een stap in het duister, zonder eenige zekerheid ten opzichte van de uitkomsten dezer proefneming. In de tweede plaats zal een particuliere on derneming gemakkelijker een eventueel tekort op de exploitatio-rekoning met behulp van rijkssubsidie kunnen dekken dan de gemeente. Mocht de school, in handen van particulieren door ocnigerloi oorzaak worden ontbonden, dan zal bet voor andere particulieren alweder makkelijker zjjn do inrichting over te nemen en voort te zetten, dan dit het geval zou zijn als te eeniger tijd de gemeente zulk een school zon moeten opheffen. Bovendien nog, is voor particulieren gemakkelijker propaganda te maken voor een handelsschool dan voor oen gemeente, voor wie zulk een propaganda uit den aard der zaak moeiljjk is te voeren. Dit waren, mijnhoer de Voorzitter, de hoofdrede nen, die mij er toe leidden deze motie te onderteekenen. De heer van Esveld. In hoofdzaak is door den heer Gerritsen reeds gezegd wat ook ik voornemens was mee te deelen. De zaak is er gemakkelijker op geworden, nu de vereeniging in qunestio zich bereid heeft verklaard de exploitatie van een handelsschool zelf ter hand te nemen en thans van de zijde van B. en W. de verklaring is gevolgd dat er bij hen geen bezwaren bestaan tegen deze motie. Toch zou ik er nog wel een enkel woord voor willen aanvoeren. Ik ben van oordeel, mijnheer de Voorzitter, dat de gemeente slechts dan tot de oprichting van een handels school mag overgaan, als haar de drang naar handelsonderwijs van alle kanten bleek en het derhalve voor haar noodzakelijkheid zou zijn geworden aan dien drang te voldoen. Maar dit nu is tot heden nog niet het geval. In de tweede plaats is. de gemeente niet in staat het bezoeken van de handels school aan to wakkeren, door voor die inrich ting een krachtige propaganda te voeren. Dit middel vindt daarentegen een zeer goede toepassing in handen van particulieren en een vereeniging kan véél beter dan de gemeente het bezoeken eener handelsschool bevorderen. Zij kan vooreerst beginnen dat onderwijs bij de burgerij in te leiden, terwijl het enthousiasme voor een dergelijke school ten slotte zou kunnen uitgaan van en worden onderhouden door het bostuur van de schoolwaarvan mooilijk sprake zou kunnen zijn,, noch van het een als van het ander, als de school het bezit zou zijn van de gemeente. Particulioren zijn op dit alles véél meer aangelegd dan een gemeente. En op die wijze kan hot bestuur het bestaan van zulk een handelsschool reeds verzekeren, nog vóór zij inderdaad is ingericht. "Wij hebben in onze gemeente eenige sprekende voorbeelden van het succes van particuliere ondernemingen. Ik kan daarvoor wijzen op onze Ambachtsschool, door particulieren op gericht, een der beste Ambachtsscholen ge worden uit het geheele land, zóó geroemd en geprezen, dat deze school zelfs de aandacht trekt in het buitenland. De Amersfoortsche Industrieschool werd destijds opgericht onder tegenkanting van het publiek des ondanks werd zij ontwikkeld totdat zij nu oen sieraad is geworden van de gemeente. Ik stel mij voor dat het aldus óók zal gaan met de handelsschool, als zij tot stand wordt gebracht met behulp der gemeente; ik twijfel er niet aan, of ze zal dan ook, dank zij dien steun, worden opgevoerd tot grooten bloei. De Voorzitter. Ik breng dan nu de motie in rondvraag. Bij stemming wordt de motie met algemeen© stemmen aangenomen. De Voorzitter. B. en W. zullen nu binnenkort bij den Raad met voorstellen ko men om deze zaak nailer te regelen. Ik geef thans het woord aan den hoer Veis Heyn die er mij om heeft gevraagd. De heer Veis Heyn. Mijnheer de Voor zitter, het spijt mij, dat ik thans, sprekende over de brandweer, niet denzelfdcn toonaard kan laten hooreu als bij de laatste brand in de Utrechtsche straat, toen er mijnerzijds hulde werd gebracht aan de goede presta ties van de Amersfoortsche brandweer, een