M° O. Tweede Blad.
!Od' Jaargang.
Zaterdag 8 luli 1911.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Onvindbare Pimpernel.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER ADVERTENTIËNi
Idem tr&nsv> per poet 1.50.
Afzonderlijk- - 0.05.
Dera Ccmiant ven»chyï»t dageiyk'», behalve op Zon- en feest
dagen
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'■morgens bij de Uitgevers in te zendon.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragon 83 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte».
Yoor handel en bedrijf bestaan zoor voordooligo bepalingen tot
het herhaald advertooron in dit Blad, by abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Uitgevers: VALKHOFF ft C«.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60.
Nederland sche Juristen vereen i-
g i n g. De besprekingen over het tweede vraag
punt ,,De invloed van den psychiater op de straf
rechtspraak", werden Zaterdag geopend door nir.
1. A. Levy, die waarschuwt tegen de neiging om
den psychiater op de plaats van den rechter te
stellen. Spreker is tegen onderzoek van getuigen
en eveneens van beklaagden, die niet voorloouig
gevangen zitten, en familieleden der beklaagde.
Mr. L. J. Plemp van Duiveland, Den
Haag, spreekt naar aanleiding der Papendrecbtsche
strafzaak van deskundig gevaar. Het ging bij die
zaak niet oni de schuld van den beklaagde, maar
om de justitieele en politioneele onveiligheid.
Trouwens, deze zaak staat niet apart, en ten slotte
ds zij een bij uitstek heitteam zuiveringsproces ge
weest. en heeft gewerkt in (het belang van rechts
spraak en psyöbiatrie. De pers heeft daarbij zeer
goed geholpen.
Mr. G. M s'Ja cob, substituut-officier van jus
titie te Zutpheh, vreest niet voor deskundig gevaar.
Spreker wil den psychiater niet alleen hooren over
zielszieke beklaagden, maar ook over de psychologie
van gezonden en 'hem tevens zijne meening laten
zeggen over de vraag der toerekenbaarheid. Spr. is
voor onderzoek van getuigen. Wat kan het voor
kwaad, om, als iemand een imbecil is, dat in het
openbaar te zeggen?
Mr. G. W 11 e w a a 1raadsheer te Arnhem, ver
dedigt 'het .Vrnherosche Hof in zake de Papeudrecht-
sohe strafzaak. Het ging daar om de vraag of Garst-
hagen, dan wei de politie loog. Vier rechtscolleges
en de deskundigen geloofden het eerste, maar de
couranten bet laatste.
Prof. Van Hamel Junior geeft eerst kort als
zijn vaste overtuiging te kennen, dat niet Garstha-
gen, maar de politie en de burgemeester logen.
Spreker wil echter deze zaak, die hem zoo aan hel
harte gaat, niet weder bespreken, maar over de
plaats van den psychiater. Deze geeft zelden een
absoluut wetenschappelijk oordeel, maar zijne mee
ning als mensch. Daarom moet de invloed van den
psychiater gering gehouden worden. De rechter
moet onafhankelijk Mijven tegenover den psyobiater
en zich niet als wetenschap laten opdienen wat
menschelijke beoordeeling is, want de psychiater
is een sleobi beooideelaar, omdat hij pathologisch
oordeelt en geen begrip heeft van recht. Daardoor
oefent hij geen critiek op praatjes van familieleden,
aan welke een gewoon mensch niets zou hechten.
Bovendien hebben psychiaters, evenals vele andere
deskundigen, steeds eene vooropgezette meening.
Spreker gelooft, dat verbetering moet komen door
verandering van het strafstelsel en juridische scho
ling van den psychiater, die in strafzaken wil op
treden.
Mr. P. C o n i n c k Westenberg, president
der Amsterdams Che Reohtbank, geeft eenige zeer
belangrijke voorbeelden van verkeerde werking van
psychiatrische adviezen.
Mr. C. W. de Vries, advocaat-procureur iu
Den Haag, stelt voor, den rechter de bevoegdheid
te geven om den psychiater in de raadkamer toe
-te laten.
Mr. G. T. J. de J o n g'h rechter te Amsterdam,
hecht, evenals mr. Van Hamel, hel hoogste gewicht
aan verandering van het strafstelsel.
