M° O. Tweede Blad. !Od' Jaargang. Zaterdag 8 luli 1911. BINNENLAND. FEUILLETON. De Onvindbare Pimpernel. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DER ADVERTENTIËNi Idem tr&nsv> per poet 1.50. Afzonderlijk- - 0.05. Dera Ccmiant ven»chyï»t dageiyk'», behalve op Zon- en feest dagen Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur '■morgens bij de Uitgevers in te zendon. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragon 83 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte». Yoor handel en bedrijf bestaan zoor voordooligo bepalingen tot het herhaald advertooron in dit Blad, by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Uitgevers: VALKHOFF ft C«. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60. Nederland sche Juristen vereen i- g i n g. De besprekingen over het tweede vraag punt ,,De invloed van den psychiater op de straf rechtspraak", werden Zaterdag geopend door nir. 1. A. Levy, die waarschuwt tegen de neiging om den psychiater op de plaats van den rechter te stellen. Spreker is tegen onderzoek van getuigen en eveneens van beklaagden, die niet voorloouig gevangen zitten, en familieleden der beklaagde. Mr. L. J. Plemp van Duiveland, Den Haag, spreekt naar aanleiding der Papendrecbtsche strafzaak van deskundig gevaar. Het ging bij die zaak niet oni de schuld van den beklaagde, maar om de justitieele en politioneele onveiligheid. Trouwens, deze zaak staat niet apart, en ten slotte ds zij een bij uitstek heitteam zuiveringsproces ge weest. en heeft gewerkt in (het belang van rechts spraak en psyöbiatrie. De pers heeft daarbij zeer goed geholpen. Mr. G. M s'Ja cob, substituut-officier van jus titie te Zutpheh, vreest niet voor deskundig gevaar. Spreker wil den psychiater niet alleen hooren over zielszieke beklaagden, maar ook over de psychologie van gezonden en 'hem tevens zijne meening laten zeggen over de vraag der toerekenbaarheid. Spr. is voor onderzoek van getuigen. Wat kan het voor kwaad, om, als iemand een imbecil is, dat in het openbaar te zeggen? Mr. G. W 11 e w a a 1raadsheer te Arnhem, ver dedigt 'het .Vrnherosche Hof in zake de Papeudrecht- sohe strafzaak. Het ging daar om de vraag of Garst- hagen, dan wei de politie loog. Vier rechtscolleges en de deskundigen geloofden het eerste, maar de couranten bet laatste. Prof. Van Hamel Junior geeft eerst kort als zijn vaste overtuiging te kennen, dat niet Garstha- gen, maar de politie en de burgemeester logen. Spreker wil echter deze zaak, die hem zoo aan hel harte gaat, niet weder bespreken, maar over de plaats van den psychiater. Deze geeft zelden een absoluut wetenschappelijk oordeel, maar zijne mee ning als mensch. Daarom moet de invloed van den psychiater gering gehouden worden. De rechter moet onafhankelijk Mijven tegenover den psyobiater en zich niet als wetenschap laten opdienen wat menschelijke beoordeeling is, want de psychiater is een sleobi beooideelaar, omdat hij pathologisch oordeelt en geen begrip heeft van recht. Daardoor oefent hij geen critiek op praatjes van familieleden, aan welke een gewoon mensch niets zou hechten. Bovendien hebben psychiaters, evenals vele andere deskundigen, steeds eene vooropgezette meening. Spreker gelooft, dat verbetering moet komen door verandering van het strafstelsel en juridische scho ling van den psychiater, die in strafzaken wil op treden. Mr. P. C o n i n c k Westenberg, president der Amsterdams Che Reohtbank, geeft eenige zeer belangrijke voorbeelden van verkeerde werking van psychiatrische adviezen. Mr. C. W. de Vries, advocaat-procureur iu Den Haag, stelt