M*. Ü07.
ft1" Jaargang.
Dinsdag 20 December 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
ANNIE'S VERLOF.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden roor Amersfoort f 1,00.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant rerschynt dagelijks, behalve ep Zon- en Feest
dagen.
Adrertentiönmededeenngen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Wtgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 8> C®.
Utreohtsohestraat 1. Intereomm. Talephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel moor ,m-0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 centa bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement- Bene
circulairebevattende de voorwaarde^ wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met 1 Januari
a, s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand December
nog zullen verschijnenkos
teloos toegezonden.
Kennisgevingen.
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek ter verkrijging van
een bewijs van voor geoefendheid.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt
ter kennis van hen, die zich hebben aangemeld tot
deelneming aan het onderzoek ter verkrijging van
een bewijs vani voorgeoefenelheid, dat bedoeld onder
zoek zal plaats hebben op Donderdag, 5 Januari
1911, aanvangende des voormiddags 9i uur, te
Amersfoort in de Scherm- en Gymnastiekzaal der
Kazerne van hel óe Regiment Infanterie.
De belanghebbenden worden in hun belang aan
geraden precies op het voor hen vastgesteld uur
op de aangewezen plaats tegenwoordig te. zijn.
Amersfoort, 20 December 1910.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt
tengevolge medodccling van den Burgemeester van
Stoutenhurg, d.d. 10 December 1910, no. 4S8/54 V,
ter kennis van belanghebbenden, dat zich in die
gemeente een geval van miltvuur heeft voorgedaan.
Amersfoort 19 December 1910.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De Kreta-kwestie.
Do beschermende mogendheden over Kre
ta schijnen Lc gaan denken hoewel altijd,
nog in de verre verte over eene „defini
tieve'' oplossing der Kreta-kwestie, die ze tot
dusver als een lastig e.n ondankbaar vraag
stuk van jaar tot jaar hebben uitgesteld.
Aanleiding daartoe hebben gegeven de ge
beurtenissen bij de opening van de Kreten-
ser nationale vergadering op 23 November jl-,
waarbij de Christelijke afgevaardigden
de Mohammcdaansche waren niet versche
nen door een motie persisteerden bij hun
eisch tot vereeniging van het eiland met
het koninkrijk Griekenland en voor dezen
wensch zelfs hel patronaat der beschermende
mogendheden inriepen. De Porte maakte na
tuurlijk van de gelegenheid gebruik om de
beschermende mogendheden weer eens aan
den tand te voelen. Reeds op 24 November
hield de Turksche ministerraad zich met de
Krela-kwestie bezig en besloot men er tegen
het optreden der Kretenser Kamer te pro-
lesteeren en een definitieve oplossing der
Krela-kwestie te vragen. Het antwoord der
beschermende mogendheden volgde met
merkwaardige haast; de wensch schijnt te
ihchben voorgezeten de Porte eens extra te
vreden te stellen. Het antwoord begint met
te zeggen, dat de s o e v er ein itei tsre eli
te n van Turkije door de mogend
heden erkend zijn en blijven, cn dat
het daarom niet noodig is de aandacht
te schenken aan alles wat gebeurt in den
boezem van de nationale vergadering van
Kreta. Dergelijke beloogingen, die ook reeds
vroeger voorkwamen, hebben nooit den min
sten invloed op de besluiten der mogendhe
den gehad, noch het minste gevolg ten op
zichte van de rechten van Turkije. Wat aan
gaat het bestuur van het eiland, zullen de
mogendheden die kwestie ernstig bestudee-
ren, zoodra zicli daarvoor een gunstige ge
legenheid voordoet.
