Tweede Blad. 9d' Jaargang. Zaterdag 8 April 1911. BUITENLAND. KOLONIËN. FEUILLETON. DE NEDER-RIJNERS. 816. B0IB Ja D. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: P«r 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per poat- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentifcnmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft C». Utrechtschestraat 1. Intercomm. TelepHoonnummer 60. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 0.50. Elke regel moer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 95 cenrt» bij vooruitbetaling. Qroote letters naar plaateruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen tot het horhanld advertooren in dit Blad, btf abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toogezonden. itak sor. - Niet naar Berlijn Pakijs, 4 April '11. In Le Journal vaai don eersten April komt ken bescheiden n-oot voor, betreffende de route, die de vliegmachines zullen volgen, ■welke aan den wedstrijd, van Juni zul'len deelnemen. Volgens het oorspronkelijke plan lag ook Berlijn op diein weg en was door den ge meenteraad dier stad ook een som uitge loofd als premie voor de overwinnaars. Thans is echter de routeParijis, Luik), Utrecht» Brussel, Londen, Parijs Berlijn is van het lijstje geschrapt, hoofd zakelijk, omdtft de Journal beschuldigd werd, de geheimen dei' 1 unlutsdliecp vaart aan Duiitschioind te verradien en te verkoo- pen». Welke geheimen? In 1903 is eene aulomobiehtochl georgani seerd Parijs—Berlijn. Nli«emand heeft «toen van verraad gesproken- Waarom zou dius hiervain wol sprake zijn, nu die lochit dooi de ludlul gaal? Omdat, zegt men» de vlieg machine ecu oorlogswapen is. Doch waar het geheim"? De si uur li eden vaai alle flaiudiem. komen hier onderricht nemen, tot ztCJs in heil miWladre kamp, en bestudeeren daar al de détails der Franse he lucht scheepvaart. Het buitenland is vrij die zelf de „wapens", waarvan het geheim ritoel be- waaru worden, hier te koopen. En dus Verschillende Framsche aviateurs hebben needjs i(n het huiiteakumd' gevlogen» o-ot i-u Berlijn. Waarom verandert ditzelfde feit in verraad, wanneer men in groep le Berlijn vliegt? Waarom ook betitelt men .niet -met dezelf de benaming het feil, dal de aviatewrs vaat Juni in, Holland, België en Engeland zullen gaan.' Wal Engeland betreft, zou men nog- als argument kunnen opgeven, dal dit een bondgenoot is van Frankrijk en er dus van ver koopen der geheimen en van verraad geen sprake is. Maar België? Maar Hol land? De oplossing van dde raadsels is niet moeilijk te Minden» wanneer men rekening houdt, met de concurrentie weiixe hier be slaat tusschen de Matin en Le Journal. Hel eerste blad heeft, zooals mem zich ze ker herinnert, verleden jaar zomer de „Cir cuit de l'Esl" georganiseerdeen wed strijd, zooals nu de Journal op touw zet, maar alleen door Frankrijk gaande. Na tuurlijk wil Le Journal zijn tegenstander overtreffen, en daar de vliegkunst sindsdien enorme vorderingen heeft gemaakt, kan het i blad thans een veel langere route voor- I sohr ijiven. I Hierdoor ontstaat nabuur lijk nijdige jalou- Mie bij de Matin en om zijn woede te koe- I len» vindt het blad niels beters da<n ge- I bruik te maken van de i at wat prikkelbare I stemming van hel publiek, dat in gewone omsta negheden waarschijnlijk minder noti- I tie .nemen zou van die alarmkreten. Doch I thans, nu we nog mididen in de polemiek zijn, tusschen Frankrijk en Duitschlatndi ber I treffende het „Légion Etrangère!" thans I vindt de kreet „verraad!" gehoor bij een I deel van dat publiek. Docth de Matin, die misschien nog nooit zoo patriottisch is geweest ais de laatste maanden, speelt in werkelijkheid een ze«r gevaarlijk spel. En aan den anderen kamt der grenzen moclut men ook wel wat voor zichtiger wezeul Wtelke dwaasheden zijj* den kaatsten 'ijd al