w°. m. Vrijdag 21 April 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. DE NEDER-RIJNERS AMERSFOORTSCH DAGBLAD f 1.00. - 1.00. 0.05. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 nmnden voor Amersfoort Idem franco per post Afzonderlijko nummers Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vddr 11 uur 's morgens b® de Uitgevers in te zenden. Uitgever»: VALKHOrF ft C». Utrechtschestraat 1. Intercom*!. Telephoonnumnter 66. PRUS DER ADVERTENTIËN: f o.ao. - O.IO. Van 1—8 regels Elke regel moer Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 «ents bfl vooruitbetaling Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bedryf bestaan" zeer voordoeligo bepalingen tot hot herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement Xene oirculairobevattende de voorwaarden, wordt op aaavraa« toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, Geiien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van dc ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dinsdag, den 25. April aanstaande, des namiddags te li ure. Amersfoort, den 20. April 1911. De Burgemeester voornoemd, WUUT1ERS. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet. Brengen ter kennis van het publiek, dat een door F. W. Servaas ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van eene smederij met gasmotor van 2 P.K., in het perceel alhier ge legen aan de Breedestraat No. 39 bij het Kadaster bekend onder Sectie E, No. 35/4 op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag den 4. Mei aanstaande, des voormiddags le half elf ure gelegenheid ten Raudhurze wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Tot bet beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurisprudentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor liet Gemeentebestuur of één of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, den 20. April 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester. S. G- STENFERT KROESE. WDIJTIERS. Politiek Overzicht Moeielijkheden in Portugal. De voorloopige kieswet, die in Portugal is uitgevaardigd, moet volgens <le verkla ring van de voorloop ige rogeering dienen om eene Kamer te krijgen, die ,,<len gecon centreerde!! "wil van hei volk" zal voorstel len. Maar het wordt meer en me.r onzeker hoe die wil zich zal doen gelden. In aanslui ting aan wat wij onlangs daarover hebben medegedeeld, verdient een artikel de aan dacht, dat de Frankf. Ztg. ontving van haren correspondent. Deze Schiv maakt eene ver gelijking tusschen de stemming in Portugal kort na de uitroeping van de republiek en thans. Toen vond hij op eene rondreis van het zuiden tot het uiterste noorden overal dezelfde houding, zeer welwillende verwach ting. Zelfs de kringen, die moesten zeggen, dat zij onder het republikeinsahe régime slechts konden verliezen, gaven onverholen uiting aan hunne voldoening over den val van de monarchie, uitgaande van de overal verspreide meening, dat net niet slechter zou kunnen worden dan het in de laatste jaren was. bij deze algemeen gunstige opvatting kwam een buitengewoon voordeel ige econo mische toestandde oogsten van de beide laatste jaren waren zóó voortreffelijk, dat er geen invoer van graan noodig washet han delsverdrag met Duitschland oefende zijni invloed uit op de vermeerdering van den wijnuitvoer en de koloniale producten, inzon derheid de caoutchouc, stegen iop de wereld markt belangrijk in prijs. Bij deze natuur lijke omstandigheden kwam de houding van de mogendheden, die niet al te veel leed voelden over den val van de rotte monarchie. Zoo vcreenigde zich alles om aan de jonge republiek een ongestoord, genoegeHjk leven te kunnen voorspelen. Al te snel echter zijn de zwakke zijden ge bleken van de aan het beWind geroepen mannen. De minister van buitenlandsohe za ken verklaarde twee dagen na de uitroeping van dc republiek, dat een van de eerste maat regelen van dc voorloopige