land mei Russische Tsjinovniks (ambtenaren)
bij de wel formeel te bekrachtigen en daar
door de russificcering en de vernietiging van
het zelfstandige bestuur des lands te forcec-
ren.
Stolypin heeft bij dit wetsontwerp een in
haar cynisme zeer karakteristieke memorie
van toelichting gevoegd. Middellijk geeft hij
n.l. onverbloemd toe, dat het wetsontwerp
t en ernstige krenking van Finland's rechten
inhoudt, liij beschouwt het als van zelf spre
kend, dat geheel Finland zal weigeren aan
de wet gehoor le geven. Daarom bevat dit
wetsontwerp over de hoofdzaak zelf slechts
eenige zeer korte en in zeer algemeene ter
men gehouden paragrafen, die in hunne op
pervlakkige redactie de kiem bergen van
ontelbare verwikkelingen en geschillen en
den grootsten willekeur bij de toepassing er
van mogelijk maken. De grootste ruimte ne
men daarentegen neemt een menigte van
hoogst draconische strafbepalingen in, welke
op die ambtenaren en particuliere personen
zullen worden toegepast, die zich tegen de
uitvoering dor wet mochten verzetten. En
daarmede nog niet genoeg: daar Stolypin
overtuigd is, dat ook de Finsche rechtscolle
ges het lijdelijke verzet tegen zijn vernielings
werk niet als een misdrijf zullen beschou
wen, is de heele rechtsspraak over daden
wederspannigheid tegen de \\\t aan de be
voegdheid der Finsche wetten onttrokken en
aan de Russische rechtbanken in Petersburg
opgedragen. Dat is een nieuwe inbreuk op
het aan de Finnen gewaarborgde recht, om
zich voor eigen rechtscolleges te mogen ver
antwoorden. Gelet op het eensgezinde taaie
verzet der Finnen, kan men zich voorstellen
welke verwikkelingen de uitvoering van deze
wet ten gevolge zal hebben. Geen Fin zou
zich vrijwillig ter beschikking van een Rus
sische rechtbank stellen. En daarom moet dat
met geweld kunnen geschieden, waartoe even
wel zich geen Finsche politie zou leen en.
Daarvoor moet dus Russische politie worden
gerequireerd. Daarbij komt echter nog dat*
het aantal ambtenaren en personen, die op
eene of andere wijze door de toepassing van
de wet zouden worden getroffen, legio is.
Men heeft hun aantal geschat op 4000 j>or
jaar. Afgezien van het onwettige van Stoly-
pin's onderneming, is het bovendien zeer twij
felachtig of Stolypin werkelijk een dergelijke
instelling practisch zal kunnen toepassen.
Egypte.
P a r ij s, 6 D e c. De minister van koloniën
heeft een telegram ontvangen, meldend dat
er op 9 November in de omstreken van Tri-
gele, de hoofdstad van Massalit, een hevig
gevecht heeft plaats gehad tusschen een
kolonie tirailleurs, onder beval van luitenant-
kolonel Moll, en de veel sterkere vereentgde
strijdmacht van de sultans van Massalit en
Wadai.
De aanval werd krachtig afgeslagen en de
vijand sloeg op de vlucht met achterlating
van een groot aantal dooden, waaronder sul
tan Tadjalim en vele gewonden, o. a. den
6ult;ui van Wadai.
Ook de Fransche troepen leden vrij ern
stige verliezen.
l)e minister heeft om nadere inlichtingen
dienaangaande verzocht.
Het gerucht loopt, dat luitenant-kolonel
Moll, een luitenant en een sergeant ge
sneuveld zijn.
P a r ij s 7 I) e c. De bladen bevestigen dat
kolonel Moll, luitenant Joly en twee andere
ofhcicren, benevens twee onderofficieren ge
dood zijn bij een gevecht, dat op 9 November
te Trigcle plaats had. Volgens Paris Journal
zouden de Franschen 300 dooden hebben ge
had. De Gaulois zegt, dat dit niet onmoge
lijk is. De totale verliezen zouden een duizend
tal manschappen beloopen.
Vereenlgde Staten.
