I\ 850. Tweede Blad 0d* Jaargang. Zaterdag 13 Mei 1911. KOLONIËN. BINNENLAND. FEUILLETON. DE NEDEB-RIJNERS* ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post - 1.50. Afzonderlek^ naminors- 0.05. Deze Comant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij do Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 C®. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 0.50. Elke regel moer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragon 23 cents b\j vooruitbetaling, Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bodrijf bestaan /.oer voordeoligo bepalingen tol liet herhaald advorteoren in dit Blad, by abonnoiuont. Eens oirculairebovattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. i liet izot» vod* i ou osb tua, Bedelaars. Parijs, 5 Mei 1911. 'Meimaand. Voor Parijn wil dit «eggen, dat de Parijzenaars beginnen er uit te gaan en de vreemdelingen er in te komen. Doch laat ik, als bewoner van Parijs, ietwat beleefder zijn en dus de vreemde lingen voorop zetten. Van de Nederlanders, die hierheen zul len komen, veronderstel ik, dat het plan hebben hier rond t£ zien, dat ze nu reeds duchtig gewapend zijn met een Baedeker en dus naar al de officieele merkwaardig heden zullen gaan kijken. Doch laat me tenminste het genoegen en de e©r, U eenige van mijn stadgenooten voor te stellen! Och, en «elfs zij, die in Hol land blijven, of die naar -Carlsbad trekken in plaats van naar Parijs, zullen blij zijn kennis te maken met de lieden, die ik be doel. In uw Baedeker vindt ge natuurlijk opge- j geven de Champs Elysées en de groote bou-levards. Ik weet niet, wal bet roode boekje er van zegt, maar alles zal wel waar zijn. En zelfs beneden de waarbeid. Gidsen, hetzij boekjes of menschen, 'hebben van die 'i.gcnaardiige gebreken Baedeker kon moeielijk opgeven trouwens, dat ge in de Ohamps Elysées mijn kennissen i <ult ontmoetenVergissen kunt gc u niet, <ze zijn zeer gemakkelijk te herkennen lan do uiterlijke teekenen van hun vak enkelen zijn blind, andoren doof, velen zijn van bun vak ..zonder werk" en hebben een mouw en hongerige kindertjes; weer ande ren bezitten geen beenen; bier oT daar zult ge or zelfs een ontmoeten, die van zijn vak „Hollander" is en die u in „zuiver" Neder- landsch begroet: „Een duppie, asscblieft, meneer..." Een arme landgenoot? De stakkerd......! Maar wacht even! Praat morgen Engelsch als go hem voorbij loopt, overmorgen Spaansch en telkens zal de lieve „landge noot" u in een andere taal om een „duppie" vragen. Een verloop en geleerde? Probeer het eens! Ik wed er een fortuin om, dal liij van elke taal niets anders kent dan een bedolzinneljé en een bedankje. Heel aanbevelenswaardig is het niet. Maar ge kijkt naar den stakkerd, die met moeite voortroeit in zijn wagentje, terwijl gc zelf prettig voortwandelt met een heerlijke si gaar in den mond. Wacht nog even met geven..-, als straks een politieagent komt en een beweging maakt, als wil hij den man inpikken, dan zult ge eens zien hoe bard of hij ioopen kan, vlugger wellicht dan gij en ik. Het wegmoffelen van de beenen is een vak, doof, stom, blind zijn is een vale. En als ge tijd hebt, ga dan eens de inrichtingen zien, waar men do oven, kreupelen en één- armigen „maakt". Er zijn jongens, die gedresseerd worden lot koekebakkerskneehtje. O! maar een spe ciaal soort koekebakkertje, een die altijd zijn goudstukjes verliest en dan zeer han dig is in hel