W. 71.
Jaarguif
Maandag II September 1911.
"BUITEN LAND.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
AB0ïfïfEMKNT8PRIJ8:
Per 3 maasden voor Amersfoortf 1 .OO.
Ideu franeo per poet- 1.50.
Afzonderlek# nummer.0.05.
Deze Courant verschijnl dagelijks behalve op 2en- eu Foest
dagn.
Advertentiinmededeelingen enz.gelieve men v44r 11 uur
's morgens bg de Uitgevers in te remden.
U i tg»vers: VALKHOFF C®.
Utrechtschestraat 1. Interoomm. Ta!ephoonnumm«r 06.
PRIJS DER ADVERTENTIE#:
V.n 1. rog.1. f a.ao.
Elke regel meer 1©.
DieueUanbiedMHten ea aanvrwgee 95 een Is Wij veeruitketaUag.
O root* letters naar plaaWruumte.
Voer luusdel en bedelf Weekien zeer veevdeelige bepalingen let
het herhaald adverteezen iu dit Blad, akonneaaeat. Bene
eireniavrcberabtenAe de veer tramden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort, brengt ter ken
nis van belanghebbenden, dat in deze gemeente een
geval van mond- en klauwzeer is voorgekomen.
Amersfoort, den 9. September 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WTUTIBRS.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter algemecne kennis
I. d3t de Raad in zijne openbare vergadering van
5 September 1911 tot Wethouders benoemd heeft
dc heeren H. W. van Esveld en R. G. Rijkens
II. dat de voorbereiding van de werkzaamheden
betreffende de na te noemen takken van dienst als
volgt tusschen de leden van hun College is ver
deeld
a. de Burgemeestergemeente-i e.niging, open
bare gezondheid, plantsoenen en beplantingen
b. Wethouder Kam Gasfobriek, waterleiding en
openbare werken (behalve plantsoenen en beplan
tingen)
c. Wethouder Van Esveld Armwezen en finan
ciën
d. Wethouder RijkensOnderwijs.
Amersfoort, 8 September 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WUEJTIERS.
Politiek Overzicht
De onderhandelingen inzake
Marokko.
Donderdag jongstleden heeft de aangekon
digde samenkomst plaats gehad tusschen den
DwiiLsohen staatssecretaris van buiten'Land-
sahe zaken en den Franschen gezant te Ber-
flijn. Over het resultaat dezer samenkomst is
niets medegedeeld en is vermoedelijk ook
niets nieuws te meliden. Het was van te voren
djuiidol'ijk dat Cainhon de hem door von Ki
derlen Wachter overhandigde tegenivocw-
steLlen van DnitsohlaiKl welke dienen ais
antwoord op de voorstellen van Frankrijk,
aan de regeering te Parijs moest doen toe
komen, hetwetik daags daarop is geschied.
Het zwaartepunt is dus op het ooigenbliik van
Berlijn naar Parijs verplaatst waar de Fran-
feohc regeei-ing hare houickng ten opzichte van
de Duitscihe tegenvoorstellen zal bobben vast
te steiUen. In eerste instantie heelt ze zich
thans bezig te hooiden met de vraag welken
vorm de z.g. economische waarborgen, die
Duiitsohland in Marokko wenscht, zulten ver
krijgen. Het schijnt dat Duitsohtand in dit
opzicht veel meer verlangt dan Frankrijk
wenscht toe te staan dat is althans de op
vatting die vrijwel de geheele Fransohe pers
van Duiilsohlandi's tegenvoorstellen heeft.
Hoofdzakelijk zou Duitsabland een aanzien
lijke verruiming wensohen van het beginsel
der open deur pohtiek cn zelfs de intrekking
van de limiet der open deur welke is vast
gesteld bij de Fransch-Engelsche overeen
komst van 1904.
Togen zulk ©ene concessie nu, v aarvan het
overigons nog de vraag is of ze werkelijk is
verlangd, komen tai van Fransohe persor
ganen met kracht op. En een gezaghebbend
orgaan aJs de Temps staat hierin vooraan.