Het antwoord erkent de soever ei niteits-
rechten van Turkije in een vorm, die geen
twijfel overlaat. Hoe de mogendheden zich
de toekomst van het eiland onder Turksche
soevereiniteit denken, dat blijft ook na de
jongste verklaring der mogendheden in het
duister gehuld. Dat men besloten is „deze
kwestie" te onderzoeken, heeft men al dik
wijls gezegd en de bepaling van het tijdstip
waarop dit zal geschieden door de zinswon-
ding „zoodra zich daarvoor eene gunstige
gelegenheid voordoet", geeft ook niet veel
moed en zou van Turksch standpunt uit zelfs
argwaan kunnen wekken, want ook de Grie
ken en Kretensers wachten op eene gunstige
gelegenheid om de Kreta-kwestie te regelen,
zij het ook in anderen geest. Het ecreig
waardevolle on pQsitieve ligt alzoo in de er
kenning van Turkije's soevereiniteit, welke
inderdaad de beslissende grondslag is voor
de beantwoording van alle andere vragen.
De in Kreta de overhand hebbende partij,
welke staat op den bodem der door Veni
selos ingestelde staatkunde, verlangt volle
dige samensmelting van Kre'a met Grieken
land wat regeering en bes'uursslelsel aan
gaat. Daartegenover bad vóór de opening
van het Kretenser-parlement de partijleider
Kunduros den eisch gesteld van zelfbestuur,
met een regeeringscommissaris, ook bij eene
vereeniging met Griekenland. Ten slotte heeft
Kunduros dit program moeten herroepen, in
dien hij niet van allen politieken invloed en
van de deelname aSn de regeering wilde
worden uitgesloten. De Kretensers hebben
zich dus in hun groote meerderheid op het
standpunt der meest radicale unionisten ge
steld. Voor dezen is de thans door de mogend
heden aangenomen houding een slag in het
aangezicht. Men heeft een o ogenblik voor het
uitbreken van onlusten op het eiland ge
vreesd, doch hiervoor zullen de verantwoor
delijke leiders wel een stokje gestoken heb
ben. De Kretensers kunnen door overijld op
te treden niets winnen, maar wel alles ver
liezen. Vermoedelijk zal het wel blijven bij
eet, zij het dan ook „geharnast", protest der
Kretenser regeering tegen de „beschermen
de" (sic!) mogendheden. Van Griekenland,
dat zelf al genoeg te stellen heeft met binreen-
lardsche moeilijkheden en waar Veniselos,
het voormalige hoofd der regeering op Kre
ta, blijkbaar streeft naar een betere verstand
houding met Turkije, is niet veel te verwach
ten; in de Kreta-kwestie zal Veniselos wel
blijven voortgaan met van zijn „correcte"
houding te getuigen. In verband hiermede
schrijft de „Frankfurter Zeitung": „De Kre
tensers zullen daarom goed doen zich onder
eene weinig voelbare Turksche soevereini
teit een zoo groot mogelijke male van staat
kundige en economische vrijheid te verwer
ven en droombeelden op te geven, die het na
tionale gevoel der Grieksche bevolking van
liet eiland wel is waar alle eer aandoen,
maar waarvan het zeer twijfelachtig is of ze
niet, na een eventueele vereeniging met het
in allerlei vraagstukken verward geraakte
Grieksche koninkrijk, tot wrange teleurstel
ling zouden aanleiding geven. Aan den an
deren kant hebben de historische bezwaren
en de weerzin tegen een soevereiniteit van
Turkije veel van hun gewicht verloren, sinds
hot despotisme is vervangen door eene con
stitutie en de hoop gegrond is, dat ook in de
beschavings-, economische en sociale inzich
ten van de Turksche regeering zich een diep
gaande wijziging heeft voltrokken. Wanneer
de beschermende mogendheden rechten en
plichten zoo afpalen, gelijk deze in den legen-
woordigen toestand liun grond vinden, dan
zal er wel een vorm tc vinden zijn, waarbij
zoowel de godsdienstige als nationale idea
len der Kretensers worden beveiligd."
DuiUchland.