Washington, 6 Dec. Taft's boodr
schap aan het Congres beantwoordt aan de
verwachting van de handelswereld, n.l. dat
zij conservatief en gematigd zou zijn.
Zij bevat bijzonder weinig aanbevelingen
van nieuwe wetten.
Ten aanzien van de anti-trustwetten,
waarnaar de handelswereld het meest be
nieuwd was, zegt de boodschap
„liet schijnt, dat de bestaande wetgeving
op de corporaties en die beperking harer za
ken gekomen is op een punt, waar wij een
poos kunnen stilstaan, ten einde de werking
van een gestrenge toepassing der bestaande
wetten na te gaan. Indien later de noodzake
lijkheid van nieuwe wetten mocht blijken,
zullen wij daartoe overgaan; laten wij ech
ter tot zoover ten uitvoer brengen wat wij
reeds hebben."
De boodschap verklaart dat in het afge-
loopen jaar de betrekkingen tusschen do
Vereenigde Staten en het buitenland zijn
blijven berusten op den, grondslag van vriend
schap en goede verstandhoudhig.
Dan maakt zij melding van de scheids
rechterlijke uitspraak in de Newfoundland-
sclie visscherij-kwestie, die een einde heeft
gemaakt aan een geschil, dat gedurende 90
jaren aanleiding heeft gegeven tot wrijving
tusschen beide landen.
De uitspraak van het Haagsche hof ten
aanzien van Venezuela, is bevredigend uit
gevallen.
Voorts vermeldt de boodschap, dat de Ne
derlandsche rcgcermig op aansporing van dc
Vereenigdc Staten, stappen heeft gedaan om
het Haagsche Ilof tot Prijzenhof te maken
en dat het desbetreffende protocol zonder
eenig bezwaar door dc mogendheden is ge-
teek end.
De stappen om aan het Haagsche Hof dc
functies van een nrlwtragcrcchtbank op te
dragen, vonden bij de mogendheden zulk
een ontvangst, dat de hoop bestaat, da.t heb
plan in de naaste toekomst verwezenlijkt
zal worden.
Ten aanzien van de commissie, aan welke
door het congres is opgedragen dc moge
lijkheid van beperking der oorlogstoerus
tingen te overwegen, verklaarde Taft, dat
deze nog wacht op den uitslag van door
hem gevraagde inlichtingen nopens deze»
zaak bij buitenlandsche regceringen.
De boo&chap vermeldt de traktaten, ge
sloten met Engeland omtrent grensregeling
en de vischvamgst in Canada.
Dc voorgestelde aanleg van de lijn Chin-
chau-Aaigoen in Mandsjoerije, waartegen
Rusland cn Japan bezwaren verklaarden te
hebben, is niettemin nog steeds het onder
werp van vriendschappelijke onderhand e-
Ucvgen tusshen partijen.
De staatkunde der Vereenigde Staten Iaat
zich in deze alleen leiden door den wensch
om Amerikaansch kapitaal aan te wedden
tot ontwikkeling van China, tot bevordering
der welvaart in dit land, zonder dal de rech
ten van China als onafhankelijke mogend
heid worden aangetast.
Vijftig millioen dollars zijn aan China door
Amerikaanselie bankiers voorgeschoten ter
verbetering van den geldomloop; een Ameri
ka a nsch deskundige zal als adviseur bij de
uilvoering optreden.
De boodschap weidt uit over de hartelijke
betrekkingen met de Lalijnsche staten van
Amerika en wijst op de pogingen van een
Amerikaanselie bankiersgrocp tot een her
stel van het financiewezen van Honduras,
dat buitenlandsche crediteuren zal bevredi
gen.
Taft spreekt de hoop uit, dat Nicaragua
weldra de dit land toekomende plaats zal
innemen onder de landen, waar de wetten
worden geëerbiedigd en waar vooruitgang
heerscht.
Ter zake van het tarief verklaart de
boodschap, dat de geheele financieele wereld
instemt met de proclamaties van den presi
dent, waarbij minimum-tarieven worden boe-
gestaan en verder wijst zij met nadruk op
de noodzakelijkheid van de oprichting van
Amerikaansche banken in vreemde landen.