hulde, waarmede toen deze vergadering door applaus haar instemming bewees. Hot doet mij leed dat ik ditmaal het tegenovergestelde moet constateeren. Ik moet zeggen dat het optreden van de brandweer bij gelegenheid van don brand bij den heer van Duinen héél veel ie wenschon over heeft gelaten. Zelfs zóóveel, dat ik mij geroepen acht daarop in het openbaar de aandacht te vestigen. Blijk baar was de brandweer vóél te laat gealarmeerd en als gevolg daarvan verscheen zo ook véél te laat op het terrein. Do brandladder, het kostbare instrument dat de gemeento zich heeft aangeschaft, verscheen toen de brand vrijwel was afgeloopen. In de derde plaats was het watergeven van één der spuite i zóó buitenge woon slecht, dat het niet voel anders was dan een bespotting tegenover het publiek. Het was in óén woord zóó onvoldoende, dat hot optreden van de brandweer een scherp woord van kritiek volkomen verdient. Dit alles geeft mij aanleiding aan U te vragen hoe het staat met de voorgenomen reorganisatie van de brand weer. Wat we van die brandweer dezer dagen te aanschouwen hebben gekregen, maakt het m. i. dringend noodig die vraag mot allen na druk te stellen. En daarom zal het mij aan genaam zijn van U te mogon vernemen hoe hot met de plannen tot reorganisatie vau het brand wezen te Amersfoort staat. De heer Rij kens. Mijnhoer de Voorzitter, ik bon van raeening, dat U er zich niet over zult verwonderen, dat ook ik, die uitvoerig heb deelgenomen aan de discussies van de vergadering van 22 Februari, iets wensch te zeggen over don brand van j.l. Zaterdagnacht. Do brand is kwart voor twaalf geconstateerd en het eerste wator is gegeven aan den achter kant om 12 uur 35 min. Dat ligt m. i, aan het geheel onvoldoende wek- en alarmsysteem dat we hier hebben. De politie werd eerst kwart na twaalf vau den brand op de hoogte gesteld, dus toen deze reeds een half uur wooddo. Do nieuwe brandladder is veel to laat op het terrein vau den brand verschenen. Hoe komt dat? Naar mijn meening is het ondoordacht maken van een reglement, niet onschuldig daaraan. Don 6. October jl. is door B eu W. be paald, dat de werklieden van de verschillende spuiten zich bij het uitbreken van brand ter stond hebben te begeven naar de bewaarplaats van den ladder. Een der brandmeesters, die hierbij niet is gehoord, maakt later bezwaar tegen deze regeling en terstond wordt hem door den burgemeester machtiging verleend, dit art. 3 als niet geschreven to beschouwen en hiervan kennis te geven aan den opper-brandmeester on don commandeur van den ladder. Ander personeel is hiervoor niet terstond aange wezen en de overblijvende niet-werklieden, wonen vor verwijderd, Bisschopsweg, Achter Luiaard enz.dat is natuurlijk niet bevor derlijk aan een vlugge bedioning. In de vergadering van 22 Februari is door U, mjjnheer do Voorzitter, het voorstel tot af schaffing van de vrijwillige brandweer door gedreven een dor wethouders heeft toen zelfs gezegd, dat men, den Voorzitter ter wille, het voorstel diondo aan te nemen door U zelf is toen met' fierheid gezegd, dat U de verant woordelijkheid op U naamt. Aan verant woordelijkheidsgevoel ontbreekt het U, als Voorzitter natuurlijk niet, maar als ik nu zie hoe do brandwoor negen maanden later werkt, dan is toch het organiseerend talent zoek. Het is geen Schadenfreude die mij zoo doet spreken, maar ik betreur hot werkeljjk, dat deze brand, door den onvoldoenden toe stand van de brandweer zulk oen omvang heeft gekregen. Mij is door tweo brand meesters verzekerd, dat hot voorhuis hoogst waarschijnlijk bewaard had kunnen blijven, als er aan den voorkant eerder water was ge geven. En dit had gekund als we do vrij willige brandwoer nog hadden gehad, want or stonden tal van vroegere vrijwilligers vóór het perceel, reeds een half uur voor spuit 2 12

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 3