niet uitgekraamdMen sprak van niets minder dan van nn-t geweld te beletten» dat de avikuteurs vertrokken. Men zou de vleu gels der machines .verbrijzelen. Of wel, als zet toch vertrokken, en toch boven Berlijn vlogen, zou men er zooiang op schieten, tot dat ze «eerpfoftenl... Zeker! dat is niet de gedachte van liet Duitsche volk over het adgemoenevenmin ils hier eenlge heethoofden de nalie zijn. Maar de pers heeft in onzen tijd te veel in vloed». dan dal het niet haar plicht zou wazen wat voorzichtiger en gematigder te zijh ls de redevoering van dien heer Bethmaain I lob weg, in den Rijksdag gehouden (30 Maart), geen waarschuwing? Hij wijst er op, dat de oorzaken der oor logen tegenwoordig ve<el vontkomen uil het verschil lussohen. de volkoren, die zich zoo gemakkelijk laten influence eren. ,.Deze oorzaken moeten dukwijfc gezocht worden in liet hatelijke opzweepen dioor een onverantwoordelijke pers". Een waarschuwing aaui enk «He Dturtsdfoe bladen,. Maar ook aan de ..Martin" Wal wil de Matin? Een Oorlog? Maar zou men dan niet geneigd zijn, juist da,t blad le beschuldigen vaai gebrek aan vaderlands liefde - En ak eenmaal dat oogenblik aanbreekt, zal men roepen.: „Naar Berlijn! naar Berlijn!" Of clirt verwezenlijkt zal wor d-en blijft een vraag, waarop men geen ant woord durll geveiiDoch ai ware diit zoo, was hier geen pracht va-u gelegenheid, om dat „Naar Berlijn" iop eene andetrc wijze lot werkelijkheid te brengen? Srtaart Frank rijk niet voorop, wat de vliegkunst betreft? Naai- .Berlijn! naar Berlijn! Ditmaal n/iet met kanonnen. maar op mooie, bJanlae vleu gels 1 Wal zou hij fier gewapperd hebben, ome Frantselie vlag, in der Berlijnschen hemel, trortsoh op het genie en op den moed van (ie natie. Wat dat geen werkelijk zege vierende intocht in Berlijn geweest? Helaas! niet naar Berlijn! En dit alles om een kleingeestig geschil tusschen twee dagbladen, die aan 'hunne concurrentie een patriotische kwestie ma ken! Want ook de hcele zaatk van het Vreem delingenlegioen zou veel minder in opspraak gekomen zijn, had niet een „onverantwoor- detij.AC pers" er een'coneurrentiezaak van g ©maakt. In November publiceerde Le Jour nal hel geval Weissrockdieize, tot het Le gioen bchoorende, zou een prooi geworden zijn der wilde dieren. Natuurlijk spraken de Duitsche bladen er ov©r. Doch daar dit gevaii uitaoaiderirog is en geen regel, zo-u al liee-l spoedig de kalmte weergekeerd -zijn, als de Matin niet vinnig geantwoord had en -toen ai de Journal van verraad had beschuldigd. Op dat hatelijke geschrijf, bewaarden, op hun beunt, de Duit sche bladen het stilzwijgen niet. En steeds gaat dut door. Wat Le Journal betreft, deze houdt zich thans kalm en bedaard. Dal liet blad publi citeit gaf aan. lid geval Weissrock getuigt meer van wijsheid dan van verraderlijke bedloelingen. Hel blad herinnert zich hoe fataal voor ons die optimistische tactiek is geweest, ziooals Maréohal Lcboouf die beoe fende Zijn woorden„Er cmrtbroekt zell9 geen knoop aau een slohkous" zijn bekend. Ongelukkig ontbrak er meer dam knoopen aan bet leger van „70". Een meer wijze tactiek is de fouten en-gebreken onder de oogen te zien en ze te verbeteren vóór het te laat is! Neefego. OOST-INDI E. De Pest op Java Bij hel departement vag Koloniën is licdct.middag het volgende regeeringslelc- gram ontvangen, gedateerd 7 April, omtrent «Ie pestgcvallcn op Java. Gisteren 7 gevallen, 1 doode. Een op vijf dezer gerapporteerd koorlsgeval bleek pest ti- zijn. Vele koortsgevallcn bleken malaria te zijn. Nieuwe kourlsgevallen zijn gerappor teerd en worden medisch onderzocht. Jn principe is besloten lot de afsluiting van hel personenvervoer en dat van goederen, be doeld in de pestordonnantie tol afsluiting van noordelijk Lawang, westelijk Djoerang, Kerah, Nogantatig, Soember I'oetjong en oos telijk