De begrooting voor het dienstjaar, eindi
gende 30 Juni 1912, sluit met een bedrag aan
ontvangsten van 630 millioen dollars, zijnde
53 millioen minder dan die in 1911. De be
grooting sluit echter niet in de uilgaven voor
het Panama-kanaal, die over het dienstjaar
1911 met 20 millioen vermeerderd zijn, waar
van 19 millioen v-oor versterkingen.
Tegenover de geraamde uitgaaf van 630
millioen staat een geraamde ontvangst van
680 millioen dollars, zoodat vermoedelijk een
batig overschot te wachten is van 50 millioen
dollars.
De begrooting voor het Panamakanaal is 57
millioen dollars, welke som later betaald zal
worden door de uitgifte van obligatiën,
waarbij er een nadeelig saldo blijft van 7
millioen.
De inkomsten uit de tarief wet zijn nooit
hooger geweest.
Dc- regeering hoopt gedurende de aan
staande zitting van liet nieuwe congres de
aandacht te vestigen op tarievenlijsten, die
verbetering behoeven.
De president verzekert, dat het Panama
kanaal op 1 Januari 1915 gereed zal zijn en
dat de kosten zullen blijven beneden de ra
ming van 375 millioen; hij bepleit den bouw
van versterkingen en de -heffing van een tol
recht van een dollar netto per ton van alle
goederen, die het Kanaal passeeren.
Verder bepleit de boodschap de invoering
van een wet waarbij aan spoorwegmaat
schappijen, wier lijnen zich over verschillen
de staten uitstrekken, wordt verboden sche
pen, die het kanaal bedaren, te bezitten of
onder haar bestuur te hebben
Wal de landverhuizing betreft verklaart de
president zich tegen de pogingen om facili
teiten te verkenen voor de toelating van
landverhuizers te New-York, wijl daardoor
ophooping zou ontstaan.
De boodschap bepleit de aanneming van
een wet, teneinde de tusschenstaatsehe han
delscommissie in staat te stellen tot schat
ting van de feitelijke waarde dei; spoorwe
gen en dc aanneming van een wet, waarbij
aan de spoorwegmaatschappijen wordt toe-
geslaan eenigszins hoogere tarieven le vor
deren voor het vervoer van goederen, waar
voor zij door vrachtbrieven de verantwoor
delijkheid op zich nemen, teneinde tegemoet
te komen aan den wcnsch van buitenland
sche koopers naar gewaarborgde vracht
brieven.
Allerlei.
De Académie des Sciences morales et
preliliques" heef» besloten den prijs-Audiffred
(15.00U fr.), ingesteld voor daden van toewij
ding en zelfopoffering, toe te kennen aan den
Parijsohen politieprefect Lépine.
In het begeleidend getuigschrift heet het,
dal de „Académie" zich verzekerd houdt aan
dezen prijs de hoogste waarde toe te ken
nen, met de verklaring dat zij dn den persoon
van den politieprefect recht bodoelt te laten
wedervaren aan de toewijding van allen, die
onder zijn bekwame en moedige leiding heb
ben gearbeid aan de redding van het over
stroomde Parjjs.
Lépine, heeft dezen prijs, verdeeld
onder zijn ondergeschikten.
J a g e r-V 1 a e g e r.
Hubert Latham, de bekende Fransche vlie
ger, is behalve vlieger een goed jager. Hij
heeft gewed om 25,000 franken, dat hij in
staat is van zijn Antoinettet uit antilopen,
beren en leeuwen te schieten. Latham heeft
vroeger veel in Afrika gereisd en was een
hartstochtelijk jager en voortreffelijk schut
ter.
Mon tpellier, 6 Dcc. De Ilérault is
huiten hare oevers getreden en heeft de vlak
te van Montagnac, Duselas, Hérault, Lezignan
en Lapepe geheel en al overstroomd.
Antwerpen is dezer dagen het tooneel
geweest van een ernstig brand-ongeval. In
een werkplaats raakte waarschijnlijk door
on voorzichtigheid plotseling een vat met
een zeer licht ontvlambare stof in brand. Dc
vloeistof verspreidde -zich naar alle kanten,
ook over het lichaam van verschillende werk
lui, die naar buiten renden, terwijl zij geheel
in vuur stonden. Eén van hen is gedood, een
viertal anderen zeer ernstig gewond. De toe
stand van deze laatsten is echter niet hope
loos.
