3 Toorstel tot reorganisatie van de brandweer behoeven te doenwelke reorganisatie juist bedoelt de grieven zooveel mogelijk op te heffen. Ik hoop dan ook dat do voorstellen, die B. en W. daaromtrent denken in te dienen, in de gebreken zullen voorzien. De heer Jorissen. Ik vind, mijnheer de voorzitter, dat we toch eerst dienen to wach ten op hetgeen B. en W. den Raad zullen voorstellen. En een commissie hebben we dus niet noodig, omdat binnenkort van B. en W. zal komen, wat men nu van een commissie verlangt. Laten we eerst wachten op de voor stellen van B. en W. Do Voorzitter. Als do Raad liever een commissie wil, dan bestaat daar tegen mjjncr- zijds geen bezwaar. De hoer Plomp. Ik zou nog graag een en ander willen opmerken, mijnheer de voor zitter. Daar net- heb ik gehoord «lat het niet kwaad zou zijn, als we de vrijwillige brand weer in het leven terugriepen. Maar daarvoor bestaan nu toch m. i. in het geheol geen re denen. Nu we de waterleiding-quaestie heb ben opgelost, is er voor een vrijwillige brand weer geen plaats meer in deze gemeente. Met de waterleiding krijgen we een veel kleiner aantal brandweermannen, méér kranen en een stoomspuit. Daarin alléén, ligt al een reden waarom het niet meer noodig is de vrijwillige brandweer terug te verlangen. Hot voorstel van den heer Rij kens om een commissie te benoemen, lijkt mij niet juist. Welk voordeel zal die commissie ons brengen Als do zaak inderdaad niet in orde kwam, dan zou het aanbeveling verdienen door een commissie do zaak te laten voorbereiden of bespoedigen. Maar thans is geen van de twee noodig. B. en W. zijn met de zaak bozig, de afdoening werd echter getraineerd door de quaestie van de drinkwaterleidingnu die is opgelost, zeg gen B. en W. toe, dat er weldra een voorstel hunnerzijds is te wachten. Wat zal een com missie daar nu aan gaan. veranderen Als het voorstel van B. en W. is gekomen en de Raad kan er zicli niet mee veroonigen welnu, dan is het aan den Raad zelf om daarin ver beteringen aan te brengen. De benoeming van een commissie zal het werk van B. cn W. niet bespoedigenintegendeel, wèl hot tegen overgestelde zal er mede worden bereikt. De heer Veis H e ij n. Ik ben het, met hetgeen de heer Plomp daar zooeven op merkte, geheel eens, mijnheer de voorzitter, nu ik gehoord heb dat B. en W. met don meesten spoed de zaak zullen afdoen, is het mij goed. Maar ik kom nog even terug op de quaestie van alarineering. l)e wijze, waarop het personeel gewaarschuwd wordt dat er brand is, is werkelijk geheel onvoldoende. En het is inderdaad hoogst wenschelijk, dat daarin hoe eer hoe beter verandering komt. Het is toch zoo logisch mogelijk, dat- hoe beter de alarmeoring is, hoe grooter en afdoender ook de hulp. Kan de burgemeester mij de toe zegging doen, dat ook in die alarmeering zéér spoedig verbetering zal worden aangebracht De Voorzitter. B. en W. zullen zeker hierin bij de reorganisatie voorzien. Zij zien zelf in, dat de alarmeering niet goed is. De heer Kroes. Ik zou wel willen voor stellen om die quaestie van het alarmeerings- systeem te scheiden van het reorganisatieplan. Hot groote gebrek zit 'm juist in de niet spoedige waarschuwing van het personeel. En het alarm-systeem heelt in. j, absoluut niets te maken met de waterleiding. Het alarraee- rings-systeem is een der voornaamste factoren bij een brandweer. En daarom acht ik den drang naar een spoedige herziening van het thans gebruikelijke systeem véél dringender, dan die naar de reorganisatie van de brand weer in het algemeen. En er zijn ongetwijfeld ongelukken te duchten als de reorganisatie op dat punt niet buitengewoon vlug aan do