BINNENLAND. e ui elf gewonden, bij Poissy et Vivoin- euuinonl op de Westerstaatsspoorwegen en ij Manna 11 dc ook op de Zuiderspoorwegen, aar een stoker en een machinist zwaar ge rond zijn, terwijl twintig anderen er met lin of meer ernstige verwondingen zijn af- ekomen en een locomotief aan splinters is ereden. Hij Arbanats zoowel als bij Marman en zij.n de machinisten, die niet op de soinen ebben gelet, de schuldigen. Verder zijn in Engeland drie ongelukken te (Heiden. Onze lezers weten, wat te Kerkby tephen is geschied, waar negen reizigers het even Jrebben verloren, om van de gewonden liet Ie spreken. Uitvoeriger mededeclingen omtrent hel laar gebeurde volgen hier: De Scholsche expresstrein van Londen naar ilasgow verliet de eerste plaats te midder- lacht. De waggons waren overvol met passa ders, die niet vacantie gingen. Voorbij Leeds melde hij in den grauwen December-niorgern, er wijl regen- en windvlagen gierden over de iale vlakte van Westmore-land, waardoor de oaan loopt, voort, getrokken door twee zware locomotieven met een vaart van zestig mijl per liur. Plotseling, voor de machinisten van den trein genoeg remmen konden, doemden vóór hen op dc baan op twee aaneen ge koppelde locomotieven van minder kaliber, die niet een vaart van slechts twintig mijl in dezelfde richting voortspoedden. De trein was er spoedig bovenop; de ontzettende bot sing geschiedde; wagens kraakten, versplin terden, sloegen 0111 langs den spoordijk. En toen kwam liet a lier ontzettende de ge heel e trein raakte in een oogenblik in brand. Geen pen vermag het looneel te beschrijven dat nu volgde, en het is begrijpelijk dal velen van hen, die hel gruwelijk tooneel moesten bijwonen, zonder eigenlijk ióts te kunnen doen, later *e Glasgow gekomen eerst niet in staat waren er iels van te vertellen. Een paar uur later kwamen doktoren uit den omtrek in auto's en treinen naar de plaats van de ramp. Zij konden de gewonden verbinden, maar de slachtoffers, negen in getal, waren zóó door het vuur verminkt, dat zij nagenoeg onkenbaar waren en de doodenlijst slechts kon geven signalementen van menschelijke overblijfselen, waaruit men zelfs met eens liet geslacht der slachtoffers kon mededeelen. Bij Bolsover in Derbyshire zijn vijf kinde ren overreden, die tc Chesterfield een kine- malograaf-voorslclling hadden bijgewoond. Drie er van werden onmiddellijk gedood en twee zwaar gewond. Bij Bivio di Acqua-Bclla, dat aan de lijn Pavia-Milaan ligt. is een sneltrein op een goederentrein gcloopcn. Tien personen zijn gewond, waarvan een zfoer érnstig. En ten slotte wordt uit Upper Sandusky in den staat Ohio gemeld, dat daar op een der lijnen van den Pcnnsylvaniamaalschappij een hotsing heeft plaats gehad, die acht reizigers het leven heeft gekost en lal van anderen verwonnhiigen heeft bezorgd. Uit de Yardmijn te Bolton zijn nog slechts veertig lijken bovengebracht, hoewel de reddingsbrigades, die den arbeid met on verdroten ijver moet voortzetten, reeds bijna IWeo honderd lijken liebbcn ontdekt. De ar beid in de mijn wordt echter ten zeerste be moeilijkt en levert nog steeds grootc geva ren op, daar door instortingen verschillende gangen volkomen onbegaanbaar zijn. De bur gemeester van Bolton heeft een oproeping tot het Engebcbe volk gericht om een som va:» óO.OOD p. st. voor de nabestaanden der slachtoffers bijeen te brengen. Zulk een som is nooclig, daar niet minder dan 200 vrouwen 011 10 kinderen hun kostwinner hebbenl verloren. Iloewel alle hoop moest worden opgege ven. wachten nog sleeds schreiende vrouwen bij de mijn, om te zien of bij de bovenge brachte