dikke tranen schreien. Er zijn vrouwen, en dat is misschien het gruwelijkste, die kindertjes hure n. Het is een vroeselijk afgezaagde deun te zeggen, dat Parijs een onmetelijke ellende bevat. Bij ellende denkt men dan vaag aan hongerlijden of schraaltjes eten. Doch dat is het ergst© niet! Het morocle lijden is veel erger. Eén enkel voorbeeld. Veronderstel): een meisje dat een kind heeft, ergens in een dorpje, in de provincie. Ze kan daar niet blijven; men wijst haar met den vinger na, ze heeft geen werk... In de meeste gevallen trekt ze naar Parijs. Ze w i 1 werken. Maar welk werk kèn ze doen, zij die een kindje te verzorgen beeft? Gauw zijn de spaar penningen opgeteerd.Wat dan? Als zc wat méér ondervinding bad, wat langer in Parijs was, zou z© in de meeste gevallen wel de twee dingen vinden, die ze noodig heeft: hulp en werk. Maar de mees ten ko men uit een klein dorpje en slaan alleen in de reuzenstadEn veronderstel dan, dal een andere vrouw aan dc jonge moe der voorstelt, haar kind te bewaren, «on der daarvoor eenig geld in ruil te vragen. De jonge moeder verheugt zich: zonder kindje op den arm rad xq immers gemak kelijker werk vinden, en dan... Het arme schepsel weet niet, dat haar kind in dc klauwen van een vrouwelijke •beul is gevallen. Degene, die het kind „be waart", trekt er mee rond in de straten en bedelt. Ze laat het kind honger lijden, opdat hel schreeuwt en dus heter het me delijden der W or bijgangers opwekt. Als het ongelukkige wicht een flinke verkoud heid opdoet, is dat een buitenkansje.. 's Avonds geeft ze het terug aan de moe der, aan wie ze zelf wel een kleinigheid wil betalen, om bet eiken dag te hebben. Deze bemerkte wel, dat haar kind er slecht uil- ziet, maar zo geeft het toch nog liever aan die vrouw, 'dan bet af te staan aan de Lief dadigheid en er aldus voor eeuwig van te scheiden. En alzoo is het „bedelen met kind" precies een vak als het blind of kreu pel wezen. De bedelares met kind vervangt den kleine door een handig gemaakt pakje of pop, wanneer het donker genoeg is, om er zich in te vergissen. Do- meeste van deze, onze. kennissen, kunt ge aantreffen in de Ohamps Elysées of de groote boulevards. Of de politie er niets tegen dóet? Ja en neen. De wet zegt, dat met 3 a G maanden zullen gestraft worden allen die gearresteerd worden, terwijl ze om een aal moes vragen. Die wet is te streng of niet streng genoeg. Want per slot van rekening is het heel natuurlijk, dat iemand, die van honger be zwijkt, dc hand uitstrekt om een aalmoes. Hij, die niet gewoon is aan bedelen, doet dit niet...? Zeker, maar als hij werkelijk sinds uren en uren niet gegeten heeft? Als bij werkelijk thuis vrouw en kinderen heelt? Als bij werkelijk tevergeefs om werk zoekt? Dan kan er een oogenblik komen, waarin de angst voor liet verhongeren van zijn kind of zelfs eigen dierlijke behoefte van eten, grooter is dan alle trots en vooroor deel. Voor dc bedelaars van beroep begint het goede seizoen. Ze „werken" in den zomer, om in den winter een beetjetc rente nieren. Want velen lntnner zijn voor den drommel niet arm! Ieder onzer is gewoon aan de gebruiken van zijn eigen land. Onze bedelaars weten dit zeer goed. Ze begrijpen uitstekend, dat de Parijzenaars al hun listen kennen en dus zoo gemakkelijk zich niet beet laten nemen. De vreemdelingen loopen er vanzelf in. De bedelaars weten dat zóó goed, dat zc, om beter te „werken", zich georgani