land mei Russische Tsjinovniks (ambtenaren) bij de wel formeel te bekrachtigen en daar door de russificcering en de vernietiging van het zelfstandige bestuur des lands te forcec- ren. Stolypin heeft bij dit wetsontwerp een in haar cynisme zeer karakteristieke memorie van toelichting gevoegd. Middellijk geeft hij n.l. onverbloemd toe, dat het wetsontwerp t en ernstige krenking van Finland's rechten inhoudt, liij beschouwt het als van zelf spre kend, dat geheel Finland zal weigeren aan de wet gehoor le geven. Daarom bevat dit wetsontwerp over de hoofdzaak zelf slechts eenige zeer korte en in zeer algemeene ter men gehouden paragrafen, die in hunne op pervlakkige redactie de kiem bergen van ontelbare verwikkelingen en geschillen en den grootsten willekeur bij de toepassing er van mogelijk maken. De grootste ruimte ne men daarentegen neemt een menigte van hoogst draconische strafbepalingen in, welke op die ambtenaren en particuliere personen zullen worden toegepast, die zich tegen de uitvoering dor wet mochten verzetten. En daarmede nog niet genoeg: daar Stolypin overtuigd is, dat ook de Finsche rechtscolle ges het lijdelijke verzet tegen zijn vernielings werk niet als een misdrijf zullen beschou wen, is de heele rechtsspraak over daden wederspannigheid tegen de \\\t aan de be voegdheid der Finsche wetten onttrokken en aan de Russische rechtbanken in Petersburg opgedragen. Dat is een nieuwe inbreuk op het aan de Finnen gewaarborgde recht, om zich voor eigen rechtscolleges te mogen ver antwoorden. Gelet op het eensgezinde taaie verzet der Finnen, kan men zich voorstellen welke verwikkelingen de uitvoering van deze wet ten gevolge zal hebben. Geen Fin zou zich vrijwillig ter beschikking van een Rus sische rechtbank stellen. En daarom moet dat met geweld kunnen geschieden, waartoe even wel zich geen Finsche politie zou leen en. Daarvoor moet dus Russische politie worden gerequireerd. Daarbij komt echter nog dat* het aantal ambtenaren en personen, die op eene of andere wijze door de toepassing van de wet zouden worden getroffen, legio is. Men heeft hun aantal geschat op 4000 j>or jaar. Afgezien van het onwettige van Stoly- pin's onderneming, is het bovendien zeer twij felachtig of Stolypin werkelijk een dergelijke instelling practisch zal kunnen toepassen. Egypte. P a r ij s, 6 D e c. De minister van koloniën heeft een telegram ontvangen, meldend dat er op 9 November in de omstreken van Tri- gele, de hoofdstad van Massalit, een hevig gevecht heeft plaats gehad tusschen een kolonie tirailleurs, onder beval van luitenant- kolonel Moll, en de veel sterkere vereentgde strijdmacht van de sultans van Massalit en Wadai. De aanval werd krachtig afgeslagen en de vijand sloeg op de vlucht met achterlating van een groot aantal dooden, waaronder sul tan Tadjalim en vele gewonden, o. a. den 6ult;ui van Wadai. Ook de Fransche troepen leden vrij ern stige verliezen. l)e minister heeft om nadere inlichtingen dienaangaande verzocht. Het gerucht loopt, dat luitenant-kolonel Moll, een luitenant en een sergeant ge sneuveld zijn. P a r ij s 7 I) e c. De bladen bevestigen dat kolonel Moll, luitenant Joly en twee andere ofhcicren, benevens twee onderofficieren ge dood zijn bij een gevecht, dat op 9 November te Trigcle plaats had. Volgens Paris Journal zouden de Franschen 300 dooden hebben ge had. De Gaulois zegt, dat dit niet onmoge lijk is. De totale verliezen zouden een duizend tal manschappen beloopen. Vereenlgde Staten. Washington, 6 Dec. Taft's boodr