nr. aio.
Maandag 3 April 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE NEDER-RIJNERS
9" jMryaBf
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
T«f 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
•Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen. m
Advertentiënmodedoelingon enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 00.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
V.B 15 ragola f O.®#.
.Elke rogel moor - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvrage» 35 cent» bjj vooruitbetaling.
Qrooto lettors naar plaataruimto.
Voor handel en bedryf bestaan'zoor voordeeligo bepalingen tot
het herhaald advorteoren in dit Blad, by abonnement lions
oirculairobevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter ken-
is van de belanghebbenden, dat de blanco verzoek-
diriften tot het bekomen van jachtacten, visch-
cten en kosteloozc vergunningen om te visschen,
euevens voor de registratie van eendenkooien en
uiventillcn» alle werkdagen van 's voormiddags 10
1 unr des namiddags, ter Secretarie verkrijgbaar
nn, en maakt hen opmerkzaam op het belang dat
voor hen in gelegen is de bedoelde verzoek-
ïhrilten, behoorlijk mgcvuld, vóór den 10. Mei aaft-
aande ter voormelde plaatse in te leveren, opdat
leu tijdig voorzien zij van eene acte of vergunning
>ór het seizoen 1911/1912.
Amersfoort, den 1. April 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUiJTIERS.
Politiek Overzicht
De Duitsche rijkskanselier
over arbitrage en ontwapening.
I Sedert Sir Edward Grey du hel Eragelsche
lagerhuis zijne bekende rede hield over de
uitbreiding van de arbitrageverdragen als
niddel om le komen tot eene vermindering
an de krijgstoerustingen; waarvan de druk.
llerwege wordt ondervonden, is de gedadi-
enwisseling over dit denkbeeld niet meer
erslomd. Tusschen Engeland en de Ver
enigde Stalen zijn onderhandelingen over
alle onderwerpen van gcschiü omvattend
nbitrageverdrag gaande, en men mag aanne-
ïen, dat die onderhandelingen goed vorde-
en, wanneer toen let Oip het woord, dat de
ersle mi nisier Asquith de votrige week
teeft gesproken op eene vergadering, die te
.oiulen in de Albert Hall was belegd ter vie-
üng van hel 300-jarige jubileum van de En-
felsche bijbelvertaling: „Er zou geen waar-
liger, meer gepast en schitterender monoi-
nen voor dit jubeljaar denkbaar zijn, dan
le bezegeling van een plechtig verdrag tus-
chen de beide volken, dat voor goed de af
schuwelijke, ondenkbare mogelijkheid van
:en broederoorlog tusschen ons zou ter zijde
■tellen." Het is gebleken, dat men ook elders
voor dit denkbeeld grootc sympathie voelt.
Deze sympathie straalde o.a. door in de rede.
lie de minister van buntcnlandsche zaken van
)oslenrijk-Iiongarije, graal Aehrenthal, in de
delegaties heeft gehouden, en in de verkla
ringen, die dooi den minister-president van
longarije, graaf Khuen-IJedervary, in den
Mongaarschen rijksdag heeft afgelegd.
Ook in de vergaderingen, die de Duitsche
rijksdag heeft gewijd aan de behandeling van
•de begroobing van bet -departement van bui-
enlandsche zaken, heeft liet aan sympathie-
>e tui gingen niel ontbroken. Men vindt die
:elfs uitgedrukt dn een 'besluit van den rijks
dag, waarbij de rijkskanselier wordt ver
zoekt zich bereid tc verklaren om gemeen
schappelijke onderliandelingon met andere
grootc mogendheden aan te knoopen, zoodra
door eene grootc mogendheid voorstellen
worden gedaan over eene gelijktijdige en ge
lijkmatige beperking van de uitgaven voor
oorlogstoerustingen.