Mr. A. Levy, advocaat te .Amsterdam, bepleit
het veibod van onderzoek van getuigen.
Mej. mr. E. C. van Dorp, Den Haag, zegt
dat de psychiatrie een winst Is voor het menschelijk
weten. Er moet echter met zooveel mogelijk tact
van woiden gebruik gemaakt. Na haar standpunt
nader uiteengezet te hebben, verklaart mej. Van
Dorp het eens te zijn met mr. Van Geuns, dat een
getuige tegen zijn zin niet deskundig mag worden
onderzocht. Dat te veroorloven, zou het in de toe
komst nog moeilijker maken, getuigen te vinden.
Jhr. mr. D. O. Engelen, president van de
rechtbank te Zutphen, meent, dat het recht niet
meer zonder onderzoek der getuigen kan, ook voor
al omdat er zooveel getuigen zijn, die ter wille der
rechtspleging behooren te woiden onderzocht, maar
dan gpbeure hel ook tegen den wil van getuige, wijl
toch het belang van he< reaht gaat boven dat van
het individu.
Mr.* dr. C. J. H. Schepel, uit Utrecht, deelt
uit de praktijk mede, hoe weinig besef vele des
kundigen hebben van juridisdhen zin. Er zijn goede,
doch een belangrijk deel er van weet niet te schif
ten, wat men heeft van hooren zeggen. Als rechter
commissaris staat men daarover vaak verbaasd.
Prof. mr. D. P. D. Pabius is van oordeel, dat
niet alleen de medici onder de verdenking liggen
alleen te zien door hunnen bril, ook voor de juris
ten is dat gevaar niet denkbeeldig. Door kradlit
van gewckl zal men nu, volgens sommigen, de ge
tuigen kunnen onderzoeken, kunnen behandelen als
halve beklaagden. Dus als iemand, zegt Spr., langs
den weg gaal en getuige moet zijn, zal de recht
bank het recht hebben, hem maar tot alJes te dwin
gen? Daartegen protesteert Spr. Behalve het belang
van het recht zijn er ook nog andere belangen, die
geëerbiedigd moeten worden.
Prof. dr. K. Heilbronner, een der praead-
viseurs, wil ten opzichte van de vraag omtrent het
hooren der getuigen, zien nagegaan, wat de psychia
trie praesteeren kan De juristen moeten daarvoor
de regelen vinden. Spr. weet uit zijn vroegere werk
kring in Halle a/d Saaie, hoe ook vaak juristen, die
dikwijls vele gegronde aanmerkingen hebben op de
psychiaters, zich allerzonderlingst kunnen gedragen,
als zij psychiatrische vragen tot beklaagden richten.
Zeker, de psychiaters kunnen veel leeren van de
juristen, zij komen op juridisch gebied veel te kort,
inaar speciaal omtrent ons vak, zegt Spr., weten wij
"t tooh beter, hoe wij handelen moeten dan juristen,
die een leerboek over psychiatrie heihen gelezen.
Ten slotte wijst Spr. er nog op, dat de vraag of
de straf kan worden voltrokken of niet, op de be-
antwooiding van de vraag geen invloed mag heb
ben.
Mr .dr. S. J. M. v a n G e u n s te 's-Graverthage,
de andere praeadviseur, constateert, dat de praead-
vietzen slechts op enkele punten zijn bestreden.
Spr. stelt in het licht, dat de psychiater het best
doet te Mijven op eigen terrein. Hij moet zich niet
wagen aan de psychologie. Want de psychologe
van den lechter, van den ambtenaar van het O. M.,
mag men niet uitschakelen. Zijn ook wij niet on
derhevig aan omstandigheden? Neen, roept Spr.
met pathos uit, wij hebben te maken met de zieke
ziel, wat de beer Van Geuns nader uiteenzet.
Een getuige, die een klacht aanbrengt, moet des
noods deskundig kunnen worden onderzocht, wat
Spr. nader toelicht met voorbeelden, aan de praktijk
ontleend.
Het psychiatrisch onderzoek kan ook goed werken
tegen simulatie, maar noodig is voor het optreden
der psychiatrie aanvulling van de wetgeving. Daar
om begroet Spr. de psychopaten-ontwerpen ook met
vreugde.
