M*. Ü07. ft1" Jaargang. Dinsdag 20 December 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. ANNIE'S VERLOF. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden roor Amersfoort f 1,00. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant rerschynt dagelijks, behalve ep Zon- en Feest dagen. Adrertentiönmededeenngen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Wtgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 8> C®. Utreohtsohestraat 1. Intereomm. Talephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel moor ,m-0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 centa bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement- Bene circulairebevattende de voorwaarde^ wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met 1 Januari a, s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand December nog zullen verschijnenkos teloos toegezonden. Kennisgevingen. NATIONALE MILITIE. Onderzoek ter verkrijging van een bewijs van voor geoefendheid. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt ter kennis van hen, die zich hebben aangemeld tot deelneming aan het onderzoek ter verkrijging van een bewijs vani voorgeoefenelheid, dat bedoeld onder zoek zal plaats hebben op Donderdag, 5 Januari 1911, aanvangende des voormiddags 9i uur, te Amersfoort in de Scherm- en Gymnastiekzaal der Kazerne van hel óe Regiment Infanterie. De belanghebbenden worden in hun belang aan geraden precies op het voor hen vastgesteld uur op de aangewezen plaats tegenwoordig te. zijn. Amersfoort, 20 December 1910. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt tengevolge medodccling van den Burgemeester van Stoutenhurg, d.d. 10 December 1910, no. 4S8/54 V, ter kennis van belanghebbenden, dat zich in die gemeente een geval van miltvuur heeft voorgedaan. Amersfoort 19 December 1910. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Politiek Overzicht De Kreta-kwestie. Do beschermende mogendheden over Kre ta schijnen Lc gaan denken hoewel altijd, nog in de verre verte over eene „defini tieve'' oplossing der Kreta-kwestie, die ze tot dusver als een lastig e.n ondankbaar vraag stuk van jaar tot jaar hebben uitgesteld. Aanleiding daartoe hebben gegeven de ge beurtenissen bij de opening van de Kreten- ser nationale vergadering op 23 November jl-, waarbij de Christelijke afgevaardigden de Mohammcdaansche waren niet versche nen door een motie persisteerden bij hun eisch tot vereeniging van het eiland met het koninkrijk Griekenland en voor dezen wensch zelfs hel patronaat der beschermende mogendheden inriepen. De Porte maakte na tuurlijk van de gelegenheid gebruik om de beschermende mogendheden weer eens aan den tand te voelen. Reeds op 24 November hield de Turksche ministerraad zich met de Krela-kwestie bezig en besloot men er tegen het optreden der Kretenser Kamer te pro- lesteeren en een definitieve oplossing der Krela-kwestie te vragen. Het antwoord der beschermende mogendheden volgde met merkwaardige haast; de wensch schijnt te ihchben voorgezeten de Porte eens extra te vreden te stellen. Het antwoord begint met te zeggen, dat de s o e v er ein itei tsre eli te n van Turkije door de mogend heden erkend zijn en blijven, cn dat het daarom niet noodig is de aandacht te schenken aan alles wat gebeurt in den boezem van de nationale vergadering van Kreta. Dergelijke beloogingen, die ook reeds vroeger voorkwamen, hebben nooit den min sten invloed op de besluiten der mogendhe den gehad, noch het minste gevolg ten op zichte van de rechten van Turkije. Wat aan gaat het bestuur van het eiland, zullen de mogendheden die kwestie ernstig bestudee- ren, zoodra zicli daarvoor een gunstige ge legenheid voordoet. Het antwoord erkent de soever ei niteits- rechten van Turkije in een vorm, die geen twijfel overlaat. Hoe de mogendheden zich de toekomst van het eiland onder Turksche soevereiniteit denken, dat blijft ook na de