„Wanneer men spreekt van economische
waarborgen" zoo schrijft dit blad dan
wordit die uitdrukking gewoonlijk aldus ver
staan dat eene volkomen gelijkheid zal wor
den toegestaan aan het commcrcieele stre
ven van de verschillende nationaliteiten. In
dien Diutecliiand zulk eene gelijkheid vraagt,
dan heeft het bij -oorbaat reeds zijn zin. Dc
handelsverdragen inzake Marokko mcl de
mogendheden gesloten, voorzien een behan
deling op den voet van de meest begunstigde
natie." liet blad haalt de verschillende Ma-
rokko-verdragen aan waarin dit recht werd
vastgelegd, het laatst in de acte van Alge
ciras, en verzekert dat Frankrijk er niet aan
denkt om aan dit recht te tornen. Het heeft
in ddt opzicht ook niet alleen verplichtingen
aanvaard jegens Duitsohland, maar eveneens
tegenover de andere mogendheden. „Er be
staat djus geen enkel gevaar voor commerci-
eele ongelijkheid, in dm eigenlijken zin van
het woord, en de Duitsahe regeering behoeft
ons geen aanvullende verplichting te vragen,
al zijn wij overigens bereid die te verke
nen." Nu maakt men in Duitsche handels
kringen vaak onderscheid tusschen gelijkheid
van behandeling en gelijkheid van tarief en
men klaagt erover dat de douanen, door ver
schillende machrnatdën, b.v. door de classifi
catie de Duitsche handeflswaren benadeekn
en de Fransohe bev oord eden. Eens aange
nomen dat deze grieven niet overdreven of
ongerechtvaardigd zijn hetgeen de Temps
overigens sterk betwijfelt dan zal het mak
kelijk zijn in de toekomst daartegen
waarborgen te treffen. Iloe meer gezag
Frankrijk in Marokko zal hebben hoe meer
verantwoordelijkheid en daardoor zal de af
doening van de reclames sneller geschieden
dan wanneer ze gericht worden tot dc Sjerd-
fiaansche administraties, welke er bleeds op
uit is zich aan de zaken te onttrekken en
ze te doen traineer en.
„Indien dus Duitschland geen andere
waarborgen verlangt dan van deze soort, dan
zouden er geen moeüijklheden zijn. Maar er
is, krachtens de tot <Lusver ontvangen infor-
maliën, aJle reden om te gclooven dat het
nog iels anders en meer verlangt. Het ge
bruikt het woord waarborgen. Het
woord Yoordeelen zou misschien juister
zijun". En eenige alinea's verder gaat het
blad voort;
„Zoodra Duitschland in den Congo uitge
breide schadeloosstellingen ontvangt, is het
ontoelaatbaar dat het in Marokko recht heeft
op een bevoorrechte economische positie. Het
heeft het recht van gelijkheid, maar niels
meer. Het valt onder liet algemeen recht. Het
wordt behandelt op denzelfden voet als En
geland en Oostenrijk-Hongarije. Dat is de
oplossing van het gezonde verstand en van
het evenwicht. Want indien wij Duitschland
economisch moesten betalen in Marokko, bet
geen hot ons op politiek, gebied in Marokko
toeslaat, dan bestond er geen reden meer
om van den Congo te spreken.
„Duitschland kan ons geen territoriale
schadeloosstellingen vragen als prijs voor
zijn belangeloosheid in Marokko, als het te
gelijkertijd in hetzelfde Marokko bijzondere
economische Yoondeelen eischt. Ook Enge
land heeft nooit zoo iets gedaan.. Het heeft
wat het in Egypte verkreeg als voldoende
beschouwd zoo ais ook Duilsohiland moest
doen met hetgeen 't in den Congo zal ver
krijgen. Het is een algemeen aangenomen
axioma dat „dionner et retenir ne vaalt". Het is
een waarheid voorspruitend uit het gezonde
versland dat niemand tweemaal voor dezelf
de koopwaar behoeft te betalen. Dit zou ech
ter gebeuren indien Dudlsölilaaid in ruil voor
zijn afstand doen op politiek gebied van ons
financieeie voondcelen in Marokko verkreeg
benevens territoriale voordeelen in den Con
go.
„Onder zulke omstandigheden zou de over
eenkomst onaannemelijk zijn voor Frankrijk.