seerd hebben. Voor zoover ik weet, vormen ze nog geen „vakvereeniging" of dreigen niet met staken bijvoorbeeld...! Maar hoe ongeloofelijk het ook klink©, het is een feit, dat er een poos geleden sprake was van een vakblad Wat daar wel in kan «taan...? Wel, zijn er geen goede en slechte plaatsen? Zijn er geen nuttige vak wenken te geven aan blin den, stommen, kreupelen? Ala een beroemde „doove" sterft, moet men dan niet welen, wie candidaten zijn en wie recht heeft op de opvolging? Maar ook zonder blad. zijn onze kennis sen, die ik bet genoegen en de eer heb ge had u voor te stellen, uitstekend georga niseerd. Ieder hunner heeft zijn bepaald terrein, waardoor ze vermijden, dat er bij voorbeeld in de oene straat een hoop kreu pelen zijn, terwijl verderop de blinden ont breken. Ieder hunner heeft dan weer een specialiteit: dc een richt zich tot vreem delingen, de ander tot Franse hen, die een „goed bakkes" hebben, een derde meer bij zonder lot de dames, enz. enz. Wanneer ge dus onze „"kennissen" tegen komt En over dc Parijzenaars, die Parijs gaan verlaten, een volgende maal. N e e f e g o. OOST-IN DIE. Een ongewone bevordering^ Dc Nieuwe Courant schrijft: Uit lc Indische bladen zien wij dc benoeming van deu assistent-resident L. F. J. Kijckmans tot resi dent der Zuider- en Oostcrafdecliug van Borneo in dc plaats van <len heer J. van Weert. Dc heer Rijckmans heeft dus, volgens de officieele ranglijst, 23 assislenl-residentou gepasseerd. Deze benoeming is cr dus een hij keuze, óf wel al deze boven hein slaanden in anoienniteit zijn voor deu hoogcren rang ongeschikt verklaard. Dit luatstc is niet aan te nemen, daar onder de gepasseendeir zich bevinden mannen, die gedurende bun diensttijd groolen naam hebben gemaakt, a. d. z. li. J. E. F. Schwartz, ridder M. W. O. 4 ckl. en officier Oranje- Nassau-orde; J. P. J. Barlh, officier Oranje-Nassau- oidcR. L. A. Hellwig, ridder M. W. O. 4c ki. J. A. Kroesen, ridder Nederlandsche Leeuw, officier Oranje-Nassau-orde, en meerderen. Wij zijn zeer benieuwd te vernemen welke bij zonderheden dc Indisch: bladen over deze buiten gewone bevordering ons zuilen brengen, c.q. dc motieven welke er toe geleid hebben. De heer Van Kol op üe Oostkust. De „Sumatra Post" schrijft De 'heer Van Kol is hier druk bezig gegevens te verzamelen over den huldigen économiseren toe stand van het gewest en geeft zich veel moeite om de huidige vraagstukken-van-den-dag van dc Oost kust, die voor een goed deel nu weer zoo heel an ders zijn dan toen nij er eemgc jaren geieden hier kennis mede maakte, te bestudccrcn, voor zoover dat in den korten lijd van zijn verblijf alhier, hier ter plaatse zelf, mogelijk is. Het is daarbij zeer goed te spreken over de wel willende medewerking en steun, welke hij van de autoriteiten ondervindt. Tegelijkertijd beeft de heer Van Kol hier zijn ver der reisplan vastgesteld. Zaterdag a. s. zal hij naar Tiga Ras aan hel Tobamcer vertrekken om dan per motorboot via Pangoerocnn op Samosir naar Balige tc varen, van waar hij den tocht over Taroetocng naur Sibolg.i vervolgt. We hebben van de gelegenheid gebruik geinaak. om deu heer Van Kol te vragen naar zijn indrukken, opgedaan op zijn nieuwen tocht dwars door Atjcd», welken hij pas achter den rug heeft. De heer Van Kol blecik wel eenigcn vooruitgang In dc economische ontwikkeling van de gepacificeerde streken bespeurd te hebben en den goeden invloed van