Ondanks Papendrecltt. ondanks misstappen, zegt
Spr. ..Wij gaan vooruit, wij schrijden verder
Na duplieken komen de vraagpunten in stemming.
Bevestigend wordt beantwoord
le. Of in strafzaken de voorlichting van den psy
chiater moet bcperict' blijven tot vragen van psycho-
pathologisolien aard, dus zich niet mag uitstrekken
tot vragen, welke de normale psychologie betreffen.
2e. Of, waar het geldt de vraag of het begane feit
den dader wegens ziekelijke storing of gebrekkige
ontwikkeling der geestvermogens mag worden toe
gerekend, de laak van den psychiater as en deze
zich heeft te bepalen tol voorlichting van de justitie,
omtrent den aard der storing, of der gebrekkige
ontwikkeling en omtrent het verband tusschen deze
en de daad en of dit ook omvat het geven van een
meening over de toerekenbaarfieid.-
3e. Behoort, voor zoover de wet met betrekking
tot de behandeling van psyChopathen den rechter
de keuze laat tusschen versohülende middelen van
repressie, de psychiater hem omtrent den te kiezen
maatregel voor te lichten?
4e. Behoort met betrekking tot de behandeling
van psychopathen den psychiater bovenal toezicht
en invloed binnen zekere grenzen, zelfs leiding te
worden toegekend bij de tenuitvoerlegging van de
s'.raf of anderen maatregel van repressie.
5e. Behoort de aanwijzing van gevallen, waarin bij
I het strafgeding psychiatrische voorlichting zal wor-
I den ingeroepen, geheel te woiden overgelaten aan
I 'het bevoegd openbaar gezag of ten deele in de wet
i te worden vastgelegd.
6e. Is het gewenscht, dat op formuleering der
vragen, die den psychiater-deskundige zullen wor
den gesteld, door een ipsychia-ter invloed worde
uitgeoefend.
Daarentegen werd met algemeene stemmen ont
kennend beantwoord vraag 7. of de vaststelling der
feiten, waarop door den psychiater-deskundige zijn
verslag is gebouwd en waaruit zijn conclusie is
getrokken, dodh die niet door hom-zelf zijn waar
genomen, alleen aan den deskundige zal worden
overgelaten.
Bevestigend werd beantwoord de vraag, of de
vaststelling der feiten behoort tc geschieden met
bebuip van deskundigen door den rechter op de
gewone wijze en met de gewone waarborgen voor
materieele juistheid.
Bevestigd met groole meendeifheid, heeft de ver
gadering de vraag, o4 bij de wet de gelegenheid
moet worden geboden om voor preventief gevange
nen en met hun toestemming biunen den geste'den
termijn het psychiatrisch onderzoek van beklaag
den te doen geschieden in een voor observatie
geschikte inrichting.
Om dit ook te doen plaats hebben zonder toestem
ming van den beklaagde, is met groote meerder
heid ontkennend beantwoord.
Ontkennend is ook beantwoord of een psychia
trisch onderzoek van aangevers en andere getui
gen, in verband met de beoondeeling hunner ge
loofwaardigheid óf voflstrekt te verbieden, óf zon
der beperking door den rechter te doen bevelen.
Eindelijk is met groote meerderheid bepaakl, dat
een dergelijk onderzoek zal zijn toegelaten als hooge
uitzondering en met toestemming van den te on
derzoeken persoon.
De agenda was thans afgehandeld. Bepaald wordt,
dat de volgende jaarvergadering gehouden zal wor
den te Rotterdam.
Van het bestuur moesten aftreden de heeren mrs.
E. Fokker, C. O. Segers en J. A. Teilegen. Daar zij
niet herkiesbaar zijn, werden in hun plaats geko
zen de heeren mrs. jhr. mr. dr. E. van Beresteijn,
J. M. van Geuns en Paul SCholten. De president
richt nu een woord van dank aan den minister
van Justitie, die tijd heeft willen zoeken, om hier
ter vergadering te verschijneu, en aan de prae-ad-
viseurs, d:c zoo bereidwillig hun moeite en kennis
nan de vereeiviging hebben besteed.
Neder 1. Vereeniging van
Spoor- en Tramwegpersoneel.
Aangaande de vergadering van de Nederl.