skichtoilers ook haar man, vader of zoon is. Omtrent de oorzaak van dc ramp is nog, steeds niets gebleken. De directie verklaard dat de mijn met de meest moderne inSial- latiën was toegerust. Felle verbittering wekt het feit, dat in de woning van een der omgekomenen, ter wijl vrouw en kinderen zicli in angst en smart te midden der treurende meruigte aan dc mijn verdrongen, is ingebroken en een bedrag van vijftig a zes'ig pond is gestolen. Eerste Kamer. Kameroverzicht Vergadering van Dinsdag 27 Dec. 1910. Geopend 's avonds 8J ure. Voorzatter baron J. E. N. Schimmelpen- ïiinck van der Oye. Ingekomen zijn de geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid voor Zuid-IIolland de heer E. G. haron Sweerts de Landas Wyborgh, welke in handen worden gesteld van eene commissie, beslaande uit de heeren Knol "Welt, Merkelbach en Michiels van Kessenich, tot het onderzoek en het uitbrengen van rapport Dc heer Knol Welt brengt namens de commissie rapport uit en adviseert tot toe lating, 11a aflegging der bij (1e wet gevorder de eed en of beloften. Dc heer Sweerts de Landas Wyborgh wordt door den griffier binnengeleid en legt in handen van den voorzitter de vastgestelde cede'i af en neemt zitting, gelukgewenscht door den voorzitter en verschillende leden. Mededeeling wordt gedaan van een aantal ingekomen stukken, welke voor kennisgeving worden aangenomen. Daarna wordt overgegaan tot het opnieuw samenstellen der afdeelingen, waarna deze zich naar dc sectiekamers begeven tot het kiezen van voorzitters en ondervoorzitters. Dc Voorzitter deelt mede, dat de af deelingen zich morgen zullen bezig houden met secticwcrk en dat Donderdag 11 uur in openbare behandeling zullen komen hel wets ontwerp tot aankoop van het landgoed In- drama joc West en dc Indische begrooting en daarmede samenhangende wetsontwerpen. De vergadering wordt verdaagd lot Don derdag Y.m. 11 uur. Bwichun. De Staatscourant van Woensdag 28 Dcc. bevat 0. m. de volgende Koninklijke be sluiten: benoemd lot collectrice van de Staatslote rij tc Amsterdam G. N. C. W. C. van Hamel, weduwe van II. Mossel aldaar; le Assen M. L. llubenet, weduwe van C. L. B. Pet te Zwolle, en A. Smeding, weduwe van J. W. Kamerling te Amersfoort; tc 's Graveahage 11. M. F. Bergansius aldaar; tot collecteur te Botterdam II. F. B. Dubois te Heemstede, L. J. C. Jansen le Rijswijk, J. 1\ P. M. Lohmeyer te Amsterdam, II. P. M. C. Schilleniar.s te 's Gravcnhage, II. Beets te Gro ningen en W. J. II. Lucas te Botterdam; tot collectrice te Botterdam J. W. II. Gom- pert, weduwe van W. G. Groen te Dordrecht, mej, E. E. M. G. II. Eichholl te Botterdam ep mej. L. van der Schuit te 's Gravenhage; benoemd lol substituut-griffier bij de recht bank te Ileerenvccn mr. E. J. baron van Im- hoff, advocaat te Groningen, beëedigd klerk aan de griffie der rechtbank; benoemd tot notaris te Dwingeloo M. G. B011, candidaal-notaris te Den Haag; benoemd tcvl officier in de Oranje-Nassau- orde met de zwaarden II. B. de Blij, gepen sioneerd kolonel der-- infanterie en militie commissaris le Alkmaar; op verzoek eervol ontslagen met pensioen de reserve kapitein A. J. Kruyder van de landweer-infanterie in het 28ste district; eervol ontslagen met pensioen wegens lichaamsgebreken de luitenant-kolonel van den slJvf der genie F. II. L. de Wijs, commis saris in het 4e gemie-comman dement, en kolonelsrang verleend; benoemd bij den staf der genie lot luite nant-kolonel de majoor A. J. L. M. van Schc- vichaven van den staf en tot commandant.van hel 4e genie-coinmandement de luitenant kolonel W. J. A. Colthoff van den staf; benoemd bij