schap aan het Congres beantwoordt aan de verwachting van de handelswereld, n.l. dat zij conservatief en gematigd zou zijn. Zij bevat bijzonder weinig aanbevelingen van nieuwe wetten. Ten aanzien van de anti-trustwetten, waarnaar de handelswereld het meest be nieuwd was, zegt de boodschap „liet schijnt, dat de bestaande wetgeving op de corporaties en die beperking harer za ken gekomen is op een punt, waar wij een poos kunnen stilstaan, ten einde de werking van een gestrenge toepassing der bestaande wetten na te gaan. Indien later de noodzake lijkheid van nieuwe wetten mocht blijken, zullen wij daartoe overgaan; laten wij ech ter tot zoover ten uitvoer brengen wat wij reeds hebben." De boodschap verklaart dat in het afge- loopen jaar de betrekkingen tusschen do Vereenigde Staten en het buitenland zijn blijven berusten op den, grondslag van vriend schap en goede verstandhoudhig. Dan maakt zij melding van de scheids rechterlijke uitspraak in de Newfoundland- sclie visscherij-kwestie, die een einde heeft gemaakt aan een geschil, dat gedurende 90 jaren aanleiding heeft gegeven tot wrijving tusschen beide landen. De uitspraak van het Haagsche hof ten aanzien van Venezuela, is bevredigend uit gevallen. Voorts vermeldt de boodschap, dat de Ne derlandsche rcgcermig op aansporing van dc Vereenigdc Staten, stappen heeft gedaan om het Haagsche Ilof tot Prijzenhof te maken en dat het desbetreffende protocol zonder eenig bezwaar door dc mogendheden is ge- teek end. De stappen om aan het Haagsche Hof dc functies van een nrlwtragcrcchtbank op te dragen, vonden bij de mogendheden zulk een ontvangst, dat de hoop bestaat, da.t heb plan in de naaste toekomst verwezenlijkt zal worden. Ten aanzien van de commissie, aan welke door het congres is opgedragen dc moge lijkheid van beperking der oorlogstoerus tingen te overwegen, verklaarde Taft, dat deze nog wacht op den uitslag van door hem gevraagde inlichtingen nopens deze» zaak bij buitenlandsche regceringen. De boo&chap vermeldt de traktaten, ge sloten met Engeland omtrent grensregeling en de vischvamgst in Canada. Dc voorgestelde aanleg van de lijn Chin- chau-Aaigoen in Mandsjoerije, waartegen Rusland cn Japan bezwaren verklaarden te hebben, is niettemin nog steeds het onder werp van vriendschappelijke onderhand e- Ucvgen tusshen partijen. De staatkunde der Vereenigde Staten Iaat zich in deze alleen leiden door den wensch om Amerikaansch kapitaal aan te wedden tot ontwikkeling van China, tot bevordering der welvaart in dit land, zonder dal de rech ten van China als onafhankelijke mogend heid worden aangetast. Vijftig millioen dollars zijn aan China door Amerikaanselie bankiers voorgeschoten ter verbetering van den geldomloop; een Ameri ka a nsch deskundige zal als adviseur bij de uilvoering optreden. De boodschap weidt uit over de hartelijke betrekkingen met de Lalijnsche staten van Amerika en wijst op de pogingen van een Amerikaanselie bankiersgrocp tot een her stel van het financiewezen van Honduras, dat buitenlandsche crediteuren zal bevredi gen. Taft spreekt de hoop uit, dat Nicaragua weldra de dit land toekomende plaats zal innemen onder de landen, waar de wetten worden geëerbiedigd en waar vooruitgang heerscht. Ter zake van het tarief verklaart de boodschap, dat de geheele financieele wereld instemt met de proclamaties van den presi dent, waarbij minimum-tarieven worden boe- gestaan en verder wijst zij met nadruk op de noodzakelijkheid van de oprichting van Amerikaansche banken in vreemde