Wij voegen er bij dat ze waardeloos zou zijn
voor beide ouderleekenaarsWant ze zou
niet kunnen worden toegepast. In een land
als Marokko kan de mogendheid .die het po
litieke toezicht uitoefent zich niet asso-
ciceren niet eene andere mogendheid inzake
economische regelingen zonder noodzakelijk
heid, vroeg of laat met deze mogendheid in
politiek oonflMiot te komen".
In oen volgend nummer herinnert de Temps
aan uitspraken van den voriigen rijkskanse
lier luidens welke Duitschland geen speciale
rechten in Marokko wenscht en zet hel blad
no guiteen, dat wanneer aan Duitschland
voordeden werden toegestaan buiten het ge-
meene recht zulks Frankrijk in conflict zou
brengen met de andere mogendheden, die de
acte van Algeciras onderteekend hebben.
Marokko.
De nieuwste ,phase in de Marokko-onder-
handeiingen, heeft, zoo al geen ernstige op
winding, dan toch een aanmerkelijke teleur
stelling teweeggebracht in de Fransohe pers,
welke blijkbaar op een onmiddellijke oplos
sing der geschilpunten hact gerekend. Vol
gens de Echo de Paris heen Duitschland de
door Frankrijk geboden economische waar
borgen niet voldoende gevonden, zoowel de
gene die bekrachtigd zijn iu met den sultan
afgesloten verdragen als die welke hel voor
de toekomst verncmens is te verleencn. In een
voor-ontwerp, dat door von Kiderlen Wach
ter aan Gambon is overhandigd, hebben de
dezer dagen naar Berlijn ontboden MarokJko-
deskundigen 'n heele reeks van ondernemin
gen: openbare gebouwen, mijnbedrijven, ne
derzettingen enz. opgegeven, waar Duitsch
land op dezelfde wijze als Frankrijk aan de
exploitatie van den Marokkaanschen bodem
onder dc souvereinheit van den Sultan maar
met garantie van Frankrijk zou behooren
deel te nemen. Ook ten opzichte van den
gebiedsafstand in den Kongo tracht Duitsch
land van Frankrijk's „vrijgevigheid" meer
nut te trekken, waarbij het aanvoert, dat de
af te staaue streken niet veel profijt kunnen
opleveren, daar deze aan verschillende Fran-
schc maatschappijen zijn geconcessuonneerd,
die schadeloos gesteld zouden moeten wor
den.
Opmerkzaamheid verdient het fcat, dat de
tol dusver in de Marokkaansche kwestie zeer
gematigde „Lanterne" mismoedig verklaart,
dat Frankrijk niet adleen verantwoordelijk
heden op zich kan nemen, zonder een daar
aan evenredig materieel voordeel te genie
ten. De Duitsche eischen hebben echter ten
doel in MaTokko op Frankrijk alle lasten te
laden, doch voor zich zelf aanspraak te ma
ken op de voordeelen. Zulk een transactie
zou Frankrijk niet kunnen aanvaarden. Het
wil gaarne alle waaroorgen voor de handeds-
vrijheid in Marokko geven, doch moet zich
zelf het toezicht op de Marokkaansche regee
ring en op de handels monopoliën voorbehou
den. Voor een zuiver nominiale souvereini-
tei't kan iFrankrijk ook in geen geval gebie
den in den Kongo afstaan.
Soortgelijke meeningen worden ook ont
wikkeld dn de Petite République, welke bo
vendien er nog op wijst, dat het verkenen
ran economische voorrechten aan Duitsch
land gerechtvaardigde protesten eo<u te voor
schijn roepen der Engelsche regeering, die
in 1904 zdoh in de Marokkaansche aangele
genheid slechts onder duidelijk omschreven
voorwaarden, omtrent de handcis- en econo
mische kwestie, bij Frankrijk heeft aangeslo
ten. Het Foreign Office zou bezwaar doen
gelden tegen eene overeenkomst, waarbij
Frankrijk zijn wederpartij gunstiger behan
delde dan zijn vrienden en bondgenooten.
..Duitschland wenscht namelijk voor zijn
handel en zijn nijverheid een bevoorrechte
positie boven andere landen, en die zou
Frankrijk niet kunnen toestaan, zelfs al zou
iiel dit nog zoo gaarne willen", zegt Jules
Iledeman in den „Matin".