Socmberscnae. De bedoeling is bet per sonenvervoer te heropenen, zoodra aan alle grensstations een desiofecticdicnsl georgani seerd is. WEST-INDIE. Killinger'© samenzwering in Suriname. Voor het Hol van Justitie le Paramaribo ving Maandag 13 Maart, des morgens kwart voor negenen de behandeling aan van de be kende zaak-Killinger, waarvan wij in een vorig nummer een inleiding gaven. Beschuldigd het misdrijf le hebben gepleegd van samenspanning, lie de verandering der regeering ten doel beeft (op welk misdrijf artikel 56 van hel Wetboek van Strafrecht de doodstraf stelt) staan terecht: 1. Frans Pavel Yaclac Killinger, of weJ Franciscus Killinger, zich teekenende F. Kil linger, oud 35 jaren, inspecteur van politie, geboren te Ilodenyi (Hongarije); 2. Louis Ferdinand Arduin, oud 31 jaar, agent van politie der 2e klasse, geboren in Suriname; 3. Jatan, oud 49 jaar, agent van politie der 2e klasse, geboren in Britsch-Indië; 4. James Adolphus Hughes, oud 31 jaar, agent van politie der 3e klasse, geboren in Deinerara (Britsch Guyana); 5. Emile Frcderik Sporkslede, oud 31 jaar, agent van politic der 2e klasse, geboren in Suriname; Johannis Adolf Arduin, oud 12 jaar, op zichter op den houtzaagmolen „De Een dracht". geboren in Suriname. 7. Willem Charles Arduin, oud 40 jaar. schrijnwerker, geboren in Suriname. Jn de instructie zijn door beklaagde Kil linger afgelegd de verklaringen, waarvan ons stuk van gisteren in het kort een overzicht geeft. Deze verklaringen worden thans door hem bevestigd Verder verklaart hij, dat hij Suriname heeft lief gekregen als zijn tweede vaderland en dat hij overtuigd was, dat met ijzeren hand moest worden ingegrepen oni de toestanden te verbeteren. Niet door evolutie, alleen door revolutie achtte hij dc stervende kolonie te redden. Hij was boven dien overtuigd, dat hel moederland blij zou zijn op een fatsoenlijke manier van de ku- lonie, die eelt lastpost is. af Je zijn. Wal den president deed vragen of Neder land hckl. had verzocht het van dien last post te bevrijden. In den loop van het ver hoor, dat aanvankelijk niet veel meer dan theoretische bespiegelingen oplevert, ver klaart Killinger verder, dal liij gaarne alle schuld, ook van zijn medebeschuldigden, up zich neemt. Dc tweede beschuldigde, de politieagent L. Arduin» geeft in zijn verklaringen een overzicht van de wijze waarop Killinger hem in zijn plannen heeft ingewijd en er toe overgehaald. Killinger oefende, volgens bekl.. een onweerstaanbare macht uit over alle ambtenaren. Maar bekl. ziet nu in, ver keerd te hebben gedaan door Killinger te volgen en dat diens plan niet uitvoerbaar was. Wat, de feiten betreft, komen de verkla ringen van L. Arduin evenals die der meeste andere beschuldigingen overeen met de op gaven van Killinger. De vefliooren der vijf andere beklaagden komen in hoofdzaak op hetzelfde neer als die van Killinger en van I... Arduin. In 't algemeen doen de beschuldigden geen moeite ter terechtzitting om zich door slimmigheidjes te redden. Hun eenig excuus is, dat zij sterk onder invloed van Killinger stonden, in wien zij een onbeperkt vertrouwen stelden en door wiens plannen zij overtuigd waren de kolonie tot grooten bloei te zien komen. Zooals Hughes het uit drukt zij waren bereid, voor het land dat zij lief hadden, zoo noodig hun leven te of feren. Wel zegt in den loop van de behandeling de bekl. Jatan, dut hij nooit ernstig van plan is geweest mede te doen, wat na ©enige volgende vragen en antwoorden Killinger brengt lol de uitspraak, dat hij tot zijn droefheid ziet, dat hot verraad niet buiten maar in het koniplot schuilde. Bekl. Johan Arduin voert lot zijn verdediging aan, dat hij had voorgesteld een commissie te be noemen. Wal de president deed opmerken, dat commissies je in den regel verder van het doel brengen. In verband hiermede is hel slot