landen. De begrooting voor het dienstjaar, eindi gende 30 Juni 1912, sluit met een bedrag aan ontvangsten van 630 millioen dollars, zijnde 53 millioen minder dan die in 1911. De be grooting sluit echter niet in de uilgaven voor het Panama-kanaal, die over het dienstjaar 1911 met 20 millioen vermeerderd zijn, waar van 19 millioen v-oor versterkingen. Tegenover de geraamde uitgaaf van 630 millioen staat een geraamde ontvangst van 680 millioen dollars, zoodat vermoedelijk een batig overschot te wachten is van 50 millioen dollars. De begrooting voor het Panamakanaal is 57 millioen dollars, welke som later betaald zal worden door de uitgifte van obligatiën, waarbij er een nadeelig saldo blijft van 7 millioen. De inkomsten uit de tarief wet zijn nooit hooger geweest. Dc- regeering hoopt gedurende de aan staande zitting van liet nieuwe congres de aandacht te vestigen op tarievenlijsten, die verbetering behoeven. De president verzekert, dat het Panama kanaal op 1 Januari 1915 gereed zal zijn en dat de kosten zullen blijven beneden de ra ming van 375 millioen; hij bepleit den bouw van versterkingen en de -heffing van een tol recht van een dollar netto per ton van alle goederen, die het Kanaal passeeren. Verder bepleit de boodschap de invoering van een wet waarbij aan spoorwegmaat schappijen, wier lijnen zich over verschillen de staten uitstrekken, wordt verboden sche pen, die het kanaal bedaren, te bezitten of onder haar bestuur te hebben Wal de landverhuizing betreft verklaart de president zich tegen de pogingen om facili teiten te verkenen voor de toelating van landverhuizers te New-York, wijl daardoor ophooping zou ontstaan. De boodschap bepleit de aanneming van een wet, teneinde de tusschenstaatsehe han delscommissie in staat te stellen tot schat ting van de feitelijke waarde dei; spoorwe gen en dc aanneming van een wet, waarbij aan de spoorwegmaatschappijen wordt toe- geslaan eenigszins hoogere tarieven le vor deren voor het vervoer van goederen, waar voor zij door vrachtbrieven de verantwoor delijkheid op zich nemen, teneinde tegemoet te komen aan den wcnsch van buitenland sche koopers naar gewaarborgde vracht brieven. Allerlei. De Académie des Sciences morales et preliliques" heef» besloten den prijs-Audiffred (15.00U fr.), ingesteld voor daden van toewij ding en zelfopoffering, toe te kennen aan den Parijsohen politieprefect Lépine. In het begeleidend getuigschrift heet het, dal de „Académie" zich verzekerd houdt aan dezen prijs de hoogste waarde toe te ken nen, met de verklaring dat zij dn den persoon van den politieprefect recht bodoelt te laten wedervaren aan de toewijding van allen, die onder zijn bekwame en moedige leiding heb ben gearbeid aan de redding van het over stroomde Parjjs. Lépine, heeft dezen prijs, verdeeld onder zijn ondergeschikten. J a g e r-V 1 a e g e r. Hubert Latham, de bekende Fransche vlie ger, is behalve vlieger een goed jager. Hij heeft gewed om 25,000 franken, dat hij in staat is van zijn Antoinettet uit antilopen, beren en leeuwen te schieten. Latham heeft vroeger veel in Afrika gereisd en was een hartstochtelijk jager en voortreffelijk schut ter. Mon tpellier, 6 Dcc. De Ilérault is huiten hare oevers getreden en heeft de vlak te van Montagnac, Duselas, Hérault, Lezignan en Lapepe geheel en al overstroomd. Antwerpen is dezer dagen het tooneel geweest van een ernstig brand-ongeval. In een werkplaats raakte waarschijnlijk door on voorzichtigheid plotseling een vat met een zeer licht ontvlambare