Vereen, van Spoor- en Tramwegpersoneel
kan nog "het volgende worden medegedeeld
De vergadering herkoos bij acclamatie lot
voorzitter den 'lieer Sneevliet, die met eriten-
telij'kheid voor het bewijs van vertrouwen
in zijn persoon en werk de herbenoeming
heeft aanvaard.
Herkozen werden de heeren M. v. d. Tem
pel, Leeuwarden II. J. van BraJambeek, Zut
phen J. Verton, HaarlemJ. de Bunze,
Leeuwarden L. Weslerneng, Amsterdam
en gekozen de heer N. Nathans, te Utrecht.
Bij herstemming tusschen de heeren J.
Smak (Den Ilaag) en A. v. d Veen (Tilburg),
werd laatstgenoemde herkozen.
De vergadering nam 'het besluit om het or
gaan, dat tot heden tweemaal per maand uit
komt, voortaan iedere week te doen verschij
nen.
Ook verklaarde de vergadering zich be
reid 'bijzondere aandacht te wijden aan het
vraagstuk der drankbestrijding.
De voormiddagvergadering werd Dins
dag grootendeels in beslag genomen door
de vraag, waarheen de zetel der verceni-
ging, tot hiertoe .te Utrecht, zou worden ver
plaatst.
De voorzitter bracht na discussie al dan
niet overplaatsing in stemming, 124 voor, 55
tegen verplaatsing, 14 blanco.
Ten slotte werd Amsterdam gekozen.
In behandeling kwam hierna liet ontwerp-
tramprogram, dat in zijn geheel werd aange
nomen.
In dit ontwerp-program wordt als hoofd-
eisch gesteld exploitatie van overheidswege.
Voorts wordt gewenscht een wettelijk mi
nimum loon, en in overweging gegeven:
Bij ziekte ontvangt het personeel geduren
de ten minste een jaar vol loon; na een jaar
nog gedurende een half jaar van het loon,
daarna nog een i jaar 50 van het loon, or
gelijk aan het invaliditeitspensioen, indien dit
meer bedraagt, een en ander zonder premie
betaling door het personeel.
Ten opzichte van het ouderdomspensioen
wenscht het congres, in overeenstemming met
de eischen, neergelegd in de ..Grondslagen
voor de wettelijke regeling der arbeids-voor-
waarden van het spoorwegpersoneel", dat vol
p|ensioen zal worden verleend op 60-jarigen
leeftijd, en dat de pensioengrondslagen op 70/ioa
van het volle loon zal worden vastgesteld.
In geval van invaliditeit, waarvan eervol
ontslag het gevolg is, worde het pensioen be
paald op 3/100 per dienstjaar.
Het minimum-invaliditeitspensioen bedrage
50/100, voor elk kind 6/100; het maximum
voor weduwen en weezen 60/100 van het vol
le loon.
De weezen-uitkeering eindigt niet voordat
het jongste kind den leeftijd van 18 jaar heert
bereikt-
Zijn alleen pensioengerechtigde kinderen
achtergebleven, dan zal het pensioen van een
kind gelijk zijn aan dat der weduwe zonder
kinderen. Het pensioen van twee kinderen ge
lijk aan dat der weduwe met 1 kind; dat van
drie kinderen gelijk aan dat der weduwe met
2 kinderen, enz. tot een maximum van 60
van het volle loon.
Voor het verkrijgen der hierboven aange
geven pensioenen worde geen bijdrage gehe
ven van het personeel.
Onthouding van uitkeering van loon bij
ziekte of ongevallen, zoowel als bij geschillen
omtrent oudersdoms- of invaliditeitspensioen
geeft aanspraak op beroep bij de Raden van
Beroep.
Ten slotte worden regelen ontworpen voor
rechtspositie en vrije- en verlofdagen.
Nadat de middag-vergadering van Dinsdag
geopend is, worden verschillende voorstellen
aan de orde gesteld betreffende de taktiek.
Namens het hoofdbestuur stelt de heer Molt-
maker voor: „De algemeene vergadering be
sluite mede te werken om zooveel mogehjK.
deel te nemen aan de verkiezing voor leden
der groepsvertegenwoordiging.
Over dit voorstel ontstaat nog al eenige dis
cussie.
Het voorstel wordt aangenomen.
Daarop heeft de verkiezing van de leden der
groepsraden en van candidaten voor ue
groepsvertegenwoordiging plaats.