Hat spoorwegongeluk te Willesden.
Zooals thans vaststaat werden bij de
spo^rwegbotsing aan het station Willesden,
waarvan wij in onze telegrammen reeds mel
ding maakten, 46 personen zwaar gewond,
•terwijl één man gedood werd; ongeveer 50
anderen bekwamen mander ernstige verwon
dingen. De ooraaak van de ramp is nog niet
vastgesteld, men beweert dat de seinen op
veilig s'onden.
Voor hel station bevindt zich een sterke
bocht, die den binnenkomenden machinist be
let de overkapping te zien, voordat hQ er
dicht bij is. De locaahrein was reeds 8 mi
nuter te laat en stond nog steeds voor het per
ron te wachten, om den controleurs gelegen
heid te bieden de abonnementskaarten te
knippen. De wagens waren stampvol, waar
men geen zitplaats meer machtig kon wor
den, stelde men zich met staanplaatsen te
vreden. Plotseling zagen de op het perron
zich bevindende personen een sneltrein in
volle vaart binnenstuiven, op dezelfde rails
als waarop de wachtende trein stond.
Eenigen deinsden van schrik achteruit naar
de wachtkamer, anderen stonden als vastge
nageld aan den grond.
Dc sneltrein kon niet worden gestopt
botsing was onvermijdelijk. De locomotief
vu. in op den achtersten waggon, dn© over
vol was van passagiers. Deze en de voor
laatste wagen werden bijna totaal aan splin
ters gereden. Tusschen het kraken en barsten j
van het hout, het geslamp der machines en
het lawaai van den ontwijkenden damp 1
mengden zich de hartverscheurende kreten
der gewonden.
Vele der passagiers, die uit het voorste ge-
deelte van den stilslaanden trein gespron- j
.gen waren, sloegen als versteend op het per
ron het vreeselijke schouwspel gade.
Enkele kellnerinnen uit de wachtkamers
verleenden moedig hulp aan de ongelukki
ge». Deze lagen bekneld tusschen de puin-
hoopen, liet bloed kleurde alles rood. De ge
wenden werden op tafels gelegd in de wacht
kamers, waar ze zoo goed en kwaad als het
gir.g werden verbonden.
Medegedeeld kan nog worden, dat van den
sneltrein geen enkele passagier eenig letsel
bekomen heeft.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
De Min. van B u i t e n 1. Zaken zette
Dinsdag zijne Vrijdagavond afgebroken rede
voort.
De minister begon, na onze goed verstand-
houdöng met andere mogendheden, ook met
België, te hebben aangestipt met de beant
woording van het verwijt van den heer Hu
genholtz, dat wij onze neutraliteit niet strikt
hebben gehandhaafd. De minister herhaalt
dat er geen enkele reden was om het bezoek
van het Belgische Koningspaar afzonderlijk
in de Troonrede te memoreeren.
De Minister zinspeelde op de waarschijn
lijkheid, dat evenals het Belgische Vorsten
paar gedaan heeft, eerlang ook het Engel-
sche, benevens de president der Fransche re
publiek ons land een bezoek zullen komen
brengen.
Het Portugeesche oorlogsschip Vasco de
Gaha deed in de haven van Tandjong
Priok de Portugeesche vlag dalen en
heesch een vreemde vlag. Orders werden
toen aan 's Gravenhage gevraagd en van
daar is geseind het schip nog vier dagen
in de haven te laten en het zelfs te vergun
nen kolen te laden. Tijdens dat kolenladen
is zelfs geseindlaat het schip zoo lang
blijven als het wti. Alleen zijn onzerzijds
maatregelen genomen om voorbereid te zijn
op eventueele gebeurlijkheden.