stof in brand. Dc vloeistof verspreidde -zich naar alle kanten, ook over het lichaam van verschillende werk lui, die naar buiten renden, terwijl zij geheel in vuur stonden. Eén van hen is gedood, een viertal anderen zeer ernstig gewond. De toe stand van deze laatsten is echter niet hope loos. Hat spoorwegongeluk te Willesden. Zooals thans vaststaat werden bij de spo^rwegbotsing aan het station Willesden, waarvan wij in onze telegrammen reeds mel ding maakten, 46 personen zwaar gewond, •terwijl één man gedood werd; ongeveer 50 anderen bekwamen mander ernstige verwon dingen. De ooraaak van de ramp is nog niet vastgesteld, men beweert dat de seinen op veilig s'onden. Voor hel station bevindt zich een sterke bocht, die den binnenkomenden machinist be let de overkapping te zien, voordat hQ er dicht bij is. De locaahrein was reeds 8 mi nuter te laat en stond nog steeds voor het per ron te wachten, om den controleurs gelegen heid te bieden de abonnementskaarten te knippen. De wagens waren stampvol, waar men geen zitplaats meer machtig kon wor den, stelde men zich met staanplaatsen te vreden. Plotseling zagen de op het perron zich bevindende personen een sneltrein in volle vaart binnenstuiven, op dezelfde rails als waarop de wachtende trein stond. Eenigen deinsden van schrik achteruit naar de wachtkamer, anderen stonden als vastge nageld aan den grond. Dc sneltrein kon niet worden gestopt botsing was onvermijdelijk. De locomotief vu. in op den achtersten waggon, dn© over vol was van passagiers. Deze en de voor laatste wagen werden bijna totaal aan splin ters gereden. Tusschen het kraken en barsten j van het hout, het geslamp der machines en het lawaai van den ontwijkenden damp 1 mengden zich de hartverscheurende kreten der gewonden. Vele der passagiers, die uit het voorste ge- deelte van den stilslaanden trein gespron- j .gen waren, sloegen als versteend op het per ron het vreeselijke schouwspel gade. Enkele kellnerinnen uit de wachtkamers verleenden moedig hulp aan de ongelukki ge». Deze lagen bekneld tusschen de puin- hoopen, liet bloed kleurde alles rood. De ge wenden werden op tafels gelegd in de wacht kamers, waar ze zoo goed en kwaad als het gir.g werden verbonden. Medegedeeld kan nog worden, dat van den sneltrein geen enkele passagier eenig letsel bekomen heeft. Kameroverzicht Tweede Kamer. De Min. van B u i t e n 1. Zaken zette Dinsdag zijne Vrijdagavond afgebroken rede voort. De minister begon, na onze goed verstand- houdöng met andere mogendheden, ook met België, te hebben aangestipt met de beant woording van het verwijt van den heer Hu genholtz, dat wij onze neutraliteit niet strikt hebben gehandhaafd. De minister herhaalt dat er geen enkele reden was om het bezoek van het Belgische Koningspaar afzonderlijk in de Troonrede te memoreeren. De Minister zinspeelde op de waarschijn lijkheid, dat evenals het Belgische Vorsten paar gedaan heeft, eerlang ook het Engel- sche, benevens de president der Fransche re publiek ons land een bezoek zullen komen brengen. Het Portugeesche oorlogsschip Vasco de Gaha deed in de haven van Tandjong Priok de Portugeesche vlag dalen en heesch een vreemde vlag. Orders werden toen aan 's Gravenhage gevraagd en van daar is geseind het schip nog vier dagen in de haven te laten en het zelfs te vergun nen kolen te laden. Tijdens dat kolenladen is zelfs geseindlaat het schip zoo lang blijven als het wti. Alleen zijn onzerzijds maatregelen genomen om voorbereid te zijn op eventueele gebeurlijkheden. Toen