van de zilliug van dien dag als volgt Hel Openbaar Ministerie vraagt ten slotte aan Killinger, waarom hij zijn beweerde grieven omtrent dc kolonie alleen aan Duil- schers heeft medegedeeld. Waarom niet ge klaagd bij de bevoegde politieke personen! in Nederland, die de macht hadden veran dering te brengen, of de pers te baat ge nomen? „Killinger: Er zou dun misschien een com missie zijn benoemd, die ecu lang onderzoek zou doen, om eindelijk een groot rapport uil te brengen, dat ad acta zou worden gelegd. Ik ben bel eens met den President, dat com missies niets geven. Zij geven uitstel en af stel. (Onderdrukte toejuichingen bij het pu bliek!) Het Openbaar Ministerie: Ik ben het niet met u eens. De vrijzinnige pers zou zeker haar medewerking niet hebben onthouden, doch ik zal niet verder op de zaak ingaan. Gedurende dc beide eerste zittingen gaf het publiek meermalen blijk van goed- of af keuring, wat de president cenige malen met ontruiming deed dreigen. In de derde zitting wordt het duidelijk, dat de stemming onder hel publiek voortdurend gunstiger wordt voor Killinger. Als hij zich gedurende de pauze even voor een der ramen vertoond, wordt bij met hoera begroet. De derde zitting was geheel gewijd aan getuigen-verhooren, die weinig nieuws op leverden. l)e adjtinct-ispeoteur K. D. Vlieze kreeg een Ier echt wijzing omdat hij de mede deelingen van een der getuigen over dc om- wenlelingsplatihen als een grap had opge vat. Itij had werk bthooren Ie maken van het geval, te meer omdat Killinger ook hem had gezegd hem noodig le zullen hebben voor iets groots. Aan 'l slot van de zitting wordt nog ge hoord Adolpiiina Wons, oj? verzoek van ver dediger Fernandes gedagvaard. Deze getuige, voormalig huisbediende van Killinger, verklaart «lat deze op zijn lesse naar een gipsbeeldje van Napoleon had staan, en baar eens gezegd heeft, dat zij alles in huis mocht breken, behalve dit becklje, dal hij als een „godheid" beschouw de. Bij het vertrek weerklinkt uil honderden kelen op staart een: leve KiljingfCr! In de fort Zcelandi» heeft zich ook een menigte opgehoopt, die Killinger luide toejuicht. On der weg neemt Killinger e enige koeren den hoed af voor de menigte en herhaalt het zelfde als hij in 'l fort uil het rijtuig is ge stapt. om daarna in de gevangenis te ver dwijnen. Ook Louis Arduin wordt bij het wegrijden door dc menigte hartelijk toegejuicht. De vierde zitting was gewijd aan het ver hoor der deskundigen. De kapitein-commandant der troepen, de heer F. G. Ilirschmann gaf een uiteenzcRing waarom z.i. het plan Killinger^ absurd was en deelt in antwoord op hem gedane vragen cenige bijzonderheden mede omtrent dc or ganisatie van dc bezetting. Daarna worden gehoord dc drie geneesheeren, die Killinger meer of minder langen lijd geleden hebben behandeld. De heer M. I'. Heilbron heeft een jaar of zes geleden Killinger behandeld wegens sla peloosheid en als gevolg daarvan zenuw achtigheid. De heer J. F. Nasay verklaart hetzelfde. Hij beschouwt de zenuwachtigheid van Killinger mede als een gevolg van een neus-poliep, waarvan Killinger in Europa is geopereerd. Bij zijn terugkomst vond deze deskundige, dat Killinger nog opgewondener was dan vroeger, en viel hem ook wel zijn houding op, als hij, steeds gewapend mot een ministerportefeuille, over straat, ging, doch bepaalde psychologische afwijkingen heelt hij niet opgemerkt. De beer Dragten ten slotte beschouwde Killinger vóói zijn vertrek naar Europa als lijdende aan Je* kelijke Slapeloosheid en tropische bloedar moede, doch ook deze deskundige heeft im mer bepaalde storingen der geest vermogen* opgemerkt. Van liet eind der zitting verzoekt de Pre sident de beschuligdcn. zich op weg naai de gevangenis minder aan le steil Ml, door mei hoeden te wuiven enz. De beschuldigden voldoen aan dit verzoek. Alleen