Besloten wordt de eerste helft van de opge
maakte dubbeltallen, als gekoztn tc beschou
wen. Voor candidaat-üd en candidaat-plaats-
vervangend-lid voor de commissie van beheer
van het pensioenfonds S. S. worden gekozen
resp. de heeren J. Klamer, stationchef te Ma-
rienberg en P. C. Orgers, seinhuiswachter te
Nijmegen.
Het laatste punt der agenda, dat in behan
deling kwam, betrof de actie tegen het regle
ment op de dienstvoorwaarden van minister
Regout. Na een warme toelichting door den
voorzitter, werd dit punt met algemeene stem
men aangenomen.
De algcme=ene vergadering drage aan het
hoofdbestuur op een pettionnementsbeweging
onder het spoorwegpersoneel op touw te zet
ten, teneinde tc komen tot een algemeene her
ziening van de dienstvoorwaarden van het
spoorwegpersoneel in den loop van 1912, en
daarbij speciaal de eischen van algemeene
loonsverhooging en verkorting van den werk
tijd naar voren te brengen.
Tegen de behandeling der waterstaatsbe-
grooting worde een demonstratie van spoor
wegpersoncel in Den Haag gehouden en daar
een deputatie benoemd, welke het petitionne
ment in handen stelt van den voorzitter der
Tweede Kamer.
En besloten tot het vormen van een wcer-
standskas voor de te maken onkosten.
Tilburg werd aangewezen voor het 26st«
congres. Kan daar niet vergaderd worden
door tegenwerking der geestelijkheid, dan zal
aldus kwam men overeen, Breda de plaats van
samenkomst zijn.
Ned. Vereeniging voor A r-
m e n z o r g en Weldadigheid.
Maandagavond had in de groole zaal van
het Casino te 's Hertogenbcxsch een vriend
schappelijke bijeenkomst plaats van leden,
begunstigers en vrienden dor vereeniging.
Om 9 uur begon de receptie, waarbij te
genwoordig was de minister van Binnonh
Zaken mr. Th. Heemskerk; ve-rdor de Com
missaris der Koningin, mr. A. E. J. baron
van Voorst tot Voorst, die 's middags aan
tafel genoodigd had Z.Exc. dc Minister, het
bestuur der vereeniging en het Bossche
Comité van Ontvangst. Verder was ter re
ceptie tegenwoordig de 'burgemeester der
slad jbr. P. J. J. S. M. van der Do^s de
Willebnis.
Dr. J. C. I. van der Hagen voerde het
eerst hot woord, waarop door.mr. W. H. de
Beaufort geantwoord word. Verder sprak
de burgemeester van s Hertogenbosch.
Van 8 tot 10 uur was het concert in den
tuin van hel Casino.
Dinsdag werden door de leden verschil
lende instellingen van weldadigheid te
's Hertogenbosch, daartoe welwillend door
haar besturen opengesteld, bezichtigd.
Om 1 uur had de middagvergadering
plaats. Deze was zcer druk bezocht.
De vergadering word geleid door den
voorzitter mr. W. II. de Beaufort, die bogon
met zijn dank uit te spreken voor de gast
vrije ontvangst le 's liertogenbosch. Verder
deelde Spr. anede, dat de nieuwsgierigheid
omtrent de aanhangige Armenwet nog niet
bevredigd kon worden, doch geloofde hij,
dat de Armenwet wel vóór September 1912
in behandeling zou zijn genomen. Ook
mr. De Beaufort herdacht in govoclvoHe
bewoordingen het overleden lid dir. II. J.
de Dompierre dc Ohaufepié, waarna hij bot
onderwerp van den dag aan de orde stelde:
Armenzorg en Drankbestrijding.
Over dit onderwerp waren prae-adviezen
uitgebracht door den heer II. J. Spitzon Jr.,
voorzitter van de conferentie van O. L. V.
Hemelvaart van de Vereeniging van den II.
Vincentius Paulo; voorzitter van het le
Roomsch-Katholieke Consultatiebureau voor
Drankzuchtigen, te Broda, cn den heer Th.
van der Woude, medewerker van het Con-
sfuldaticbureau voor Alcoholisten; voonzirt-
tor van de Nederkindsohe Onderwijzer,-s
Propagandaclub voor drankhestrijdinng; re
dacteur van De Wegwijzer, «tudk-orgaan
over het alkoholvraagstuk te Amsterdam.
