S'. 802. Tweede Blad.
9" Jaargang.
Zaterdag 25 Maart 1911.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE NEDER-RIJNERS.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
r 1.00.
- 1.50.
- 0.05.
Per 3 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
Aftonderlijko nummere
Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiênmecledeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
idvertentien mededeel ingen enz.gelieve
'■morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgever»: VALKHOPF ft O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60.
PRUS DER ADVERTBNTIËN:
Van 1—6 ragela f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 05 eenU by vooruitbetaling.
Groote lettere naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kameroverzicht.
Tffftd. K».r
Dc behandeling van de Arbeidswet was
Vrijdag gevorderd tot artikel VII van het
wij<7igingsontwerp (art. 6 der wet.)
De heer Schaper verdedigt een amen
dement om den minimum-rusttijd voor het
gebruiken van maaltijden op H uur te bren
gen.
De heer Ketelaar wil de regeling aan
locale toestanden overlaten.
De Minister van L., N. en H. (de
heer Tahna) verdedigt de door hem ontwor
pen regeling van de rusttijden, waarop de
heer Schaper zijn amendement intrekt.
Art. VII wordt dan na een redactie-wijzi
ging aangenomen, zoodat met art. VIII (tot
wijziging van art. 7 der Arbeidswet) het
verbod van Zondagsarbeid voor beschermde
personen aan de orde komt.
Hierop verdedigt de heer de Visser
een amendement, om de uitzondering op dit
verbod, voor de bloembindcrijen voorgesteld,
te laten vervallen. Hij ontkent de noodzake
lijkheid van zulk een exceptie en wil dus
het bloemenbinden op Zondag voor vrouwen
verboden zien.
'Nadat de Minister dit amendement
hooit overgenomen, wordt het artikel goed
gekeurd en volgt de behandeling van artikel
IX der wijzigingswet (art. 8 der Arbeidswet)
houdende voorschrift van een rusttijd van
4 weken na bevalling.
De heer H e 1 s d i n g c n verdedigt een
amendement om die rust in het geheel op 8
weken tc brengen, waarvan (i weken na de
bevalling. Tegen het nadeel van langere
loonderving wil Spr. de invoering van de
moederschapsverzekering.
De Minister vreest van dit amende
ment een nieuwen last voor de gehuwde
vrouw en ontraadt (toarom het amendement.
Nadat de heer II e^s d ingen het amen
dement nogmaals verdedigd heeft, wordt het
nog door den heer Schaper bepleit-
De heer Aalberse zegt, (fitl alles wat
tegen zijn amendement om den gehuwden
vrouwen geregelden fabrieksarbeid te ver
bieden werd aangevoerd, ook tegen het
amendement, dat thans in debat is, geldt.
Spr. vreest ontduikingen van een gedwongen
rusttijd van 6 weken na de bevalling.
De Minister ontraadt het amende
ment nogmaals, dat dan met 40 tegen 30
stemmen verworpen wordt, waarna het ar
tikel goedgekeurd wordt.
Een amendcment-D r u c k c r om een
nieuw artikel 9bis in te voegen, ten einde
jeugdige personen na 5 uur in de gelegen
heid te stellen lessen te volgen, wordt door
den voorsteller verdedigd met een beroep
op het buitenland.
Spr. noemt zijn amendement een be schei
den stap iu de richting van verplichting van
schoolbezoek.
De heer Verhey lioht het amendement
nader toe en wijsrt op de noodzakelijkheid
van herhalingsonderwijs.
De Minister neemt het amendement
over, verzoend door dc bepaling, die het
amendement inhoudt, waarbij voor bepaalde
ondernemingen de bevoegdheid verleend
wordt tot vrijstelling van het gelegenheid ge
ven tot schoolbezoek.
Bij art. XIII van het ontwerp (verplichting
van den ondernemer te zorgen voor de na
leving van de wet) verdedigt de heer
Troelstra het amendement om de volle
verantwoordelijkheid bij den ondernemer te
brengen. Hij beroept zich daarvoor op de
Stoomwel.