de gouverncmcnlshulp bij den landbouw, van het onderwijs, van de vólks-banken enz. viel er ook volgens hem, wel te con6tateeren, maar de heer Van Kol had ook weer opgemerkt dat de bevolking al veel verder had kunnen wezen en, dat men vroeger hier en daar zelfs al verder geweest was. De heer Van Kol bleef bij zijne mccning, dat hel beleid van Van Daalen aan Atjeh een ontzaglijk kwaad had berokkend, waarvan de bevolking cn 't land zich nog lang niet hersteld hadden, zóó waren de Atjehsche gewesten er door achteruitgezet. Ter sta ving van zijn beweren wees de heer Van Kol op de aanwezigheid van verlaten irrigatiewerken en van velden voor de cultures gereedgemaakt, waar de bevolking thans nog niet was weergekeerd om het werk weer op te vatten. Dat was soms ook daarom niet mogelijk, wijl de bevolking op sommige plaatsen zoo ongeveer gedecimeerd is zóó hebben er de kogels der Nederlandsche karabijnen, de maré- chnussée-klingcn cn de verbanning huisgehouden. In dk verband vertelde dc heer Van Kol ook nog, dut Ihem uit gesprekken met dwangarbeiders zoowel als met aanzienlijker vrije Atjohcrs weer gebleken was dat er tooh zoo talrijk velen onschuldig veroor deeld en verbannen zijn. Met voldoening had hij echter ook gemerkt, dat in sommige gevallen, als 't huidig gouvernement van dc onschuld van bepaalde personen overtuigd werd, het gedane onrecht cn de geleden schade hersteld werden. ilct oud-ingenieurs-oog van den heer Van Kol was in Atjeh natuurlijk ook weer gevallen ©p het vreem ds traject van de Atjeh-tram, dat zoo enorm ver kort had kunnen worden, ols men hier en daar wal tunnels had willen iitlassdhen, en dat tevens heel wat goedkooper 'had (kunnen gelegd worden. Dan verhaalde de heer Van Kol nog van de misère met den Gajo-weg cn met dc bekende vracht-auto op dien weg. die telkens in reparatie moet, wat niet betreurd wordt, omdat dc zware auto, als zij rijdt, den weg nog slechter maakt. Dat aan den fijnen spot van den heer Van Kol ook het getreuzel met het leggen van de verbinding lusschcn Kvvata Simpang cn l'uiigkoiaii Biandan uiel ontging, is te begrijpen De pest op Java. Regeerin gstelegram va i heden: Afdécling Malang: Onder de koorlsgevallen op eergisteren ul dezer waren 2 pestgeval- len, 11 Mei: 21 gevallen, waarvan 12 dooden. Van de lijders v.i;i vorige dagen zijn er nog 2 overleden. In Kediri geen gevallen. Te Soe- rabaya 2 gevallen, waarvan 1 doodelijk. Van Pasoeroean en Sitoebondo zijn geen berich ten ontvangen, omdat zich daar In 5 dagen geen gevallen voordeden. De hoofdinspecteur dr. Schulein gaal mor gen naar Soerahaya voor de bespreking van de te nemen maatregelen. Cholera. De Java-Bode schrijft in zijn nr. van 14 April Het dagelijks gepubliceerde aantal cholerageval len wettigt de vrees, dal dc ziekte niet hernieuwde kracht hel hoofd opsteekt. Toch behoort bij bet raadplegen dier getallen een zekere reserve tc worden innchtgenonien. Door dc aanstelling van dj zoogenaamde speurders worden vele gevallen ge meld, waarvan hot dubieus is ol men inderdaad mei cholera te doen heeft gehad. Na den dood toch is de aard dier ziekte mogelijk vast tc stellen. Van de in het tijdvak van 2—9 April gemelde sterfgevallen blijven er 33 dubieusneemt men daarvan ruim de helft, b.v. 19 aan, nis cholera, dan krijgt men totaal 43 gevallen, of li per dag. Uit Solo schrijft men aan het Soer. Handels!)