..Wanneer Duitschland ons dc vrije hand
wil laten in Marokko, zullen de andere lan
den. die de Akte van Algeciras onderteekend
hebben, Oostenrijk-Hongarije. de Vereenigdc
Siaten, Groot Britannië, Spanje, Rusland,
Italië, Nederland, België, Zweden en Portu
gal, waarschijnlijk bereid bevonden worden,
d't eveneens te doen, op voorwaarde echter
dat Frankrijk aan hunnen handel niets in
den weg zal leggen en dat zij alle met Frank
rijk dezelfde economische rechten zullen ge
nieten. Geven wij lean Duitschland bijzondere
voorrechten, dan zullen de andere mogend
heden die eveneens eischen en dan zou
Duitschland toch geen bevoorrechtte positie
meer innemen.
Kort samengevat slaan de zaken aldus; Wij
zeggen lot Duitschland; „Gij laat ons de vrije
hand in Marokko. Wij geven u daarvoor in
ruil een flink stuk van Fransch Congo en,
teneinde u alle ongerustheid te ontnemen om
trent uwen handel en uwe ondernemingen
in Marokko, verbinden wij ons plechtig al
het mogelijke te doen om te zorgen, dat uwe
handelaars, uwe industriëelen cn uwe finan
ciers Ihunne zaken zonder belemmering kun
nen drijven."
„Frankrijk getroost ziich een aanzienlijke
opoffering om van Duitschland gedaan te
krijgen, wat dat land reeds in Februari 1909
in beginsel Iheeft toegestaan, maar dat thans
nauwkeuriger wordt omschreven. Frankrijk
zal aan Duilschlana een groot deel afstaan
van een kolonie, die het heeflt verkregen ten
koste van veel mensoiienlevens cn veel geld.
Wilde regeering te Berlijn de waarde ran
die opoffering maar inzien, .dan zou liet
Fransch-Duilsch verdrag binnen enkele uren
gesloten kunnen worden. Doet het dit niet,
dan zullen de onderhandelingen op moeilijk
heden blijven sluiten."
Van belang is, te vernemen, hoe het orgaan
van het Du.lsche centrum, de Germania, op
het oogenblik den toestand beoordeelt. Men
vind» daarbij tevens een weerlegging van het
geen ae Fransohe Ders in het midden te
brengen heeft omtrent de economische waar
borgen. De Germania schrijft dan
„Het was te verwachten, en het is feitelijk
ook zoo uitgekomen, dat het eersite door
Frankrijk ingediende, door de regeering te
Londen goedgekeurde ontwerp, niet de vol
komen instemming van Duitschland zou heb
ben. Bij een handelszaak biedt men aanvan
kelijk slechts een minimum en weet men
ivooruit, dat men tot verdere tegemoetkomin
gen zal moeten overgaan. Daarvan is zich
ongetwijfell ook de Fransohe regeering be
wust. Doch deze heeft klaarblijkelijk het mi
nimum zoo laag gesteld, dat het voor ons nog
altijd de vraag is of haar maximum voor dit-
cussie vatbaar is. Aan den quai d'Orsay ver
geet men steeds, dat een vroegere eenzijdige
overeenkomst tusschen Frankrijk en Enge
land over Marokko ons absoluut niets aan
gaat. Wij zien in Frankrijk slechts 't rijk, dat
de Akte van Algeciras overtreden heelt, dai
een geweldig gebied economisch en politiek
aan zien onderwerpen wil, zijn machtsposi
tie in de wereld zeer buitengewoon denkt te
versterken. Zeer aanzienlijke territoriale ge-
biedsafstauöen en groote economische waar
borgen zullen noodig zijn om niet alleen onze
regeering, doch ook den rijksdag voor de
Fransche veroveringsneigingen gunstig te
stemmen. En wanneer een officieel Fransch
bericht zegt, <lat „vrij aanzienlijke verschil
punten'' tusschen de beide standpunten be
staan, dan moei daarbij niet vergeteu wor
den, dat ook wij onder een zeker minimum
niet kunnen gaan, een minimum, dat zoowel
betrekking heeft op uen geb.edsafstand als
op de economische waarborgen. Wanneer de
heer von Kiderlen Wachter voor dc Duitsche
volksvertegenwoordiging zou verschijnen om
mede te deelen, dat een groolendeels onont
gonnen, daarbij door Fransche concessies
hoofdzakelijk in vreemde handen zijnd, gie-
bieu onze territoriale schadeloosstelling Zou
zijn voor de bezetting van Marokko door