Over den uitslag der langdurige onderhan
delingen, die in den loop der jaren tusschen
het DuLtsolie ministerie van Buitonlamdsche
Zaken en de Engclsche regcerimg zijn ge
voerd over de Duilsche eischen om vergoe
ding voor de schade door Du its obers gele
den gedurende den Boerenoorlog, deelt de
Nordid. Allg. Zlg. het volgende mede„De
Britsche regeerinig heeft thans in de aange
legenheid der Duitsohe eischen om vergoe
ding van schade geleden in den Zreid-Afri-
kaanschen oorlog haar meening uitgespro
ken. Zij weigert alle eischen die indertij
de Britsche commissie in Zuid-Afrika zijn
overgelegd, volgens het Duitsche voorstel te
verwijzen naar het Hof van Arbitrage in
Den Ilaag. Slechts voor enkele gevallen, wel
ke aan de commissies in Brilsch-Zuid-Afrika
zijn onderworpen geweest, geeft zij toe, dat
hel een rechtsquaestic geldt cn wil deze aan
liet llaagsche Scheidsgerecht onderwerpen,
liet ministerie van Buitonlaredsche zaken
heeft den belanghebbenden Duitschers hi.--
van mededeeling gedaan. Het denkt de aan
gelegenheid verder met de Britsche regec-
ring te behandelen en zai over den uitslag
dezer onderhandelingen verder mededeeling
doen, zoodra de Engclsche regeering van de
voorgenomen stappen in kcnniis zal zijn ge
steld."
Terwijl, zooals wij reeds meldden, in de
liberale bladen de meening heersobt, dat de
ontworpen grondwet voo rElzas Lotharingen
aanmerkelijke leemten aanwijst, vinden de
conservatieve bladen het daarin geoodene
nog le veel. Van de Berlijnsche uiauien uit
de Reichsbote zicih in het algemeen sympa
thiek, doch onder ernstige bedenkingen te
gen de concessies wat aangaat het kiesrecht
voor de Tweede Kanier. Het blad laakit
dat men aan het rijkstand toeslaat, wat in
Pruisen de regeering niet zou wagen. De
„Deutsche Tageszeitung" vindt eenige der
bepalingen belangrijke tegemoetkomingen aan
he' radicalisme, die speciaal in EIzas-Lo-
lliaringen zeer gevaarlijk zijn. Even reactian-
nnir is de meening van de „Post", die thans
reeds grondwettelijke geschillen met een
„vOi negen-tiende ultramontaansoh-sooiaal-
democratischei» landdag" voorziet.
Wat ook van de ontworpen Elzas-Lotha-
ringsche grondwet moge gezegd worden,
toegegeven moet worden dat ze in verge
lijking met de Pruisische grondwet een zeer
moderne trek bezit. Kernachtig wordt dut
uitgedrukt door het Berliner Tageblatt dat
o.a. schrijft:
„Het rood der verontwaardiging moet den
Pruisischen kiezer derde klasse naar de
wangen stijgen, bij hel dcngbeeld, dat aan de
voor veertig jaar geleden met wapengeweld
veroverde landen rechten zullen worden toe
gekend, welke men aan de groote meerder
heid van het Pruisische volk onthoudt. Wij
gunnen Elzas-Lolharingen van harte het alge-
meene, directe cn geheime kiesrecht en ver
heugen ons oprecht erover, dat het althans
zooveel bereikt heeft. Maar dat dezelfde man
nen, die deze rechten van den rijksdag vra
gen voor veroverde landen, ze aan Pruisen
hardnekkig weigeren, dat endervinden zij
als "een bloedigen hoon en brandende smaad
en hij zou nie' waard zijn een Pruis te hec-
len, die deze beleediging van zijn slaatsbe-
wustzijn luchthartig opnam."
België.
Zaterdag was het een jaar geleden dat
Koning Leopold te Laeken stierf. In de kerk
le Laoken is deze dag herdacht door een
plechtige dienst waaraan de koning, alle mi
nisters, vele Kamerleden en senatoren en ten
slotte de hof dignitarissen deelnamen.