Hel staat intusschen le vreezen, dat dit be
sluit weinig zal uitwerken. De rede, waarmee
de rijkskanselier von Bcthmann'-Holhveg aan
deze debatten deelnam, kan beschouwd wor
den als een antwoord, dal bij voorbaat op
dut verzoek gegeven werd. Daaruit is onmis
kenbaar gebleken, dat de vijfde kanselier van
het Duitsche rijk zeer skeptisch denkt over
de kwestie der beperking van de krijgstoe
rustingen en over de arbitrage. Ilij gelooft
niet aan de mogelijkheid van de ontwapening.
Hij heeft vermeden het woord van den En-
gelschcn minister van marine Mc. Kenna te
herhalen, dat „het hoogste peil" is bereikt,
maar neeft gezegd, dal „bij vredelievend
heid past sterkte". Dat is een zachtere vorm
voor hot woord, dat wie den vrede wil zich
op den oorlog moet voorbereiden. De kanse
lier meent, dat uit het leven van de volken
de „uMima ratio" van den oorlog niet kan
worden geschrapt. Men kan slechts er naar
streven haar optreden zoo ver mogelijk te
verschuiven. Daartoe kunnen ongetwijfeld ook
arbitrage ver dra gen dienen, en des te meer
zullen die daarvoor nuttig zijn, naar
mate men ze meer beperkt lol rechtstoestan
den, diie duidelijk zijn te overzien. „Interna
tionale, de wereld omvattende, door een we
reldcongres opgelegde arbitrageverdragen
houd ik voo-r even onmogelijk als de inter
nationale ontwapening", zegt de rijkskanse
lier. En lot toelichting van deze meening
zegt hij, dat bij een onbeperkt arbitragever-
drag moei worden vooropgesteld eene rege
ling van de verhouding der staten onderling
door een soort rangorde. Bij zulk eene rang
schikking zou echter iedere natie aanspraak
maken op de positie, die beantwoordt aan het
totaal van hare nationale krachten. Men zou
een maatstaf moeten vinden, waarnaar de
sterkte van de legers kan worden afgemeten.
Naai- zulk een maatstaf heeft men gezocht,
maar tot dusver zonder succes. Daarom is het,
naar de meening van den rijkskanselier, niet
mogelijk, dal men zich verstaat over de
eerste voorwaarde van het internationale
verdrag. Juist over de vraag der sterkte van
leger en viool van de verschillende staten zou
slechts door het vaststellen van zulk eene
rangorde kunnen worden bosliist, en welke
natie zou 'I zich laten welgevallen in het
Kveede gelid tc worden geplaatst door het
scheidsrechterlijke bevel om de lcgersterkle
met een bepaald cijfer te verminderen!
Duitschland zeer zeker niet. Nog daargela
ten, dat de uilvoering zou afstuiten op de on
mogelijkheid van de controle. Elke poging
lot controle zou slechts kunnen leiden tot
aanhoudend wederzijdsch wantrouwen en
zou onuitvoerbaar zijn, zooals een voorbeeld
uit Pruisens eigen geschiedenis bewijst, dat
nu eene eeuw geleden, in de dagen van zijne
verdrukking, een viermaal sterker leger heeft
georganiseerd dan de overwinnaar hel had
toegestaan.
De Duitsche rijkskanselier beschouwt ove
rigens niet alleen het internationale arbitra
geverdrag als eene utopie, maar voelt ook
geen geestdrift voor het onbeperkte arbitrage-
verdrag. Een verdrag, dal door oen© sdheids-
gerechtelijke uitspraak ook wil laten beslis
sen over vragen, die de onafhankelijkheid,
de eer en de levensvoorwaarden van de con-
traoteercncle partijen raken, onderscheidt
zich, naar zijne meening, door niets van den
vendraigloozen toestand, want als tusschen
twee natiën geschillen ontstaan, idic „aan de
nieren gaan", dan valt het arbitrageverdrag
als kaf uiteen; het zal als tondel ver
branden. Bovendien beteekent zulk een
verdrag tusschen twee staten eigenlijk toch
een formeel bondgenootschap, dat zich ook
kan richten tegen andere staten; het bestaan
©r van is dus geen volstrekte vredeswaar-
borg.