voor, den rechter de bevoegdheid te geven om den psychiater in de raadkamer toe -te laten. Mr. G. T. J. de J o n g'h rechter te Amsterdam, hecht, evenals mr. Van Hamel, hel hoogste gewicht aan verandering van het strafstelsel. Mr. A. Levy, advocaat te .Amsterdam, bepleit het veibod van onderzoek van getuigen. Mej. mr. E. C. van Dorp, Den Haag, zegt dat de psychiatrie een winst Is voor het menschelijk weten. Er moet echter met zooveel mogelijk tact van woiden gebruik gemaakt. Na haar standpunt nader uiteengezet te hebben, verklaart mej. Van Dorp het eens te zijn met mr. Van Geuns, dat een getuige tegen zijn zin niet deskundig mag worden onderzocht. Dat te veroorloven, zou het in de toe komst nog moeilijker maken, getuigen te vinden. Jhr. mr. D. O. Engelen, president van de rechtbank te Zutphen, meent, dat het recht niet meer zonder onderzoek der getuigen kan, ook voor al omdat er zooveel getuigen zijn, die ter wille der rechtspleging behooren te woiden onderzocht, maar dan gpbeure hel ook tegen den wil van getuige, wijl toch het belang van he< reaht gaat boven dat van het individu. Mr.* dr. C. J. H. Schepel, uit Utrecht, deelt uit de praktijk mede, hoe weinig besef vele des kundigen hebben van juridisdhen zin. Er zijn goede, doch een belangrijk deel er van weet niet te schif ten, wat men heeft van hooren zeggen. Als rechter commissaris staat men daarover vaak verbaasd. Prof. mr. D. P. D. Pabius is van oordeel, dat niet alleen de medici onder de verdenking liggen alleen te zien door hunnen bril, ook voor de juris ten is dat gevaar niet denkbeeldig. Door kradlit van gewckl zal men nu, volgens sommigen, de ge tuigen kunnen onderzoeken, kunnen behandelen als halve beklaagden. Dus als iemand, zegt Spr., langs den weg gaal en getuige moet zijn, zal de recht bank het recht hebben, hem maar tot alJes te dwin gen? Daartegen protesteert Spr. Behalve het belang van het recht zijn er ook nog andere belangen, die geëerbiedigd moeten worden. Prof. dr. K. Heilbronner, een der praead- viseurs, wil ten opzichte van de vraag omtrent het hooren der getuigen, zien nagegaan, wat de psychia trie praesteeren kan De juristen moeten daarvoor de regelen vinden. Spr. weet uit zijn vroegere werk kring in Halle a/d Saaie, hoe ook vaak juristen, die dikwijls vele gegronde aanmerkingen hebben op de psychiaters, zich allerzonderlingst kunnen gedragen, als zij psychiatrische vragen tot beklaagden richten. Zeker, de psychiaters kunnen veel leeren van de juristen, zij komen op juridisch gebied veel te kort, inaar speciaal omtrent ons vak, zegt Spr., weten wij "t tooh beter, hoe wij handelen moeten dan juristen, die een leerboek over psychiatrie heihen gelezen. Ten slotte wijst Spr. er nog op, dat de vraag of de straf kan worden voltrokken of niet, op de be- antwooiding van de vraag geen invloed mag heb ben. Mr .dr. S. J. M. v a n G e u n s te 's-Graverthage, de andere praeadviseur, constateert, dat de praead- vietzen slechts op enkele punten zijn bestreden. Spr. stelt in het licht, dat de psychiater het best doet te Mijven op eigen terrein. Hij moet zich niet wagen aan de psychologie. Want de psychologe van den lechter, van den ambtenaar van het O. M., mag men niet uitschakelen. Zijn ook wij niet on derhevig aan omstandigheden? Neen, roept Spr. met pathos uit, wij hebben te maken met de zieke ziel, wat de beer Van Geuns nader uiteenzet. Een getuige, die een klacht aanbrengt, moet des noods deskundig kunnen worden onderzocht, wat Spr. nader toelicht met voorbeelden, aan de praktijk ontleend. Het psychiatrisch onderzoek kan ook goed werken tegen simulatie, maar noodig is voor het optreden der psychiatrie aanvulling van de wetgeving. Daar om begroet Spr. de psychopaten-ontwerpen ook met vreugde. Ondanks Papendrecltt. ondanks misstappen, zegt Spr. ..Wij gaan vooruit, wij schrijden verder Na duplieken komen de vraagpunten in stemming. Bevestigend wordt beantwoord le. Of in strafzaken de voorlichting van den psy chiater moet bcperict' blijven tot vragen van psycho- pathologisolien aard, dus zich niet mag uitstrekken tot vragen, welke de normale psychologie betreffen. 