de landweer- infanterie in het 2c district de gepensioneerde onderluitenant der infanterie van het Indische leger J. Keur; benoemd lot adjunct-commissie bij hel de partement van koloniën mr. F. W. Doncker Curtius; gesteld ter beschikking van den gouverneur- generaal van Ncderlandsch-Indië voor inspec teur van den burgerlijken geneeskundigen dienst W. J. van Gorlcom te 's Gravenhage herbenoemd als kantonrechter-plaatsver- vanger te Utrecht jhr. mr. K. J. Schorer, en te Vianen II. Baggerman; op verzoek eervol ontslagen F. Meyer als leeraar aan de R. II. B. S. te Groningen; op verzoek eervol ontslag verleend aan dr. II. Wefers Bcllink, oud-hooglccraar te Utrecht, en dr. P. A. Vos, apotheker le Rot terdam, resp. als lid en voorzitter en als lid van dc Pharniacopee-commissie cn in ge noemde commissie benoemd tot voorzitter dr. L. van Itallie, hoogleeraar" te Leiden, thans secretaris; tot secretaris C. van Guldenstee- den Egeling, oud-apolhelcer te Zeist, lid van die commissie; benoemd tot leden dr. J. S. Meulenhoff, apotheker tc Zwolle, cn A. J. Wynne, apotheker te Rotterdam. herbenoemd tot kantonrecht er-plaatsvervanger J. A. J. van Heysi, jhr. mr. K. J. Schorer, mr. A. M. de Lange, A. R. Veenstra en II. Baggerman, respec tievelijk in de kantons Waalwijk, Utrecht, Alkmaar, Schoonhoven en Vianen bekrachtigd het besluit van den gemeenteraad van Amsterdam van 14 Dec. j.l., waarbij aan de Ge meentelijke Universiteit aldaar is benoemd tot bui tengewoon hoogleeraar in de cytologie der planten, dr. Th. J. Stomps, lector aan die Universiteit eervol ontslag uit den militairen dienst verleend, aan den hiit.-kolonel van den staf der genie F. H. L. de Wijs, commandant in het 4e genie-commande- ment, ter zake van lichaamsgnbreken, en een pen sioen verleend van f 1729 's jaars verlof verleend tot het aannemen van de achter hunne namen vermelde ondersoheidingsteekenen, aan. de na te noemen personen L. A. Roel, kamerdie naar in dienst van H. M. de Koningin-Moeder, te 's-Gravenhage, het kruis van verdienste, le klasse, hem door Z. M. den Koning van Roemenië geschon ken, en het ridderkruis 2e klasse in de Saksen-Ernes- tinische Huisorde, hem door Z. K. H. den Hertog van Saksen-Coburg en Gotha geschonkenN. P. Boom, nestel-lakei in dienst van H. M. de Koningin- Moeder, le 's-Gravenhage, de medaille van verdien ste le klasse, hem door Z. M. den Koning van Roe menië geschonken, en de zilveren medaille van ver dienste der Saksen-Eriiestinilsche Huisordehem door Z. K. H. den Hertog van Saksen-Coburg en Gotha geschonken. II. M. de Koningin cn Z. K. TI. de Prins zijn voornemens den lOen Januari a.s. hel Casinobal in hel hotel den Ouden Doelen met hunne tegenwoordigheid te vereeren. II. M. de Koningin-Moeder heeft op den eersten Kerstdag II. M. de Koningin, Z. K. H. deai Prins met het Prinsesje bij een Kerst boom in Haar paleis vereenigd. Des avonds was Koningin Emma aan tafel bij de Koninklijke Familie ten paleize Noord- Einde en den 2en Kerstdag bevond zich het Koninklijk Echtpaar bij Hun Moeder aan het middagmaal. Men verneemt, dat uithoofde van den Zondag, waarop het aanstaande Nieuwejaar valt, dc gebruikelijke receptie ten Hove voor de minister, departementshoofdnc, de ver tegenwoordigers der Hooge Staatslichamen, mitsgaders de leden va.n Hr. Ms. Civiele en Militaire Huis, ditmaal niet zal plaats hebben. Minister Cool. Men verneemt dat de Minister van Oorlog in beterschap vooruitgaat cn Z.Exc. het voor nemen koestert om, zoodra hij hersteld is, zijn ambtsbezigheden wêer aan het depar tement te hervatten, in afwachting van de beschikking op