Voor internationale arbitrageverdragen ia
de Duitsche rijkskanselier dus niet te vinden
en ook niet voor onbeperkte arbftrageverdra-
gen tusschen de afzonderlijke staten. Alleen
dan kan hij voelen voor arbitragever
dragen, als het zijn détailverdragen met
duidelijke, scherp omlijnde bepalingen. Vol
gens zijne overtuiging is eene algemeene ont
wapening, eene algemeene verhindering van
ooi-logen door scheidsgerechten praktisch
niet uitvoerbaar. In den aard der staten en
der inensohen ziet hij de beletselen, die in
den weg staan aan de verwezenlijking van
het ideale doel der afschaffing van oorlogen
en oorlogstoerustingen.
Al komt dus de rijkskanselier in het alge
meen 'tot een negatief resultaat, op een enkel
punt bevat zijne rede toch ecue positieve me-
dedceling: deze namelijk, dat de Hngelsche re-
get ring de gedachte heeft uitgedrukt, dal de
regceringcn der beide landen elkaar op de
hoogte zouden houden van den wederzijd-
schen aanbouw van schepen, om elkaar voor
verrassingen te vrijwaren en in heide landen
de overtuiging l© bevestigen, dat de een den
ander niet wil overtroeven. De Duitsche re-
gcering heeft zich bereid verklaard zich hier
over met Engeland te verstaan in de hoop,
dal dit zal leiden tot geruststelling van de
Kngelschc openbare meening. Dat zou, al
thans lot zekere hoogte, den prikkel vermin
deren tot den wedloop in oorlogstoerustin
gen, die de oorlogslasten in d© laatste
jaren in zoo ontzettende mat© heeft doen
stijgen.
Duitschland.
13 e r 1 ij n, 1 A p r i I. De rijksdag heeft de
tweede leziug van de begrooting ten einde
gebracht.
De commissie van den rijksdag voor de
constitutie van E laas-Lotharingen heeft de
behandeling van de nieuwe kieswet voor hel
rijksland ten einde gebracht en daarna de
voortzetting van hane werkzaamheden ver
daagd lot na Paschen.
In hot Pruisische 'hoerenhuis wordt deze
week een aanval tegen de regeer mg ver
wacht in zake de Elzas-Lotharingsche kwes
tie. In het huis van afgevaardigden heeft de
rijkskanselier zich persoonlijk zeer nadruk
kelijk voor het regeringsontwerp dn de bres
gesteld. De conservatieve leider von Heyde-
brand heeft zich toen zeer schelp tegenover
de regeering gesteld. Nu wil ook in het hee
renhuis de conservatieve partij tegen de re
geering manifesteeren. In de Post worden in
eene officieus© verklaring de bezwaren op
gesomd, die bij de vrij-conservatieven be
staan tegen liet ontwerp. De groote meerder
heid van deze fractie ziel vooral in de wijze
waarop de Elzas-Lotharingsche stemmen in
den bondsraad zullen wonden uitgebracht,
eene ernstige benadeeling van de positie van
Pruisen als eerste der bondsstaten en ver
klaart, dat dit haar waarschijnlijk zal ver
hinderen hare slcan aan de voordracht te
■geven.
Ook andere aanwijzingen leveren hel be
wijs, dat de verhouding lussdhen de regee
ring en de rechterzijde zoowel in het Prui
sische huis van afgevaardigden als in den
Duilschen rijksdag thans zeer gespannen is;
de rechterzijde legt het er op toe dc positie
van den rijkskanselier le ondermijnen. Dien
tengevolge behoort eene kanselierscrisis tot
de mogelijkheden, waarmee men in Duitsch
land heeft te rekenen.
De commissie van het Pruisische huis van
afgevaardigden, die over het wetsontwerp tol
facultatieve toelating van dc lijkverbranding
heeft le rapporteeren, heeft bij staking van
dc stemmen besloten tol verwerping. Voor
het wetsontwerp stemde één lid van de con
servatieve leden der commissie; overigens
stemden voor de vertegenwoordigers van de
vrij-conservaticven, de nationaal-libernleu en
de vrijzinnigen.