onze order kwam om het schip in de haven te laten was het reeds vertrokken, In welk opzicht is dan aan de neutraliteit te kort gekomen. Wat het kustvoorstel aan gaat vraagt de minister zich af hoe ooit een vreemde mogendheid daarin iets onvriende lijks kan zien. Wij deen voor onze kustver dediging wat onze plicht is en niets abnor maals. Alleen in het samentrekken van troepen of een diergelijken maatregel kan een vreemde mogendheid een onvriendelijke daad zien. Wat de arbeidersquaeslie in Duitschland aangaat (liet Vestigingsverdrag) kan dc Mi nister de verzekering geven, dat onze arbei ders in geen enkel opzicht zijn benadeeld. Met de meeste welwillendheid worden de ar beiders bejegend en de heer Hugenholtz over dreef ook hier. Tn 's Ministers opinie en in die der Regeering ten aanzien van de Rijn tollen is niets veranderd. De Regeering blijft in den vrijen Rijn een levensvoorwaarde voor Nederland zien. Zij blijft vertrouwen stellen in de Duitsche regeering, doch zal in haar standpunt niets veranderen. En waar de heer Patijn den minister wees op de schoone spreuk van onze Militaire Willemsorde: Moed, Beleid en Trouw, daar wenscht de Minister hem de keerzijde te laten zien niet de spreuk Je Maintiendrai. Dat standpunt zal de Regee ring blijven innemen. Gezant te Lissabon. De bedoeling is de post te Lissabon slechts tijdelijk in handen van den gezant te Madrid te laten. De Minis ter meent dat het oogenblik juist goed geko zen is. De Minister wil afwachten wat de Portugeesche regcering wil doen met hare vertegenwoordiging in Den Haag. Universiteit voor Volkenrecht. Het denk beeld door den heer van Karnebeck aange geven, lacht den Minister toe. Er heeft zich verleden weck reeds een comité gevormd van eminente mannen om dat denkbeeld uit le werken. Het Persbureau. De minister heeft zijn plannen dienaangaande definitief opgegeven, omdat de behoefte daaraan minder gebleken is, dan de Minister zich vroeger had voorge steld. Er zijn een massa van die berichten omtrent ons land welke men het beste doel met stilzwijgen voorbij te gaan. Aan onze ge zanten kan gerust worden overgelaten be richten tegen te spreken, welke direct ons Staatsgezag raken. De toon in de Engelsche pers over ons begint reeds te veranderen. Hooi en stroo. Onderhandelingen om trent den invoer daarvan in Engeland zijn nog hangende, doch niet zoo eenvoudig. Er is zoo eindigde de Minister onder de erfenis, welke de Regeering vaa haar voorgangster heeft aanvaard niets waardoor de tegenwoordige Minister van Buitenlandsche Zaken gebonden is om dat gene te doen of na te laten wat in 's lands belang en in dat van het Nederlandsche volk is (Brave's.) De heer Hugenholtz repliceert en stelt ten slotte een motie voor, waarin de Kamer, van oordeel dat de Nederlandsche belangen bij het Vestigingsverdrag betrok ken, niet mogen werden opgeofferd, den Minister van Buitenlandsche Zaken uitnoo- digl het gerezen geschil met Duitschland over art. 1 van dat verdrag aan arbitrage te onderwerpen. Deze motie zal worden gedrukt en later worden behandeld. De heer P a t ij n repliceert en komt nog- maal vrij uitvoerig terug op de Van Hecckeren-zaak en de „driestarren"-ge- schiedenis. Spr. herhaalt zijne beschuldi ging, dat de schrijver van de driestarren in de Standaard van 6 Juli '09 in s t r ij d met 's lands belangen, in hoogst ernstige aangelegenheden on waarheid heeft geschreven, met het oogmerk om den in druk van 'sministers woorden in de Eerste Kamer opzettelijk te vervalschen. (Beweging). Incident. Dc