De heer V an II a in e 1 had de aanspra
kelijkheid liever geformuleerd willen zien
door de woorden: ,.hij, door wiens schuld",
doch wil zich ook wel aansluiten bij 's mi
nisters terminologie: „de ondernemer is ver
plicht zorg te dragen." Een bepaalde rege
ling van faits d'excuse is daarbij onnoodig.
De Minister laat de beslissing over de
woorden van dit artikel geheel aan de Ka
mer. Hij acht den opzet van zijn voorschrift
doeltreffend en hecht aan de opneming van
een uitzonderingsbepaling voor faits d'exousp
als richtsnoer voor den rechter.
De Minister wil een redactiewijziging aan
brengen.
Na replieken van de heeren Troelstra
en Van II a m e 1, spreken de heeren Van
Sasse van Ysselt en de Savor-
n i n L o li m a n vóór het artikel, omdat
door het amendement de bewijslast van den
ondernemer afgewenteld zou worden op het
O M.
De heer Troelstra handhaaft zijn
amendement tegen dit bezwaar.
De door den minister aangebrachte redac
tiewijziging wordt door den heer S c h a-
p e r namens de Comm. van Rapp. afgekeurd
en evenzoo door den heer Loh m a n.
De Minister neemt dan de redactie
wijziging weer terug.
Het amendement wordt verworpen met
40 tegen 25 stemmen en hel artikel aange
nomen.
De heer Schaper verdedigt dan een
amendement, om na tweemaal herhaalde
overtreding binnen vier jaren principale
hechtenis voor te schrijven.
De heer Ter Laan verdedigt een amen
dement om de voorgestelde uitzondering op
het arbeidsverbod voor kinderen te schrap
pen, in verband met de gelegenheid tot het
genieten van onderwijs.
Na bestrijding door den Minister trekt
de heer S c h a ,p e r zijn amendement in.
Het amendement van den heer Ter Laan
wordt verworpen met 45 tegen 20 stemmen.
In artikel XXIII (wijziging van art. 24,
werkzaamheden waarop dc wet niet van toe
passing is) brengt de Minister eene wijziging,
waardoor de. wet niet slaat op „werk ver
richt door militairen in dienst".
De heer De Visser geeft in overweging
de wet ook niet toepasselijk te verklaren op
werkzaamheden, verricht in opvoedingsge
stichten, door de Kroon gelijkgesteld met
rijksopvoedingsgestichten.
De Minister verklaart veel voor deze
toevoeging te voelen.
De heeren Schaper en Ketelaar bfc
strijden die wijziging.
De heer Schaper protesteert uitdrukke
lijk tegen de wijze, waarop hier op het laat
ste oogenbük eene dergelijke ingrijpende
wijziging wordt aangebracht.
Hot gewijzigde artikel wordt goedgekeurd.
De eindstemming zal gehouden worden 5
April, 's middags om bah vier.
Zonder stemming worden alsnog verschil
lende kleine wetsontwerpen aangenomen.
De Kamer gaat daarna op recès tot nadere
bijeenroeping.
Berichten.
- l>e Staatscourant van Zaterdag 25 Maart
beval o. n. dc volgende Koninklijke beslui
ten:
benoemd tot lecraar aan de R. II. B. S. te
Hoorn dr. II. Bouwman, thans te Sappemeer.
bij de infanterie bij het Uk- regiment be
noemd tot kapitein de le luitenant J. J.
lk-ijennan, adjudant bij «Ie grenadiers en ja
gers; bij hun tegenwoordig korps gevorderd
lot le luitenant de 2e luitenants J. \V. Le
Ileux, van het le en V. E. Wilman van het 2e
regiment veldartillerie, II. de Groot van hel
le, C. Grosjcan en 1'. 11. Schouten van het
2c regiment vesting-artillerie, en G. 11. A.