wordt door Killinger die weer on der een hoeraatje wegrijdt een paar maal gegroet. Tol zóóver de verslagen in de lot nog lOtf ontvangen Wesl-lndische bladen, 'n dc vijf de zitting was de procureur-generaal aan het woord, wiens eiseh wij reeds in een vorig nummer vermeldden. JB de gedachte, samen mei Hannes naar Sprin ge's atelier te gaan. Hij moest een overval zijn in optima forma. Hij wilde, dat1 Spring© hel meisje plotseling, onvoorbereid zien zo", een eigen oordeel over haar zou kunnen vel len. Behalve noi en dan vluchtige toespelin gen. had hij zijn vriend nooil over het meisje gesproken, noch haar naam genoemd. Arm in artn klommen ze de trap op naar de woning van de Springes ©n Hans beid©. Zooals gewoonlijk <le©d de oude hew open. Toen hij ,het jonge j»aar zag bleef hij vol verbazing staan. „Parbleu!" zei bij, en mankte een buiging als uit een ouderwetsdhe. gracieus© menuet. „Die geinici.. kalendermak.Ts! Maken die kerels j© wijs. dat Itet Dccembei is en voor dc deur staat de lente! Treed binnen schoone, kleine jonkvrouw!" liet jonge meisje in haar zwarl astrakan manteltje en baar bonten mutsje, trad blozend binnen. Doch haar gevoel van eigen waarde was opge'wek t door deze rid derlijke begroeiing en dadelijk voel de ze zich aangetrokken lot den jovialen ouden beer. 1>< antwoordde zijn groef met zulk een djop buiging, als ze waarschijnlijk nog nooit gemankt had, i n toen hij haar gc- hand>ehoend handje vatte om er den ridder- kus oj» te drukken, voorkwam ze hem, on kuste /iju mooie witte irislocrntenhand. „Zojm-rvogcUje." zei hij met e*n guitig la oh je. Toen ging hij in postuur staan, maak te nogmaals een buiging en zei „Mag ik zoo vrij zijn mijn kleine jonkvrouw: Yon Spring©; de oude, maar alleen wat ge- boorlo-jaartal betreft." Wnrdt i©n©/jr</. 'I VAN RUDOLF IIERZOG. Hans knie-Me voor hoer n©er en verborg hel hoofd in haar schoot. ,,\Ya-t (toot idbait goed!" rei hij uit het dUapst vain zijn Ivairt. „Wat ->en je tocJh hof!" Hij kuste lunair kleedje en zij drukte haa-r wang op zijn haar. „Zweer me, dat je mijn vrouiw worden zuil. Dwt je op me wachten zult, wart or ook gebeuren mag!" Ze zwoer het, niet een innógen klank in lunair stem. En hij gaf haar als antwoord duizenden jongcois-ecdcn. „Kom Hans," zei ze eind©]ijk, „groortmoe- 'tor wacht. Ze vertrouwt op mij." Hij stond op. en hand in hand gingen ze weer terug, a!i> x in deren. Door den stil len tuin, voorbij de zandsteenigoden. Juffrouw Sta hl was in den tuin van het café ingedommeld. Hans liet »cn rijtuig inspannen en reed met zijn gasten terug naar de stad. De oude vroww dommelde weer in onder het rijden, moe van den last van den arbeid, d© zorg en de jaren. Tegenover baar zat het sprookje, dat zich jeugd noemt, on tuurde zalig glimlachend naar de eeuwig© sterren HOOFDSTUK VII. De na herfst begon mei regen, en liet bleef regenen tof ver in December. In -den. Hof- garten lagen de kleurige bladeren verrot op den grond, en bedekten de paden e» wego11 met een modderig©, zachte massa. De koude wind floot over den Rijn, waarop d© scheep vaart zeer verminderd was, daar de passa- giers-pleizicrbooteiv niet meer voeren. Een crisis dreigde in verschillend© takken van nij verheid, en de voortdurende regen maakte de algemeene stemming nog somberder. Hans ©n Hannes merkten van dit alles niets, i Ze wisten slechts dat het gouden tijdperk was aangebroken, e" als z© op straat de menschon hoorden schelden op het hondeweer, dan lachten z© ©n zegenden den regen. Onder I één paraplu, dicht naast elkander, doorkruis- ten ze de buitenwijken der stad, ol brachten den brugwachter in verbazing door uren lang de leege schipbrug op en neer te loopen. Hans en Hannes hooiden en zagen niets, dan zichzelf. Beiden leefden ze in een nieuwe wereld, ieder trachtte het leven van den ander tot zijn eigen leven le