Na afloop der plechtigheid is de Koning
met zijn gevolg afgedaald in de Koninklijke
crypt waar de kransen waren neergelegd die
gezonden waren door de princessen Louise
en Stephanie. Eerstgenoemde, van Parijs ko
mende, heeft zich in den namiddag naar
Laeken begeven waar ze eenige oogenblikken
heeft gebeden bij de graftombe barer vader
en moeder. Na haar kaartje le hebben afge
geven aan het kasteel te Laeken, en zich op
-de hoogte te hebben gesteld van den toestand
der Koningin heeft Prinses Louise denzelfden
avond Brussel weer verlaten.
Engeland.
Londen, 20 December. Van gezag
hebbende zijde wordt gemeld, dat hel bericht
onwaar is, volgens hetwelk eene bevalling der
Koningin in Maart wordt tegemoet gezien.
Londen, 19 Dec. Om 1 uur 30 heden
middag waren gekozen 270 liberalen, 272
unionisten, 43 leden der arbeiderspartij, 73
Redmondistcn en 9 Obrienisten. Het aantal
winstzetels is hetzelfde gebleven.
Denemarken.
Kopenhagen, 19 F e b r. De voorma
lige minister van justitie Alberti berust 'in
het tegen hem uitgesproken vonnis.
Daar ook het openhaar ministerie niet van
plan as van het vonnis in hooger beroep le
komen, zal Alberti nog voor Kerstmis naar
het tuchthuis te Horsens worden overge
bracht.
Italië
Naar aanleiding van de veroordeeling
der pennevruoh'en van Prins Max van
Saksen schrijft men uit Bern aan de
Yossische Zaitung: „Goedingelichtc acade
mische kringen houden het voor eene uit
gemaakte zaak, dal Prins Max van Saksen
reeds lang bij het Vaticaan onder de ver
denking stond een modernist te zijn, want
anders zou hij reeds lang bisschop of iets
dergelijks geworden zijn, gelijk dat bij gecs-
'clijken van koninklijke bloede gebruikelijk
is. InplaatS daarvan moet hij genoegen ne
men met een bescheiden leerstoel le Frei
burg. Reeds voor drie jaren heeft hij in een
geschrift „Lezingen over de Oostersche ker
kelijke kwestie" de pauselijke dogma's van
1850 en 1870, waaraan de Oostersche schis
matici aansloot namen, tamelijk vrijmoedig
besproken en betoogd dat aan de oude
Roomsche kerk deze dogtna's, ook wat hun
inhoud betreft, volkomen onbekend geweest
zijn.
Oostenrijk-Hongarije.
B u d a p e s l, 19 Dec. De minister van
financiön Lukacz heeft in de Kamer van Af
gevaardigden een wetsontwerp ingediend,
strekkende tot verlenging tol 15 Februari
1911 van het privilege der Oostenrijksch-
Ilonga-arsche Baak van het muntverdrag en
de wet betiicffende de muntwaarden.
RMland.
De lioogconservafieve „Petersburgkaja Ve-
domosti", de neutrale „Souremennoje Slo-
wo" en de meer lokale „Petersburgkaja
Gazet Li" en „Petershurgski Listol" werden
Zaterdag in beslag genomen, omdat ze de
in de doema gehouden rede van den reac-
tionnairen afgevaardigde Poerisjkcvitsj on
verkort hebben weergegeven, in welke rede
de spreker verklaarde, dat een onbekende
revolutionair in sluden ten-uniform in een
sludentcnvcrgadering den Czaar had gcquali-
ficeerd als Nikolaas den met bloed bevlekte.