Toen onze order kwam om het schip in
de haven te laten was het reeds vertrokken,
In welk opzicht is dan aan de neutraliteit
te kort gekomen. Wat het kustvoorstel aan
gaat vraagt de minister zich af hoe ooit een
vreemde mogendheid daarin iets onvriende
lijks kan zien. Wij deen voor onze kustver
dediging wat onze plicht is en niets abnor
maals. Alleen in het samentrekken van
troepen of een diergelijken maatregel kan
een vreemde mogendheid een onvriendelijke
daad zien.
Wat de arbeidersquaeslie in Duitschland
aangaat (liet Vestigingsverdrag) kan dc Mi
nister de verzekering geven, dat onze arbei
ders in geen enkel opzicht zijn benadeeld.
Met de meeste welwillendheid worden de ar
beiders bejegend en de heer Hugenholtz over
dreef ook hier. Tn 's Ministers opinie en in
die der Regeering ten aanzien van de Rijn
tollen is niets veranderd. De Regeering blijft
in den vrijen Rijn een levensvoorwaarde voor
Nederland zien. Zij blijft vertrouwen stellen
in de Duitsche regeering, doch zal in haar
standpunt niets veranderen. En waar de heer
Patijn den minister wees op de schoone
spreuk van onze Militaire Willemsorde: Moed,
Beleid en Trouw, daar wenscht de Minister
hem de keerzijde te laten zien niet de spreuk
Je Maintiendrai. Dat standpunt zal de Regee
ring blijven innemen.
Gezant te Lissabon. De bedoeling is de
post te Lissabon slechts tijdelijk in handen
van den gezant te Madrid te laten. De Minis
ter meent dat het oogenblik juist goed geko
zen is. De Minister wil afwachten wat de
Portugeesche regcering wil doen met hare
vertegenwoordiging in Den Haag.
Universiteit voor Volkenrecht. Het denk
beeld door den heer van Karnebeck aange
geven, lacht den Minister toe. Er heeft zich
verleden weck reeds een comité gevormd van
eminente mannen om dat denkbeeld uit le
werken.
Het Persbureau. De minister heeft zijn
plannen dienaangaande definitief opgegeven,
omdat de behoefte daaraan minder gebleken
is, dan de Minister zich vroeger had voorge
steld. Er zijn een massa van die berichten
omtrent ons land welke men het beste doel
met stilzwijgen voorbij te gaan. Aan onze ge
zanten kan gerust worden overgelaten be
richten tegen te spreken, welke direct ons
Staatsgezag raken. De toon in de Engelsche
pers over ons begint reeds te veranderen.
Hooi en stroo. Onderhandelingen om
trent den invoer daarvan in Engeland zijn
nog hangende, doch niet zoo eenvoudig.
Er is zoo eindigde de Minister
onder de erfenis, welke de Regeering
vaa haar voorgangster heeft aanvaard niets
waardoor de tegenwoordige Minister van
Buitenlandsche Zaken gebonden is om dat
gene te doen of na te laten wat in 's lands
belang en in dat van het Nederlandsche volk
is (Brave's.)
De heer Hugenholtz repliceert en
stelt ten slotte een motie voor, waarin de
Kamer, van oordeel dat de Nederlandsche
belangen bij het Vestigingsverdrag betrok
ken, niet mogen werden opgeofferd, den
Minister van Buitenlandsche Zaken uitnoo-
digl het gerezen geschil met Duitschland
over art. 1 van dat verdrag aan arbitrage te
onderwerpen.
Deze motie zal worden gedrukt en later
worden behandeld.
De heer P a t ij n repliceert en komt nog-
maal vrij uitvoerig terug op de Van
Hecckeren-zaak en de „driestarren"-ge-
schiedenis. Spr. herhaalt zijne beschuldi
ging, dat de schrijver van de
driestarren in de Standaard
van 6 Juli '09 in s t r ij d met
's lands belangen, in hoogst
ernstige aangelegenheden on
waarheid heeft geschreven,
met het oogmerk om den in
druk van 'sministers woorden
in de Eerste Kamer opzettelijk
te vervalschen. (Beweging).
Incident.
Dc Voorzitter zegt dat de tijd van
spreker (10 minuten reeds lang voorbij is.
Hevig rumoer in de Kamer.
Dc heer Lobman en tal van leden aan
de rechterzijde roepen: Stemmen! Stemmen!