Voorzitter zegt dat de tijd van spreker (10 minuten reeds lang voorbij is. Hevig rumoer in de Kamer. Dc heer Lobman en tal van leden aan de rechterzijde roepen: Stemmen! Stemmen! De Voorzitter is onmachtig de orde te handhaven. Het rumoer wordt steeds hevi ger, zoodat de heer Lobman niet aan het woord kan komen. De heer Lohman, eindelijk aan hét woord komende, zegt zeer heftig dat hij geen voorstel heeft gedaan om te stemmen, maar de heer Patijn, die voorstelde om hem nog 5 minuten aan het woord te laten. De heer Schaper zegt da* er niet ge stemd kan worden over een voorstel om 10. minuten of langer te spreken. Daar staat niets van. in het R. v. O. Men kan zich daar over nu woedend maken, maar 't is zoo. Dc Voorzitter. Verlangt de beer Pa' tijn stemming over zijn voorstel? Weer begint het heftig rumoer en het ge schreeuw stemmen, stemmen. Nadat de rust eindelijk weer is terugge keerd, zegt de heer P a t ij n geen voor stel gedaan te hebben. De heer Lohman trekt zijn voorstel (dat hij gedaan schijnt te hebben om den heer Patijn niet langer te laten -spreken) weer in, en de heer P a t ij n vervolgt zijn rede. Spr. handhaaft zijne beschuldiging te genover den schrijver van de driestarren en dankt den Minister van Buitenl. Zaken voor de onomwonden verklaring door hem afge- k«d. De heer Vanldsinga vraagt het woord voor de tweede maal. De Voorzitter stelt voor den heer van Idsinga het woord te verleenen. Dc heer Lohman. Ik vraag stemming. De heer Troelstra: En dat nog wel een man van zijn eigen fractie. Het voorstel van den voorzitter wordt aangenomen met 39 tegen 19 stemmen. De heer Van Idsinga, hoeveel sympathie ook hebbende voor den Duitschen Keizer, voor het belang van onze Koningin en ons land is een pertinen te verklaring van den Minister nooddg dat de z a a k-V an Heeckeren berus op een misverstand. Zoolang de Minister dat niet verklaart is de zaak de wereld niet uit. Komt z ij noodt tot een einde. De heer Van K a r n e b e e k vraagt het woord. De Voorzitter stelt voor het hem te verleenen. De heer Lohman vraagt stemming. Het voorstel des voorzitters komt in stem ming en wordt aangenomen met 38 tegen 15 stemmen. De heer Van Karnebeek meent dat zij, die zich er thans tegen verzetten dat iemand, hoe kort ook voor de tweede maal het woord voert, bezig zijn het werk te ont wrichten, dat verricht is bij de herziening van he' Reglement van Orde. Hoeveel waardce- ring Spr. ook heeft voor den heer Lohman, kom. het hem voor dat deze thans onbezon nen handelt. De algemeene beschouwingen worden ge sloten. Na de pauze komt dr. Kuyper, die bij het incident heden morgen niet aanwezig was, ter vergadering. Aan de orde is de voortzetting der beraad slaging over Hoofdstuk III (Buitenl. Zaken). Op artikel 6a (jaarwedden gezanten) licht dc heer Hugenholtz een amendement toe, om den post met f 4000 te verminderen, met de bedoeling de aanstelling van een kan selier aan ons gezantsohap te Petersburg niet toe te staan, daar er blijkens het vorige Oranjeboek aan het gezantschap te St. Pe tersburg toch zoo goed als niets te doen is. De Minister vraagt of de heer Hugen holtz zooveel in aanraking met diplomaten is geweest, dat hij gerechtigd is om een zoo verwijtend oordeel over de diplomatie te spreken. Het Oranjeboek is de laatste thermometer om de werkzaamheden van een gezantschap te bcoordeelen. De gezant te Pe tersburg is een zeer arbeidzaam man, die geen hulp zal vragen, als hij die niet hard noodig heeft. De Minister kent