Errümans van het torpedistencorps;
gepensionneerd op aanvrage de dirigeeren
de officier van gezondheid le klasse L. van
Lier, met den rang van gcneraal-majoor en
die der 2e klasse J. S. C. Pichal.
goedgekeurd, dat aan J. A. Verbrugh, burgmees
ter der gemeente Licndcn, op zijn verzoek, met in
gang van 1 April a. s., eervol ontslag is verleend
als secretaris dier gemeente
locstemming verleend om tot 1 Mei 1914 le Deven
ter te woucn, aan Abbema, benoemd secretaris
der gemeente Diepenveen.
Stoffelijk overschot van
do. Prinses Pauline van Oranje-
Nassau. Don Ten April a. s. zal, in op
dracht van II. M. de Koningin, liet stoffelijk
overblijfsel van Prinses Pauline van Oranje-
Nassau, door den eersten kamerheer jhr. van
den Bosoli worden overgebracht van hel
kerkhof vail Preien-walde in Brandenburg
naar Delft, ter bijzetting in den koninklijken
grafkelder in die Nieuwe Kerk aldaar.
Deze Prinses Pauline, geboren 1 Maart
1800, te Berlijn, was de dochter van onzen
lateren Koning Willem I en van diens Gema
lin Prinses I'rcdierika Louise "Wilheimüinic
van Pruisen. Zij overleed roods 22 Decem
ber 1806 op het aan den Koning van Pruisen
toCbehoorende lan/digoed FredenwtóWie, w-eliko
bezitting, waarin het kerkhof is gelegen, in
eigendom aan do opvoigentde Koningin is
verbleven, totdat helt kort geleden werd ver
kocht en daarbij in particuliere haniden is
overgegaan. Naar aanleiding daarvan word
tot de overbrenging beslaten.
V r ij spoorwegvervoer voor
Kamerlede n. De Haagsche correspon
dent der „Tel." meldt:
Men weet, wat er in en builen de Tweede
Kamer te doen is geweest over het aanne
men van vrijkaarten, door Kamerleden, van
spoorwegmaatschappijen.
Meer dan eens is er door de leden op aan
gedrongen, dat de regeering trachten zou. vrij
vervoer voor afgevaardigden te verkrijgen
Nu deze echter bleef weigeren daartoe mede
le werken, hebben onlangs c enige Kamer
leden zelf getracht tot een collectief verzoek
aan de spoorwegmaatschappijen te komen.
Een vrij groot aantal leden uit verschillende
f ra olies heeft een desbetreffend verzoek ge-
teekend, maar hot aanla'l bleef toch beneden
de verwachting, en omdat velen hun mede
werking weigerden, is de zaak verder blijven
rusten. Er zal dus nu wel niets meer van
komen.
Wij kunnen hier echter op grond van be
trouwbare gegevens aan toevoegen, dat de
kwestie van het vrij vervoer ook behandeld
is in de staatscommissie voor de grondwets
herziening, doch dat deze gemeend heeft aan
een verhooging van het traatement der Ka
merloden de voorkeur te geven.
De 1 a n d v c r h u i z e r s k w e s t i e.
Met de Balavierlyn zijn Donderdag 181 land
verhuizers aangekomen en in de richting van
Duitschlaivd vertrokken. Thans verneemt dc
N. R. Ct, dal onder die 181 landverhuizers
2U Russen waren, en dat van deze 20 er 12
van Emmerik zijn teruggestuurd wijl hun den
doortocht is geweigerd. Deze menschel» had
den voldoende geld bij zich, en geldige spoor
kaartjes tot in Rusland. Zij zijn echter terug
gezonden, omdat hun passen volgens de
Duitsehe. autoriteiten „ongeldig" waren.
Men ziet hieruit opnieuw schrijft ,1e N.