Frankrijk.
De deputatie, die de wijnbouwers van dc
Aubc naar Parijs hadden gezonden om met
de regeering en met het parlement in over
leg te treden over de maatregelen, waardoor
aan hunne pretention zou kunnen worden
tegemoet gekomen, heeft daar kennis geno
men van bemiddelingsvoorstellen, die door
dc landbouwcommissic van de Kamer in
overweging werden gegeven. Volgens die
voorstellen zou de in het Auhc-depurlcment
geproduceerden wijn in den handel komen
als Aubo-champagne, de wijn uil het departe
ment Manie eenvoudig zou heeten cham
pagne. Een ander voorstel had als onder
scheiding bedacht de namen geclasseerdc
champagne en champagne.
De deputatie hoorde deze voorstellen rus
tig aan, maar verklaarde daarna, dat er van
concession, van compromis of iets dergelijks
geen sprake kon zijn. Zij verlangde ullcs of
niets. Zij had een imperatief mandaat en
mocht niets anders aannemen dan dc een
voudige erkenning van hel feit, dat de Aubc
behoort lol het gebied van den champagne
wijn en daaruit niet kan worden weggeno
men. Dc conferentie werd gesloten, nadat
aan de vertegenwoordigers van de Aubc was
tc kennen gegeven, dat hunne onbuigzaam
heid zeer goed er toe zou kunnen leiden, dat
men van het stelsel der grensbepaling van
de wijnbouwende districten geheel terug
kwam.
Deze poging heeft dus geen resultaat opge
leverd; eerder heeft zij er loc geleid de in
hel Aubc-departemenl bccrscheride beroering
nog tc vermeerderen. Als kenmerk van de
onder de bevolking heerscheude stemming
kan dienen, dat in (53 van de 81 wijnbouwen
de gemeenten van het arrondissement Bar-
sur-Aubc de gemeentebesturen hebben opge
houden tc fungeeren. Dc ambtenaren van den
burgerlijken stand zijn niet op hun post, ge
boorten en sterfgevallen werden niet inge
schreven, huwelijken worden niet gesloten.
l>c minister van marine Delcassé, die ge
noodzaakt is voor de vernieuwing van de
Franschc oorlogsvloot honderden millloenen
aan tc vragen, wil tegenover deze reusach
tige uitgave ook eene kleine inkomst stellen.
Mij heeft bepaald, dat oorlogsschepen, die
voorzien zijn van inrichtingen voor draad-
loozc telegrafie, particuliere telegrammen
mogen aannemen en verzenden. Voor deze
telegrammen wordt behalve het tarief voor
de verzending over de gewone lijnen, een
extra-recht geheven van 5 centimes per
woord.
Aan den voorzitter en de rapporteur van
de marine-commissie heeft hij verzekerd, dat
liet nieuwe vloolprogranima terstond nu dc
Panschvacantie aan dc orde zal worden ge
steld. Nadat dit programma is afgedaan, zal
•de voor twee jaren reeds ingediende voor
dracht over de rccrutecring van de levende
strijdkrachten ter zee in behandeling wor
den genomen. Dit wetsontwerp breidt den
tweejarigen diensttijd ook tot de marine uit.
Verder worden daardoor 43,000 in de marir.e-
stamrollen ingeschreven zeelieden, voor wie
de vloot in vredestijd geen emplooi heeft, ter
beschikking van het departement van oor
log ges'eld.
Zwitserland.
Zurich. 2 A p r i 1. Bij volksstemming
is met 42,227 tegen 39.764 stemmen verwor
pen de invoering van de evenredige verte
genwoordiging voor de verkiezing van de
wetgevende vergadering van het kanton.
Engeland.
Tegenover een door den minister van oor
log en den eersten lord der admiraliteit met
hun gezag ondersteund geschrift van gene
raal Hamilton legen den algcmecncn dienst
plicht, heeft lord Roberts roet nog twee ande
ren een boek geschreven, dat opkomt voor
een staand leger van een millioen man op
den grondslag van den verplichten krijgs
dienst.