maken. Het meisje bleek daarbij ©en sneller aanpassings vermogen te bezitten, dan de jonge man. Met baar onbewust vrouweuinstinkt, voeiu^ ze, wat haar wolopgevoeden vriend vreemd aandeed in haar ongeboden natuur; ze zag nu, dat lieigeen ze eerst had gehouden vOör aangeboren voornaamheid slechts aauge- leerde vormen waren, en wonderlijk snel wis» re zich hiernaar le plooien en te schikken. Ze zagen elkander eiken avond tusschen zes en zeven, wanneer Hans het voornaamst© deel van zijn huiswerk afbad. De hoek van die Pempelforterstraat was de plaats van samen komst, en meestal gingen ze dan dadelijk den Hofgarleu in. Als Hans in zijn gummijas kwam, had Hannes ook een yummimantel aan. Z© verzweeg dat ze li©m gekocht had, voor hetgeen ze gekregen had voor het Fran- cesdageg! waad. D© elastisch© stol deed de slanke meisjesvormen nog meer uitkomen» en gaf haar iets volwassens, iets rijps. „Wal ben je toch mooi,' zei Hans. „AE een «verkleed© P»g4'. Ik durf j© bijna niet aanzien." Ilun gesprekken -gingen niet diep; maar telken©, wanneer ze .van elkander gingen, hadden ze het gevoel, also! ze wereldwijsheid hadden opgedaan. In hel stormweer, dicht naast elkander on der de paraplu» bloven z© soms midden op de straat staan, en luisterden» half zalig, half angstig, naar iets onA-erklaarbaars, ie*s on rustbarends, iets wonderlijks. En liet wa« slechts het kloppen van hun harten, dat ze van elkander voelden cn hoorden. Eindelijk was er vorst ingetreden. Het hep tegen Kerstmis. Verscheidene regenach tige Zondagen had Hans van juffrouw Sta hl ■gddaan gekregen, dat hij z© bij haar, in de eenvoudige huiskamer, door mooht brengen. Want op Zondag, den cenigen vrijen dag der oude vrouw, verliet haar kleinkind naar niet. Nu in het jonge meisje het g-hi-im der vrouwennatuiu- tot openbaring kwam, ver dubbelde baar liefde voor d© oud© vrouw, die haar lici naaste was in haar jong leven. En in liol hart der oud© vrouw werd alle jeugdige lieTdc weer wakker. Ze sprak veel met Hans. Rustig, ernstig, op de haar eigen manier. Ze liet hem tel kens een blik slaan in haar leven, haar ze ventigjarig leven, waariu zeventig jaren der menschheid werden weerspiegeld. All© rich tingen van haar tijd en tijdgenooten, alle Uwaasdieden, deugden en ondeugden van het mens>chdom, hadden een spiegelbeeld achter gelaten bij de oud© vrouw, ©n ze mengde dc beelden dooreen in haar kaleidoscoop, cn hield dien voor aan den stil luisterenden jon gen man: „In al deze dingen zocht dc luensahcid he» geluk. Ziel gij liet in ecu van deze din gen?" Maar Hans zag het niet. „lik zie liet in iets geheel anders," zei hij nu t zijn warme jongensstem. „Dat deden dc anderen van huis uit ook. Maar z© waren te zwak om voor de menschen hun meening staande tc houden. En daarbij scheen het andere dikwijls gemakkelijker en roemrijker, voornamer of sdhooner voor het oog; en ze weken van hun eigen weg af en namen zijpaden. Dan vonden ze gemak, roem, voornaamheid en schoonheid. En liet geluk, hel kinderlijke, eenvoudige en 'och boven alles alles zegevierende menschen gel uk? Ik ben nu zeventig. N raagt u eens aan menschen, die zoo oud zijn als ik, wat zc aan titels en ambten zouden willen geven, voor datgene, wat zij... toen zc jong waren, voor hen uit zagen liggen op den rechten weg. Toen ee zich schaamden voor de op vattingen hunner jeugd, hun impulses. Weet u wat dat is: zich schamen? Schaamt© is laf heid." Hans daohi dikwijls en lang over deze laatste woorden na. Want hij had gevoeld en begrepen, dart d© oude vrouw zc met een bedoeling tot hem gezegd luid. En telkens, als hij een gevoel van schaamte in zich voe'.- kle opkomen om Hannes, dan onderdrukte hij dit met alle geweld ©n zei tot zichzelf: „Schaamte is lafheid." Op zekeren Decemberavond kwam Hans op

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1