De Voorzitter is onmachtig de orde
te handhaven. Het rumoer wordt steeds hevi
ger, zoodat de heer Lobman niet aan het
woord kan komen.
De heer Lohman, eindelijk aan hét
woord komende, zegt zeer heftig dat hij
geen voorstel heeft gedaan om te stemmen,
maar de heer Patijn, die voorstelde om hem
nog 5 minuten aan het woord te laten.
De heer Schaper zegt da* er niet ge
stemd kan worden over een voorstel om 10.
minuten of langer te spreken. Daar staat
niets van. in het R. v. O. Men kan zich daar
over nu woedend maken, maar 't is zoo.
Dc Voorzitter. Verlangt de beer Pa'
tijn stemming over zijn voorstel?
Weer begint het heftig rumoer en het ge
schreeuw stemmen, stemmen.
Nadat de rust eindelijk weer is terugge
keerd, zegt de heer P a t ij n geen voor
stel gedaan te hebben.
De heer Lohman trekt zijn voorstel
(dat hij gedaan schijnt te hebben om den
heer Patijn niet langer te laten -spreken)
weer in, en de heer P a t ij n vervolgt zijn
rede. Spr. handhaaft zijne beschuldiging te
genover den schrijver van de driestarren en
dankt den Minister van Buitenl. Zaken voor
de onomwonden verklaring door hem afge-
k«d.
De heer Vanldsinga vraagt het woord
voor de tweede maal.
De Voorzitter stelt voor den heer
van Idsinga het woord te verleenen.
Dc heer Lohman. Ik vraag stemming.
De heer Troelstra: En dat nog wel
een man van zijn eigen fractie.
Het voorstel van den voorzitter wordt
aangenomen met 39 tegen 19 stemmen.
De heer Van Idsinga, hoeveel
sympathie ook hebbende voor den
Duitschen Keizer, voor het belang van
onze Koningin en ons land is een pertinen
te verklaring van den Minister nooddg dat
de z a a k-V an Heeckeren berus
op een misverstand. Zoolang
de Minister dat niet verklaart
is de zaak de wereld niet uit.
Komt z ij noodt tot een einde.
De heer Van K a r n e b e e k vraagt het
woord.
De Voorzitter stelt voor het hem te
verleenen.
De heer Lohman vraagt stemming.
Het voorstel des voorzitters komt in stem
ming en wordt aangenomen met 38 tegen 15
stemmen.
De heer Van Karnebeek meent dat
zij, die zich er thans tegen verzetten dat
iemand, hoe kort ook voor de tweede maal
het woord voert, bezig zijn het werk te ont
wrichten, dat verricht is bij de herziening van
he' Reglement van Orde. Hoeveel waardce-
ring Spr. ook heeft voor den heer Lohman,
kom. het hem voor dat deze thans onbezon
nen handelt.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Na de pauze komt dr. Kuyper, die bij het
incident heden morgen niet aanwezig was,
ter vergadering.
Aan de orde is de voortzetting der beraad
slaging over Hoofdstuk III (Buitenl. Zaken).
Op artikel 6a (jaarwedden gezanten) licht
dc heer Hugenholtz een amendement
toe, om den post met f 4000 te verminderen,
met de bedoeling de aanstelling van een kan
selier aan ons gezantsohap te Petersburg niet
toe te staan, daar er blijkens het vorige
Oranjeboek aan het gezantschap te St. Pe
tersburg toch zoo goed als niets te doen is.
De Minister vraagt of de heer Hugen
holtz zooveel in aanraking met diplomaten
is geweest, dat hij gerechtigd is om een zoo
verwijtend oordeel over de diplomatie te
spreken. Het Oranjeboek is de laatste
thermometer om de werkzaamheden van een
gezantschap te bcoordeelen. De gezant te Pe
tersburg is een zeer arbeidzaam man, die
geen hulp zal vragen, als hij die niet hard
noodig heeft. De Minister kent den post te
Petersburg uit eigen ervaring en weet dat
daar zeer veel gewerkt wordt. Wanneer een
secretaris van 10—1 en van 2—5 uur op zijn
bureau moet zitten, kan hij geen connecties
aanknoopen en dc belangen van zijn land niet
naar behooren behartigen. De Minister moe*
dus aanneming van hel amendement ontra
den.