Frankrijk, dan zou hij niet alleen bij <le Afl-
deutschen op een taai verzet stu.ten. De beste
kenners van den Franschen Congo hebben
een zeer ongunstig oordeel over dc betrok
ken landstreken geveld, en wanneer bij Ma
rokko wordt gesproken van „zandhoopen",
dan kan men mot honderdmaal meer reilen
de ons toebedachte nieuwe kolonie als ,,moe-
raspoelcu" qualificeeren. Wanneer Frankrijk
streeft naar het protectoraat en daarmede
het feitelijk bezit van Marokko, dan moet
het daarvoor iets in de plaats geven dat voor
ons waarde heeft. Zonderling echter, doch
waar: Frankrijk stelt zdeh op dit standpunt:
„Wanneer Duitschland „ook nog" op econo
mische waarborgen in Marokko aanspraak
maakt, dan moeten wc van de concessies die
we op territoriaal genied zullen geven, aan
merkelijk wat afnemen. Deze tendenz leest
men tenminste uit dc artikden van alle Pa-
rijschc bladen, ook van diegene, welke nauwe
relaties met dc regcering onderhouden. Een
dergelijke opvatting zal niemand in Duitsdh-
land kunnen deelen. Marokko is een zoo
waardevolle aanwinst, dat dc afstand van
zeer dubieuze en eerst nog te ontginnen ko
loniën alleen daarvoor geen tegenwidlit biedt.
Wij wensehen economisch niet uit Marokko,
waarmede wij van jaar tot jaar een steeds le-
vendigeren cn vruchtbaarderen handel drij
ven, tc worden teruggedrongen, doch in vrije
concurrentie niet Frankrijk te treden, dat
toch door zijn protectoraat ons steeds ver
zal voorblijven. Over de omschrijving der
economische waarborgen kan men verschil
len en discussieeren, zij zelve echter moeten
als een conditiso sine qua non be
schouwd worden."
Mede m verband met eene geweldig» koers
daling, die Zaterdag op de Berllijnsche beurs
viel waar te nemen, heeft dc Frankf. Ztg. een
scherp woord van afkeuring over de over
ijling van hel publiek, dat zonder eernig oor-
deel afgaande op rage geruchten en dwa®&
couranten-artikelen waardepapieren op de
markt gooit en daardoor zichzelf en anderen
groot na dec. toebrengt. Die overijling is vol
gens het blad niet alleen een bewijs er voor
dat op bepaalde oogenblikken officieele
verzekeringen, die om voor dc hand liggende
redenen zich niet mieer dan op indrukken
kunnen baseeern, geen waarde hebben,
doch ze toont ook tegenover het buitenland
een betreurenswaardige zwakheid en is een
factor, waarmede een vreemde regeering on
der omstandigheden rekening zal houden. Zij
kan zich daarbij natuurlijk grondig vergis
sen, maar in ieder geval zal een beurs, die
op een kritiek, of zeggen \yij in een zooge
naamd kritiek, oogeniblik baar kalmte be
waart en zich niet door geruchten en drei
gementen laat beïnvloeden, het 'buitenland
oneindig moer respect inboezemd, dan eene
die willoos heen en weer zwenkt, en daarom
zal een beurs ook een element te meer voor
bet behoud des vredes zijn. Het is werkelijk
niet verheffend, wanneer men, gelijk thans,
ziet hoe hel aantal plaatsen toeneemt, waar
angstige menschen naar de spaarbank loo-
pen, om ihun geld op te vragen. Dit tijdperk
van zenuwachtige onrust moet men echter
doorkomen, want het gaat er .tbanis om de
Marokkaansche aangelegenheid tot een be
slissend einde te brengen, waarbij aan
Duitschland en Frankrijk op gelijke wij&e
recht wordt gedaan. Men mag liet betreuren,
•dat bet geheim liouden der onderhandelin
gen de zenuwachtigheid verhoogt, omdat dit
ruimte laat voor alle mogelijke combinaties,
doch in volle openbaarheid kunnen ze nu
eenmaal niet worden gevoerd. Dat is in een
lijd, waarin de pers door een enkel artikel
op hetzelfde oogenonk tienduizenden lozers
in beweging brengen kan, niet mogelijk, al
leen kan men slechts den wensch koesteren,
dat de mannen, die krachtens hunne positie
tot 't voeren der on de nhandc langen zijn geroe
pen, zien zuuen haasten met het nemen van
hunne besluiten. Dat geldt voor Frankrijk
zoo goed als voor Duitschland.