Na het debat, waaraan door vele aanwe
zigen werd deelgenomen, deelde de voor
zitter mede, dat het volgend jaar de alge
meene vergadering te Arnlhem gehouden
zal worden.
Dau brengt dc voorzitter dank aan het
Bossche comité voor de hartelijke ontvangst
alsmede betuigt hij zijn erkentelijkheid
voor de aanwezigheid dor autoriteiten.
Naar htt Engthch
A VAK
BARONESSE ORCZY.
„Het is misschien moeilijk om het onder
woorden te brengen. maar de menschel»
zeggen dat ik een goede stem 'heb. Ik a.ing
eenige Fransche wijsjes. ze zijn een nieu
wigheid in Engeland, geloof ik. Als ik
die in deftige salons zou kunnen zingen,
ik kon dan misschien.
„Neen! u zult zingen in de voornaamste sa
lons!" riep Marguerite geestdriftig, ,,u 'zult
in de mode komen, en ik durf er op le
zweren dat de Prins 'van Wales in persoon
u zal verzoeken in Carlton House u te laten
hooren u bepaalt uw salaris, Mademoi
selle. en de groole wereld van Londen zal
wedijveren me» de dlite van Bat'h wie .u het
best kan engagceren bij haar raoifts.
Komaan! komaan 1 U zult een fortuin verza
melen voor dc armen van Parijs. en om
u te 'bewijzen dat (hel mij meenens is met
ieder woord dal ik zeg, zult u morgenavond
uw triomfantelijke loopbaan inzetten in mijn
eigen salons. Zijne Koninklijke Hoogheid
zal ons met zijn tegenwoordigheid vereeren.
Gij zult uw schoonste iederen 4en beste ge
ven. voor uw honorarium moet u hon
derd pond sterling accepteeren en u 'zendt
die aan de armste werklieden-vereenigingen
te Parijs, in naam van Sir Percy en Laay
Blakeney."
„Ik ben mylady dankbaar, doch.
„Gij -weigert toch niet?"
„Met vreugde aanvaard ik uw aanbod.
maar.u begrijpt.ik ben nog nie' oud
genoeg," zei Candeille wat kieskeurig, „ik...
ik ben maar een tooneelspeelstcr.maar als
een jonge actrice onbeschaamd is.dam.
„Ik begrijp." zei Marguerite minzaam, „dal
ge te mooi zijt om alleen in de wereld u te
bowegen, en dat ge cene moeder, zuster of
vriendin hebt.die gc .gaarne tot geleide
hadt. Is het zoo niet?"
„Neen," antwoordde de actrice met na
drukkelijke bitterheid. „Ik heb moeder noch
zuster, maar onze revolulionnaire Regeering
heeft met nalatig medelijden ten behoeve
van hen, die zij zoo onmeedoogend uit
Frankrijk heeft verbannen, een vertegen
woordiger naar Engeland afgevaardigd om
hier voor dc belangen van Fransche onder
danen te waken."
„Ja? En?
„Men is te Parijs te weten gekomen dat
ik mijn leven hier wijd aan het welzijn der
armen in Frankrijk. De vertegenwoordiger,
dien de Regeering naar Engeland gezonden
heeft, stelt speoiaal helamg in mijn persoon
cn mijn werk. Hij is een hulp voor mij in
geval vam moeilijkheden.van bclcediging.
een alleenstaande vrouw staat dikwijls daar
aan bloot, zelfs van den kant vam zooge
naamde heeren.en de officieele vertegen
woordiger van mijn land treedt in dergelij
ke gevallen op als mijn meest natuurlijke
beschermer."
„Dat begrijp ik."
„Zoudt u hem willen ontvangen?"
„Zeker."
„Ik mag hem dus aan mylady voorstel
len?"
„Wanneer ge wilt."
„Mag ihet op dit oogenblik, als het u ge
legen komt?"
„Geen bezwaar."
„Dank u. Hij komt daar zoo juist, tot my-
lacly's dienst."
