nnenlandT feuilleton. i°. 10. Tweede Blad. !Od< Jaargang. Zaterdag 15luli 1911. KOLONIËN. J 243 Onvindbare Pimpernel. T7|uol AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: nden voor Amersfoort f l.OO. fanc^ per post 1.50. yk n - 0.05. uant verschuilt dagelijks, behalve op Zon* en Feest- ti6n, medodeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur i bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft C«. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 60. PRIJS DER ADVERTENTIÈN: Vu 1-S regol. f O.BO. Elko regel moor - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 2fS cents bij vooruitbetaling; Öroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bodryf bestaan zoor voordeeligo bepalingen tot het herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. ito4 OOST-IND1E. Pest op Java. kcringstclegram 14 Juli pcstrapport je weékpcriode, eindigende 11 Juli. |g Malang veertig gevallen; zes en pden. rijf gevallen, waarvan de lijders al* eden zijn. Deze plaats is 13 dezer smet verklaard. rige besmetverklaring van Kediri p Juni jl. opgeheven. teerste. Onder dit opschrift Ï*and cn Volk", het orgaan der partij: ten van Groningen hebben tot lid irste Kamer gekozen den heer J. B lid van Gedeputeerde Staten van it. lij de benoeming aan en dat zal wijfeld dan doet met hem de innig-democraat zijn intrede in de imer. Westerdijk is jaren lang voorzit- isl van de Centrale Yrijzinnig-demo- Kiesvereeniging in het district Ap- ibouwgebied is hij een hoogst be- nan, die in verschillende eomiié's den voorgrond trad". uldcblijk Dan. de Lange, huldeblijk aan Dan. de Lange voor efonds van het Conservatorium aan. is hel aanzienlijk bedrag van f 25U0 •n. Het album met de namen der in- •s zal den jubiaris in September wor- tiandigd. ïeraal-majoor de Wilde, f jarigen leeftijd is overleden de gc- eraal-majoor der artillerie, de heer Wilde. In 1843 trad hij als 2e luite- [dienst (na volbrachte studie aan de tem ie). Aan laat'stgemeide inrichting de verdere jaren werkzaam. Hij was Ier Commissie van proefneming. Na 'ordering tot majoor stond hij een 't hoofd van de af deeling artillerie departement van Oorlog, doch werd benoemd tot eerste officier bij de jeademie. Na zijn bevordering lot lui Jolonel trad de heer De Wilde op als 'idant van het korps pantserfort-artii- |ls kolonel commandeerde liij het 3e tl vesting-artillerie. In 1903 volgde zijn JOT. tneering, en verwierf hij later den ■in rang van gencraal-majoor. [lag-oclitend begrafenis. e geruchtmakende c reu- Men sclirijft aan het „Huisgezin": aanleiding van een bericht betrelfcn- :irculaire van den heer Walraven, jn- ir der S.S. te Breda, aan de stations ppecties Breda gericht, over het niM oen van personen, die gehuwd zijn en a 1 kinderen te hunnen laste hebben, jinij verplicht wat meer licht te onts'e- den 'heer Walraven is voor liet uil gen dezer circulaire eenig verwijt te daar deze handelde in opdracht van ïiens den directeur-generaal, in zoo- hlthans, dat van deze of wel van den chef van den dienst der exploitatie deze be slissing (achter dc coulissen genomen) is uil- gegaan. Hel zal wel niet de bedoeling geweest zijn om een en ander per circulaire aan de sta tions bekend te maken, doch om op een an dere wijze (ook achter de coulissen) t. zor gen, dat aan de gegeven opdracht uitvoe ring werd gegeven. De overige inspecteurs der S.S. lieten deze opdracht mondeling aan de stalionsrh.fs overbrengen, omdat natuurlijk de buiten staanders (het publiek enz.) den inhoud niet mochten weten. Meerdere regelingen en op drachten van dit soort worden bij de Sta its spoor cp die wijze ten uitvoer gelegd, waar ui' wel