De Daily News schrijft naar aanleiding
daarvan: Het doel, dat de voorstanders van
den dienstplicht aangeven, is niet hun wer
kelijk doel. Zij spreken van de verdediging
van hel vaderland. Zij bedoelen den aanval in
het buitenland. Dc ware reden van bestaan
van de meerderheid der 4,000.000 man in het
vasteland, en de voorstanders van den dienst
plicht streven er naar als een middel, dat hun
dc beslissende inmenging in de zaken van
hel vasteland moet mogelijk maken.
Italië.
R o m e 3 1 M a a r l. Dc souvercinen heb
ben heden verscheidene vreemde nfdeclingen
van dc tentoonstelling van schoonc kunsten
le Rome geopend. In de Nederlandschc af-
dceling waren de commissaris Steelink en
dc secretaris Gorter aanwezig om Il.II. M.M.
te ontvangen. l)c lieer Stecliuk bood dc Ko
ningin een prachligcn ruiker van Orchideeën
aan. De souvercinen vertoefden geruimen tijd
in de Nederlandschc afdccling cn drukten
hunne bewondering over de verzameling uit.
Spanje.
M a d r i d 3 1 Maar t. De Kamer her
vatte heden de discussie over dc interpella
tion in de Ferm-zauk. De republikein Salil-
la leverde een kritiek op dc procedure, die
is gevolgd, en op de kunstgrepen van Dolosi-
vas, waarvan liet doel was Ferrer tot eiken
prijs te doen doodschieten.
De minister van binncnlandsche zaken ant
woordde. IJij verdedigde dc militaire recht
banken en prees het leger, waarbij de repu-
biikicnen riepen: „Geen van ons valt het leger
aan. Wat gij wilt is tc steunen op dc bajo
netten". Hierop volgde een langdurig tumult.
De minister vervolgde, dat dc rechtbanken
tot de herziening van het proces zullen moe
ten overgaan, als liet verzoek om revisie
wordt toegestaan.
De oud-minister Lacicrva wees alle l>c-
lecdigingcn en beschuldigingen af, waarvan^
hij, Maura en de andere conservatieve minis
ters het voorwerp zijn geweest sedert dc ge
beurtenissen in Barcelona. Hij betoogde, dat
de vorige sprekers niet voor Ferrer pleitten,
maar tegen de militaire rechtbanken. Hij
zette uiteen, dat de conservatieve regecring
zich tegenover de revolutie bevond en haar v
plicht moest doen. Het heeft dien vervuld. In
dc door de republikeinsche sprekers vermel
de feilen zijn onjuistheden en valschhedcn.
Spr. kwam op ten gunste van de bijzondere
procedure, die in de zaak van Ferrer is toe
gepast. Hij houdt slaande, dat geen onkel
van de in de woning van Ferrer gevonden
stukken apocrief was. Geen enkel stuk van
liet dossier is verminkt, behalve in gedeelten,
die voor liet proces van geen belang waren.
Morgen voortzetting van het debat.
21 TAK
RUDOLF HERZOC.
De oude vrouw ging moeilijk in haar stoel
zitten. Haar hand raakte daarbij den bijbel
aan. Ze fronste de wenkbrauwen, sloeg het
bock dicht en schoof het. terzijde.
„Wilt u het mij niet zeggen, juffrouw
Stahl?... Ik bedoel, waardoor juffrouw Han
nes ziek werd."
De oude vrouw keek naar haar handen,
die stijf ineengeklemd in haar schoot lagen.
„Is dat dan zoo moeilijk te raden?" zei zo
zacht. „Ze heeft gebrek aan het volle leven.
Dat is haar erfdeel."
„Maar die flauwte? Zijn mijn vragen mis
schien ongepast?"