zijn verzoek om ontslag. Do crisis aan „O o r 1 0 g". Het schijnt zoo goed als uitgesloten, dat een der Kamerleden van rechts de plaats van den minister van Oorlog zal innemen. Men zoekt naar een opper-officier builen de Kamer. Ilbld. De gewone audiëntie van den minister van Marine zal op Vrijdag 30 December aan staande niet plaats hebeben, die van de mi nisters van Financiën en Oorlog Donderdag 29 December aanstaande niet. De gewone audiëntie van den minister van Koloniën zal op Vrijdag 30 dezer niet. plaats hebben. Dc Russische gezant graaf Pahlen, is Maandagavond van zijn builenlandsche Kerstverlof in Den Haag teruggekeerd. Gisteren is im het hotel des Indes te Banm Haag afgestapt de heer M. F. dc Klcrcker, nieuwbenoemd buitengewoon gezant cn ge volmachtigd minister van Zweden bij het Ncdcrl. cn Belgische Hof. De nieuwe gezant heeft kort 11a aankomst zijn opwachting gemaakt hij den minister van Builen la ndschè zaken. Maandagavond zijn in Den Haag aan gekomen en afgestapt aan het Hotel „den Ouden Doelen" de gedelegeerden van China voor het Internationaal Congres voor gevan geniswezen te Washington, bestaande uit de heeren Kungpeh C. King en Li Fang, beiden leden van het Hooggerechtshof te Peking, benevens de heer Wang Shu Jung, onder- j prefect van Peking, als secretaris dier dele- j gatio. j Vanwege het Ministerie van Justitie is hun toegevoegd, ter vergemakkelijking van hun studie van het gevangenis- en opvoedings wezen, de referendaris De Heyvre. De tijdelijke detacheering van den ge zantschapssecretaris 2e klasse le Weenen, jhr. dr. II. M. van We ede bij llr. Ms. gezant schap le Washington tijdens de afwezigheid met verlof en wegens zijn dienstreis naar Mexico van den gezant, den lieer London, is thans geëindigd. Na het doorbrengen van een verloftijd in Europa, keert dc heer van Weede naar Weenen terug. Behalve de kapitein ter zee G. Wit sen Elias, zal ook de kapitein-luit. ter zee G. W. de Leur, eerlang den zeedienst met pensioen verlaten. De Minister van—justitie heeft goed gevonden te benoemen, met ingang van 15 Januari 1911, tot plaatsvervangend lidi der Kamer van toezicht over de notarissen en, candidaat-notarissen, gevestigd' te Arnhem, mr. J. I. II. Hoeben, kantonrechter te Dru- ten. Dit besluit zal worden geplaatst in de Ned. Staatscourant en worden gezonden in •afschrift aan de Algemeene Rekenkamer, aan den griffier der arr.-rechitbamk te Arnhem en in uittreksel aan den daarbij betrokken persoon. Pro f. J. M. van B e m ra e le ai is, (zooals in de N. R. Ct. reeds was meêge- dceld( in de algemeene vergadering vam 14 December 1910 der „Deutsche Chemische Ge- sellschaft" lot eerelid benoemd. Behalve onze oud-Landgenoot prof. van 't Hoff, die in 1889 eereliid werd, is prof. van. Bemmelen de eenige Nederlander, aan wien deze eer le beurt viel. Op 1 Jan. 1910 telde uc „Deutsche Chemische" 15 eereleden (Can- nüzzaro, Roscoe, van 't Hoff, Rayleigh, Hi.t- torf, Arrhenius, Pfeffer, Crookes, von Linde, Solvay, Dewar, IlaUer, Körner en Le Cha- telier in volgorde van benoeming ver meld. Cawnizzaro is sedert overleden. (Chemisch Weekblad.) M r. II. J. Kist. Behalve de staatslie den De Savornin Lohmait en mr. Weideren baron Rengers, hoopt ook hel lid der Eerste Kamer, mr. II. J. Kist, spoedig, n.l .op 7 Februari a.s., den dag le herdenken, waarop hij voor 50 jaar promoveerde. De heer Kist deed dit aan de Leidsche Universiteit, op een proefschrift over „De verbindtenissen, die uit onregtmaligc daad ontstaan volgens art. 1401 en 1402 B. W." Twee jaar na zijn pro motie werd de heer Kist benoemd tot substi tuut-officier