blijkt hoeveel maling de directie der S.S. heeft aan wenschen of bepalingen vip een Minister, een Raad van Toezicht, van aandeelhouders of commissarissen, en van andere lichamen. Aan den heer Walraven, dia de ontvangen opdracht onomwonden op deze wijze ter ken nis van -het personeel bracht, den b sten dank, omdat hij geloond heeft niet mee te gaan met dat werken achter de schermen Het personeel zal hem hiervoor dankbaar zijn. De buitenwereld zal op die wiizc een weinig te weten komen, hoe bij d - Staats spoor wordt huisgehouden. School, en Kerknieuw*. Te Wageningen is <le Sloetprijs beschikbaar voor den besten leerling der Rijks-Landbouwschool, bij het eindexamen Nederl. afdeeling, dit jaar toe gekend aan E. Bolhuis, Zeerijpmede in aanmer king kwamen G. Duif, WageningenII. van Zijp, Amsterdam II. C. Funke, Bnssum T. J. Bookma ker, BellingwoldeS. J .G. Hart, Wageningen. De eerste vrouwelijke predi- 'k a n t. De Zutphenschc Courant verneemt, dat Mej. Doctoranda Annie Zernike, de eerste vrouwe lijke predikant, 30 Juli in de doopsgezinde kerk te Zutphen voor do eerste maal optreedt. Nederlandsch Zendelinggenoot schap. Tweede Zitting. Voormiddag. De tweede zitting der 114e Jaarvergadering woidt geopend met hel zingen van Gezang 23 9. Met acclamatie weid Ds. J. Craandijk, emeritus predikant te Haarlem, die vele jaren voorzitter en lid van het Hoofdbestuur was, benoemd tot eerelid van het Hoofdbestuur. Ds. Hille Ris Lambers van Jorwerd brengt rap port uit namens de Commissie tot bet nazien der rekening over 1910. Overeenkomstig het advies de zer Commissie wordt deze rekening goedgekeurd onder dankzegging aan den Thesaurier, den heer Voorhoeve en de Finantieele Commissie. De uit gaven bedroegen f 139,849.78; de inkomsten f 125,012.22^, zoodal er een tekort is van f 14,837.55J. Door de bemoeiingen van den zen- dingsdirector wend dit tekort gedekt door speciale giften. Ds. Reesingh van Oosterwijlwerd brengt namens dezelfde commissie rapport uil over dc raming voor 1912. De raming bedraagt f 132,859. Deze wordt aangenomen. Over het iaatslc boek van Prof. Dr. Snouck Hur- gronje„Nederland en de Islam" geeft Dr. Smit te Matkkum eenige opmerkingen ten beste. Na ge wezen te bebben op 't groote belang van het vraag stuk van den Islam, geeft hij een overzicht van den inhoud van dit belangrijke boek. In verband daar mee behandelt Spr. de politieke zijde van bet vraag stuk, daarna het Onderwijs en de Zending. Spr. acht de politieke eenheid tusschen moederland en koloniën, zooals Prof. Snouck Hurgronje de wenscht, een utopie, daar er geen eenheid van h's- torie en aanieg is. Over Indië is Nederland voogd het moet de koloniën zelfstandig maken. Ook acht Spr. neutraliteit in godsdienstzakeu voor een chris telijke regeering onmogelijkelke inmenging in de Indische zaken is reeds schending van neutraliteit. De Mohammedaan beeft bovendien geen begrip van deze neutraliteit, ziet haar aan voor lafheid of lauw heid. Zedelijke opvoeding kan ook godsdienstzaken niet ter zijde laten. Het onderwijs besprekende, betuigt Spr. instemming met de brochure van den lieer A. Limburg overhel Onderwijs in de Zen ding; deze staat decentralisatie voor; bijzonder on derwijs moet regel, regeeringsonderwijs uitzonde ring zijn. Bijzonder onderwijs is natuurlijk niet uit sluitend christelijk of zendingsonderwijs. De ervaring leert, dat op de zendingsscholen het percentage Van de schoolgaande meisjes zeer groot is, wat van veel belang is voor de ontwikkeling der geheele bevol king. Waar Prof. S. H. zooveel sympathie voor de Zending toont, bevreemdt het eenigszins, dat hij het zendingsonderwijs niet krachtiger aanbeveelt, daar