De oude vrouw hief het hoofd op, en keek
hem doordringend aan. Toen maakte ze een
handbeweging en zeiGaat u zitten, als ge
moe zijl. Dus u wilde weten... Welnu, gc
zult het weten. Het zal goed voor u zijn.
wie weet waarvoor. Daar heeft ze gezeten,"
ging ze somber voort, „daar heeft ze geze
ten, elk vrij oogenblikje, tot diep in den
nacht, en ze heeft maar zitten teekenen cn
ontwerpen volgens een klein stukje papier,
waarop een cosluum geleckend stond; ze
heeft allerlei stoffen aangesleept en garneer
sels, en «e heelt maar zitten knippen, naaien
en passen. En nooit werd het haar mooi
en rijk genoeg. Telkens weer veranderde ze
en paste ze opnieuw, cn ze werkte er met
zulk een ijver aan, dat ze eten en slapen
vergat. En ze had haar weinigje kracht zoo
noodig! Zes uur per dag zit ze in het atelier
van den ouden schilder KeÜüren, die bijbel-
sche voorstellingen schildert. Ik werk daar
al tien jaren en ken de menschen. Als kiivd
heeft ze eens voor den schilder als model
gezeten voor een engelenkopje. Maar ik
was bang voor haar licht ontvlambare fan
tasie en wilde het niet meer hebben. Doch
de drang naar het mooie, het voorname, zat
in haar. Op zekeren avond het was in
Juni of Juli komt ze adendoos naar huis
gesneld, en vertelt dat ze bij Ilüsgon levende
beelden zullen geven. Zij zal de vorstin
voorstellen en moet klecren hebben En ze
bad en smeekte, «n ging eindelijk naar den
ouden schilder, en sprak met hem af, dat
<ze eiken dag voor hem zitten zou voor een
groot historisch schilderij; en eindelijk stond
ik doe, dat ze op die manier het geld ver
diende voor haar costuums, want ik kon
cr toch niét tegen op. Dat zit haar in het
bloed."
De oude vrouw bleef even peinzend zwij
gen.
„Ze heeft een opvoeding gehad, als meis
jes van goeden huize," ging ze na een oogen-
blik voort. „Dat was misschien verkeerd en
paste niet meer in onze tegenwoordige om
standigheden. Maar het was het kind van
mijn dochter, die betere dagen gekend had;
het was mijn vleesch en bloed, en ook ik...
ze glimlachte droevig voor zich heen „ook
ik heb in mijn jeugd dc zon gezien. Tot mijn
man stierf. Tot ik als jonge ambtenaarswe-
duwe een pensioen kreeg, «te klein om van
te leven, te groot om van te sterven. Waar
om ik niets anders begon, waarom ik zoo
diep daalde? Dat dat dat staat op een
andere bladzijde. Mijn dochter stierf en liet
mij haar kleine Johanna <aa. Een zekeren
trots had ik behouden, al was hel dan ook
misschien hoogmoed uit vroeger dagen ik
wilde haar opvoeden, zooals tot nu toe allen
uit onze familie waren opgevoed. Ik wilde
Jvaar niet tusschen het proletariaat laten
gaan, omdat moeder en grootmoeder be
zocht waren door het ongeluk. Als elk fat
soenlijk burgermeisje moest ze worden, niet
meer, maar ook niet minder. Den omgang
met de Jlüsgens heb ik haar gaarne gegund,
liet zijn fatsoenlijke menschen. Niet te
hoog, maar degelijk burgerlijk. En nu komt
ze me daar plotseling ihet huis binnen val
len, door het dolle heen van opgewonden
heid. Ze lacht, danst en zingt. Dan weer
zegt zo uren lang ge©n woord. Eindelijk
kwam ik er toch achter. Dc groote verande
ring, die er in haar plaats had, haar op
nieuw ontwaakte ijver om te leeren, haar
pogen, om zuiver tè spreken, dc aandacht,
die ze wijdde aan haar manieren, haar klee
ding, het was alles zoo duidelijk, dat hel
volstrekt overbodig was, dat ze me lachend
vertelde dat er in de levende beelden ook een
prins meedeed, bij wien Vergeleken Ilüsgen
en al haar kennissen maar boeren waren,
en dat ze nu ook zorgen moest dat ze er
zijn mocht, naast hem. zoodat ze niet alleen
door hem geduld zou worden, of misschien
zelfs uitgelachen. Daarmee begon dat dolzin
nige verwaarloozen van haar gezondheid, die
koortsachtige onrust, waartegen ik niel meer
was opgewassen. Eu elke grosscbcu dien ze
verdiende, en dien ze had kunnen gebruiken
om aan tc sterken, verdween voor dat pronk
gewaad, waarmee ze een paar uur lang
zich in een andere wereld wilde wanen."
