If*. §4. Tweede Iliad.
Jaargang.
Zaterdag 23 September 1911.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Dg Onvindbare Pimpernel.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort
Idora franco per post
Afzonderlijke nummers
f l.OO.
- 1.50.
- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, bohalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiftnmodedeelingon enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer öd
PBUS DER ADVERTENTIÊN:
Yaa 1—6 regola f
Elke regel meer - O.l#*
Dienstaanbiedingen en aanvragen S3 cent* bQ vooruitbetaling.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Yoor handel en bedrjjf bee taan zeer voordeelige bepalingen M
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement Bene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Het bezoek van Prins Hendrik aan
Kapitein Jansen.
Z. K. H. <lc Prins bracht Woensdagmid
dag ten 2 ure, zooals we reeds meldden, per
auto een gezoek aan kapitein G. Jansen, de
bekende gezagvoerder van de reddingsboot
President van Hal", die zich o.a. bij die
Berlin-ramp idoor zijn moedi.g gedrag zoo
zeer onderscheidde. Kapitein Jansen vertoeft
thans om gezondheidsiredenen roet zijn gezin
te Ugchelen, waar hij Ihcrstel hoopt te vin-
deden voor een ernstige verkoudheid, bij het
vervullen van zijn plicht opgedaan.
De Zuid-Hoü&ndscbe Maatschappij tof
redding voor schipbreukelingen heeft hem
daarvoor op de meest eervolle wijze een jaar
verlof toegestaan.
Wij hadden het genoegen 'kort na het be
zoek van Z. K. H. den Prins eenige oogen-
blikken met kapitein Jansen te spreken. Daar
vonden wij den moedigen redder roet vrouw
en kinderen om de tafel gezeten, nog onder
den indruk van de <hoogc eer, hem zooeven te
beurt gevallen, 't Was echter niet de eerste
maal, vertelde kapitein Jansen ons, dat hij
een bezoek van den Prins moclvt ontvangen.
Tijdens en na de Berlin-ramp vertoefde Z.
K. H. herhaaldelijk bij hem aan boord, en
't was natuurlijk vooral in moeielijke dagen
aan den Hoek van Holland, dat hij het voor
recht ihad in nauwe aanraking met den Prins
te komen.
Het ibezoek van Z. K. II. had zich geken
merkt door groote hartelijkheid. De Prins
was alleen naar het afgelegen Ugchelen ge
komen en had ztoh, na ontvangen te zijn door
kapitein Jansen's oudste dochter, terstond
naar diens woonkamer begeven.
Daar schud-de de Prins den redder als een
oude bekende de hand en informeerde be
langstellend naar zijn gezondheid, om daar
na aan de hui sta feil, tegenover hem, plaats
te nemen. Het speet den Prins niet c-erder te
hebben geweien, dat kapitein Jansen zoo
dicht in de nabijheid van Het Loo vertoefde;
Z. K. H. had dit eerst vernomen, toen hij
eenigie dagen geleden in verhand met de
reddingsproeven te Rotterdam vertoefde. Hij
had toen kapitein Jansen gemist en naar hem
informeerendc van zijn minder gunstige ge
zondheid en vertrek naar Ugchelen gehoord.
Geruimeivtijd sprak de Prins met den kapi
tein over het reddingswezen en de jongste
proefnemingen met „Reltung", en zoo kwam
het gesprek als van zelf op de Berlin-ramp
en al hetgeen de Prins, kapitein Jansen en
de andere redders daar doorleefd hadden.
Kapitein Jansen toonde op verlangen van
Z. IC. II. de verschillende gouden en zilveren
medailles, waaronder ook de gouden me
daille der Huisorde van Oranje, hem inder
tijd door Z. K. H. persoonlijk overhandigd, en
ridderkruisen van verschillende orden, hem
door verschillende mogendheden als Wijk van
waardeeriog voor hel redden van schipbreu
kelingen geschonken. De Prins beschouwde
alles heel aandachtig.