den post te Petersburg uit eigen ervaring en weet dat daar zeer veel gewerkt wordt. Wanneer een secretaris van 10—1 en van 2—5 uur op zijn bureau moet zitten, kan hij geen connecties aanknoopen en dc belangen van zijn land niet naar behooren behartigen. De Minister moe* dus aanneming van hel amendement ontra den. Het amendement wordt verworpen met 61 tegen 6 stemmen. Bij artikel 7 B (verblijfsvergoeding consuls) licht de heer Hugenholtz een amende ment toe, strekkende om dit artikel le ver minderen met f 2000. De strekking van dit amendement is niet te bewilligen de voorge stelde verhooging der verblijfsvergoeding van den consul-generaal te Buenos-Aires. De heer De Kanter betoogt, dat met het oog op de uitbreiding onzer handelsbe trekkingen het consulaatwezen onze voort durende aandacht moet trekken. Spr. wijst op België, welk land veel meer doet voor zijn consulaatwezen. Dc heer H u b r e c h t wijst er op, dat de cónsul-generaal te New-York zijn welver diende rust gaat genieten. Dc Minister stelt nu voor daar een beroepsconsul aan te stel len, met f 10,000 voor verblijfsvergoeding en f 10,000 voor dienstuitgaven. Deze regeling komt dus op ruim f 15,000 per jaar meer te staan, dan de thans bestaande regeling. Bo vendien kan veilig worden aangenomen, dat de tc New-York aan te stellen consul binnen of na 5 jaren consul-generaal zal word daar de minister wel geen jong ambtena derwaarts zal zenden, hetgeen alweer tra teinentsverhooging tengevolge zal hebben. In den breedc zet Spr. uiteen, dat dienstuitgaven óók te hoog zijn. De Kamer gaat thans in c' 'leeling- tot het onderzoeken van een a~..iat wetsont werpen. Woensdag 10£ uur voortzetting. Besloten is ook aanstaanden en den da* opvolgenden Zaterdag te vergaderen. Berichten. De Staatscourant van Woensdag 7 De comber bevat o. m. de volgende besluiten: benoemd tol schrijver op jaarloon bij F' nanciën M. H. van Kool en L. Pacetti, beid" te Den Haag; benoemd in den Raad van beroep voor d; pcrsoneele belasting te Zwolle tot lid mr. J van Setten te Zwolle, lot plaatsvervanger, lid mr. H. v. d. Yegte aldaar; te 's Hertoge bosch tot lid II. J. van Eggelen te Heusde en tot plaatsvervangend lid P. Fen,toner va yiissinigen te Helmond; te 's Gravenhage t" lid mr. L. A. Beibau te Delft en tot plaat' vervangend lid J. M. Pijnacker Hordijk t 's Gravenhage; te Alkmaar tot lid J. L. F Groneman te Wieringerwaard, tot plaaisvc vangend lid J. P. Kool Pz. te Alkmaar; benoemd tot voorzitter van den Voog<lijJ raa 1 te Utrecht mr. A. de Graaf, thans li aldaar; op verzoek eervol ontslagen O. baron van Wassenaar, burgemeester van Gorsel; G. van Leeuwen Jr. als- leeraar aan de II. B. S. te Steenwijk; J. F. L. J. A. M. baron van Voorst tot \oorst en Schadewijk als burgemeester vai Delveld; benoemd tot havenmeester in Drcnt* (Iloofdvaart, Kolonievaart en Meppelerdiep) standplaats Assen, G. H. Slot, met eervol ontslag als wijkmeester aan sluis 19 (Zuid ïllemsvaarl) te Oud-Groenhoven, alsaog benoemd lol phalsverr. lid der commissie, die te rekenen v»n 1 Aug. 1910, gedurende Mn jaaj e Groningen belast is mei hel afnemen van de prac. tische examens van arts, dr. C. van Wisseüngh, hooglceraar te Groningen; op "j" verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de Rijks-hoogere burgerschool te Steenwijk, D. van Leeuwen jr.; op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als bur- gemeestcr der gemeente Belfeld, aan J. F. L. J. A. M. baron van Voorst tol Voorst en Schadewijk goedgekeurd, dat aan