Nu is tegen de redacteuren van alle vier
dc bladen een vervolging wegens majesteits
schennis ingesteld, alleen omdat ze objectief
hebben weergegeven, hetgeen door een ander
is uitgesproken en nog wel dn de doema,
welker verslagen anders nooit onder de pers
wet plegen te vallen l
Wij maakten onlangs melding van de maat
regelen, welke «Ie gouverneur-generaal Seyn
heeft getroffen, teneinde de Finsche douane
autoriteiten le onttrekken aan liet toezicht
v;m aan de Finsche grondwet getrouwe amb
tenaren. Daartoe beze hij de gewichtigste
functies met personen uit zijne eigen kanse
larij, op wie hij rekeaen kon. Het vermoe
den werd hieraan vastgeknoopt, dat a
deze benoemingen n g Is meer stak dan de
bloote wensch om gewii igr mannetjes met
winstgevende posten te bedeelen, doch dat
ze veeleer ten doel hadden de wapensmok
kelarij naar Finland in scène tc zetten, al
thans de poging tot zulk een verboden wapen-
iiivucr door middel v.ni documenten aan tc
Iconen. Dit vermoeden verkrijgt «hans een
treffende bevestiging. De heer Reguel Wolff,
een groothandelaar te W'iborg en broeder
vai den bekenden staatsman en Finschen
patriot Eugen Wolff (beiden werden onder
Bubrikov's tijd verban e wegens hun pal
staan voor de Finsche grondwet) publiceert
thans in de Finsche bladen eene mededee
ling, volgens welke buiten zijn medeweten bij
Engclsche wapenfabri. ken groote beslellingei
var. geweren en schietvoorraad op zijn naam
zijn gedaan. Dc heer Wolff verklaart nooit
een dergelijke best. Hing te hebben gedaan
en dat zijne handieokcning op den bestel-
lingsbrief, dien hij heeft kunnen inzien, ver
valse hl is.
Ziedaar de duistere m hinatiën van hcu
waartegenover het Finsche volk vrijwel weer
loos staal.
Britsch-Indië.
De rust te Calcutta is voor goed bcrslekl
ei» de stad krijgt weer haar gewone aan
zien; de meeste zaken zijn weer geopend. Zoo
wel de autoriteiten als de inlandsche pers
prijzen de bereidvaardigheid en hel correcte
gedrag der militairen, der vrijwillige en
Europeesche politie, welker onmiddellijk in
grijpen belette dat de ernstige godsdienslon
lusten zich verder uitbreidden.
Vereenigde Statin.
President Taft heeft in een vergadering dei
vereeniging voor scheidsrechterlijke beslis
sing v.a.r iiilrrnaii". a •ch: u rein r ii
gehouden, waarin hij <H onruvl trachtte weg
Ie nemen, welke is le voorschijn geroepen
door de memorie, di door het niinisteru
van oorlog bij de militaire commissie uit hei
Huis van Afgevaardigden is ingediend. „Wi,
hebben", zoo zette de president uiteen,
stekende kustverdediging-werken en een zeel
Mivrovw M. C. E. OVINK—SOER.
o—
In wanhoop wrong Annie de handen. „Ach,
John, 't kan niet, 't mag niet!"
Waren ze beiden al niet ellendig genoeg?
Wat had 't haar niet gekost om haar gelofte
aan oom gestand te doen! Moest die strijd
nu van voren af aam beginnen Voor een
tweede maal kon ze hem niet strijden.
Ze greep papier en pén. En, terwijl ze
bijna niet zien ken door een mist van tra
nen, die ook het papier bevochtigden, schreef
ze met trillende vingers .„Maak 't mij niet
zoo moeilijk, John, wij mogen elkaar niet
meer zien. 'k Ileb 't oom beloofd em 'l is het
beste zoo. 'k neb je innig lief, even innig
als j.j mij, cn ik schaam mij niet dat te be
kennen. Want 't is wèl ongelukkig, doch
kwaad of zonde is er toch niet bij. En daar
om zal 't ons ook niet als kwaad worden
aangerekend door Eén, die barmhartig en
rechtvaardig oordeelt. Maar dit doen de
menschen niet; die geloovcn liefst 't slechte.