De amandelvormige oogen van Désirée
Candeille waren gevestigd op een verwijderd
gedeelte van de tent, achter Lady Blakeney,
in de richting van den hoofdingang. Er ont
stond een korte pauze nadat zij het laatste
had gezegd, en Marguerite keerde zich lang
zaam om, teneinde te zien wie doze officieele
vertegenwoordiger van Frankrijk was, om
trent wienst ontvangst ten haren huize zij
zoo juist bet verzoek der jonge actrice had
ingewilligd.
Tusschen de zwierige draperie, welke den
toegang vormde tot de tent, met het stroo-
mend zonlicht als schitterende achtergrond,
stond de in het zwart geklcede figuur van
OhauveHn.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Voorafgaande waarschuwing.
Marguerite verroerde zich niet, noch sprak
een woord. Zij voelde een paar oogen op
zich gevestigd, cn met alle wilskracht waar
over zij kon beschikken, .noodzaakte zij bet
bloed in haar aderen haar iwangen niet
le verlaten, dwong haar oogleden, om door
geen enkele trilling den ijzigen angst te ver
raden eencr doodelijke voorafgaande waar
schuwing, die bij het zien van Chauvelin
haar gehecle wezen tot roerloosheid scheen
•gedoemd te hebben.
Daar stond hij vóór haar, gekleed in zijn
gewone sombere dracht, met een uitdruk
king, bijna van nederigheid in zijn doordrin
gende grijze oogen, de man die een jaar ge
leden op de klippen van Calais met zulk
een onverzoenbaren haat op haar had neer
gezien.
Vreemd, dat ze op dit oogenblik een ge
voel gewaar werd van instinctmatige -vrees.
Wat reden had ze, om meer dan een! mede-
lijdenden 'blik te werpen op den man, die
zoo wreedaardig getraoht had haar verdriet
aan tc doen en toch zoo buitengewoon bad
misgetast?
Na een zeer diepe en eerbiedige buiging,
trad Chauvelin op haar toe, met al het air
van een in ongenade gevallen hoveling, die
om een gehoor smeekt bij zijne Koningin.
Op zijn nadering trad Marguerite instinct
matig een schrede achteruit.
„Wil Lady Blakeney liever niet tot mij
spreken?" zei hij op nederigen toon.
Zij kon haar ooren nauwelijks geAooven
of haar oogen vertrouwen. Het kwam baar
als een onmogelijkheid voor dat iemand bin
nen enkele maanden zoodanig kon verande
ren. Hij zag er zelfs nietiger uit dan het
vorig-jaar. alsof hij eenige duimen aan leng
te had verloren. Zijn baar, dat niet gepoe
derd was, had de eigenaardige peper en
zout tint aangenomen.
„Zal ik mij verwijderen?" hernam hij na
een pauze, ziende dat Marguerite geen be
weging maakte hem op baar beurt te groe
ten.
„Dat zou misschien het beste 2ijn," ant
woordde zij koeltjes. „Gij en 'ik, Monsieur
Chauvelin, hebben elkaar al heel weinig tc
xeggen."
„Heel weinig inderdaad," gaf hij kalm ten
antwoord. „De zegevierenden cn gelukki
gen hebben dat nooit ten aanzien van de
vernederden en overwonnenen. Maar ik had
verwacht dat Lady Blakeney, le midden van
haar zegepraal, nog altijd een gedachte zou
gekoesterd hebben van medelijden en ver
giffenis."
„Ik wist niet dat u behoeft luidt aan een
van deze, Monsieur Chauvelin."
„MedeJijdcji wellicht niet, maar vergt ving
toch zeker."
f JJie zij u gegund, als u daarop mocht
staan."
„Nu ik niet geslaagd ben, zoudt u kunnen
trachten te vergeten."
„Dat ligt niet in .mijne macht. Doch ge
loof mij, ik heb opgehouden le denken aan
het ontzaglijk leed dal gij mij hebt willen
aandoen,"
„Maar fik heb misgetast," drong bij aan,
„en het lag niet in mijn bedoeling u leed aan
te doen."
„Maar toch hun die mij na aan het tort
Giggen, Monsieur Ghauvclin."
,,Ik moest mijn land dienen naar mijn 8»este
vermogen. Uwen broeder wilde ik niet in
het verderf storten. Hij is nu veilig in En
geland. En de Roode Pimpernel was niets
voor u."
Woidt Itrvlgd.