jongste verklaring der mogendheden in het duister gehuld. Dat men besloten is „deze kwestie" te onderzoeken, heeft men al dik wijls gezegd en de bepaling van het tijdstip waarop dit zal geschieden door de zinswon- ding „zoodra zich daarvoor eene gunstige gelegenheid voordoet", geeft ook niet veel moed en zou van Turksch standpunt uit zelfs argwaan kunnen wekken, want ook de Grie ken en Kretensers wachten op eene gunstige gelegenheid om de Kreta-kwestie te regelen, zij het ook in anderen geest. Het ecreig waardevolle on pQsitieve ligt alzoo in de er kenning van Turkije's soevereiniteit, welke inderdaad de beslissende grondslag is voor de beantwoording van alle andere vragen. De in Kreta de overhand hebbende partij, welke staat op den bodem der door Veni selos ingestelde staatkunde, verlangt volle dige samensmelting van Kre'a met Grieken land wat regeering en bes'uursslelsel aan gaat. Daartegenover bad vóór de opening van het Kretenser-parlement de partijleider Kunduros den eisch gesteld van zelfbestuur, met een regeeringscommissaris, ook bij eene vereeniging met Griekenland. Ten slotte heeft Kunduros dit program moeten herroepen, in dien hij niet van allen politieken invloed en van de deelname aSn de regeering wilde worden uitgesloten. De Kretensers hebben zich dus in hun groote meerderheid op het standpunt der meest radicale unionisten ge steld. Voor dezen is de thans door de mogend heden aangenomen houding een slag in het aangezicht. Men heeft een o ogenblik voor het uitbreken van onlusten op het eiland ge vreesd, doch hiervoor zullen de verantwoor delijke leiders wel een stokje gestoken heb ben. De Kretensers kunnen door overijld op te treden niets winnen, maar wel alles ver liezen. Vermoedelijk zal het wel blijven bij eet, zij het dan ook „geharnast", protest der Kretenser regeering tegen de „beschermen de" (sic!) mogendheden. Van Griekenland, dat zelf al genoeg te stellen heeft met binreen- lardsche moeilijkheden en waar Veniselos, het voormalige hoofd der regeering op Kre ta, blijkbaar streeft naar een betere verstand houding met Turkije, is niet veel te verwach ten; in de Kreta-kwestie zal Veniselos wel blijven voortgaan met van zijn „correcte" houding te getuigen. In verband hiermede schrijft de „Frankfurter Zeitung": „De Kre tensers zullen daarom goed doen zich onder eene weinig voelbare Turksche soevereini teit een zoo groot mogelijke male van staat kundige en economische vrijheid te verwer ven en droombeelden op te geven, die het na tionale gevoel der Grieksche bevolking van liet eiland wel is waar alle eer aandoen, maar waarvan het zeer twijfelachtig is of ze niet, na een eventueele vereeniging met het in allerlei vraagstukken verward geraakte Grieksche koninkrijk, tot wrange teleurstel ling zouden aanleiding geven. Aan den an deren kant hebben de historische bezwaren en de weerzin tegen een soevereiniteit van Turkije veel van hun gewicht verloren, sinds hot despotisme is vervangen door eene con stitutie en de hoop gegrond is, dat ook in de beschavings-, economische en sociale inzich ten van de Turksche regeering zich een diep gaande wijziging heeft voltrokken. Wanneer de beschermende mogendheden rechten en plichten zoo afpalen, gelijk deze in den legen- woordigen toestand liun grond vinden, dan zal er wel een vorm tc vinden zijn, waarbij zoowel de godsdienstige als nationale idea len der Kretensers worden beveiligd." DuiUchland. Over den uitslag der langdurige onderhan delingen, die in den loop der jaren tusschen het DuLtsolie ministerie van Buitonlamdsche Zaken en de Engclsche regcerimg zijn ge voerd over de Duilsche eischen om vergoe ding voor de schade door Du its obers gele den gedurende den Boerenoorlog, deelt de Nordid. Allg. Zlg. het volgende mede„De Britsche regeerinig heeft thans in de aange legenheid der Duitsohe eischen om vergoe ding van schade geleden in den Zreid-Afri- kaanschen oorlog haar meening uitgespro ken. Zij weigert alle eischen die indertij de Britsche commissie in Zuid-Afrika zijn overgelegd, volgens het Duitsche voorstel te verwijzen naar het Hof van Arbitrage in Den Ilaag. Slechts voor enkele gevallen, wel ke aan de commissies in Brilsch-Zuid-Afrika zijn onderworpen geweest, geeft zij toe, dat hel een rechtsquaestic geldt cn wil deze aan liet llaagsche Scheidsgerecht onderwerpen, liet ministerie van Buitonlaredsche zaken heeft den belanghebbenden Duitschers hi.