!, i De cholera heeft hier werkelijk leelijk huisgehou den van dc sckaten af tot nu toe zijn er sleed» meer dan tien gevallen per dag gewerd, v <or hel grootste deel met doodebjken afloop. Hel hoogste cijfer van op één dag aan dc ziekte overlcdeneo bedroeg 12 cn de cholera heeft meestal een zee; gevaarilijk, heftig karakterdc menschen zijn maai kort ziek cn t is atgeloopen. De cholera van nu is veel heftiger dan die van verleden jaar, die trou wens mee; sporadisch voorkwam, maar dc bestrij ding is ook krachtig. Het verbod van verkoop van allerlei vruchten kwam ul gauw, last tol opruiming van vuilen rommel ook "t is also! men daarmee in dit land altijd moet wachteu tot hel feitelijk te laat is, want hoe vaak is er al niet in dit blad ge wezen op dc vuilheid van Solo. De Ghincezen bobben op hun manier getracht de ziekte tc bestrijden door 't houden van optochten eu afsteken van stinkende mertjoiis waarin, voor hen onbewust» misschien nog wat dcsinfecteerciwli zit. En van den kraton uit hoeft men allerlei poe- saka's de stad lalcn ronddragen om de cholera te bezweren. Ondanks dc vier dokters-djawa. die dr soenan in dienst heeft, gelooft men waarachtig nog ernstig aan het nul van zoo'n vertoon. Beter bestrijdt het Kuropecsch bestuur de ziekte o. a. door het inenten niet cholcra-scruni, waarvan zeer veel gebruik is gemaakt, liet begint nu ge lukkig wat minder te worden met de ziekte. Wanneer nu straks maar niet tc veel Javanen naar Djokja komen om de vliegdcmonstralies bij te wonen, wan! dan brengen zc daar dc ziekte ook nog. Bond van C h <r i s t c n-a o c i a- listen. De Bond van Christen-socialisten zal Maandag 5 Juni in 'liet Nulsgebouw te Rotterdam zijn jaarvergadering houden. Onder de voorstellen inzak© de bondsbe ginsclen komen voor dc volgende voorstel len van liet bondsbestuur: Art. 5. „Dc Bond van Christen-socialisten erkent het recht dor natie, om eigen staats vorm cn staatsinrichting in verband met de tijdsomstandigheden tc kiezen, maar erkent daarnevens, dat de Overheid Gods diena resse is, bij Zijn gratie regeert on Zijn recht behoort te handhaven." Art. 6. „Hij eisoht herziening der grond* wet ter invoering van: a. Algemeen ©nkolvoudig rechtstreekse! kiesrecht voor mannen «n vrouwen boven 23 jaar; b. Evenredig© vertegenwoordiging; c. Eén college van volksvertegenwoordi gers, die, volgens eigen consciëntie hande len, «onder imperatief mandaat der kiezers-" Art. 7. „Tot bescherming van de sociaal- zwakken cisohl hij wettelijke verkorting van den arbeidsdag door invoering van der 8-urigen arbeidsdag; premie-vrije verzeke ring tegen de nadedig© gevolgen van ziek te, ongeval en invaliditeit; pensionneoring van staatswege, en betere voorzieningen in zake de volksgezondheid." Art. 8. „Hij verlangt wettelijke maatrege len ter bestrijding van volkszonden, o.a. door invoering van het verbod van borde©- len en van het plaatselijk vodksrcfcrendum inzak© inperking of verbod van lokaliteiten* waarin slenk© drank wordt verkocht." Ail. 9. „Ter bevordering der volksontwik keling staat luij liet koslclooz© onderwijs vóór, zoowel op lagure als middelbare en hoogere scholen. Dc Bond wenscht volkomen gelijkstel- 52 vAJf RUDOLF HERZOG. o— „Sta mij dan toe, mevrouw, zonder om wegen recht op mijn doel af te gaan. Om trent mijn gevoelens kunt u niet in het on zekere verkeeren. Toen wij in het najaar scheidden, was ik zoo vrij, ze u te beken nen, en onze correspondentie kon deze ge voelens