Het amendement wordt verworpen met 61
tegen 6 stemmen.
Bij artikel 7 B (verblijfsvergoeding consuls)
licht de heer Hugenholtz een amende
ment toe, strekkende om dit artikel le ver
minderen met f 2000. De strekking van dit
amendement is niet te bewilligen de voorge
stelde verhooging der verblijfsvergoeding van
den consul-generaal te Buenos-Aires.
De heer De Kanter betoogt, dat met
het oog op de uitbreiding onzer handelsbe
trekkingen het consulaatwezen onze voort
durende aandacht moet trekken. Spr. wijst
op België, welk land veel meer doet voor
zijn consulaatwezen.
Dc heer H u b r e c h t wijst er op, dat de
cónsul-generaal te New-York zijn welver
diende rust gaat genieten. Dc Minister stelt
nu voor daar een beroepsconsul aan te stel
len, met f 10,000 voor verblijfsvergoeding en
f 10,000 voor dienstuitgaven. Deze regeling
komt dus op ruim f 15,000 per jaar meer te
staan, dan de thans bestaande regeling. Bo
vendien kan veilig worden aangenomen, dat
de tc New-York aan te stellen consul binnen
of na 5 jaren consul-generaal zal word
daar de minister wel geen jong ambtena
derwaarts zal zenden, hetgeen alweer tra
teinentsverhooging tengevolge zal hebben.
In den breedc zet Spr. uiteen, dat
dienstuitgaven óók te hoog zijn.
De Kamer gaat thans in c' 'leeling-
tot het onderzoeken van een a~..iat wetsont
werpen.
Woensdag 10£ uur voortzetting.
Besloten is ook aanstaanden en den da*
opvolgenden Zaterdag te vergaderen.
Berichten.
De Staatscourant van Woensdag 7 De
comber bevat o. m. de volgende besluiten:
benoemd tol schrijver op jaarloon bij F'
nanciën M. H. van Kool en L. Pacetti, beid"
te Den Haag;
benoemd in den Raad van beroep voor d;
pcrsoneele belasting te Zwolle tot lid mr. J
van Setten te Zwolle, lot plaatsvervanger,
lid mr. H. v. d. Yegte aldaar; te 's Hertoge
bosch tot lid II. J. van Eggelen te Heusde
en tot plaatsvervangend lid P. Fen,toner va
yiissinigen te Helmond; te 's Gravenhage t"
lid mr. L. A. Beibau te Delft en tot plaat'
vervangend lid J. M. Pijnacker Hordijk t
's Gravenhage; te Alkmaar tot lid J. L. F
Groneman te Wieringerwaard, tot plaaisvc
vangend lid J. P. Kool Pz. te Alkmaar;
benoemd tot voorzitter van den Voog<lijJ
raa 1 te Utrecht mr. A. de Graaf, thans li
aldaar;
op verzoek eervol ontslagen O. baron van
Wassenaar, burgemeester van Gorsel;
G. van Leeuwen Jr. als- leeraar aan de
II. B. S. te Steenwijk;
J. F. L. J. A. M. baron van Voorst tot
\oorst en Schadewijk als burgemeester vai
Delveld;
benoemd tot havenmeester in Drcnt*
(Iloofdvaart, Kolonievaart en Meppelerdiep)
standplaats Assen, G. H. Slot, met eervol
ontslag als wijkmeester aan sluis 19 (Zuid
ïllemsvaarl) te Oud-Groenhoven,
alsaog benoemd lol phalsverr. lid der commissie,
die te rekenen v»n 1 Aug. 1910, gedurende Mn jaaj
e Groningen belast is mei hel afnemen van de prac.
tische examens van arts, dr. C. van Wisseüngh,
hooglceraar te Groningen;
op "j" verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar
aan de Rijks-hoogere burgerschool te Steenwijk,
D. van Leeuwen jr.;
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als bur-
gemeestcr der gemeente Belfeld, aan J. F. L. J. A.