En daarom zouden ze onze mooie, reine lief
de voor elkaar ook graag bezoedelen, en lee-
lijk van ons denken en gelooven als we hun
gelegenheid gaven. Om jouwentwil is 't
ook beter, dat we elkaar niet voortdurend
zien, da* maakt 't dragen van ons droef ge
heim nog maar veel moeilijker.
Maar, lieve John, ik beloof je plechtig, dat
ik niet naar Java terugga, vóór ik afscheid
van je heb genomen. Den dag te voren zal
ik je schrijven en vragen bij mij te komen.
Vóór dien tijd zullen we elkaar niet ontmoe
ten; dit heb ik mij vast voorgenomen. Ver
geef je arme Annie, die je zoo zielslief heeft.
XVII.
Annie wist, dat 't met Hélène hard achter
uil ging, en was er dus op voorbereid, ieder
o ogenblik aan haar sterfbed te worden ge
roepen. Maar toen 't bericht kwam, dat men
spoedig 'l einde verwachtte, en de zuster Juf
frouw Veringa, namens dien dokier, verzocht,
dadelij-lc als 't kon, over le komen, was Annie
zoo verschrikt en ontdaan, dat ze zich bijna
niet in staat voelde tot handelen. Door haar
zenuwen gedragen, repte zij zich voort zoo
snel ze kon, angstig te laat te zullen komen,
Hélène niet meer in leven ite vinden. In -de
verloopem weken had ze Hélène bijna dage
lijks bezocht, haar dikwijls niet eens mogen
zien. De zieke herkende haar nooit, gaf
geen antwoord op haar vragen, wilde haar
geen hand geven of haar kus verdragen. Zou
't ditmaal ook zoo zijn? Zou Hélène de ecu-
wigheid ingaan zonder haar herkend te heb
ben?Arme Hélène, wal had ze aan haar
leven? Haar heengaan zou voor niemand een
verlies zijii. Wie zou haar missen of betreu
ren dan haar eenige zuster, aan wie ze, ook
in haar treurigere toestand, lief cn dierbaar
bleef? -
Akelig vermagerd door de binnenkoorisen,
die haar gestel sJoopten, de bruine oogen on
natuurlijk groot in 't ingevallen gelaat, lag
Hélène stil te sterven in haar witte bedje. Ze
sloeg geen acht op An-me, toen deze binnen
trad, zich over haar heen boog en tusschen
haar snikken door, liefkoozende woorden
fluisterde.
Zuster Marie trok zich bescheiden terug en
Annie knielde voor 't bed, en drukte baar
wang tegen haar zusters koude handen.
Op eens ging er als een rilling door Hélène's
lichaam. Ze hief 't hoofd con weinig op,
keek Aren ie strak aan, en vroeg toen kalm,
met omfloersde stem: „Ben jij Annie? Vroe
ger was je een klein kindje in de wieg en
ik wiegde je. Zóókijk." En ze maakte
over de deken een mat gebaar van handen,
die een wieg duwen
„Weet je dat nog, lieveling?" trachtte An
nie 't zwak heninneringvlammatje aan te bla
zen. „Dan kan je je zeker ook nog wed voor
stellen hoe papa en mama er uitzagen. Mama
met baar blauwe oogen en goudblond
haar
Doch Hélène staarde Arenie aan zonder be
grijpen in haar blik. „Jij in de wieg, kleine
poppekindje, kleine poppekindje," herhaalde
ze, dc woorden zachlilcens zingend
Dieper zakte haar hoofd, een vreemde scha
duw vloog over haar gezicht, de mond ver
trok tot een grijns
„Zuster, zuster," gilde Annie ontzet. Zc
omklemde Hélène's lichaam, voelde dit in
doodskou verstijven
Zachtjes dwong de verpleegster Annie op
te staan, en leidde haar in de andere kamer.