2e. Of, waar het geldt de vraag of het begane feit den dader wegens ziekelijke storing of gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens mag worden toe gerekend, de laak van den psychiater as en deze zich heeft te bepalen tol voorlichting van de justitie, omtrent den aard der storing, of der gebrekkige ontwikkeling en omtrent het verband tusschen deze en de daad en of dit ook omvat het geven van een meening over de toerekenbaarfieid.- 3e. Behoort, voor zoover de wet met betrekking tot de behandeling van psyChopathen den rechter de keuze laat tusschen versohülende middelen van repressie, de psychiater hem omtrent den te kiezen maatregel voor te lichten? 4e. Behoort met betrekking tot de behandeling van psychopathen den psychiater bovenal toezicht en invloed binnen zekere grenzen, zelfs leiding te worden toegekend bij de tenuitvoerlegging van de s'.raf of anderen maatregel van repressie. 5e. Behoort de aanwijzing van gevallen, waarin bij I het strafgeding psychiatrische voorlichting zal wor- I den ingeroepen, geheel te woiden overgelaten aan I 'het bevoegd openbaar gezag of ten deele in de wet i te worden vastgelegd. 6e. Is het gewenscht, dat op formuleering der vragen, die den psychiater-deskundige zullen wor den gesteld, door een ipsychia-ter invloed worde uitgeoefend. Daarentegen werd met algemeene stemmen ont kennend beantwoord vraag 7. of de vaststelling der feiten, waarop door den psychiater-deskundige zijn verslag is gebouwd en waaruit zijn conclusie is getrokken, dodh die niet door hom-zelf zijn waar genomen, alleen aan den deskundige zal worden overgelaten. Bevestigend werd beantwoord de vraag, of de vaststelling der feiten behoort tc geschieden met bebuip van deskundigen door den rechter op de gewone wijze en met de gewone waarborgen voor materieele juistheid. Bevestigd met groole meendeifheid, heeft de ver gadering de vraag, o4 bij de wet de gelegenheid moet worden geboden om voor preventief gevange nen en met hun toestemming biunen den geste'den termijn het psychiatrisch onderzoek van beklaag den te doen geschieden in een voor observatie geschikte inrichting. Om dit ook te doen plaats hebben zonder toestem ming van den beklaagde, is met groote meerder heid ontkennend beantwoord. Ontkennend is ook beantwoord of een psychia trisch onderzoek van aangevers en andere getui gen, in verband met de beoondeeling hunner ge loofwaardigheid óf voflstrekt te verbieden, óf zon der beperking door den rechter te doen bevelen. Eindelijk is met groote meerderheid bepaakl, dat een dergelijk onderzoek zal zijn toegelaten als hooge uitzondering en met toestemming van den te on derzoeken persoon. De agenda was thans afgehandeld. Bepaald wordt, dat de volgende jaarvergadering gehouden zal wor den te Rotterdam. Van het bestuur moesten aftreden de heeren mrs. E. Fokker, C. O. Segers en J. A. Teilegen. Daar zij niet herkiesbaar zijn, werden in hun plaats geko zen de heeren mrs. jhr. mr. dr. E. van Beresteijn, J. M. van Geuns en Paul SCholten. De president richt nu een woord van dank aan den minister van Justitie, die tijd heeft willen zoeken, om hier ter vergadering te verschijneu, en aan de prae-ad- viseurs, d:c zoo bereidwillig hun moeite en kennis nan de vereeiviging hebben besteed. Neder 1. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel. Aangaande de vergadering van de Nederl. Vereen, van Spoor- en Tramwegpersoneel kan nog "het volgende worden medegedeeld De vergadering herkoos bij acclamatie lot voorzitter den 'lieer Sneevliet, die met eriten- telij'kheid voor het bewijs van vertrouwen in zijn persoon en werk de herbenoeming heeft aanvaard. Herkozen werden de heeren M. v. d. Tem pel, Leeuwarden II. J. van BraJambeek, Zut phen J. Verton, HaarlemJ. de Bunze, Leeuwarden L. Weslerneng, Amsterdam en gekozen de heer N. Nathans, te Utrecht. Bij herstemming tusschen de heeren J. Smak (Den Ilaag) en A. v. d Veen (Tilburg), werd laatstgenoemde herkozen. De vergadering nam 'het besluit om het or gaan, dat tot heden tweemaal per maand uit komt, voortaan iedere week te doen verschij nen. Ook verklaarde de vergadering zich be reid 'bijzondere aandacht te wijden aan het vraagstuk der drankbestrijding. De voormiddagvergadering werd Dins dag grootendeels in beslag genomen door de vraag, waarheen de zetel der verceni- ging, tot hiertoe .te Utrecht, zou worden ver plaatst. De voorzitter bracht na discussie al dan niet overplaatsing in stemming, 124 voor, 55 tegen verplaatsing, 14 blanco. Ten slotte werd Amsterdam gekozen. In behandeling kwam hierna liet ontwerp- tramprogram, dat in zijn geheel werd aange nomen. In dit ontwerp-program wordt als hoofd- eisch gesteld exploitatie van overheidswege. Voorts wordt gewenscht een wettelijk mi nimum loon, en in overweging gegeven: Bij ziekte ontvangt het personeel geduren de ten minste een jaar vol loon; na een jaar nog gedurende een half jaar van het loon, daarna nog een i jaar 50 van het loon, or gelijk aan het invaliditeitspensioen, indien dit meer bedraagt, een en ander zonder premie betaling door het personeel. Ten opzichte van het ouderdomspensioen wenscht het congres, in overeenstemming met de eischen, neergelegd in de ..Grondslagen voor de wettelijke regeling der arbeids-voor- waarden van het spoorwegpersoneel", dat vol p|ensioen zal worden verleend op 60-jarigen leeftijd, en dat de pensioengrondslagen op 70/ioa van het volle loon zal worden vastgesteld. In geval van invaliditeit, waarvan eervol ontslag het gevolg is, worde het pensioen be paald op 3/100 per dienstjaar. Het minimum-invaliditeitspensioen bedrage 50/100, voor elk kind 6/100; het maximum voor weduwen en weezen 60/100 van het vol le loon. De weezen-uitkeering eindigt niet voordat het jongste kind den leeftijd van 18 jaar heert bereikt- Zijn alleen pensioengerechtigde kinderen achtergebleven, dan zal het pensioen van een kind gelijk zijn aan dat der weduwe zonder kinderen. Het pensioen van twee kinderen ge lijk aan dat der weduwe met 1 kind; dat van drie kinderen gelijk aan dat der weduwe met 2 kinderen, enz. tot een maximum van 60 van het volle loon. Voor het verkrijgen der hierboven aange geven pensioenen worde geen bijdrage gehe ven van het personeel. Onthouding van uitkeering van loon bij ziekte of ongevallen, zoowel als bij geschillen omtrent oudersdoms- of invaliditeitspensioen geeft aanspraak op beroep bij de Raden van Beroep. Ten slotte worden regelen ontworpen voor rechtspositie en vrije- en verlofdagen. Nadat de middag-vergadering van Dinsdag geopend is, worden verschillende voorstellen aan de orde gesteld betreffende de taktiek. Namens het hoofdbestuur stelt de heer