-- van mededeeling gedaan. Het denkt de aan gelegenheid verder met de Britsche regec- ring te behandelen en zai over den uitslag dezer onderhandelingen verder mededeeling doen, zoodra de Engclsche regeering van de voorgenomen stappen in kcnniis zal zijn ge steld." Terwijl, zooals wij reeds meldden, in de liberale bladen de meening heersobt, dat de ontworpen grondwet voo rElzas Lotharingen aanmerkelijke leemten aanwijst, vinden de conservatieve bladen het daarin geoodene nog le veel. Van de Berlijnsche uiauien uit de Reichsbote zicih in het algemeen sympa thiek, doch onder ernstige bedenkingen te gen de concessies wat aangaat het kiesrecht voor de Tweede Kanier. Het blad laakit dat men aan het rijkstand toeslaat, wat in Pruisen de regeering niet zou wagen. De „Deutsche Tageszeitung" vindt eenige der bepalingen belangrijke tegemoetkomingen aan he' radicalisme, die speciaal in EIzas-Lo- lliaringen zeer gevaarlijk zijn. Even reactian- nnir is de meening van de „Post", die thans reeds grondwettelijke geschillen met een „vOi negen-tiende ultramontaansoh-sooiaal- democratischei» landdag" voorziet. Wat ook van de ontworpen Elzas-Lotha- ringsche grondwet moge gezegd worden, toegegeven moet worden dat ze in verge lijking met de Pruisische grondwet een zeer moderne trek bezit. Kernachtig wordt dut uitgedrukt door het Berliner Tageblatt dat o.a. schrijft: „Het rood der verontwaardiging moet den Pruisischen kiezer derde klasse naar de wangen stijgen, bij hel dcngbeeld, dat aan de voor veertig jaar geleden met wapengeweld veroverde landen rechten zullen worden toe gekend, welke men aan de groote meerder heid van het Pruisische volk onthoudt. Wij gunnen Elzas-Lolharingen van harte het alge- meene, directe cn geheime kiesrecht en ver heugen ons oprecht erover, dat het althans zooveel bereikt heeft. Maar dat dezelfde man nen, die deze rechten van den rijksdag vra gen voor veroverde landen, ze aan Pruisen hardnekkig weigeren, dat endervinden zij als "een bloedigen hoon en brandende smaad en hij zou nie' waard zijn een Pruis te hec- len, die deze beleediging van zijn slaatsbe- wustzijn luchthartig opnam." België. Zaterdag was het een jaar geleden dat Koning Leopold te Laeken stierf. In de kerk le Laoken is deze dag herdacht door een plechtige dienst waaraan de koning, alle mi nisters, vele Kamerleden en senatoren en ten slotte de hof dignitarissen deelnamen. Na afloop der plechtigheid is de Koning met zijn gevolg afgedaald in de Koninklijke crypt waar de kransen waren neergelegd die gezonden waren door de princessen Louise en Stephanie. Eerstgenoemde, van Parijs ko mende, heeft zich in den namiddag naar Laeken begeven waar ze eenige oogenblikken heeft gebeden bij de graftombe barer vader en moeder. Na haar kaartje le hebben afge geven aan het kasteel te Laeken, en zich op -de hoogte te hebben gesteld van den toestand der Koningin heeft Prinses Louise denzelfden avond Brussel weer verlaten. Engeland. Londen, 20 December. Van gezag hebbende zijde wordt gemeld, dat hel bericht onwaar is, volgens hetwelk eene bevalling der Koningin in Maart wordt tegemoet gezien. Londen, 19 Dec. Om 1 uur 30 heden middag waren gekozen 270 liberalen, 272 unionisten, 43 leden der arbeiderspartij, 73 Redmondistcn en 9 Obrienisten. Het aantal winstzetels is hetzelfde gebleven. Denemarken. Kopenhagen, 19 F e b r. De voorma lige minister van justitie Alberti berust 'in het