R. Ct. dat de belemmering van het r-
keer niet alleen de reizigers van de Uranium-
Mij. treft, gelijk het onlangs nog in de Duit
sehe bladen is voorgesteld.
lu tegeusteJliihg met de in NederLamd ge
opperde verwijten jegens dc Duitsehe regee
ring «net betrekking tot lml niet verkenen
van eene concessie van laud verhuizers ver
voer aan Ncdcrlandschc scheepvaartmaat
schappijen, verneemt de (officieuse) Noaxl-
deirtsohe Attgcmeinc Zeütung van welinge
lichte zijde, dat de zaak aldus is, dat twee
N e de r lands ch e s cheep va arfcma atsc happ ijem
voorstelden in Duitlsehlaiiid te worden toe
gelaten tot hel vervoor van landverhuizers.
Hel onderzoek dezer voorstellen, is nog niet
afgeïoopen en hel laat zich nog niet met
zekerheid voorzien hoe de beslissing zal uit
vallen. Ongerechtvaardigd is editor, dat de
nog le treffen beslissing im verband wordt
gebracht mot overwegingen omtrent üe be
langen der Duitsehe lijnon, eu dat van do
Duvlsehe regearjnig wordt verondersteld als
zou ze deze aangelegenheid aan andere tus-
sehen Duitse bland eu Nederland hangende
kwesties vastlcnpopen en de beslissing op
houden om op de Nedcrlandsalie regeering
druk uit te oefenen- Dat bij het Wlecwon
v«n laudverhidzensdomoessias protedtioinisli-
sohe overwegingen wiet dien doorslag geven,
blijkt uit het feit, dal naast de Duitsohe lij
nen eefli groot aantal buitenkandsehe scheep -
va a rtina a t scliapp ij en in Duitsohkvnd als on
dernemers van iandverhuizorsvorvo'CT reeds
concessies hebben verkregen.
Nurks o n de ontwakende
Lent e. Dat de Leute gekomen is zei de
onsterfelijke Roberfcus Nurks, merk ik aan
verschillende dingen.
Vooreerst aan het liefelijk gebrul van een
aantal kooplui in „blonupe", die zich blijk
baar in dal opzicht „herauten der Lente"
gevoelen, dat zij zich geroepen achten haar
komst door bet afschuwelijkste geschreeuw
in te luiden.
Verder is in dc heele buurt ik woon
aan den Westkant van do stad de lucht
„bezwangerd" met zekere voorjaarsgeuren,
die in substanticelen vorm in tonnetjes of in
lekkende hotskarren worden aangevoerd
naar ver-afgelegen landerijen, van waar de
„zefirs" evenwel de essence naar ons over
vieren.
's Nachts word ik in mijn slaap gestoord
door de serenades, die verliefde katers aan
smachtende katjes brengen, dc proloog van
,,Iin wundcrschönen Monat Mai".
In huis is het to warm om te stoken en tc
koud om de kachel uit tc laten gaan.
Buiten heb je in de zon last van je winter-
kleeren, en in de schaduw word-je bibberig
en koud.
De boomen dragen toerkwakken.in plaats
van groent- blaadjes.
De dokters geraken „overwerkt" cu dc
couranten „amuseeren" je door reeksen van
doodsberichten en advertenties met zwarte
randen.
Dat is het verleden eu het heden; dc
toekomst is de „voorjaarsschoonmaak".
Zoo gevoel ik, Nurks, hel ontwaken der
l*entc. (Vad.)
G c in e e l e b e b o s s c hi n g me t
Staatshulp. Van d« Vol uwe wordt aam
de N. R. Qrt. geschreven
Sedert eenogen tijd is ei" teven ©u bewe
ging op tic Vehiwsche heidegronden onder
lie ei" de. De gemeente Zwolle, die indertijd
ten behoeve barer driuikwa-tci-voorzien mg
deze gronden aankocht, en ze wcuiflohte te.