dit meer aan zijne idealen moet nabij komen dan het z.g. neutrale onderwijs. Instemming betuigt Spr. met Prof. S. H., waar hij de vrouwen oproept om zich in den zendingsarbeid te wijden aan de verheffing der inlandsdhe vrouw. De Zending is in deze richting reeds krachtig bezig (b.v. de Wit- heimiiiasehool te Djocja, dc Meisjesschool te Tomo- hon, de Meisjesschool te Bandoeng, enz.) Allen na druk legt Spr .op de gevaren van den Islam, die naar het hem voorkomt, in dit boek den schrijver minder zwaar wegen dan in zijn „Mekka." Een belangrijke discussie ontspint zich over dele belangrijke voordracht, waaraan o. a. Ds. Gunning en Prof. Muller deelnemen. Tot voorzitter van de Jaarvergadering in 1913 wordt benoemd Prof. Dr. II. M. van Nes te Leiden, van die in 1914 Prof. Dr. F. Pijper te Leiden. (Voorzitter van de Jaarvergadering in 1912 is Ds. Bergman te Rotterdam). Tot redenaar in de vergadering in 1913 wordt be noemd Ds. B. Klein Wassink te Leeuwarden(rede naar in 1912 is Ds. P. J. Molenaar te 's-Gravenhage). Tot leden van het Hoofdbestuur werden herbe noemd Ds. G. F. Haspels, te RotterdamDr. L. Heldring, te Amsterdam D. J. R. Jordens, te Zwol le Prof. Dr. P. J. Muller, te 's-GraveuhageDs. J. Gouverneur, te Zierikzeecn gekozenDs C. J. van Paassen, te Haarlem. Tweede Zitting. Namiddag. De Algemeene Vergadering, die Woensdagmiddag gehouden wordt, vangt aan inet liet zingen van Gezang 250 1 en 2. Nu gebed heet dc voorzitter de afgevaardigden van de andere zendingscorpora ties welkom, van het Vrouwcn-hulpgeiiootschap, van. de Vereeniging tol uitrusting der zendelingen, van classieale zendingsYcreenigingen, enz. In 't bijzonder ook Zr. Ilulsebos, dinkones te Modjowarno cn Zr. de Ruiter, diakones te Sonder (Minahassa), die met verlof in 't vaderland zijn, en Mevr. Hofman, wier echtgenoot wegens ziekte moest repatrieeren, enz. Ds. Schuilei- tot Peursuin wenscht den voorzitter geluk met zijne verloving. Ds. Adriani spreekt na mens verschillende afgevaardigden een woord van dank voor hel vriendelijk welkom Ds. Gronemcyer namens het Ned. Bijb. Gen. de lieer Schroder na mens de Ned. Zend. Vereen.de heer Kühnen namens het Salatiga-Comilë. Daarna spreekt Ds. Gunning over de vergadering van het Voort/ettings-Comité der Wereld-Zendings- Conferentie te Edinburg, die te Durham gehouden en door hem als afgevaardigde van Nederland werd bijgewoond. Spr. wijst allereerst op de resultaten van die Wereld-Zendings-Conferentie. De Engelschen en Amerikanen hebben ongetwijfeld heel veel gedaan op zendingsgebied, maar de continentale zendings mannen hebben dieper dc zendingsvraagslukken in gedacht en uitgewerkt. Wederzijds heeft men elkan ders verdiensten loeren waardeeren. Een belangrijk resultaat was ook de instelling van het Voortzettings-comité, dal samengesteld is uit 10 afgevaardigden uit Amerika, 10 uit Engeland, 10 van het Continent en 5 van Australië en Z.-Afriko. Dit Comité komt elk jaar samen zoo is er voort durend contact tusschen de zendingscorporaties in de geheele wereld. Enkele personen, die het Co mité vormen, worden nader beschreven, inzonder heid de voorzitter John Molt, de secretaris Oldham, e. a. Op de vergaderingen werd aandacht gewijd aan eene betere speciale opleiding der zendelingen aan eene betere samenwerking op het zendingsveld aan het bezetten der nog-onbezelle veldenaan de persaan de organisatie van het zendingsonderwijs en de inlandsche volkskerken; aan den arbeid on der de Mohammedanen, enz. Waarschijnlijk zal Molt in het najaar voor eenigen tijd ons vaderland bezoeken om met de zendingsbesturen te spreken. Besloten werd een Internationale Revue te doen verschijnen in twee talenEngelsch en Duitsch. Ten slotte besprak Spr. de belangrijkste verschijnse len op zendingsgebied in Schotland. Men kent daar alleen kerkelijke zendingde zendingsbelangcn wor- den op de Synodes zeer ernstig besproken. Dc ker- kelijke zending werkt daar centraliseerend een paar kerken zijn er reeds samengesmolten. Ds. Van der Giesen dankt aan het eind der ver* gadering den Voorzitter voor diens leiding. Met het zingen van Gezang 245 .