„Wees dankbaar, lieve Juffrouw, troostte
ha ir vriendelijke stem. Uw arme zuster heeft
veel en lang geleden. Nu weet ze niet meer
van smart en pijn. Gun haar de rust
Diet< nacht werd Annie zwaar ziek. Zuster
Marie bad 't wanhopig bedroefde meisje per
vigclante naar den heer en mevrouw dc
Clerck gebracht; daar was ze incengézakt en
naar bed gedragen.
Weken lang lag Annie op 't kleine logeer
kamertje in 't ijzeren kinderledikant te woe
len en te ijlen in heete koorts.
„Er was geen sprake van, haar te vervoe
ren naar een ziekenhuis," verzekerde de dok
ter, „daar kon haar leven mee gemoeid zijn."
Mevrouw de Clerck maakte bonne mane
mauvais jeu, en verzekerde den geneesheer,
dat ze haar nichtje met liefde verplegen wil
de. Oom Karei vond dit natuurlijk van zelf
sprekend, doch tante Line slaakte in stilte
menigen zucht. 'I Was nog al geen koopje,
geheel onverwacht een doodzieke patient
over den vloer te krijgen in hun klein, ge-
hoorige huis met die drukke kinderen en
onvoldoende hulp. Trijntje was wel is waar
dc slechtste nog niet; ze bleef dikwijls tot ver
over haar tijd en pakte flink aan. Maar men
kon toch niet de diensten van haar vorde
ren, die een volwassen flinke meid zou heb
ben gepresteerd. Met dat al was 't heel
jan.nier, dat Trijntje nu zeker relet lang meer
zou blijven. Moeder had al een dienst voor
haar op 't oog, en de toezegging, dat haar
dochter daar komen kon, zoo gauw de twee
de meid er wegging.
Vóór dien tijd zou Annie echter wel aan
de beterende hand zijn, hoopte Mevrouw de
Clerck, die 't met haar man eens was, dat 't
veel te kostbaar zou uitkomen een'verpleeg
ster te. nemen. Zoo iets was goed voor rijke
menschen. Over de kosten, die Annie's ziek
te meebracht, hoefde zij zich niet te veront
rusten. Ze wist van baar man, dat Armic
alles zelf wilde betalen.
Wel wat beschaamd, had Caroline Anna
in ijlende koorts herhaaldelijk hooren kla
gen, hoe tante niet toe kon komen met ha a
huishoudgeld omdat eene logée zooveel gel
kostAl trachtte zij zich zelf wijs te mï
ken, dat zij zich niets behoefde aan tc trol
ken van de wartaal, die Annie uitsloeg,
hinderde tante Line toch, telkens als d
zieke hierop terugkwam. Doch in haar ijle
ontdekte Annie ook haar droef geheim aa
Caroline. Telkens weêr bad cn smeekte z
John, haar te vergeven, dat ze hem die
wreeden brief had geschreven, betuigde hei
haar liefde, en dat ze wol graag wilde stei
ven nu ze hem niet kon toebchooren.
Hoofdschuddend luisterde tante naar An
nie's koortsfantasinGoddank, dat gec
vreemde die dwaas verliefde nonsens aai
hoorde, 't Was eigenlijk toch wol wat èr
't Arme schepsel wist niet wat zc zei, maa
't bleef een feit, dat ze dien Harden lief ha
on hij baar
„Wat hob ik voorspeld?" tri imiteerde Car<
line tegenover haar man. „En ik hel) no
zóó gewaarschuwd, en Annie a anger® de
Harden uit den wog te gaan. Nou moet
die ongelukkige liefde wie -weet hoe lan
meeslepen, „Je zou me een groot plezii
doen, Line, als je Annde nooit laat merke
dat zc in haar ijlen verraadde, wat nieman
recht heeft te weten, 't Is zóó al treurig g
noeg. 't Arme kind heeft zich niets tc ve
wijten, bedenk dat wel. We moeten had
steunen en helpen in plaats van haar hai
te vallen."
Wordt vervolgd.