o-nitgiuaien, was hiervan tol dusverre terug-
gesolurikt door de groote kosten, dóe dit
werk met zich kon brengen, terwijl zij op;
de rente nog jaren kan, moeten wachten. Nu
echter dc Staart eoin go meenten, die hare]
woeste gronden wonsclion te bobossohon
op gemakkelijke voorwaarden nmteloo-
ze voorschotten <m iteohmisohe lnilp
verstrekt, heeft dc gemeente Zwolle
zich -tol de roge-öriiivg gewend om]
hiervoor ook in aanmerking tc komen- Zijl
volgde hierbij het voorbeeld van aiBo gc-j
meenten in lvet Zuiden van ons land, die
met staatshulp hare woeste gronden produc
tief maken men is zoo langzaam aan tot
het besef gekomen, dat boscbbezil, hoewel
geen rijke, toch een regelmatig vloeiende,
niet onbelangrijke bron van 'inkomsten
en verre to verkiezen bp ven verkoop (ter
gronden, hoe schijnbaar voordeelig, die o
soms moge zijn.
Zwolle is de eerste, die op de Veluwe het]
voorbeeld geeft, hot ontginningswerk is
thans druk aan (ten gang. Zulten de oude
Vehiwsolu bossehen weer verrijzen? Op
o ogenblik ziet het er nog ntet naar uit,
liggen nog zoovele uitgestrekte woeste hoi
devflldicfli, maar wie weet!
*-r Ooievaar s. Op een nest onder]
Rhoon zijn Donderdag de ooievaars terug-!
gekeerd, da' is 41 dagen la'er dan in 1910.
Uit Abcoude wordt ons bericht, dal oo
daar de ooievaar weer verschenen is.
In verband (hiermede de volgende anec-1
d<rie:
Op een meisjeskostschool komt dc leeraa"
voor natuurlijke historie binnen voor z'n
woon wekclij.vsch lesuur.
Op ecu vraag aan ce-ti der leerlinge», war
hij de vorige week gebleven was, luidde het]
antwoord: bij de indeding der vogels.
Hij vraagt aan een der bakvischjes, t'
welke groep de ooievaar behoort. Overal n
moeite onderdrukte lachgelui-djes. Dc leeraa
merkt, <lat er iets broeit, doch doorgrolt"
het miert. Intusschon begint bel hem tc
velen en als hij nogmaals dezelfde vraag d*
antwoordt ze met een hoogroode kleur: „Di
bestaat uiert."
Een pestvogel. Door iemand I
Nunspeet werd dezer dagen hier een zcl(i
zaam voorkomende vogel geschoten eer
zoogenaamde pestvogel. De grootte is on
geveer als die van een gewoucn lijster, voor
dc borst zijn de vecren bruinachtig rood, op'
den rug eenigszins groen of blauwachtig
aan de einden der vleugels heeft hij eenigr
zwart-gecl- en wit-gost reepte vecren, me
4 of 5 helroode, harde uitwa&jes, vlak uaas
elkaar aan den bovenkant. Dc staart eindige
in oen zijdeachtig geelen rand, de Duit
schors nocuien hou» ook wel Scidenschwan*
Hij heeft een kuif op en ecu zwart plekje
onder den kop. (Zw. Ct.)
16 TAK
RUDOLF .Hl R ZOG.
„Luisrter niet naar dezen liebtzinnigen.
man!" lachte de schilder. „Zijn levenswijs
heid is afhankelijk van den wijn, echt en
onvervalscht een Rijnlandsohe natuur. Als
do bowl wenkt, zijn alle mensohen broeders."
vMijn zoon overdrijft schandelijk," weer
legde dc oude heer vol waardigheid. „Hij
was het, die om een bowl riep; ik echter
trad slechts rustig binnen om zakelijk te ver
konden de boodschap hoor ik wel, maar..."
„Maar?" herhaalde Springe junior.
„De wijn ontbreekt, eindigde Springe
senior zijn zin en haalde spijtig de schouders
op.
De bedde Springes zagen elkaar in de
oogen.
^,'Betscltermer mijner teedeire jeugd," zei
ten slotte de jonge Springe, „gij geeft mij een
slecht voorbeeld."