orde komt. Met een goede waterleiding doet men nog niets als het alarm-systeem niet deugt. Do heer van Esveld. Ik moet voorop stollen, mijnheer de Voorzitter, dat ik zelf niet bij den brand ben tegenwoordig gewoest. Ik heb om er wat van te weton, mijn licht opgestoken in de krant. Ik heb dan gelezen dat te kwart na 12 aan het politiebureau is ge alarmeerd en te 12.36 de eerste spuit ver scheen en water gaf. Ik moet zeggen, dat ik dat zóó vlug vind, dat ik niet weet, wat daar nu tegen aan is te voeren. In Amsterdam, waar ze aan de brandweer alleen méér besteden dan wij aan onze heele begrooting, heeft de brand weer toch óók dikwijls een kwartier noodig om op het terrein van den brand to komen. En als ik dan nog hoor, dat deze felle brand binnen de 2 uur was gebluscht, dan zijn er toch m. i. geen aanmerkingen te maken. De heer Rij kens. „Er is niet gebluscht, de boel is uitgebrand''. De. heer van Esveld. Dat kan niet juist zijn, want de balken lagen er nog na den brand. En als de zaak is uitge brand, kunnen er geen halken over blijven. Ik heb gehoord, dat de brand eigenlijk al om 10 uur werd ontdekt. Men hoeft toen brandlucht geroken, maar niet onderzocht. Was er op dat oogenblik al gewaarschuwd, dan was het niet eens tot brand gekomen. Ik voor mij. zie geen aanleiding om hot be leid van de brandweer zoo te laken. Ikgcof toe, een reorganisatie van de brandweer moe ten we krijgendie is dan ook al door B. en W. toegezegd. Als er n u klachten zijn, dan kunnen we hoogstens zeggen, dat het wen schelijk is, de reorganisatie te bespoedigen, Maar langs dien weg alleen lijkt mij afdoe ning mogelijk. De heer Gerritsen. Ik moet toch nog een enkel woord zeggen, mijnheer de Voor zitter. Uit wat we nu van de brandweer hebben gezien, blijkt ons, dat er geen orde is en geen tucht. Ik heb verder nog gohoord, dat de commissaris van politie aan zijn bureau alle autoriteiten heeftopgeroepen. Was daar nu tijdens den brand do plaats van den politie commissaris De commissaris had bij den brand behooren te zijn en het opbellen van do autoriteiten had hij aan een ondergeschikte knnnon overlaten. Pas drie kwartier later verscheen de commissaris nu op het terrrein van den brand. De Voorzitter. Men heeft op hot bu reau een lijst van alle personen die gewaar schuwd moeten worden. Do heer Gerritsen. Dat is dan ook héél netjes gedaan. Door den commissaris zélf nog wel, die toevallig nog op was. Hij heeft gedaan wat u zeide hcélo lijst af- getclephoneerd. Intusschen deed hij n i e t, wat er gedaan had moeten worden, d. i. naar den brand gaao. Als de boel goed geregeld was, had een ondergeschikt beambte zich belast met het telefoneeren naar de autoriteiten. De Voorzitter. Dat is een quaostio van uitvoering. Do heer Gerritsen. Juist, dat is 't hem ook. De Voorzitter. Dat de commissaris dat ditmaal zélf heeft gedaan, is een gevolg van het feit dat er 's nachts weinig politie personeel op 't bureau is. De commissaris verdient voor het zelf ter hand nemen van een werk dat eigenlijk anderen moesten doen, niet een woord van blaam, doch van appreciatie. De heer Rijkcns. Mijnheer do Voorzitter, ik moet zeggen dat uw lof aan het adres van de brandweer en de woorden van den heer van Esveld mij nóg grootere ongerustheid inboezemen dan waarmee ik ten aanzien van de brandweer hedenmiddag ter vergadering kwam. En ik durf u wèl voorspellen dat de ongerustheid bij de ingezetenen er zoker niet minder op zal worden na heden. Wat nu betreft de aanvaarding eener commissie uit den Raad, uw houding is mij niet zeer duidelijk. Het eene oogenblik zegt u ,'t Is mij goed, ik heb er geen bezwaar tegen" en het volgende