tegen hem uitgesproken vonnis. Daar ook het openhaar ministerie niet van plan as van het vonnis in hooger beroep le komen, zal Alberti nog voor Kerstmis naar het tuchthuis te Horsens worden overge bracht. Italië Naar aanleiding van de veroordeeling der pennevruoh'en van Prins Max van Saksen schrijft men uit Bern aan de Yossische Zaitung: „Goedingelichtc acade mische kringen houden het voor eene uit gemaakte zaak, dal Prins Max van Saksen reeds lang bij het Vaticaan onder de ver denking stond een modernist te zijn, want anders zou hij reeds lang bisschop of iets dergelijks geworden zijn, gelijk dat bij gecs- 'clijken van koninklijke bloede gebruikelijk is. InplaatS daarvan moet hij genoegen ne men met een bescheiden leerstoel le Frei burg. Reeds voor drie jaren heeft hij in een geschrift „Lezingen over de Oostersche ker kelijke kwestie" de pauselijke dogma's van 1850 en 1870, waaraan de Oostersche schis matici aansloot namen, tamelijk vrijmoedig besproken en betoogd dat aan de oude Roomsche kerk deze dogtna's, ook wat hun inhoud betreft, volkomen onbekend geweest zijn. Oostenrijk-Hongarije. B u d a p e s l, 19 Dec. De minister van financiön Lukacz heeft in de Kamer van Af gevaardigden een wetsontwerp ingediend, strekkende tot verlenging tol 15 Februari 1911 van het privilege der Oostenrijksch- Ilonga-arsche Baak van het muntverdrag en de wet betiicffende de muntwaarden. RMland. De lioogconservafieve „Petersburgkaja Ve- domosti", de neutrale „Souremennoje Slo- wo" en de meer lokale „Petersburgkaja Gazet Li" en „Petershurgski Listol" werden Zaterdag in beslag genomen, omdat ze de in de doema gehouden rede van den reac- tionnairen afgevaardigde Poerisjkcvitsj on verkort hebben weergegeven, in welke rede de spreker verklaarde, dat een onbekende revolutionair in sluden ten-uniform in een sludentcnvcrgadering den Czaar had gcquali- ficeerd als Nikolaas den met bloed bevlekte. Nu is tegen de redacteuren van alle vier dc bladen een vervolging wegens majesteits schennis ingesteld, alleen omdat ze objectief hebben weergegeven, hetgeen door een ander is uitgesproken en nog wel dn de doema, welker verslagen anders nooit onder de pers wet plegen te vallen l Wij maakten onlangs melding van de maat regelen, welke «Ie gouverneur-generaal Seyn heeft getroffen, teneinde de Finsche douane autoriteiten le onttrekken aan liet toezicht v;m aan de Finsche grondwet getrouwe amb tenaren. Daartoe beze hij de gewichtigste functies met personen uit zijne eigen kanse larij, op wie hij rekeaen kon. Het vermoe den werd hieraan vastgeknoopt, dat a deze benoemingen n g Is meer stak dan de bloote wensch om gewii igr mannetjes met winstgevende posten te bedeelen, doch dat ze veeleer ten doel hadden de wapensmok kelarij naar Finland in scène tc zetten, al thans de poging tot zulk een verboden wapen- iiivucr door middel v.ni documenten aan tc Iconen. Dit vermoeden verkrijgt «hans een treffende bevestiging. De heer Reguel Wolff, een groothandelaar te W'iborg en broeder vai den bekenden staatsman en Finschen patriot Eugen Wolff (beiden werden onder Bubrikov's tijd verban e wegens hun pal staan voor de Finsche grondwet) publiceert thans in de Finsche bladen eene mededee ling, volgens welke buiten zijn medeweten bij Engclsche wapenfabri. ken groote beslellingei var. geweren en schietvoorraad op zijn naam zijn gedaan. Dc heer Wolff verklaart nooit een dergelijke best. Hing te hebben gedaan en dat zijne handieokcning op den bestel- lingsbrief, dien hij heeft kunnen inzien, ver valse hl is. Ziedaar de duistere m hinatiën van hcu waartegenover het Finsche volk vrijwel weer loos staal. Britsch-Indië. De rust te Calcutta is voor goed bcrslekl ei» de stad krijgt weer haar gewone aan zien; de meeste zaken zijn weer geopend. Zoo wel de autoriteiten als de inlandsche pers prijzen de bereidvaardigheid en hel correcte gedrag der militairen, der vrijwillige en Europeesche