- 2 wordt de vergadering gesloten. Avondsamenkomst op 12 Juli in de Groote Kerk te Rotterdam. De vergadering in de Groote Kerk werd geopend met gebed en het z'.ngen van Gez. 239, en een wel komstgroet door den Voorzitter. Ds. Van Paassen, predikant te Haarlem, hield eene zendingsrede, waaraan ten grondslag lag Zacharia 4 6b Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijnen geest zal het geschieden, zegt de Hecre der heirscharen. Met het zingen van Gez. 96 wordt de vergadering gesloten. Van den Hak op den Tak. Een hond toont zich toch dikwijls een slim dier. Bij Nieuw-Vennep bevond zich een hond juist tus schen de rails, toeu een zandtrcin aankwam. Ilct dier kon niet meer uitwijken, en wat deed het nu? Het legde zich plat op den grond neer en liet den trein over zich heen gaan. Het bleef gelukkig onge deerd toen de trein gepasseerd was, draafde Fidel lustig weg. Zoo nu en dan lezen wij wel eens staaltjes, dat de schranderheid van den bond door een mensch wordt benut; dat een hond couran tenbezorger was, had ik nog nooit gehooid. Nu komt dit voor in Parijs, waar een zwarte poedel met een snuit, als uit zwart gummie gesneden, voor zijn meesteres, een papierhandelaarster, die ook kranten bezorgt, deze rondbrengt. Dick doet dit zoo slipt, zoo nauwgezet als de uccuraatste kranten- looper. lederen morgen gaat bij op weg, loopt van huis tot huis en draagt een ikorf, waarin zich de couranten bevinden. Hij vergist zich noch in de wo ning, noch in de étage, noch in de deur. Hij brengt den portier zijn courant met politiek en gemengde berichten, en de winkeljufffrouw haar courant met novclletjes en feuilletons, 't Spreekt van zelf, dal Dick, als ieder levend schepsel wel eens in verlei ding wordt gebracht, maar en hierin maakt hij ons menschen beschaamd hij is nog nooit voor de verzoeking bezweken. Althans zoo luiden de. berichten. Men lieeft herhaaldelijk geprobeerd om hem van het goede spoor af te brengen, hem te misleiden, ookte bestelen. Maar Dick toonde zich trouw aan zijn roeping. Voor niets bezweek hij, ook niet voor een klontje suiker, ofschoon hij een echte lekkerbek is; hij neemt dankbaar de suiker aan, maar blijft niettemin den voorgenomen weg volgen. Wie zou zoo'n trouw en schrander dier als de hond kunnen deren? ,,Wij", kunnen een 4-tal jongens te Haarlem hierop antwoorden. Die deugnieten waren op het terrein langs den slacht- huisweg bezig een graf te delven. Een slager zag hen en wilde weten, wat zij in hun schild voer den. Toen de kuil diep genoeg scheen naar de zin der jongens, legde een van hen een pakje daarin en wierp toen een schop zand daar bovenop. De slager trad naderbij en vroeg„Wat begraven jullie?" Antwoord: „Ja, mijnheer, 't is zyn eigen schuld, hij heeft het zelf gewild." De slager haalde 't pakje uit den kuil en een levend hondje kwam voor den dag. Het arme dier was door de kwajon gens ter dood veroordeeld, omdat het een stuk worst gestolen had en ook gesnoept had van de melk. Natuurlijk kreeg het nu gratie, waarover de deugnieten zich nog ontsticht durfden toonen. Worst, oefent niet alleen op hondjes bekoring uit. Een Nederlander in Berlijn verheugde zich buiten gemeen, toen hij bericht kreeg, dat