slechts versterken en dieper maken. Het is u bekend, waarom ik toen heen moest gaan. Er moesten beletselen uit den weg geruimd worden, en"... hij glimlachte veclbeleekcnend, „aan den hoogen heer van ons huis gelegenheid gegeven worden, zich met eigen oogen te overtuigen, dat ik nu rijp genoeg was voor een huwelijk." „Was da» zoo noodzakelijk?" viel ze hem in dc rede. „Mijn jeugd heeft wat lang geduurd, dat geef ik gaarne toe. Daardoor hoop ik ech ter aanspraak te mogen maken op den naam van bizonder solied echtgenoot." En bij Hans Steïnhcrr, dacht zc bij zijn woorden, zou die jeugd juist met het huwe lijk weer beginnen en eindeloos zijn. „Ge hebt u zeer eervolle eischen gesteld, Hoogheid," antwoordde ze op dcnzclfden toon, dien hij aangeslagen had. „Eh bien, mevrouw, tegen het feit, dat ik huwen wilde, had mijn oom niets in te hrenuen. de eenige verhindering was De gekozen dame." „Volstrekt niet, mevrouw. De persoonlijk heid der dame stond boven alle bedenking verheven. Slechts de standsquaestie, ver geet mij, dat ik hierover spreken moet, maar de clikettc staat bij hel hof bijna op één lijn met het geloof." „Dus gcloovig werd ik zonder eenig on derzoek bevonden?" „Zonder onderzoek," lachte hij en kuste haar de hand. „Het feit. alleen, dat u mij, slechten Christen, bekeerd hadt, gaf u het aureool van een heilige. Maar om kort te gaan. De opperheer van ons huis kon op •den duur niet twijfelen aan dc oprechtheid mijner gevoelens. Hij heeft zich verwaar digd toe tc stemmen in mijn verzoek. Na tuurlijk niet zonder enkele niet al te zware offers. Ik hab afstand moeten d-ocn van het recht van regccringsopvolging nu, voor een eeuw was de candidatuur toch in zekere handen en daarna zal ik er toch geen plci- zier meer van hebben en in hei leger word ik it la suite. Aan mijn •u.enstplioht heb ik al sedert jaren voldaan, dus word ik in alle opzichten een vrij man. Op den dag van ons huwelijk mag ik van ons beiden in dezen, zin spreken, Bettina -- op den dag van ons huwelijk zal in aansluiting op on zen naam ons nog de titel verleend worden van graaf cn gravin Walb'erg. Hij stond op. „Dat is één zijde van hel vraagstuk afge handeld. De oplossing van de andere is in uw hand." Ook Bettina was opgestaan. Een oogenblik keek ze peinzend voor zich uit. ,'En men zal mij niet bescttouwen als een wvnJewde indrbuwtev? t« mart aannemen, dat het mij niet ontbreken zal aan vriend schappelijke tegemoetkoming van uw familie leden? Als een nietswaardige nul beschouwd le worden, strookt niet met mijn eerzucht." „Mijn brooders zijn venruikt u aós schoon zuster le mogen begroeten. Alleen uw por tret heeft al wonderen verricht. Mijn broe ders Dick en Freddy hebben rcods gevraagd, bij het verlovingsfeest tegenwoordig te mogen zijn cn zenden hun eerbiedigsten handkus, met de verzekering hunner blinde aanhanke lijkheid. Staal u toe, dal ik mij van mijn opdracht kwijt?" Met een hoffelijke buiging nam hij haar handen en kuste beide. „George," zei ze, terwijl zc haar handen zacht terugtrok, „houd me niet voor onkiesoh. Maar bij zut& een buitengewone verbintenis is het noodzakelijk den werkelijkcn stand der zaken onder de oogen te zien. Mij dunkt wij zijn boven gevoeligheden verheven. U ziet in mij dc schoone en lieftallige vrouw. Maar dal zou niet voldoende geweest zijn, om mij de plaats aan uw zijde aan te bieden. U ziet in mij eveneens dc volkomen onafhanke lijke vrouw