jhr. E. J. J. S. von'Bön- ninghausen, burgemeester der gemeente Borne, op zijn verzoek, eervol ontslag is verleend als secretaris dier gemeente; vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van de hun door Z. M. den Koning der Belgen verleende onderscheidingen, aan na te noemen personen, zooals achter ieders naam vermeld gepensionneerd vice-admiraal, adjudant in bui tengewonen dienst van II. M. de Koningin, J. II. L. J. baron Sweerts de Landas Wyborgh, grootkruis der orde van de Kroon van België; kapiteins ter zee S. Woldringh, II. A. Schoonho ven en F. Bot, commandeur der orde van de Kroon van België; luitenants ter zee le klasse II. II. O. van Hecking Colenbrander, J. Voogd, R. H. van Meerlant, kapi tein der mariniers J. van Haaften en luitenant ter zee 2de klasse J. A. Brouwer, officier der orde van Leopold II konstabel-majoor G. van den Berg, eeremedaille der orde van Leopold II op zijn verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst verleend, aan den officier van gezondheid der 1ste klasse hij de zeemacht L. D. van Ilengel; pensioen verleend aan Th. Schavier, landmeter van het kadaster, f 1867; J. F. Keiser, controleur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken, f 1447; benoemd bij hel Departement van Financiën tot schrijver op jaarloon, M. H. van Ivooy en L. Cap- petti, beiden te 's-Gravenhage. Z. K. H. de Bri<ns zal Maandagmorgen 12 December, komende van Schwerin, te Den Haag aankomen. Blijkens bij hot dep. van Marine ontvan gen bericht is Hr. Ms. panlserscbip De Ze ven Provinciën, onidier bevel van den kapi tein tar zee F. B au du in, 5 dezer van Las PaJmas vertrokken. Sbct. Blijkens bij het dep. van Marine ontvan gen bericht is Hr. Ms. panrtserdekschip. Utrecht, onder bevel van den kapitein ter zee W. T. de Booy, 4 dezer te Bermuda aan gekomen. Stct. De burgemeester van Den Haag, baron Sweerts, heeft de benoeming tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal aangeno men en zijn geloofsbrieven aan dit college in gezonden. I I u 1 d e b 1 ij k a a n m r. W. baron R e 11. Naar het HbkL verneemt, is dezer dagen door de Vereeniging van Burgemees ters en Secretarissen in Noord-Hottand aan mr. W. baron Röell, oud-lid van het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Hol land, a«ls blijk van sympathie een oorkonde aangeboden. Door baron Röeill, die, zooals men weet, vele jaren als Gedeputeerde de belangen van Noord-Holland heeft behartigd, is dit hulde blijk, hetwelk door hem op hoog en prijs wordt gesteld, dankbaar aanvaard. Met ingang van 1 Januari a.s. zaïl de heer mr. Th. II. de Meester, oud-minister van financiën, thans lid van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal, optreden als poli- tiek hoofdredacteur van „Het Vaderland". Naast iden heer Dc Meester blijft de heer Vain Balen met de hoofdredactie belast. Tot leeraar aan den driejarigen han delscursus van „De Hanze" te Sittard is be noemd de beer N. P. de Wdyer, accountant en leeraar M. O. P. Lo osjes. Na een ziekte van slechts weinige dagen is le Haarlem in den ouderdom van 74 jaar overleden de heer P. Loosjes, oudste firmant van de bekende boekdrukkerij, uitgeverij en boekhandel de Erven Loosjes. Hoewel de overledene zich in het open bare leven weinig bewoog, had hij toch be langrijken invloed door de functies, die hij bekleedde in verschillende Insturen, bijna, alle van kerkelijke» of philantropischen aard. Door al deze function heeft wijlen;

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 2