regeering zou zijn, dat het volk zou worden opgeroepen om nieuwe vertegenwoordigers te kiezen. Het heeft zes maanden gediuurd voordat de dag van de verkiezingen werd bepaald. In den tusschentijd heeft de regeering eene reeks deels onnoodige, deels voorbarige wetted ingevoerd, en thans doet zich in het volk eene steeds verder gaande ontevredenheid gelden, waarover alle verklaringen, die de minister Ma chad o aflegt bij de weketijksohc ontvangst van de vreemde dagbladschrijvers, ons niet kunnen misleiden. De telkens te- rugkeerende verklaring, dat er geen censuur wordt uitgeoefend, verdraagt zich slecht met het feit, dat de telegrammen van ide buiten- landschc correspondenten gemiddeld eene vertraging van 4 a 5 uren ondergaan, omdat de toeslemming van den minister wordt ge vraagd voordat zij warden verzonden. Zelfs wordt soms van lieu gevergd, dait zij zich, met den minister over den vorm waarin een telegram zal worden verzonden, vooraf zul len verstaan. „Bij zulk eene handelwijze gaat de Schr. voort kan de regeering ziich er niet over verwonderen, als wij hare maatregelen met een zekeren argwaan beschouwen. Men kan ons zeker niet verwijten, dat wij de republiek niet met groole welwillendheid hebben be groet, want hare opkomst beloofde oen nieuw tijdperk voor Portugal. Nu komen echter dag aan dag hier dingen voor, die de zwakheid van de regeering bewijzen, zooals b.v. het gevitl-Paiva Conceiro en de muiterij van de werklieden in het arsenaal, waarbij men niet te doen had met een man of drie, vier, zooals dc minister ons wilde doen gcloovcn, maar waarbij drie a vier afdee- lingen elk van 100 a 200 man meewerkten, van wie meer dan de helft met automatische pistolen gewapend was. Ook de opstootjes in de provincie getuigen er van hoe „tevreden" het volk is. De verklaring van den Spaanschen minister Canalejas over „de Portugeesche monarchalen, die in Vigo den val van Dom Manuel bewecnen", geeft in haar tweede ge deelte, dat van aanmoediging van de Spaan- sche revolutionairen uit Portugal spreekt en tc verstaan geeft, dat Spanje hierover reeds in Lissabon bezwaren heeft ingebracht, een wenk, die niet kan worden misverstaan over dc gevoelens van den naburigen staat van het Iberische schiereiland. Verder verdient het niet tc loochenen feit de aandacht, dat in het gehcele land samenzweerders zitten. De ver klaringen van minister Machado, dat men te doen heeft met geheel ongevaarlijke, belache lijke pogingen, verdraagt zich niet met de dagelijks voorkomende arrestatiën van sa menzweerders en met de onlangs uitgegane aanschrijving, dat de provinciale autoritei ten met kracht moeten optreden tegen ieder, die zich legen den nieuwen staatsvorm uit spreekt. Eene regeering, die zich werkelijk voelt in het bezit van de macht, heeft het niet noodig de inlandsche pers te muilban den, de buitcnlandsche te chicaneeren, steeds scherpere maatregelen tegen oproerlingen te nemen en iedere week haar best te doen.het buitenland er van te overtuigen, dat alles vol maakt in orde is. /«Men moet zeer naïef zijn om niet achter de coulissen te kunnen zien en te constatec- ren, dat de oude maagkwestie in nieuwen vorm weer opkomt. Men kan aan de tegen woordige machthebbenden het verwijt niet besparen, dat zij met onvoldoende voorberei ding aan het afbreken zijn gegaan. Zij wilden alles uitroeien wat er van de monarchie aan wezig was. Zij hebben de elementen afge- stooten, '«lie zich bereidwillig tot hunne be schikking stelden, en zoo hebben zij thans te strijden met een gebrek aan beschikbare krachten, dat hen reeds noopte voormalige Fr.'