politie, welker onmiddellijk in grijpen belette dat de ernstige godsdienslon lusten zich verder uitbreidden. Vereenigde Statin. President Taft heeft in een vergadering dei vereeniging voor scheidsrechterlijke beslis sing v.a.r iiilrrnaii". a •ch: u rein r ii gehouden, waarin hij <H onruvl trachtte weg Ie nemen, welke is le voorschijn geroepen door de memorie, di door het niinisteru van oorlog bij de militaire commissie uit hei Huis van Afgevaardigden is ingediend. „Wi, hebben", zoo zette de president uiteen, stekende kustverdediging-werken en een zeel Mivrovw M. C. E. OVINK—SOER. o— In wanhoop wrong Annie de handen. „Ach, John, 't kan niet, 't mag niet!" Waren ze beiden al niet ellendig genoeg? Wat had 't haar niet gekost om haar gelofte aan oom gestand te doen! Moest die strijd nu van voren af aam beginnen Voor een tweede maal kon ze hem niet strijden. Ze greep papier en pén. En, terwijl ze bijna niet zien ken door een mist van tra nen, die ook het papier bevochtigden, schreef ze met trillende vingers .„Maak 't mij niet zoo moeilijk, John, wij mogen elkaar niet meer zien. 'k Ileb 't oom beloofd em 'l is het beste zoo. 'k neb je innig lief, even innig als j.j mij, cn ik schaam mij niet dat te be kennen. Want 't is wèl ongelukkig, doch kwaad of zonde is er toch niet bij. En daar om zal 't ons ook niet als kwaad worden aangerekend door Eén, die barmhartig en rechtvaardig oordeelt. Maar dit doen de menschen niet; die geloovcn liefst 't slechte. En daarom zouden ze onze mooie, reine lief de voor elkaar ook graag bezoedelen, en lee- lijk van ons denken en gelooven als we hun gelegenheid gaven. Om jouwentwil is 't ook beter, dat we elkaar niet voortdurend zien, da* maakt 't dragen van ons droef ge heim nog maar veel moeilijker. Maar, lieve John, ik beloof je plechtig, dat ik niet naar Java terugga, vóór ik afscheid van je heb genomen. Den dag te voren zal ik je schrijven en vragen bij mij te komen. Vóór dien tijd zullen we elkaar niet ontmoe ten; dit heb ik mij vast voorgenomen. Ver geef je arme Annie, die je zoo zielslief heeft. XVII. Annie wist, dat 't met Hélène hard achter uil ging, en was er dus op voorbereid, ieder o ogenblik aan haar sterfbed te worden ge roepen. Maar toen 't bericht kwam, dat men spoedig 'l einde verwachtte, en de zuster Juf frouw Veringa, namens dien dokier, verzocht, dadelij-lc als 't kon, over le komen, was Annie zoo verschrikt en ontdaan, dat ze zich bijna niet in staat voelde tot handelen. Door haar zenuwen gedragen, repte zij zich voort zoo snel ze kon, angstig te laat te zullen komen, Hélène niet meer in leven ite vinden. In -de verloopem weken had ze Hélène bijna dage lijks bezocht, haar dikwijls niet eens mogen zien. De zieke herkende haar nooit, gaf geen antwoord op haar vragen, wilde haar geen hand geven of haar kus verdragen. Zou 't ditmaal ook zoo zijn? Zou Hélène de ecu- wigheid ingaan zonder haar herkend te heb ben?Arme Hélène, wal had ze aan haar leven? Haar heengaan zou voor niemand een verlies zijii. Wie zou haar missen of betreu ren dan haar eenige zuster, aan wie ze, ook in haar treurigere toestand, lief cn dierbaar bleef? - Akelig vermagerd door de binnenkoorisen, die haar gestel sJoopten, de bruine oogen on natuurlijk groot in 't ingevallen gelaat, lag Hélène stil te sterven in haar witte bedje. Ze sloeg geen acht op An-me, toen deze binnen trad, zich over haar heen boog en tusschen haar snikken door, liefkoozende woorden fluisterde. Zuster Marie trok zich bescheiden terug en Annie knielde voor 't bed, en drukte baar wang tegen haar zusters koude handen. Op eens ging er als een rilling door Hélène's lichaam. Ze hief 't hoofd con weinig op, keek Aren ie strak aan, en vroeg toen kalm, met omfloersde stem: „Ben jij Annie? Vroe ger was je een klein kindje in de wieg en ik wiegde je. Zóókijk." En ze maakte over de deken een mat gebaar van handen, die een wieg duwen „Weet je dat