van justitie Le Ti el, in welke functie hij in 1868 le Amsterdam optrad. In 1875 werd hij advocaat-generaal, in 1877 pro cureur-generaal bij hel Amsterdamsche ge rechtshof. Dit laatste ambt vervulde hij tot 1904. Van 1881 tol 1887 was de heer Kist (die liberaal i«J afgevaardigde voor Amsterdam in de Tweede Kamer, van 1871 tot 1891 lid der Provinciale Staten vaii Noord-IIolland. In dit laatste jaar kozen de Staten hem lol lid van de Eerste Kamer, welke functie hij nog sleeds met toewijding vervult. Gelijk men weet, was mr. Kist lid van den door den voorzitter der Eerste Kamer benoemden eere-raad in de lintjes-zaak. (Tel). H. W. Mesdag. Naar men verneemt, beslaat in schilderkundige kringen het voor nemen om den 80slen verjaardag van Pul- cliri Studio's vroegeren voorzitter, den kunstschilder II. W. Mesdag, op 28 Februari 1911 feestelijk te vieren. Een honderdjarige. De gepen sioneerde sergeant-majoor A. Tosch te Drach ten lioopl 5 Januari a.s. zijn 100ste ngoboor- tedag te herdenken. Hij diende onder drie koningen, n.l. Willem I, II, III, maakte onder Willem II (toen nog veldmaarschalk) den Ticndaagschen Veldtocht mee en is drager van het Metalen Kruis. Tosch is goed gezond en nog vrij kras. N. Ct. Bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken is, met ingang van 1 Januari 1911, benoemd tot conservator bij de hygiëne en bacteriologie aan de Rijksuni versiteit tc Leiden G. Kapsenberg, thans as sistent bij de heelkunde. Bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken is, voor het tijdvak van 1 Januari tot en met 31 December 1911, benoemd tot prosector bij de pathologische anatomie aan de Rijksuniversiteit te Leiden J. P. L. Hulst. Bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken is, voor het tijdvak van 1 Januari tot en met 31 December 1911, benoemd lol conservator bij het natuurkun dig laboratorium en kabinet aan de Rijks universiteit te Leiden, C. A. Crommelin. Bij beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken is, voor het tijdvak van 1 Januari tot en met 31 December 1911, benoemd tot conservator bij 's Rijks geolo- fiisch-mineralogisch museum te Leiden, A. L. W. E. van der Veen. Bij beschikking van. den Minister van Binnenlandsche Zaken, zijn, voor het tijdvak van 1 Januari tot en met 31 December 1911, benoemd tot verpleegster in de kraaminrich ting aan de Rijkskweekschool voor vroed vrouwen te Rotterdam: mejuffrouwen L. E. Stelfen, A, J. J. Henckel en J. W. Hoebée, allen gediplomeerd verpleegster te Rotter dam Te Lissabon is overleden graaf de Sélir, die vele jaren deel uitmaakte van het vreem de corps diplomatique te Den Haag, eerst als Icgatiesecrctaris, later als gezant van den Koning van Portugal bij Ilr. Ms. Hof, tevens deken van het diplomalencorps te Den Haag. Toen hij den gezanlsohapspost te Den Ilaag bekleedde, werd hij eenige jaren geleden als hoofd der Porlugeesche missie te Rio de Ja neiro geplaatst, en werd in zijn functie tijde lijk en in den afgeloopen zomer definitief ver vangen door den heer Lamprein, sedert wiens terugkeer in November j.l. naar Portugal na de jongste gebeurtenissen daar te lande, de gezanlsohapspost le Den Haag nog niet ver vuld is. Mr. J. D. Veegens. t Te 's Gravenhage is gisterenavond laat na een korte ongesteldheid overleden de heer mr. J. D. Veegens, oud-minister van Land bouw, Handel en Nijverheid, op 65-jarigen leeftijd. Het Hbl. schrijft over den overledene het volgende: De heer Veegens, die te Ledden studeerde en daar tot doctor in de rechten promoveer de op proefschrift „De banken van leening in Noord-Nederland tot het einde der 