voor hem een pakket was aangekomen, inhoudende een paar Gel- oersche rookworsten. Dal leek hem. Ilij zou er echter niet van smullen. Een paar dagen later werd hij geïnviteerd om aan het douanekantoor te ver schijnen. En daar vernam hij, dat vleesch in worst- vorm niet uit Nederland mag ingevoerd worden. Voor geen gekt of goede woorden. De worstjes, die er zoo heerlijk sappig uitzagen, moesten der halve naar Nederland terug. „Jammervond onze landgenoot- .Jammer ook van dc kosten! Weet u wat, houd u ze, ik zend zc niet terug. Eet u ze op, als u ze lust; zc smaken perfect. Eenvoudig in kokend water gaar broeienDe beambte viel hem verstoord in de rede„Dan zulten wij zc ver nietigen, en dc daad bij bet woord voegende, deed hij voor dc begeerige oogen van onzen waterlan- denden landgenoot de malsche rookworstjes in bet vuur verteren. O, gruwelt Die douane-beambte wist dus zijn lust te behecr- scben, hij kende zijn plicht. Plichtgevoel dient ieder te hebben, anders deugt hij nergens voor. Natuur lijk wordt er meer vercischt, voor elk beroep en ieder ambt weer iets anders. Een paar politie agenten zoo verhaalt L en V. stonden op een vrijen dag in een enfétje met een olijken werkman te filosofeeren over alles en nog wat. Er werd on der het genot van een glaasje bier flink „geboomd". Zoo hielden ze o.m. diepzinnige beschouwingen over het vraagstuk van den „«.ingeboren aanleg", die zich op jeugdigen leeftijd openbaart. „Ja", zei de eene dienaar van Hermandad, „ik zeg maar, als zoo'n jongen graag met scheepjes speelt, dan steekt cr vast een zeeman in hem." „Ik heb er een gekend", beweerde aijn Collega, „die als Jongen nooit wat anders doen wilde dan soldaatje spelen, cn nou, hij heeft het ridder al." „Precies", beweerde de leuke werkman, „ik heb een jongen, die beeft bepaald aanieg voor politie agent." Vragende gezichten! „Ja, 't is zoo", ver volgde hij. Als moeder de vrouw het eten op tafel zet, dan is hij d'r altijd het eerst als de kippen er bijmaar als er eens houtjes gehakt moeten wor den of een boodschap gedaan, 't is vertikt, maar dan is die aap van een jongen nooit te vinden." Dc stemming van de agenten was bedorven. Bijzondere geschiktheid of aanleg meende een sollicitant te hebben, die naar een betrekking dong. Ilij schreef den volgenden sollicitatie-brief Meneer, Ik zou zoo goed opzichter bij U kunnen worden. Want ten eerste ben ik geboren in „Kijkduin", ten tweede ben ik de zoon van een klokkenopdraaier, en ten derde heb ik „mijn tijd" uitgediend in bet leger. Ik zal dus goed op den tijd kunnen letten. J. W Acht geven op den tijd is een goed ding. „Acht geven" in 't algemeen voorkomt veel kwaads en nadeel. Dat begrijpt ook de Directie van dc Onderl. Brandverzekering der Holt. Mij. v. Landbouw, die, zeker naar aanleiding vnn den grooten brand te Binnenwljzendi, den volgenden raad kreupelrijm publiceert, welke wel verdient in acht genomen te worden Twee zaken hebben door hun aard lil 't huisgezin veel zorg gehaaid Geachte loden, gij kent ze wel De lucifer en 't petroleumstel. De eerste is op 't platteland Zoo vaak bij d' een of and'rcn brand, Gelijk men dan zeer dikwerf leest, Dc oorzaak van den ramp geweest. Derhalve ouders opgepast De lucifers boven op dc kast I Laat het jonge volkje vroolijk spelen, Maar zorgt, dat zij zich niet vervelen. En wat betreft 't petroleumstel, Hot gevaar daarvan, dat kent ge wel. Men lette, dat het stevig staat Op 'n ijzeren of steonen plaat. Nooit laat men 't brandend onbeheerd, Dat is ten ccnenmaal verkeerd. Of bij te vullen als het brandt, En dan nog wel tot aan den rand. Zorgt, dat dc meid dit nimmer doet, Want dat is absoluut niet