nog, lieveling?" trachtte An nie 't zwak heninneringvlammatje aan te bla zen. „Dan kan je je zeker ook nog wed voor stellen hoe papa en mama er uitzagen. Mama met baar blauwe oogen en goudblond haar Doch Hélène staarde Arenie aan zonder be grijpen in haar blik. „Jij in de wieg, kleine poppekindje, kleine poppekindje," herhaalde ze, dc woorden zachlilcens zingend Dieper zakte haar hoofd, een vreemde scha duw vloog over haar gezicht, de mond ver trok tot een grijns „Zuster, zuster," gilde Annie ontzet. Zc omklemde Hélène's lichaam, voelde dit in doodskou verstijven Zachtjes dwong de verpleegster Annie op te staan, en leidde haar in de andere kamer. „Wees dankbaar, lieve Juffrouw, troostte ha ir vriendelijke stem. Uw arme zuster heeft veel en lang geleden. Nu weet ze niet meer van smart en pijn. Gun haar de rust Diet< nacht werd Annie zwaar ziek. Zuster Marie bad 't wanhopig bedroefde meisje per vigclante naar den heer en mevrouw dc Clerck gebracht; daar was ze incengézakt en naar bed gedragen. Weken lang lag Annie op 't kleine logeer kamertje in 't ijzeren kinderledikant te woe len en te ijlen in heete koorts. „Er was geen sprake van, haar te vervoe ren naar een ziekenhuis," verzekerde de dok ter, „daar kon haar leven mee gemoeid zijn." Mevrouw de Clerck maakte bonne mane mauvais jeu, en verzekerde den geneesheer, dat ze haar nichtje met liefde verplegen wil de. Oom Karei vond dit natuurlijk van zelf sprekend, doch tante Line slaakte in stilte menigen zucht. 'I Was nog al geen koopje, geheel onverwacht een doodzieke patient over den vloer te krijgen in hun klein, ge- hoorige huis met die drukke kinderen en onvoldoende hulp. Trijntje was wel is waar dc slechtste nog niet; ze bleef dikwijls tot ver over haar tijd en pakte flink aan. Maar men kon toch niet de diensten van haar vorde ren, die een volwassen flinke meid zou heb ben gepresteerd. Met dat al was 't heel jan.nier, dat Trijntje nu zeker relet lang meer zou blijven. Moeder had al een dienst voor haar op 't oog, en de toezegging, dat haar dochter daar komen kon, zoo gauw de twee de meid er wegging. Vóór dien tijd zou Annie echter wel aan de beterende hand zijn, hoopte Mevrouw de Clerck, die 't met haar man eens was, dat 't veel te kostbaar zou uitkomen een'verpleeg ster te. nemen. Zoo iets was goed voor rijke menschen. Over de kosten, die Annie's ziek te meebracht, hoefde zij zich niet te veront rusten. Ze wist van baar man, dat Armic alles zelf wilde betalen. Wel wat beschaamd, had Caroline Anna in ijlende koorts herhaaldelijk hooren kla gen, hoe tante niet toe kon komen met ha a huishoudgeld omdat eene logée zooveel gel kostAl trachtte zij zich zelf wijs te mï ken, dat zij zich niets behoefde aan tc trol ken van de wartaal, die Annie uitsloeg, hinderde tante Line toch, telkens als d zieke hierop terugkwam. Doch in haar ijle ontdekte Annie ook haar droef geheim aa Caroline. Telkens weêr bad cn smeekte z John, haar te vergeven, dat ze hem die wreeden brief had geschreven, betuigde hei haar liefde, en dat ze wol graag wilde stei ven nu ze hem niet kon toebchooren. Hoofdschuddend luisterde tante naar An nie's koortsfantasinGoddank, dat gec vreemde die dwaas verliefde nonsens aai hoorde, 't Was eigenlijk toch wol wat èr 't Arme schepsel wist niet wat zc zei, maa 't bleef een feit, dat ze dien Harden lief ha on hij baar „Wat hob ik voorspeld?" tri imiteerde Car< line tegenover haar man. „En ik hel) no zóó gewaarschuwd, en Annie a anger® de Harden uit den wog te gaan. Nou moet die ongelukkige liefde wie -weet hoe lan meeslepen, „Je zou me een groot plezii doen, Line, als je Annde nooit laat merke dat zc in haar ijlen verraadde, wat nieman recht heeft te weten, 't Is zóó al treurig g noeg. 't Arme kind heeft zich niets tc ve wijten, bedenk dat wel. We moeten had steunen en helpen in plaats van haar hai te vallen." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1