18e eeuw", was na zijn promotie korten tijd ad vocaat, en daarna journalist. Eenige jaren schreef hij het Kameroverzicht van „Het Vaderland". In het jaar 1881 werd hij, als opvolger van zijn vader, benoemd tot griffier der Tweede. Kamer, in welke functie hij zich onderscheid de door zijn doorwrochte, heldere verslagen. Reeds in 1888 ruilde hij de griffiersplaats voor het lidmaatschap der Tweede Kamer, dat hij 13 jaar lang onafgebroken bekleedde. Bij de verkiezingen in 1901 werd hij voor het district Hoogezand niet herkozen. Hij was lid der Commissie voor de Ar- beids-enquête van 1890, en van de Staatscom missie voor de droogmaking der Zuiderzee. Een zwaren arbeid verrichtte hij in 1903 en volgende jaren, door als als voorzitter van de Enquête-commissie in zake toestanden on der het personeel van spoor- en tramwegbe- drijf alle venhooren te leiden en het belang rijkste aandeel te nemen in de samenstelling van het rapport van de Spoorweg-Commissie. Een der resultaten van dat werk was zijn benoeming tot lid van den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten, hoedanig hij zich in het bijzonder bezig hield met de regeling der arbeids- en rusttijden van het personeel. In het jaar 1905 werd de heer Veegens, die onder de vrijzinnigen altijd aan den uitersten linkerflank gestaan had, opgenomen in het ministerie-De Meester, voor het toen nieuw gevormde departement van Landbouw, Nij verheid en Handel. Zijn groolc werkkracht gaf hij geheel aan zijn ministerswerk; de belangrijke sociale ont werpen van zijn departement afkomstig heb ben er het bewijs van geleverd. Zij werden ingetrokken door minister Talma, toen deze in Februari 1908 de leiding van het departement uit handen van mr. Veegens had overgenomen. Voor en na zijn ministersloopbaan wijdde mr. Veegens zich aan de rechtspraktijk, ter wijl hij zich groote bekendheid verwierf als publicist. ITIj schreef artikelen over sociaal- politieke onderwerpen, vooral in „Vragen des Tijds" en „De Gids", werken over Failliet- recht en Auteursrecht en een „Schets van het Burgerlijk Recht." Mr. A. A. Land. f (Men meldt uil Haarlem De heer mr. A. A. Land, griffier bij do Prov. Staten van NoordhoJJand, is gisteren plotseling in den ouderdom van 60 jaren overleden. De Kerstvergadering der S. D. A. P. Door de federatie Amsterdam van de S. D. A. P. waren op tweeden Kerstdag een. tweetal openbare vergaderingen belegd. Op die in Planoius sprak m r. P. J. T r 0 e i- s t r a, die aanving met een gelukwensch voor de behaalde overwinning aan de strijders in district II. De begrootigsdebatlen van dit jaar heb ben, naar mr. Troelstra verder betoogde, in alle kringen een indruk gemaakt van groote misère; het waren miserabele debatten. Zij hebben den indruk gemaakt van de verwor ding van het parlementaire stelsel in ons land. De discussies stonden op een laag peil, droegen een klein, een persoonlijk karakter. Aan wien de schuld? Allereerst dient gewe zen te worden op het optreden van de regee ring zelve, gelijk spr. bij de algemeene be schouwingen dan ook den heer Heemskerk verweten heeft. In hare politieke en financieele woordvoer ders heeft deze regeering blijk gegeven van een totaal gemis aan gouvernementeelen stijl, aan waardigheid, aan groote lijnen. Ten deele ligt dit aan enkele persoonlijke eigen schappen van sommige bewindslieden. Bij de verdediging van een beginsel door minis ter Heemskerk komt dit beginsel niet tot zijn recht. En de minister van financiën, een „zeer hupsche moppige figuur" mist alle diepte, allen ondergrond. De hoofdzaak ligt echter hierin: deze re geering heeft geen