M. baron van Voorst tol Voorst en Schadewijk
goedgekeurd, dat aan jhr. E. J. J. S. von'Bön-
ninghausen, burgemeester der gemeente Borne, op
zijn verzoek, eervol ontslag is verleend als secretaris
dier gemeente;
vergunning verleend tot het aannemen en dragen
der versierselen van de hun door Z. M. den Koning
der Belgen verleende onderscheidingen, aan na te
noemen personen, zooals achter ieders naam
vermeld
gepensionneerd vice-admiraal, adjudant in bui
tengewonen dienst van II. M. de Koningin, J. II. L.
J. baron Sweerts de Landas Wyborgh, grootkruis
der orde van de Kroon van België;
kapiteins ter zee S. Woldringh, II. A. Schoonho
ven en F. Bot, commandeur der orde van de Kroon
van België;
luitenants ter zee le klasse II. II. O. van Hecking
Colenbrander, J. Voogd, R. H. van Meerlant, kapi
tein der mariniers J. van Haaften en luitenant ter
zee 2de klasse J. A. Brouwer, officier der orde van
Leopold II
konstabel-majoor G. van den Berg, eeremedaille
der orde van Leopold II
op zijn verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst
verleend, aan den officier van gezondheid der 1ste
klasse hij de zeemacht L. D. van Ilengel;
pensioen verleend aan Th. Schavier, landmeter
van het kadaster, f 1867; J. F. Keiser, controleur
van den waarborg en de belasting der gouden en
zilveren werken, f 1447;
benoemd bij hel Departement van Financiën tot
schrijver op jaarloon, M. H. van Ivooy en L. Cap-
petti, beiden te 's-Gravenhage.
Z. K. H. de Bri<ns zal Maandagmorgen
12 December, komende van Schwerin, te Den
Haag aankomen.
Blijkens bij hot dep. van Marine ontvan
gen bericht is Hr. Ms. panlserscbip De Ze
ven Provinciën, onidier bevel van den kapi
tein tar zee F. B au du in, 5 dezer van Las
PaJmas vertrokken. Sbct.
Blijkens bij het dep. van Marine ontvan
gen bericht is Hr. Ms. panrtserdekschip.
Utrecht, onder bevel van den kapitein ter
zee W. T. de Booy, 4 dezer te Bermuda aan
gekomen. Stct.
De burgemeester van Den Haag, baron
Sweerts, heeft de benoeming tot lid van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal aangeno
men en zijn geloofsbrieven aan dit college in
gezonden.
I I u 1 d e b 1 ij k a a n m r. W. baron
R e 11. Naar het HbkL verneemt, is dezer
dagen door de Vereeniging van Burgemees
ters en Secretarissen in Noord-Hottand aan
mr. W. baron Röell, oud-lid van het college
van Gedeputeerde Staten van Noord-Hol
land, a«ls blijk van sympathie een oorkonde
aangeboden.
Door baron Röeill, die, zooals men weet,
vele jaren als Gedeputeerde de belangen van
Noord-Holland heeft behartigd, is dit hulde
blijk, hetwelk door hem op hoog en prijs
wordt gesteld, dankbaar aanvaard.
Met ingang van 1 Januari a.s. zaïl de
heer mr. Th. II. de Meester, oud-minister
van financiën, thans lid van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal, optreden als poli-
tiek hoofdredacteur van „Het Vaderland".
Naast iden heer Dc Meester blijft de heer
Vain Balen met de hoofdredactie belast.
Tot leeraar aan den driejarigen han
delscursus van „De Hanze" te Sittard is be
noemd de beer N. P. de Wdyer, accountant
en leeraar M. O.
P. Lo osjes. Na een ziekte van
slechts weinige dagen is le Haarlem in den
ouderdom van 74 jaar overleden de heer P.
Loosjes, oudste firmant van de bekende
boekdrukkerij, uitgeverij en boekhandel de
Erven Loosjes.
Hoewel de overledene zich in het open
bare leven weinig bewoog, had hij toch be
langrijken invloed door de functies, die hij
bekleedde in verschillende Insturen, bijna,
alle van kerkelijke» of philantropischen
aard. Door al deze function heeft wijlen;