Molt- maker voor: „De algemeene vergadering be sluite mede te werken om zooveel mogehjK. deel te nemen aan de verkiezing voor leden der groepsvertegenwoordiging. Over dit voorstel ontstaat nog al eenige dis cussie. Het voorstel wordt aangenomen. Daarop heeft de verkiezing van de leden der groepsraden en van candidaten voor ue groepsvertegenwoordiging plaats. Besloten wordt de eerste helft van de opge maakte dubbeltallen, als gekoztn tc beschou wen. Voor candidaat-üd en candidaat-plaats- vervangend-lid voor de commissie van beheer van het pensioenfonds S. S. worden gekozen resp. de heeren J. Klamer, stationchef te Ma- rienberg en P. C. Orgers, seinhuiswachter te Nijmegen. Het laatste punt der agenda, dat in behan deling kwam, betrof de actie tegen het regle ment op de dienstvoorwaarden van minister Regout. Na een warme toelichting door den voorzitter, werd dit punt met algemeene stem men aangenomen. De algcme=ene vergadering drage aan het hoofdbestuur op een pettionnementsbeweging onder het spoorwegpersoneel op touw te zet ten, teneinde tc komen tot een algemeene her ziening van de dienstvoorwaarden van het spoorwegpersoneel in den loop van 1912, en daarbij speciaal de eischen van algemeene loonsverhooging en verkorting van den werk tijd naar voren te brengen. Tegen de behandeling der waterstaatsbe- grooting worde een demonstratie van spoor wegpersoncel in Den Haag gehouden en daar een deputatie benoemd, welke het petitionne ment in handen stelt van den voorzitter der Tweede Kamer. En besloten tot het vormen van een wcer- standskas voor de te maken onkosten. Tilburg werd aangewezen voor het 26st« congres. Kan daar niet vergaderd worden door tegenwerking der geestelijkheid, dan zal aldus kwam men overeen, Breda de plaats van samenkomst zijn. Ned. Vereeniging voor A r- m e n z o r g en Weldadigheid. Maandagavond had in de groole zaal van het Casino te 's Hertogenbcxsch een vriend schappelijke bijeenkomst plaats van leden, begunstigers en vrienden dor vereeniging. Om 9 uur begon de receptie, waarbij te genwoordig was de minister van Binnonh Zaken mr. Th. Heemskerk; ve-rdor de Com missaris der Koningin, mr. A. E. J. baron van Voorst tot Voorst, die 's middags aan tafel genoodigd had Z.Exc. dc Minister, het bestuur der vereeniging en het Bossche Comité van Ontvangst. Verder was ter re ceptie tegenwoordig de 'burgemeester der slad jbr. P. J. J. S. M. van der Do^s de Willebnis. Dr. J. C. I. van der Hagen voerde het eerst hot woord, waarop door.mr. W. H. de Beaufort geantwoord word. Verder sprak de burgemeester van s Hertogenbosch. Van 8 tot 10 uur was het concert in den tuin van hel Casino. Dinsdag werden door de leden verschil lende instellingen van weldadigheid te 's Hertogenbosch, daartoe welwillend door haar besturen opengesteld, bezichtigd. Om 1 uur had de middagvergadering plaats. Deze was zcer druk bezocht. De vergadering word geleid door den voorzitter mr. W. II. de Beaufort, die bogon met zijn dank uit te spreken voor de gast vrije ontvangst le 's liertogenbosch. Verder deelde Spr. anede, dat de nieuwsgierigheid omtrent de aanhangige Armenwet nog niet bevredigd kon worden, doch geloofde hij, dat de Armenwet wel vóór September 1912 in behandeling zou zijn genomen. Ook mr. De Beaufort herdacht in govoclvoHe bewoordingen het overleden lid dir. II. J. de Dompierre dc Ohaufepié, waarna hij bot onderwerp van den dag aan de orde stelde: Armenzorg en Drankbestrijding. Over dit onderwerp waren prae-adviezen uitgebracht door den heer II. J. Spitzon Jr., voorzitter van de conferentie van O. L. V. Hemelvaart