De „Köln Zeitung" betoogt in een artikel
onder het opschrift: „Waarom Oorlog?", dat
aan het voortdurend oorlogsgieschreeuw nu
toch eindelijk eens een einde moet komen,
daar voor een oorlog feitelijk geen aanlei
ding bestaat. Zelfs wanneer de onderhande
lingen, die tbans gevoerd worden, mochten
mislukken, dan zou er nog geen oorlog be
hoeven ie volgen. Duitschland zou dan stipte
uitvoering van de A'kte van Algeciras eischen,
met alle diplomatieke middelen de verdere
„Tuniseering" van Marokko verhinderen en
bij iedere gelegenheid voor zijn economische
belangen zoo krachtig mogelijk opkomen.
Znik een vereeuwiging van de Marokkaan
sche twistpunten is weliswaar geen aange
naam vooruitzicht, maar voor Frankrijk
waarschijnlijk nog minder dan voor Duitsch
land. Bovendien ware zulk een uitslag een
voortdurende bederiging voor den vrede en
nieinanu zou kunnen waarborgen, dat ten
slotte, iea gevolge van de voortdurende wrij-
v.ngen, toch met een oonlog zou uitbreken.
Dat weet nsen in Frankrijk even goed als in
Duitsohtand en men zal zich dus in laatstge
noemd land wel driemaal bedenken, aivorens
inen de groote voordeelen, die de Duitsche
voorstenen der republiek bieden, van de hand
wijst.
„Wanneer men dus in Duitschland of
FrankrijK zegt, dat nu het zwaard zal moe
ten beslissen dan is d:i onverantwoordelijk
gebazel, dat ons aanzien in dc wereld slechts
kan schaden,zoo beslui* het artikel.
De, als officieus bekend staande, Berliju-
sche correspondent der Kölnische Zeitung
seint aan dit blad het volgende:
„Het Donderdag gevoerde onderhoud tus
schen staatssecretaris von Kiderlen Wüchter
en den Franschen gezant Ounbon duurde
lang en ging diep op de zaken iu. Dc
schriftelijk opgestelde tegenvoorstellen van
Duitschland zijn op het oogenblik (Viijdag)
onderweg naar Parijs. Uit het feit dat Duit
sche tegenvoorstellen zijn opgesteld, kan na
tuurlijk niet dc conclusie getrokken worden,
dat de door Cambon overhandigde voorstel
len van Frankrijk door Duitschland als on
aannemelijk zijn afgewezen; integendeel ze
worden beschouwd als grondslag voor ver
dere onderhandelingen, anders zou Duitsch
land ze a limine afgewezen cn tegen
voorstellen in 't geheel niet opgesteld heb
ben. Voor het antwoord van Frankrijk ont
vangen wordt, zal natuurlijk eenigen tijd
verloopen; tusschen de eerste mededccling
der Fransche voorstellen cn dc overhandi
ging der Duitsche tegenvoorstellen liggcu
vier dagen. Wellicht mag aangenomen wor
den, dat ook het wederwoord van Frank
rijk niet lang op zich zal laten wachten".
De Fransche minister dc Selves heeft na
den Donderdag gehouden ministerraad te
genover een vertegenwoordiger van de Matin
de volgende verklaring afgehgd: „Men moet
i zich op het oogenblik evenzeer voor een blij
optimisme als voor een overdreven pessi
misme hoeden. Mijn indruk is maar hei
is slechts een indruk dat de in Berlijn
aangeknoopte onderhandelingen nog lang
zullen duren."
Pa r ij s, 9 Sept. De Temps zegt, dat
Dudtsoliland in Marokko onlogische en on
mogelijk toe te passen voorredden cisciht en
dat de mogendheden nooit een Fransch-
Duitsoh verdrag zouden goedkeuren op den
grondslag waar Duitschland Frankrijk heen
wil hebben.
Frankrijk moet aan DuatschHand dc gewone
redhten aanbieden en niets meer.