„Mijn zoon," zei de oude, „ik heb je tol
nu »oe steeds langs het pad1 der deugd
geleid. Slechte wijn of heelemaal geen wijn
is geen deugd."
„Do wijsheid uwer jaren is 'bewonderens
waardig," antwoordde de jongere, „en ik
'buig mij vol eerbied. Maar i-k begin te gc-
looven;" en hij ging vlak voor den ouden
heer staan, ,.u -hebt die deugd weer alleen
uitgeoefend. Mijnheer Friedrich Leopold
von Springe, ik verdenk er u ernstig van,
dat ge in het geheim een glaasje pakt. Dat
is egoïsme, mijn vader. Met zulke grondbe
ginselen wordt men niet oud."
Het gelaal van den zeventig-jarigen, kras
sen man straalde van pret.
„Heinrich," zei hij, „hoe zou ik mijn
jeugd zoo lichtzinnig op hel spel durven zet
ten! Buitendien om te beminnen en te
drinken is één mensch niet voldoende. Leer
dat Van je ouden vader."
„Bemint ge mij dan niet meer," zuchtte
de schilder, „dat ge mij dc gelegenheid ont
neemt, met u te drinken?"
„Het is mijn schuld niet." verdedigde de
oude heer zich. „Ik ben vanmorgen zelf
naar Scheufgen geweest, om een paar fles-
schen goed belegen „iMosel" tc bestellen.
En daar komt me na bet eten zoo'n gega
lonneerde kerel en sleept een heele mand
Niersteiner naar binnen. Ik heb hem eens
1 even de huid schoon gewasschen. Rijnwijn?
Mosel wil ik!" heb ik tegen hem uitgeva-
ren, „voor den duivel, ik ben toch een
Rijnlander! En wat denk je dat bij doet?
Die onbeschaamde kerel pakt rustig zijn
mand uit en zegt nijdig„Mevrouw heeft
het zoo bevolen! Mevrouw! Die dikke
Scheufgen!" Nu, toen werd het me toch te
kras. Ik heb den brutale» kerel bij zijn
lurven gepakt en hem met Niersteiner en
al de deur uitgezet. „Mevrouw moet im het
vervolg haar ooren heter openzetten," helt
ik hem toegesnauwd, „of i-k zoek een an
dere 'zaak. Zeg dat maar tegen je me
vrouw!" De oude heer veegde met zijn rood
zijden zakdoek over hel voorhoofd. „Zoo
komt het, mijn zoon, dat wc wijnloos zijn."
Heinrich von Springe had met bijzonder
veel belangstelling geluisterd. Hij greep zijn
vaders hand en schudde die krachtig e»
lang.
„U hebt goed, zeer goed gehandeld.
Papa."
„Niet waar?" zei de oude heer; maar hij
vroeg het toch een weinig .schuchter, want
de hartelijkheid, waarmee hij bedankt werd,
scheen hem niet in evenredigheid mei dc
weinig gewichtige gebeurtenis.
„Natuurlijk. Je moet je niets laten wel
gevallen. Dat volk wil je altijd hun slechten
smaak opdringen. Het is waar, dat het be
slist Mosel moest zijn..."
„Maar ik heb het die oude tante duidelijk
genoeg gezegd."
„Neen oudje, gezegd hebt u het niet, en
dat van die oude tante is ook niet juist.
Integendeel ze is een bizonder charmante
dame. Toen ze gisteren in mijn atelier was,
om de „Herfstpracht" op den ezel te zien,
die zij, tussohen haakjes, koopen wil..."
„Wat," riep dc oude hoer en sperde de
heldere oogCn wijd open. „Scheufgen wil
schilderijen koopen?"