goed. Nimmer met water blusschcn gaan, Als brand is door 't stel ontstaan Men neem' dan melk, nog beter zand, Een bak daarmee steeds bij de hand. Een ieder zorge, wat hij kan, Daar hebben allen voordeel van. KEUVELAAR. Naar h*t Engtltch BARONESSE ORCZY. TIENDE HOOFDSTUK. Lady Blakeney's raout. de annalen van het jaar 1793 vindt men philknde beschrijvingen "van tie gran- receptie, door Lady Blakeney gegeven, en herfst van dien zonnekring, op haar ■Mig landgoed „Blakeney House", aan Theems gelegen. )oit hadden de ruime zalen er scnitte- ler uitgezien dan bij deze gedenkwaardige eenheid gedenkwaardig wegens de turlenissen waarmede deze luisterrijke inkomst werd besloten, jè Prins van Wales was te water van Hon Manor overgekomen; de Koninklijke essen waren vroegtijdig aanwezig; ge- de groot wereld, van Londen was er ïgenwoordigd, pratend en lachend, de igste toiletten en onschatbare juweelen ^toon spreidend, dansend, koketteerend, rend naar ruiscliende muziek of slen- in de gaarden, waar najaarsrozen en jotropen den wandelaars een zoeten geur wuifden op den adem van den westcn- Od. ilou ases< de ■<'.v hem. df'"1 i: jwuifc Maar Marguerite was zenuwachtig ,en on rustig in haar bewegingen. Zij mocht doen wat ze wilde, het gevoel van een nanderend onheil kon zij niet van zich afzeilen, 'het had zich reeds op het eerste oogenblik van haar meester gemaakt, nadat ze Chauvelin van aangezicht tot aangezicht had ontmoet. De onverklaarbare gewaarwordinjg van een ongezonden toestand benauwde haar voortdurend, hel vermoeden, dal haar per soon, Désiréc Gmdeille, Percy, zelfs jive Koninklijke Hoogheid, op dit oogenblik de spelers waren in een drama, door Chauve lin geschreven en geregisseerd. Dc nederig heid van den ex-amfbassadeur, zijn vriend schapsbetuigingen, zijn kalmte onder Sir Percy's goedlachsche kwinkslagen het was alles een wassen neus. Marguerite wist zulks, haar vrouwelijk instinct, haar harls- tochtelijke liefde voor Blakeney, alles klonk :a tuar binnenste als een waarschuwende stem. Maar er lag iets in den aard van ha ren echtgenoot, dat haar tot machteloosheid doemde in het aanschijn van zulke gevaren, die thans zij was cr zeker Van 'hem boven het hoofd zweefden. Even voordat Laar gasten begonnen zioh te verzamelen» ,was ze jnet hem gedurende enkele minuten onder vier oogen geweest. Zij was het vertrek binnengetreden waar hij zatzij zag er schitterend uit van schoon heid in (haar glanzende robe van wit satijn met zilverdraad doorregen, met diamanten in haar (goudblonden haardos en een ooJlier van briljanten om haar ongeêvenaarden hals. Oogenblikken als deze, als zc alleen met hem was,, waren de vreugde van haar leven. Dan, maar ook <lan alleen, zag zij hem in, zijn ware verschijning, met die fnnige teo- derheid in zijn diepliggende oogen, den nu en dan flikkerenden straal van hartstocht onder de druiliig welvende wimpers. Voor enkele minuten zeggen we seconden lag de geest van den waaghals in rust, geban nen naar den versten achtergrond zijner ge waarwordingen door de machtige emoties van den minnaar. Dan placht hij haar in zijn armen te druk ken, haar vast te klemmen aan zijne borst, met het eigenaardig verlangen om uit zijw hart alle andere gedachten te bannen, alle gevoelens cn ontroeringen, behalve de aan doeningen die hem tot slaaf maakten van haren glimlach, van haar weergalooze sdhoonheid. „Percy!" fluisterde zij hem dezen avond toe, zich uit zijn omhelzing bevrijdend et) naar hem opziende, terwijl ze geditrendé( deze eenige seconden gevoelde dat hij haar geheel toebehoorde, „Percy, zul je vanavond niets overhaastigs, niets dob.innigs uitvoe ren? Chauvelin heeft al