van de Vereeniging van den II. Vincentius Paulo; voorzitter van het le Roomsch-Katholieke Consultatiebureau voor Drankzuchtigen, te Broda, cn den heer Th. van der Woude, medewerker van het Con- sfuldaticbureau voor Alcoholisten; voonzirt- tor van de Nederkindsohe Onderwijzer,-s Propagandaclub voor drankhestrijdinng; re dacteur van De Wegwijzer, «tudk-orgaan over het alkoholvraagstuk te Amsterdam. Na het debat, waaraan door vele aanwe zigen werd deelgenomen, deelde de voor zitter mede, dat het volgend jaar de alge meene vergadering te Arnlhem gehouden zal worden. Dau brengt dc voorzitter dank aan het Bossche comité voor de hartelijke ontvangst alsmede betuigt hij zijn erkentelijkheid voor de aanwezigheid dor autoriteiten. Naar htt Engthch A VAK BARONESSE ORCZY. „Het is misschien moeilijk om het onder woorden te brengen. maar de menschel» zeggen dat ik een goede stem 'heb. Ik a.ing eenige Fransche wijsjes. ze zijn een nieu wigheid in Engeland, geloof ik. Als ik die in deftige salons zou kunnen zingen, ik kon dan misschien. „Neen! u zult zingen in de voornaamste sa lons!" riep Marguerite geestdriftig, ,,u 'zult in de mode komen, en ik durf er op le zweren dat de Prins 'van Wales in persoon u zal verzoeken in Carlton House u te laten hooren u bepaalt uw salaris, Mademoi selle. en de groole wereld van Londen zal wedijveren me» de dlite van Bat'h wie .u het best kan engagceren bij haar raoifts. Komaan! komaan 1 U zult een fortuin verza melen voor dc armen van Parijs. en om u te 'bewijzen dat (hel mij meenens is met ieder woord dal ik zeg, zult u morgenavond uw triomfantelijke loopbaan inzetten in mijn eigen salons. Zijne Koninklijke Hoogheid zal ons met zijn tegenwoordigheid vereeren. Gij zult uw schoonste iederen 4en beste ge ven. voor uw honorarium moet u hon derd pond sterling accepteeren en u 'zendt die aan de armste werklieden-vereenigingen te Parijs, in naam van Sir Percy en Laay Blakeney." „Ik ben mylady dankbaar, doch. „Gij -weigert toch niet?" „Met vreugde aanvaard ik uw aanbod. maar.u begrijpt.ik ben nog nie' oud genoeg," zei Candeille wat kieskeurig, „ik... ik ben maar een tooneelspeelstcr.maar als een jonge actrice onbeschaamd is.dam. „Ik begrijp." zei Marguerite minzaam, „dal ge te mooi zijt om alleen in de wereld u te bowegen, en dat ge cene moeder, zuster of vriendin hebt.die gc .gaarne tot geleide hadt. Is het zoo niet?" „Neen," antwoordde de actrice met na drukkelijke bitterheid. „Ik heb moeder noch zuster, maar onze revolulionnaire Regeering heeft met nalatig medelijden ten behoeve van hen, die zij zoo onmeedoogend uit Frankrijk heeft verbannen, een vertegen woordiger naar Engeland afgevaardigd om hier voor dc belangen van Fransche onder danen te waken." „Ja? En? „Men is te Parijs te weten gekomen dat ik mijn leven hier wijd aan het welzijn der armen in Frankrijk. De vertegenwoordiger, dien de Regeering naar Engeland gezonden heeft, stelt speoiaal helamg in mijn persoon cn mijn werk. Hij is een hulp voor mij in geval vam moeilijkheden.van bclcediging. een alleenstaande vrouw staat dikwijls daar aan bloot, zelfs van den kant vam zooge naamde heeren.en de officieele vertegen woordiger van mijn land treedt in dergelij ke gevallen op als mijn meest natuurlijke beschermer." „Dat begrijp ik." „Zoudt u hem willen ontvangen?" „Zeker." „Ik mag hem dus aan mylady voorstel len?" „Wanneer ge wilt." „Mag ihet op dit oogenblik, als het u ge legen komt?" „Geen bezwaar." „Dank u. Hij komt daar zoo juist, tot my- lacly's dienst." De amandelvormige oogen van Désirée Candeille waren gevestigd op een verwijderd