.nquistcn op posten van vertrouwen te plaatsen. Van den nood een deugd makende, heeft Machado gezegd, dat de republiek niet let op politieke geloofsbelijdenissen. Om te weten hoe het met de partijtucht is gesteld, is het voldoende dc verschillende bladen door tc lezen. Men kan dan zich er oene voor stelling van maken wat wij in de toekomstige Kamer 'e hooren zullen krijgen. Ik heb mij tut dusver nog nooit bezig gehouden met ge ruchten, die niet zijn te controlecren; maar thans reken ik mij verplicht de meening weer te geven van vele goede kenners der omstan digheden, le meer omdat ik mij ook niet van eene zekere vrees kan onthouden. Deze mee ning houdt in, dat de volgende weken eene tegen-omwenteling zullen brengen en dat het zeer onzeker is waarop die zal uitloopen, om dat dc samenzweerders in ruime mate be schikken over het voor het voeren van een oorlog noodzakelijkste materiaal, namel/ijk over geld." Duitschland. B r u n s w ij k, 2 0 A p r i 1. Het internatio nale Koloniale instituut begon heden zijne vergadering In dit jaar. Van de buiteniatxL scthe leden zijn dc Hollanders zeer talrijk op gekomen, o. a. is de oudnminister J. T. Crc- -mer aanwezig. Prins Hendrik komt heden om aan de werkzaamheden deel te nemen. Frankrijk. In verband met de onlusten in hel Cham pagne-gebied zijn in het Marne-departement nog verschillende personen in hechtenis ge nomen, o.a. een zekere Lecachcur, een der aanstokers van het oproer te Ay. Te Parijs is gearresteerd Ernest Dupuits, alias Renaudel, een anarchist van de daad, die eveneens in den opstand betrokken was. In verband met de. in Champagne gepleegde plunderingen zijn te Parijs huiszoekingen verricht in de wo ningen van talrijke anarchisten. Wanneer de Gaulois juist ingelicht is, dun zijn in de puinhoopen van de Ayalakèlders de lijken van verschillende opstandelingen ge vonden. Vermoedelijk is aan deze lieden de terugweg afgesneden, toen het gebouw in brand werd gestoken. Volgens loopende ge ruchten moeten nog meer personen op de zelfde wijze in andere kelders om het leven zijn gekomen. In de Champagne duren de arrestatiën on. afgebroken voort. Bij velen van de naar de gevangenis gebrachte brandstichters en plun deraars wordt eon gedrukt stuk gevonden, dat onder den titel: „Het zwarte boek van de moordenaars van Champagne" eene lijst bevat van de als bedriegers en ve-rvalschers aangewezen personen, wier wijnkelders en fabrieken het voorwerp van verwoestingen en plunderingen moesten zijn. Dit „zwarte boek" is in Parijs gedrukt en schijnt in zeer talrijke afdrukken naar de Champagne te zijn gezonden. De huizen, die le lijden hebben gehad van den inival der vernielers, zijn alle in heb zwarte bock opgeteekend. Uit den omtrok van Reims en Epernay tolt men 150 arrestatiën. Het Journal des Dé kils onderzoekt de vraag wie aansprakelijk zijn om de vele nnllioenen beloopcnde schade tc vergoodeu, die is ver oorzaakt door d© plunderingen, vernielingen cn brandstichtingen. Het antwoord is niet zeer bemoedigend. De gemeentewet van 1334 verklaart, dat d« gemeenten aansprakelijk zijn voor «le schade, op hun gebied aan per sonen en goederen veroorzaakt door samen scholingen van gown penden of ongowapon- den. Maar een volgend artikel heft deze aan sprakelijkheid op in drie gevallen: wanneer do gemeente kan bewijzen, dat zij all© maat regelen heeft genomen, die in har© niaoht waren om de onlusten te voorkomen, of als er een oorlogstoestand is, of als zij geen be schikking heeft gehad over politic en gewa pend© macht. Ook op de vcra-nt-woond eflijk- lieid van den staat scuijnt een beroep te kunnen worden gedaan, in gevallen zooails dat van de stad Ay, die met voordacht aan plundering werd overgeleverd, terwijl dio troepen gebezigd worden om Epernay te be waken. Maar d© wet, die in dit geval gunstig is voor d© benadeelden, is het nog meer voor de omwenteiingsgezinden en voor de gemeen ten, die voor hen de vlag strijken. Eene wet> die de aansprakelijkheid van de gemeenten en van den staat duidelijk regelt, ontbreekt voor 't oogenblik; een© commissie van den senaat heeft dit. onderwerp sedert 1907 jn studie. Engeland. Het lagerhuis heelt in zijn vergadering na Pasehen, die duurde tot den volgenden mor gen om