De oude vrouw had zich opgewonden.
Haar handen beefden. Nu trad ze dicht op
de.i jongen man toe.
„Maar ziet u," zei ze. en haar slem klonk
hei scli, „ik wil niet, dat ze teleurgesteld
wordt. Ik hel) genoeg van do teleurstellin
gen in hét leven. Ik wil niet, dal er niel
haar gespeeld wordt en dat ze door haar
fantasie te gronde gaat. Daarvoor is ze mij
tc lief, verstaat u! En al bent u nu deze
prins, dan zeg ik u dit toch. Hier is een
huis, dat weer omhoog wil. Haal gij hel
nu niet weer omlaag. Die kleine meid
die kleine meid... ach. wat praat ik toch..,!"
..Juffrouw Stahl," zei Hans ontroerd, en
hij wist niet anders tc doen dan de hand
der oude vrouw te nemen.
Ze lette or niet op. Maar aan het kramp
achtig trekken van haar hartic werkvingers
voelde hij, dat ze streed tegen de harde
woorden, die in haar gemoed oprezen.
„Vertelt u toch verder, juffrouw Stahl. Ik
ben u zoo dankbaar."
Zc keek hem aan. Toen maakte ze haar
hand los en ging weer zitten. I>c lamp was
leeg gebrand. In de kamer heersebte een
schemerdonker, dat de schaduwen der voor
werpen nog vergrootte. De oud© vrouw ge
leek een reuzin, als de overlevende van een
voormalig geslacht.
..Mijnheer zei zc peinzend.
..Ik heet Hans Steinherr."
..Best, best. De Steinherrs zijn rijke men
schen. Ik kende ze reeds, toen ze zoo arm
waren als wij nu zijn. Alles in het leven
gaat in een cirkelgang. Wij mogen ons ech
ter niet geheel buiten den cirkel laten slin
geren. Ach, de ouderdom maakt praatziek.
Doch ik ben de jeugd niet vergeten. Ik weet
met haar mee tc voelen, al lijk ik ook hard
en versteend. Ik wil de jeugd niets te kort
doen, ook Johanna aiict, evenmin als ik
haar moeder gedaan heb. Ach God, die
paar korte jaren van levensvreugdel Maar
je alleen niet weggooien, niet weggooien,
of het moet zijn 0111 iets groots, iets hei
ligs! Ik heb er nooit meer over gesproken,
maar u wil ik het zeggen, ofschoon gc nog
jong zijt. Omdat gc mij "daareven hebt be
dankt, omdat ik het doe voor Johanna. Mijn
dochter haar moeder was jarenlang
verloofd. Toen ze -zouden trouwen kwam de
oorlog Hij moest mee, naar Frankrijk. Zoo
iets hartverscheurends heb ik nooit meer be
leefd. De laatste dagen meden ze elkander,
ze waren hang, elkander aan tc raken, cn
wanneer ze zich in elkanders armen wier
pen, waren dc wanhoop ten prooi. Niet,
dat de man bang was voor -den oorlog. Ilij
was onderofficier cn niet laf. Maar er druk
te hen een voorgevoel, dat zc elkander nim
mer zouden weerzien, dat zc zouden moeten
sterven, zonder beloond te zijn voor hun ja
renlang, geduldig wachten. Zc wilden zich
laten trouwen, doch het regiment moest
plotseling uitrukken. Zulk een smart kan
slechts ecu vrouw begrijpèn, en ik begreep
haar. Ik ja ik, de moeder, gaf hun mijn
zegen. Acht dagen later viel de man bij
Spichern."
Wordt vervul ft/.