gedeelte van de tent, achter Lady Blakeney, in de richting van den hoofdingang. Er ont stond een korte pauze nadat zij het laatste had gezegd, en Marguerite keerde zich lang zaam om, teneinde te zien wie doze officieele vertegenwoordiger van Frankrijk was, om trent wienst ontvangst ten haren huize zij zoo juist bet verzoek der jonge actrice had ingewilligd. Tusschen de zwierige draperie, welke den toegang vormde tot de tent, met het stroo- mend zonlicht als schitterende achtergrond, stond de in het zwart geklcede figuur van OhauveHn. ZEVENDE HOOFDSTUK. Voorafgaande waarschuwing. Marguerite verroerde zich niet, noch sprak een woord. Zij voelde een paar oogen op zich gevestigd, cn met alle wilskracht waar over zij kon beschikken, .noodzaakte zij bet bloed in haar aderen haar iwangen niet le verlaten, dwong haar oogleden, om door geen enkele trilling den ijzigen angst te ver raden eencr doodelijke voorafgaande waar schuwing, die bij het zien van Chauvelin haar gehecle wezen tot roerloosheid scheen •gedoemd te hebben. Daar stond hij vóór haar, gekleed in zijn gewone sombere dracht, met een uitdruk king, bijna van nederigheid in zijn doordrin gende grijze oogen, de man die een jaar ge leden op de klippen van Calais met zulk een onverzoenbaren haat op haar had neer gezien. Vreemd, dat ze op dit oogenblik een ge voel gewaar werd van instinctmatige -vrees. Wat reden had ze, om meer dan een! mede- lijdenden 'blik te werpen op den man, die zoo wreedaardig getraoht had haar verdriet aan tc doen en toch zoo buitengewoon bad misgetast? Na een zeer diepe en eerbiedige buiging, trad Chauvelin op haar toe, met al het air van een in ongenade gevallen hoveling, die om een gehoor smeekt bij zijne Koningin. Op zijn nadering trad Marguerite instinct matig een schrede achteruit. „Wil Lady Blakeney liever niet tot mij spreken?" zei hij op nederigen toon. Zij kon haar ooren nauwelijks geAooven of haar oogen vertrouwen. Het kwam baar als een onmogelijkheid voor dat iemand bin nen enkele maanden zoodanig kon verande ren. Hij zag er zelfs nietiger uit dan het vorig-jaar. alsof hij eenige duimen aan leng te had verloren. Zijn baar, dat niet gepoe derd was, had de eigenaardige peper en zout tint aangenomen. „Zal ik mij verwijderen?" hernam hij na een pauze, ziende dat Marguerite geen be weging maakte hem op baar beurt te groe ten. „Dat zou misschien het beste 2ijn," ant woordde zij koeltjes. „Gij en 'ik, Monsieur Chauvelin, hebben elkaar al heel weinig tc xeggen." „Heel weinig inderdaad," gaf hij kalm ten antwoord. „De zegevierenden cn gelukki gen hebben dat nooit ten aanzien van de vernederden en overwonnenen. Maar ik had verwacht dat Lady Blakeney, le midden van haar zegepraal, nog altijd een gedachte zou gekoesterd hebben van medelijden en ver giffenis." „Ik wist niet dat u behoeft luidt aan een van deze, Monsieur Chauvelin." „MedeJijdcji wellicht niet, maar vergt ving toch zeker." f JJie zij u gegund, als u daarop mocht staan." „Nu ik niet geslaagd ben, zoudt u kunnen trachten te vergeten." „Dat ligt niet in .mijne macht. Doch ge loof mij, ik heb opgehouden le denken aan het ontzaglijk leed dal gij mij hebt willen aandoen," „Maar fik heb misgetast," drong bij aan, „en het lag niet in mijn bedoeling u leed aan te doen." „Maar toch hun die mij na aan het tort Giggen, Monsieur Ghauvclin." ,,Ik moest mijn land dienen naar mijn 8»este vermogen. Uwen broeder wilde ik niet in het verderf storten. Hij is nu veilig in En geland. En de Roode Pimpernel was niets voor u." Woidt Itrvlgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1