half vijf, de beraadslaging over het eerste artikel van de „parliament bill" ten einde gebracht. Het artikel is aangenomen met 143 tegen 78 stemmen. Itaüib R o ni e, 2 0 A p r i 1. De Paus lijd aan een lichten aanval van jicht. Zijn toestand is he den iets beter. Servifi. In de Servische pers wordt dc ontmoeting van Keizer Frans Jozef met Koning Peter, waaromtrent nu na langdurige onderhande lingen overeenstemming is verkregen, als ge heel impopulair bij het volk voorgesteld. Er wordt beweerd, dat de openbare meening hiervoor volstrekt niet warm kan wórden, laat staan geestdrift voelen. Vele blad«n, waaronder liet orgaan van de samenzweer ders, dc Swono, gaan in hunne aanvallen te gen dc regeering nog veel verder. De Swono dreigt zelfs Koning Peter en spoort hem aan te voren afstand te doen van dc kroon, als hij werkelijk zich tot liet doen van eene knie buiging naar Pest wil begeven. Marokko. In een officieus bericht, opgenomen in de Parijsdhe pers, wordt verklaard, dat het thans nog onmogelijk is tc zeggen of het noodig zal zijn een expeditie-colonne naar Fez te zenden of niet. Als de toestand daar wanhopig modvt worden en die toestand van de vreemde instructeurs en van do Europeanen is het, dan zal Frankrijk geen oogenWik dralen om hu«p te verleen en. Deze expeditie, die zonder eenigc bijgedachte wordt ondernomen, zal een internationaal opzicht kunnen teweegbrengen, omdat alle vreemde regeeringen weten, dat <1© politiek van Frankrijk eerlijk en oprecht is e" zich daarom niet zal verwijderen van de akte van Algeciras en van de met verschiWende staten gesloten verdragen. Do laatste berichten uit Fez zijn van den 12en dezer. Volgens die berichten is majoor Bremond nog niet naar Fez terug gekeerd. Hij moet op den terugweg, in overeenstem ming met het bov©l van kolonel Mangin nog een beslissende» slag tegen dc belegerde Beni Utirs beproeven. De leden van dc Fran- sell© militair© missie hebben bevel gekregen I hunne uniformen met Arabiereitkleeren to I verwisselen, hetgeen misschien de conclusie I rechtvaardigt» dat Mangm plan heeft tot eenl uitval om de operatic» van Bremond tc on-I idersteuncn. Dc regeering heeft van den .Fransehen con-1 èul in Fez bericht gekregen, dat, daar de I Ouled-Djama den sultan in den steek hebben I gelaten, de stad geblokkeerd is. Een aanval I van de Beni Mtir hééft den 12en plaats gehadl op Fcz-el-Djcdid, maar de aanvallers zijnI met verlies teruggeslagen. Verder berichtteI dc consul nog, dat de sultan den wenschl heeft uitgedrukt, dat dc harka van het Chau-f jagebicd zich onder het bovel van den kalifl van Casablanca El Mrani en gezamenlijk mctl dc door de stammen Dukala eb Beni Meskirl gevormde contingenten naar Rabat en in hctl Gharbgebied zouden begeven. De Fransche rel geer in g heeft aan generaal Moinier onver- V wijld het bevel doen toekomen, zijne mede-f werking te verleencn tot eene spoedige vcr-1 wezenlijking van de wenschcn van Moeleyl Band. Dit besluit van den sultan om Fransche] hulp in te roepen, is een tceken, dat zijn toestand wanhopig is en hem geen anderen] uitweg meer laat. In eene blijkbaar ofïicieuse nota wordt op-I gemerkt, dat het voor 't oogenblik in dc be-J do©!ing ligt den tocht tot het vcrlcenen vanl hulp slechts door uit de inboorlingen aan-l geworven troepen te laten uitvoeren; als 1 noodig is, zullen zij door de Fransche strijd J krachten ondersteund worden. De opvatting! dat een mnrsch van Fransche troepen nnaiT Fez voor dc deur staat, is minst génomexf voorbarig, want dc Fransche regeering isj voornemens eerst den sultan alle pogingei om zich met inboorlingen tc helpen te iatenl uitputten. Als het noodig blijkt eene expe ditie naar Fez tc ondernemen, dan zal did gelijktijdig van de Algerijnschc grens en van Casablanca uit ondernomen worden. Oost-Azie. In het grensincident, waarbij een Japanned door Chineesche politicagenten was gedsOO<| en verschillende van