P a r ij s, 10 Sept. Een nota van Ha vos
meldt, dat het tegcn-voorstel van Duitschland
gisteren avond is ingekomen. JIct legt den
nadruk op eenige beginselquacsties, die oen
ernstig en minutieus onderzoek eischen.
Hel te Milaan verschijnend blad „La Per-
éeveranza" meldt uit Rome, dat de Fransche
monniken in het Congogebicd lot den paus
eene memorie hebben gericht, waarin ze hem
smeeken om zijn vaderlijken steun, teneinde
zorg er voor te dragen, dat Frankrijk zijn
Congogebicd niet aan Duitschland afsla. De
monniken vreezen dat in dit geval de
FranscJi-christCiijke beschaving, weike daar
sinds 34 jaar iu de hoogste male bloeit, haar
ondargaug tegemoet zai gaan.
Dc Belgische minister-president Do Bro-
queville heeft den Franschen minister-presi
dent l-aillaux ©cn bezoek gebracht tc Parijs,
waarbij inj het verlangen van België naar
goede handelsbetrekkingen met Frankrijk
uitsprak. Caillaux antwoordde, dat deme
wcnsoh ook door Frankrijk wordt gedeelu
cn dat dc Fransche regeering in dit opzicht
van den besten wil is bezield. De Echo de
Paris beweert, dat men zekere bcteekenis
hecht aan dit bezoek Yan den Belgischen mi
nister-president. De beide minister-presiden
ten zullen ongetwijfeld ook ran <le Pransch-
Belgische handelsbetrekkingen hebben ge
sproken, maar men behoeft zich slechts de
militaire verdedigingsmaatregelen van Bel
gië te herinneren oin tot de overtuiging te
komen, dat beiden ook voor de mogelijke ge
volgen van <le Frausoli-Duitsclic onderhande
lingen hebben beraadslaagd.
De stedelijke spaarbank te Koningsbergen
is Donderdag en Yrijuag naar aanleiding van
door een plaatselijk blad verspreide oqrlogs-
gcruchten bestormd door personen, die hun
geld wilden terug hebben. Vrijdag werd ovei
de 20U,ÜÜU Mark uitbetaald.
DulUchlancL
B e r 1 ij n, 10 Sept. Dc voorloopige offi
cieele ramingen van den oogst in Pruisen
volgens den stand in begin September zijn:
wintertarwe 2,103,253, zomertarwe 202,079,
wiuterrogge 3,333,791, zomerrogge 03,302,
zomergerst 1,533,940, haver 5,043,907, aard
appelen 22,507,719 ton.
Prankrijk.
Toulon, 10 Sept. De minister van
marine, die voornemens was te Toulon tc
blijven tot aan het oinde der vloot-manoeu-
vrc,s besloot hedenavond hall zeven te ver
trekken.
Toulon, 10 Sept. Aan een dejeuner,
aan den minister van marine aangeboden,
hield deze een toespraak, waarin hij zoide,
dat hij met belangstelling het eerste deel
der manoeuvres had bijgewoond, hetgeen
hem veroorloofde tc constateeren, dat het
gbvechtsniatcriaal voldoet aan dc eischen,
die men er aan kan stellen en in overeen
stemming is «net de offers, die men van de
natie kan vragen. De minister had eveneens
de groote waarde der officieren en de ge
oefendheid der bemanningen geconstateerd.
Hij voegde er aan toe, dat het hem aange
naam was de eenstemmigheid der Fransche
pers op te merken in dc erkenning van de
materieele waarde der vloot on dat hij zeer
verheugd was, dat de meening van het volk
in volkomen overeenstemming is niet die
van de verantwoordelijke regeeringspersoon.
Dc minister legde er den nadruk op, dat
dit gevechtsmatcriaal gereed is voor gebeur,
tenissen, die in ieder land en op ieder
oogenblik kunnen voorkomen.
Daarna vertrok de minister naar Parijs.
Bcsanpn, 10 Sept. Aan een maal
tijd die werd aangeboden aan de militaire
delegaties, welke zijn afgevaardigd bij de
legermanocuvres, zcide de minister van oor
log dat liet hem bijzonder aangenaam was
uit naam van de regeering het welkom toe
te roepen aan grootvorst Boris, die door