„Neen, pa palief," zei dc schilder vrien
delijk, „mevrouw Tonder», dc presidents
vrouw. Toen ze „Herfst" zag, -vond ze, dat
ik, omdat ik de studies ervoor verleden jaar
gemaakt had, ook den wijn moest proeven
van dat gezegend jaar. De wijn was nog wel
jong, maar toch al zeer smakelijk. Ze heb
ben nl. groote wijngaarden. 'En nu zond ze
vandaag dien Niersteiner. Prachtig vader,
dat u dat ongeluk hobt afgewend. Zulke
omgang bederft onae eenvoudige -zeden."
De kin van den ouden heer was met een
ruk naar heneden gezakt, de mond \stond j
wijd open, en de oogen deden denken aan
die van Ven verschrikten vogel Met de eene
hand tastte hij naar die van zijn zoon, ter
wijl hij met de andere zijn zakdoek aan de
oogen bracht. Met het gelaal afgewend, be
dekte ook de schilder zijn gezicht. Zoo
stonden ze eenige oogenhlikken en er ont
stond een stilzwijgen, dat voor den er bui
ten staanden gast dubbel pijnlijk was. Toe»
ging er een siddering door bun lichamen,
hun schouders begonnen te schokken, steeds
heftiger uitten zich de gevoelens van vader
en zoon... tot ze plotseling in eikaars armen
lagen en lachten, lachten, dat de muren
dreigden te barsten. Of de zaak onaange
name gevolgen zou kunnen hebben, daaraan
dacht noch het kind van den vader, noch de
vader van den zoon. Zelfs Hans werd er
door aangestoken, en zijn jeugdige lach
schalde mee in het duet der beide zonnige
mensohen. Burcht Springe herbergde drie
waarlijk gelukkige menscheu...
Er werd gebeld.
„Bezoek," zei de oude heer en droogde
zich dc betraande oogen af. „Dat komt goed
te pas."
Hij giug zelf open doen. Na eenige oogen
hlikken stak hij het hoofd door dc deurope-
niug.
„Nu," riep hij, „is liet de echte Scheuf
gen! Ik zal den bowl dadelijk oj ijs zetten.
Verder moet ik professor Schack aandienen.
Het schijnt mij toe, dat hij evenveel behoefte
aan een bowl heeft als om eens opgekalefa
terd te worden."
„Schack?" zei de schilder snel. „Wel zoo!
Te voorschijn met zijn professorale hoog
heid."
Een man van in de dertig trad haastig e
opgewonden bel atelier binnen- Zijn gelaal
was bleek, maar sprekend eit intelligent. Zijn
onrustige oogen verrieden een groote .mat»
van zenuwachtigheid.
„Goeden avond, Springe. Kan ik je «p
ken of stoor ik? O, vergeef me, ik zie dal
je bezoek hobt."
„Goeden avond, Schack. „O, pardon, mei
moet nu zeker professor zeggen. Ja, als jt
do lucht hier niet te revolutionnair is! Zoo'i
nieuwbakken professor moet daar wel evei
veel hekel aan hebben, als een hofdame aan
de sociaal-democraten. Mijnheer Steinherr-
Profossor Schack."
Verstrooid beantwoordde do nieuwe
zoeker de buiging van den jongen man.
„O," zei hij driftig, ,,ik kan ook wel wee
heengaan. Ik daoht alleen, een mensch al
jij zou gevoel hebben voor de beweegrede
non waarom ik de plaats aan de acadcmi
heb aangenomen."
„Beste Schack, ik heb al als kleine jonge
nooit van di© verhaten gehouden, waart»
een moraal In poézie of proza achteras
kwam. Als het verhaal zelf -niot voldoend
spreekt, helpen alle verklaringen niets. Tei
minste niet bij mij. Je bent omgevallen. Wal
mij echter niet weerhouden kan, met je,
mensch, een glas te drinken. In je eigen b<
lang stel ik je voor laten wc op het terra
gaan. Daar is zelfs voor een professor vai
d© academie oen atmosfeer, die zich z©c
neutraal «n behoorlijk gedraagt. Avnuti
signore."
W »rd( ver i :J,4.