zijn landgenooten wan gewond, heeft China de Japansche regeer in J volkomen genoegdoening gegeven. Alle Chlï neesche politiemannen, die het incident hch ben veroorzaakt, zullen streng gestraft wo den, dc chef van de schuldigen zal eene f risping krijgen en de gewonde Japanner] znhen schadeloosstelling ontvangen. Verder 4 beloofd, dat de Chineesche politic zich aim mer meer zoo zal misdragen. Aan den Japan; schen consul zal een officieclc brief van ver] otitschuldiging gezonden worden. Vftr«*nl£d« Staten. W a s h in gt o n, 2 0 A p r i 1. Presid Taft heeft heden met Knox, doi| staatssecretaris, en met verschillende con] greslcden, onder wie leden van de commissi voor buitcnlandsche zaken uit het Huis vaJ Afgevaardigden, een onderhoud gehad ove] den toestand aan de Mexicaansche grett Men deelt mode, dat de president heeft vcrl klaard, dat er moeilijkheden waren te vcrl wachten met het oog op dc gevechten, di| dicht bij de Amerikaanschc grens werden gcr leverd. Maar er zijn twee partijen noodig on oorlog te voeren. Hij was overtuigd, dat Mevicaansche regeering doet wat zij kan, or] aan de grens omzichtigheid te betrachten Hij was niet beducht, dat er zich een geval zal voordoen, dat ingrijpen of inmenging il 36 TAK RUDOLF HERZOG. e— „Vindt, ge mij nog altijd zoo vreesclijk?" vroeg ze glimlachend. Hannes schudde zwijgend het hoofd, dat ze nog steeds aan de borst der vreemde dame verborg. Wat deed dat haar goedl Wal was het zoo heerlijk rusten! Ze voelde de zachte deinende beweging, ze kon eiken hartslag tellen. Ze verroerde zich niet en drukte alleen dc lippen op de japon van mevrouw Stelnherr. „Mijn liefje..." zei deze peinzend. „Mijn liefje..." En weer vroeg ze zich verwonderd af, hoe ze aan deze woorden kwam, die ze anders nooit gebruikte. „Dus u hebt mijn gr ooien jongen lief?" ging ze na een oogenblik voort, „En dat maar zoo achter den rug om van mama, die men voor een vogelverschrikker houdt?" „O, u bent zoo móoTP' riep Hannes en ke©k met lachende kinderoogen naar haar op. „Kindlief, wat zijn dat voor vleierijen! Wie van ons heidén is mooi? Misschien was ik het eens, toen ik zoo jong was u. Maar nu ben jij het." „Neen, neen!" riep Hannes stormachtig, ..u bent het nu nog. O, zoo mooi word ik mijn leven lang niet," Margot stond vlug op om haar verlegen heid te verbergen. Zij, die dag aan dag der gelijke woorden hoorde van officieren van het garnizoen en hooggeplaatste ambtena ren. en ze dan altijd aanhoorde als iets van zelfsprekends, zij werd verlegen als een jong meisje van zestien, dat voor de eerste maal hoort van haar bekoorlijkheid, bij de uit spraak van dit kind, met haar helderen blik en jeugdige geestdrift. Werkte deze jeugd dan aanstekelijk? Ze liep eenige malen peinzend de kamer op en neer. Eindelijk bleef ze voor Hannes staan en zei „Juffrouw Johanna, geef me uw handje eens. Zoo. En daarbij zullen wc het van daag laten. We hebben elkaar nu gezien en gesproken, en moeten nu eerst eens overden ken. welken indruk de een op de ander ge maakt heeft. Ik denk," voegde ze er met een bemoedigend knikje aan toe, „dat dit niet moeilijk zal zijn uit to maken. Beloven kan ik u nog niets, tenminste -niets, dat niet al leen mij persoonlijk aangaat. Mijn man Is gewend er zijn eigen beschouwingen op na te houden en daarnaar te handekn. Maar it bent immers nog zoo jong en zult kunnen wachten, vooral, -nu u weet, dat er met mij te praten valt. Of weet u dat niet?" „Ja, zeker," stamelde het meisje. „Welnu, kom dan zoo nu en dan eens bij mij. Morgen middag, op dit uur. Pas maar op, we worden nog goede vriendinnen, en zullen samen complotten smeden gaan. Ik hoop uw grootmoeder ook te loeren kennen. Dag kindjelief. En denk er om tot mor gen!" Zwijgend boog Hannes zich over de blanke dameshand en kuste die. Toen hief mevrouw Steinherr het gezichtje van het jonge meisje met de hand onder de kin omhoog en kuste, haar op het