moment hoor ik u zeggen„'t Komt mij niet noodig voor, een commissie ljjkt me overbodig." Ik wil u wel verklaren dat ik mij niet kan begrijpen, hoe U nog één nacht rustig kunt slapen, zoolang de toestand bij de brandweer voortduurt dien we nu hebben. Ik begrijp niet, wat u tegen die com missie kunt hebbenWe willen samen met u de reorganisatie regelen en dus ook samen de verantwoordelijkheid dragen. Ik vraag nogmaals wat is daar nu tegen De Voorzitter. Ik herhaal nog eens, ik acht zulk een commissie niet noodig. Maar als de Raad er toe besluit dan is 't mij wol. Do heer Kroes. Het wachten was aan vankelijk op de waterleiding. Die quaestie is nu beslist. Waar het nu op aankomt is de vorbctering van bet alarmsysteem te bespoe digen en dat als onderdeel van de reorgani satie afzonderlijk te behandelen. Do water leiding is nu goed, nu moet ook de alarmeering perfect worden. Wat geven ons alle goede middolen als de alarmeering van het personeel niet deugt. Dan baat het ons immers nóg niets. In andere plaatsen kent men toch óók alarm-signalen. En het zal dus hier heusch niet zoo moeilijk blijken, óók voor Amersfoort zoo'n systeem te regelen. Ik hoor, dat er een jongen is, die den man moet gaan waarschu wen om de klok te luiden. Eer die jongen er is, en eer die weer den klokluider heeft bereikt, verloopt er immers véél te veel tijd. Bij dezen brand schijnt abnormaal laat water te zijn gegeven. Hoe zit dat nu 'i Hoeveel tijd is er verloopen tussehen de alarineering en het present zijn van het materieel op het torrein? Dat zijn allemaal dingen, die ik wel eens zou wenschen te weten. Dc heer R ij k e n s. Een verbinding tus sehen den toren en het politiebureau is al lang aangevraagd door den opper-'orand- meester. Maar men schijnt er niet aan te willen. De hoer Kam.' Ik wil even iets zeggen in verband met de klacht dat er zoo laat water is gegoven. Mij is meêgedeeld, dat hot opzet- stuk van do brandkraanslang aanvankelijk niet goed op de waterleiding was geschroefd, daarom duurdo het zoo lang voor dat er water werd gegoven. Dc heer Kroes. Dan zie ik daarin een aanleiding om aan te dringen op méér excer- coorcn. Er was nu bijna in geen 1 jaar brand geweest. Als al dien tijd de bluschmiddelen onbeproefd blijven dan kunnen allicht slangen vcrwoeren. Do hoer Kam. Den 6. October is er nog inspectie gehouden. Do V o o r z i 11 e r. Ik stel voor het voor stel tot het benoemen eener commissie in stemming te brengen. Do heer Veis H e y n. Mijnheer de Voor zitter, ik heb 't U nu 3 maal gevraagd of U borcid is meo te werken aan een spoedige regeling van het alarmsysteem en de heer Kroes heoft 't U, meen ik, 2 maal gevraagd. Ik wacht nog altoos Uw afdoend antwoord. En daarvan zal mijn stom afhangen, of U be reid is dien spoed te betrachten, al dan niet. De Voorzitter. In een der eerstvol gende vergaderingen van den Raad hopen B. on W. een voorstel betreffende de alarm inrichting te kunnen doen. Er zal dus onzer zijds spoed betracht worden. De heer Hamers. Nu ik dit verneem, mijnheer de Voorzitter, nu zal ik tegen de samenstelling eener commissie stemmen. Want spoed is 't eenige waar 't op aan komt, in zako alarmsysteem. In stemming komt het voorstel-Rjjkens (be noeming eener commissie). Het wordt verworpen met 10 tegen 5 stommen. Vóór stemmen de heereu Ruijs, Rij kens, Oosterveen, Gerritsen en Tromp van Holst. Tegen steramen de heeren Kroes, Plomp, Jorissen, Hamers, Celosse, van Esveld, Kam, van Kalken, Salomons en Veis Hevn. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Electrischc Drukkerij L. E. BOSCII ZOON.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 5