beginsel. Maar niets zou dan ook gevaarlijker zijn voor de bourgeoisie dan wanneer er wel een beginsel was. Dat beginsel zou de regeering als dynamiet doen uiteenvliegen. Komt er een onderwerp aan de orde, waar bij het beginsel te pas komt, dan zijn de hee ren het oneens, gelijk bleek bij de behande ling van het voorstel inzake de openbare lees zalen. Bij de quaestie der Staatsloterij zwe gen de anti-revolutionnairen, ofschoon deze aangelegenheid tegen hun beginsel was. Ten derde is er de Heldersche quaestie. In dit verband merkte spr. op, dat er van die „Jantjes" niets te begrijpen is. Als je ze een tooneelvoorslelling aanbied» willen ze niet, en als je ze een preek aanbiedt willen ze ook niet. Men wil een Staalsdomince aanstellen voor de vloot, evenals men dien wil voor de Rijks opvoedingsgestichten, ofschoon dit indruischt tegen het anti-revolutionnaire beginsel. Er is, zoo concludeerde spr., een totaal op offeren van eigen beginselen. Een eigenaardig pendant van deze beginselloosheid en karak terloosheid der regeering, vormt de beginsel loosheid cn karakterloosheid van minister Wenlholt. Is spr. wel ingelicht dan heelt deze liberale minister lot den minister Heemskerk gezegd, dat hij wel in het kabi net wilde zitting hebben, maar, zou hij er aan toegevoegd hebben, „van je fijnigheden mot ik niets hebben". Dat is voi^omen in overeenstemming met de joviale spreekwijze van den heer Kanon. Ook de „toon" aan de rcgeeringstafcl was klein en onwaardig. Gemis aan ernst en zake- 1 ijk en ondergrond trachtte men aan de regee- ringS'tafel te vergoeden door brutaliteit en cynische moppen, 't Waren vooral de heeren Heemskerk en Kolkman, die aich daaraan schuldig maakten, maar ook minister Talma toonde zich treurig klein. Zoo toen Duys een uitstekende redevoering hield tegen het be leid van minister Talma. De heer Duys moge een wild mensch zijn, of om Friesohe uitdruk kingen te bezigen een weelderige „enter", een dartele „twenter", de partij staat in elk geval achter hetgeen hij doet. De Minister inter rumpeerde voortdurend, maar toen den vol genden dag Duys eveneens interrumpeerde, ging de Minister pruilend zitten. Ook van den kant der Kamer, den kant der oppositie, was veel kleins en onwaardigs. Zeer klein was de aanval van liberale zijde op de regeering, om aan te toonen dat de regeering partijdig was bij de benoemingen. De heer Goeman Borgesius trad daarbij treu rig op. Die oude rot op parlementair gebied zou eens aantooncn hoe schandalig partijdig de regeering optrad, 't Heele zoogenaamde bewijs mislukte. De onverkwikkelijke strijd om de baan tjes is ditmaal wel in de allerkleinste afme tingen gevoerd. Maar later, bij de vraag of dc regeering tot hoogleeraar in de bedrijfs- ziekten wel den juiste benoemd had, zwegen recht en links. Immers de man wien dat gold was maar een sociaal-democraat. (Applaus.) Zeer weinig verheffend was ook wat voorviel bij de crisis aan oorlog, 't Ging hier niet om zoo'n vreeselijk belangrijke quaestie voor de anti-revolutionnaire partij. Zij had eerder moeten optornen tegen minister Kolkman, die zoo mooi sprak over de Staatsloterij. Men slaat verstomd, dat om zoo'n onbelang rijke zaak een crisis moest komen. Gaat men het, evenals de „Nederlander", toeschrijven aan dr. Kuyper, dan begrijpt men de zaak. Dr. Kuyper vindt het ministerie niet „echt" genoeg. Het eclite wagenschot moest na.»r buiten worden gekeerd. In dat plaats der Ministers Wenlholt en Cool moesten nieuwe planken komen; dc heer Wentholt is nu ech ter in genade aangenomen, maar in plaats van minister Cool moet nu een nieuwe „wagenschot" man komen. De figuur van dr. Kuyper besprekend, zeide spr. dat deze in het politieke leven is geble ven, en werkt en wroet in stilte. De uitspraak van den eereraad noemde de heer Troelstra allerminst een rehabilisatie voor dr. Kuyper al is de eigenlijke corruptie niet eens in den eereraad behandeld. Dr. Kuyper heeft nu de regeering iets gege ven om de plaats van het beginsel te stel len: nl. de publieke organisatie van het be drijf. Eerst als die in orde is, kunnen loonen en arbeidsduur geregeld worden. Spr. noem de dit een nieuwe fanlaisie van dr. Kuyper. Vooral de Katholieke arbeiders, die in den Haag voor den 10-uren dag hebben gedemon streerd, zijn thans teleurgesteld, 't Begint onder hen te gisten. Spr. herinnerde voorts aan zijn critiek op het aangevraagde bedrag van f 540,000 voor de verbouwing van het Paleis 't Loo. Het is, zeide spr., de gewoonte om de persoon der Koningin niet te betrekken in een politiële debat. Spr. zou willen zeggen: het is voor de Koningin maar goed ook. dat zij niet in een politiek debat wordt betrokken, want indien haar de eisch werd gesteld dien men ieder burger stelt, om rekening te houden met de belangen van het heele land"... (applaus.) Bij de belastingdebatten heeft de heer De Meester een uitstekende redevoering gehou den, maar hij verzuimde te antwoorden op de vraag van de zijde der regeering: „Wat willen de heeren zelve doen?" 't Is gemak kelijk op de rechterzijde af te geven, maar als de liberalen het niet aandurven het noo- dige geld te vinden bijvoorbeeld door een flinke verhooging der successiebelasting, dan beteekent die liberale critiek weinig. Mr. Troelstra concludeerde, dat er een tijdperk is van grootc inzinking van het bur gerlijke politieke regeerstelsel. In dit ver band wees spr. erop, dat een revolutie niet wordt gemaakt. Zij ontstaat wanneer de so ciale ontwikkeling gebukt moet gaan onder een poltiek, die lijnrecht tegen den draad dier sociale ontwikkeling ingaat. Spr. wees op het groote succes van de peti- tionnements-aclie en op het feit, dat er in jaren geen tijd is geweest, waarin er in de partij zoo weinig is gebakkeleid als thans. Laat, alles ongeveer eindigde mr. Troelstra, de regeering haar verval toonen en hare be ginselloosheid; laat zij vrij nieuwe aanvallen doen op de arbeidersklasse. Zij vindt tegen over ziofi een sociaaldemocratie, die goed ge worteld is in de Nederlandsche arbeiders klasse, die in verband slaat met de moderne vakbeweging. Zij vindt tegenover zich een ontwaakt, oplevend, strijdend proletariaat, dat zich sterker maakt, opdat er ook in Ne derland licht, lucht, leven,, vrijheid, welvaart en ontwikkeling zijn voor de gansche mensch- lieid. De spreker eindigde onder donderend ap plaus. De heer D. J. W ij n k 0 0 p (S. D. P.) kwam in debat en werd door den spreker beant woord. Nederlandsche Zionistenbond. Op Zondag en Maandag is in de Harmo nie te Groningen de elfde algemeene verga dering gehouden. De voorzitter, mr. S. Fran- zie Berenstein van 's Gravenhage, opende de vergadering met een rede, waarin hij zei de dat. hoewel het Zionisme in het Nederl. Jodendom slechts langzaam voortschrijdt, de organisatie toch meer en meer veld wint. Evenwel heerscht onder de Joden nog te veel onverschilligheid. Spr. drong aan op een krachtige, eendrachtige organisatie en be sloot zijn rede met den wensoh, dat de bond, zijn doel: de vrijheid van het Joodsohe volk in het Joodsche land, Palestina, zal mogen bereiken. Daarna werden verschillende verslagen iiitgebracht. Uit het algemeen verslag yan

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 2