wat gisteren gebeurd is tc voren naar een uitgewerkt plan be raamd. Hij haat je en..." Oogcnhliikkclijk was zijn gelaat, ook zijn houding anders, de zware wimpers overwelf den zijn oogen, de strakheid van den mond ontspande zioh, cn de gemaakte, half verle gen, halt wozenloozc glimlach speelde weer om de gesloten lippen. „Natuurlijk haat hij me, lieve," zei hij op zijn gewonen, druiligen toon, „natuurlijk haal hij me, maar dat is juist zoo 'heerlijk amusant. Hij weet wezenlijk niet wat en hoeveel hij of ik weet. Waarachtig. er. niemand onzer weet iels. nu juist op dit oogenblik. Hij lachte luchtig en onverschillig en schikte toen zijn kanten das in orde. „Percy!" zei ze op een loon van verwijt. „Ja, lieve." „Toen je korl geleden Déroulède cn Juliet te Marny naar Engeland bracht. heb ik doodsangsten uitgestaan. en. Hij slaakte een snellen, korten, veclzcg- genden zucht en zei heel minzaam „Ik weet het, lieve, en daar zit juist de moeilijkheid. Ik weet dat ge je aftobt, daarom heb ik met dat zaakje zoo'n deksel- schen haast gemaakt, om je niet le lang in spanning tc doen verkeeren. En nu kan ik Foulkes niet v.egkrijgen van zijn jonge vrouw; Tony Devvhurst en de anderen zijn zoo machtig langzaam „Percy!" zei zc andermaal met tecderen ernst. „Ik weel het, ik weet het," zei hij met iets van zelfverwijt. „La, la! Ik b»:i je be zorgdheid niet waard. Dc hemel weet wat een kaffer ik was, jaren lang, toen ik je versvaarloosde en onkundig was van dc no bele toewijding die ik helaas! nu nog zoo weinig verdien." Zij zou nog iets meer lubben gezegd, doch werd hierin verhinderd door de komst vau Juliette Marny in het vertrek. Sommigen uwer gasten zijn aangekomen, Lady Blakeney," zei hel jonge meisje, ver schooning vragend voor haar schijnbare stoornis „Ik dacht dat u het wenschte te weten." Juliette zag er jong en meisjesachtig uit, in een eenvoudig wit kleed, zonder een en kel juweel aan armen of hals. Marguerite keek haar met ongeveinsde goedkeuring aan. ,,U ziet er vanavond bekoorlijk uil, Made moiselle, dunkt u ook niet, Sir Percy?" ..Dank zij uwe goedheid," glimlachte Ju liette, eenigszins bedroefd. „Onderwijl ik n.e aankleedde, gevoelde ik hoe graag ik de juweelen mijner dierbare moeder, waarop deze zoo trotsch was, zou gedragen hebben." „Laten we hopen, dat ge ze den een of anderen dag terug krijgt, lieve," zei Mar guerite gedachteloos, toen ze het jonge meis je uit het studeervertrek van Percy geleidde naar de ruime receptiesalons. „Ik hoop het ook," zuchtte Juliette. „Toen de lijden na mijns vaders dood in Frankrijk 4x»o oproerig werden, belastte zijn 'biechtva der en vriend, de abbé .Foucquet, zich met de bewaring van dc preciosn mijner moe der. Hij zeide dat ze daar veilig met de sie raden zijner kleine kerk te Boulogne opge borgen zonden zijn. Hij was niet beducht voor heiligschennis of ontwijding van het heilig dom. Hij achtte ze daar veilig, omdat nie mand op de gedachte komen zou de Marny diamanten in dc crypt van een dorpskerk te gaan zoeken." Marguerite gaf hierop geen antwoord. Wat ook haar twijfel mocht geweest zijn aangaande dit onderwerp, het had geen nut om de kalmte van het jonge meisje le ver storen. ,,I)ic goede abbé Foucquet," ze» Juliette na een poos, „zijn toewijding is van een aard waarvan ik 'zeker ben dat ze onder het nieuwe stelsel van anarchic cn zoogenaamde gelijkheid geen gelijke zal hebben. Ilij zou zijn leven hebben gegeven voor mijn vader of voor mij. En ik weet, dat hij nooit zou scheiden van den schat, hem toevertrouwd, zoolang hij adem cn kracht bezat om dien te verdedigen." Wordi vtrffifd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1