die in niet geringe mate geze gend is met aardsche schatten." „Bettina!" viel de prins haar op verwijten* den toon in de rede. „Het iis zeer vriendelijk van u, dit in de tweede plaats tc noemen. Doch het is voor luij roden le meer, er mijn aandaohl op te vestigen. Ppt kunt en moogt u niet looche nen. Verwalen moeten van den beginne af aan tusschcn ons zijn uitgesloten; de een zal den ander zijn kleine li cfl icbber i jen niet mis gunnen. Uw renpaarden hebben u veel ge kost. uw trouwibadourendienst" ze glim lachte even „kortom, zog me, hoe hoog is l><\t '«odraf uwer .v.bi'Mj"* „Bettina! Ik smeek je om vergeving. Maar dart dat is mij niet mogelijk! „Kom, kom, beste vriend, geen overdreven fijngevoeligheid. Wij hebben andere dingen voor oogen, dan hier te spelen voor een yer- .iefd paartje. Wij kennen elkander, en wil len het met elkander wagen. Laten wc dus zorgen voor een goeden ondergrond. Dat is voor levenswijze menschen als wij het eenig waardige." „Ik geef me gewonnen voor uw levensop vatting, Bettina." ,D>us?" zei ze sdha'ks lachend en reikte hem bemoedigend de hand. „Is liet een ge tal van zes of zeven cijfers?" „Precies zeven," zei hij met een zwaren zucht, die komisch klinken moest. ,Nu," aulwoor.de ze met opvallende on verschilligheid, „dat zal w in orde komen. Daarover behoeven wc niet meer te sproken. Dé regeling ervan kunnen we aan onze zaak waarnemers overiat n. En wanneer dacht u de verloving publiek te maken?" „Pardon," zei hij. logde zijn hood neer en trad op haar toe. „Slaat u mij toe, dat ik inij dadelijk volgens dc vormen verzeker van mijn bezit?" Ze stond onbewegelijk, het hoofd even ge bogen en vol eerbied kuste hij haar op het voorhoofd. Ze liaalde diep a dean. liet was gebeurd. Nu stond zc op de hoogte en hel leven wos haar schuldenaar, meer dan ooit. Na de sla- vinnenrol van haar eerste huwelijk, dc rol van heerscheres in haar tweede. Onbeperkte vrijheid cn de maalsuhappij aan lui ar voelen. Nu pas zou ze het loven ten volle genieten, nu was zc pas volkomen gewapend, want boven haar hing hot wapenschild. ..Miin Jb'vi* ReMinp." /"i dp prins plechtig. „aLs eerste breng ik mijn liuVdc aan gravin Bet bin a WaUberg. „Dank je, George. l)c gebiedster zal niot al tc Strong zijn." Hij schoof Jiaar een ring mot oen brillont aan den vinger en lachend Ivot zc toe, dat hij al de ringen, tïe ze droeg, aMoed en aanpaste, tot/lat hij ten slotte een ring «net robijn Ixihksxl. „l>at is harteblood," zei hij. „je roode, vu rige harbeMoedl" Ze sloot dc oogen en dacht aan haar rood vurig liarleblood „Wa4 bet» je toch mooi. Ik heb noch it Parijs noch in Nizza een prachtiger toilet gezien. Waarom heb je mij eigenlijk noodig? Je bent immers zc'.f een g Ijorcn prinses! Toen begon hij haar z.n plannen mee te dceicn. Geen lange, officii -!c verloving. Over vier v.vken zou het lvuw.Jijk plaats hebben. Dan een reis van eenige maanden naar het Oosii'-u: Boekarest. Sola. Conslantinopel, waarheen ze maar wilde. Zijn intieme betrek, kingen reikten aan alle hoven en vice-ho ven. Zc kon er zekor van zijn overal schit terend te zullen worden ontvangen, en over* al zou ze de harten veroveren. Met welgevallen luisterde zc naar eijn be- solirijvingen. O, tc levxen, te leven,... op do hoogten!.. IMolsol'ing klonk kort en krachtig de huio* •deurschol. ..Ah, wc worden gestoord 1" zei de prins spijtig. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1