voorhoofd. „Nu, tot morgen. Buiten op straat wachtte Springe op haar. Hij vroeg niets, en eenige oogenblikken gin gen ze, zonder spreken, naast elkander voort. Maar het zwijgen bracht hen nader tot elkander. „U bent het dus met mij eens?" vroeg ze eindelijk plotseling en bleef staan. „Omgekeerd, mevrouw, u bent het met mij eens. en dat doet me onuitsprekelijk genoe gen." ,yOm het- kleine lieve meisje?" ..Neen, om u mevrouw. Begrijpt u mij?" Én ze begreep, wat hij bedoelde. „Heeft het kleine ding ook bijzondere ga- Vtn, die ontwikkeld zouden kunnen worden? Ik zou zoo graag iets voor haar willen doen." „Zc is bizonder muzikaal. Het zou wel de moeite waard zijn, haar voor den zang te laten opleiden." „Zc moei me morgen eens wat voorzin gen. Dan zal ik met een zangonderwijzeres spreken." „Zou ik ook mijn steentje mogen bijdra- gen?" „Springe," zei ze, „kun je me dan geen enkele vreugde gunnen?" „Gedeelde vreugd is dubbele vreugd. Ten minste voor mij. Ik ben nu eenmaal een egoïst." „Ja," zei ze, „met mij zou het net zoo gaan. Wij beiden, als gezamenlijke pleeg ouders..." „Nu hebben we al een gemeenschappelijk kind." „Springe!" bestrafte ze hem, maar ze moest toch om hem lachen. „Je bent en blijft ©en onverbeterlijke..." „Optimist," beëindigd© hij haar zin. „Men moet den Heer voor alles danken." Hij bracht haar tot voor haar woning en ze sc heidden met een kameraadschappelijke» handdruk. Den volgenden dag was Hannes gekomen, en ze kwam in het vervolg bijna eiken dag. Het duurde langen tijd, voor zc zich op haar gemak gevoelde in de prachtige groot© vertrekken. Het was niet do weelde, die haar -drukte, maar het onzekere gevoel, dat ze dit huis in- en uitsloop als een dievegge. De g«ïcst van Philipp Steinherr zweefde, voor haar duidelijk zichtbaar, door de ver trekken. En al wist ze den fabrikant ook overdag ginds op de fabrieken en al was ze er zeker van, dat ze geen overval te duchten had het krenkte, terwillc van haar geliefde, haar meisjestrots, dat ze zijn vaderlijk huis niet betreden kon afcf een gast, die door allen gaarne gezien werd. Met helderen blik bestudeerd© Margot haar jeugdig vriendinnetje. Ze wilde het karakter in al zijn ontwikkelingsvormen leer en ken nen. En juist die stille ziek strijd, dien zij zag, vergrootte haar sympathie. Toen ze eenmaal volkomen zeker was, dat haar gene genheid voor dit uiterlijk schoon© en inner lijk zoo hoog gevoelende schepseltje een blijvend en steeds groeiend gevoelen was, be gon ze met vaste hand de ontwikkeling cn opvoeding van haar beschermelinge te rege len. Zc bracht haar zelf naar ©en zangleerares, en toen deze enthusiast verklaarde, dat er in het kleine ding een altzangeres schuilde van buitengewone gaven, regelde ze dadelijk Hannes' zangstudie, zoodat het meisje drie maal in de weck les kreeg. Maar daarb liet Margot het niét. Zé zorgde, dat Haimc weer les kroeg in vreemd© talen, én voord na «eniger tijd nu eens in het EngeUcfc dan weer in het Fransch met haar het g< sprek. Ze liet haar goed© en mooie bocke lezen en leerde haar spelend al die klein eigenschappen, die een vrouw als gast gastvrouw zoo iets aangenaam innemend geven. Toon de herfst1 ten einde liep imv h< winterseizoen begon, liet ze het meisje ee enkel© maal naar concerten gaan of nas den schouwburg, <lie toen juist op zeer hoe peil stond. En wanneer zc dan weer bij kander waren, liet «ze Hannes haar indru ken beschrijven, verbeterde ongemerkt ha: smaak en legde haar vriendelijk uit, w voor baar begrip nog onduidelijk was g bleven. D© herfst was nu reeds lang voorbij, universiteitsvacautie was ten einde, en Ha: w.is otet gekotnen. Hij wat met ©enige zijn medestudenten uit Bonn dadelijk een vaca tiereis gaan maken, tot groot genoegen VJ zijn vader. -Deze was hem op zijn tcrugre tegemoet gereisd ©n had- hem in Bonn a blauwe huzaar achtergelaten. Wêrdt vervlfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1