Toen Jansen's echtgenoote in den loop van
hel gesprek even binnen (kwam om Z. K. H.,
die een sigaar wilde opsteken, de lucifers toe
te reiken, maakte .de Prins zelf de opmer
king: ,,Ja, uw man en ik zijn nog oude ken
nissen en we hebben ook heel wat te praten.''
,11c jaag hier meermalen in de omgeving
en zal mijn bezoek stellig nog eens herha
len", beloofde Prins Hendrik.
Wars van reclame en vleierij als kapitein
Jansen 'n zeeman van den echt oud-Hol-
landschen stempel is, valt het niet ge
makkelijk hem tot spreken te krijgen.
Toch mochten we, op ons dringend ver
zoek, eens een blik werpen in zijn verweerd
journaal, waarin veel en velerlei over red
dingen aan den Hoek van Holland staat be
schreven.
Groot was het aantal schepen en soheepjes
van allerlei naties, in de ure des gevaars
door kapitein Jansen en zijn dapperen te hulp
gekomen, dal we daarin vermeld vonden.
Niet minder dan 394 namen troffen we in
de rubriek geredden" aan.
Velen doteer toonden hun dankbaarheid
door kapitein Jansen hun portret te zenden.
In een kunstig met ivoor bewerkt en van
biiyicn niet de hand beschilderd Chineesch
album, een kostbaar souvenir van een der
geredden, prijken de portretten van den
Prins en .de voornaamste schipbreukelingen
van de Berlin.
Onder de uitgebreide collectie toto's en
schetsen is er ook een van het wrak van de
Berlin, eigenhandig door Prins Hendrik ge-
tcckcnd, en verder zagen we ook nog foto's
van de ontvangst der redders in 'liet Palace-
theater te Londen en van de enorme men-
schonmassa bij hol vertrek aldaar van de
kapiteins Jansen en de Sperling. Het ge
drang was toen zoo groot geweest, dat de
redders door een achterdeur het gebouw
moesten verlaten. Hun tolk liot hen toen in
een gesloten rijtuig, dat achter het publiek
omreed, de drukte voor het theater zien.
Met ontroering sprak kapitein Jansen nog
van de ontzettende ramp van de Berlin, die
voor altijd een diepen indruk op ilicm heeft
gemaakt. Toch denkt hij er niet aan zijn
werk, hoe moeilijk en levensgevaarlijk ook,
er aan te geven. In den familiekring ver
klaarde hij nog enkele dagen geleden zoo
verleide ons zijn echtgenoote met voldoe
ning, doch ook niet zonder bezorgdheid
dat hij spoedig zijn 400 redding hoopt te vol
brengen.
Toen we, alvorens van den kloeken zeeman
met zijn open en vriendelijk gelaat, te schei
den, de opmerking maakten, dat hij te mid
den van de Ugohelschc bosschen en heide
velden toch zulk een rustig eh lijdelijk ver
blijfplaats had gevonden, stemde hij dit glim
lachend toe ,,'l Is ei" vriendelijk en gezond,
maar zei kapitein Jansen met diepen ernst
en iels onuitsprekelijk weemoedigs in zijn
slem de zceishierzoo v e r". Wij
begrepen.
Moge het den mensohenred/der gegeven
zijn weer spoedig geheel hersteld naar die
zee, die them om zijn zelfopofferend werk
zoo lief is geworden, terug te keeren, tot heil
van wellicht nog menig met de woedende
elementen en den dood kampend schipbreu
keling!
Van den Hai op den Tat
Volgens den Honderdjarigen kalender" komt elke
honderd jaar hel zélfde weer terug. Ook 1811 moet
een buitengewoon droog jaar zijn geweest. De beken
en rivieren droogden uit, evenzoo als wij het thans
beleefd hebben, en de waterstand was in de groote
stroomen ongekend laag. De rogge-oogst was in
dat jaar, ook weer als nu, rijk ,cn wend ongeveer
een maand vroeger dan in andere jaren binnenge
haald. Tot in December kon men zich over mild
en aangenaam weer verheugen.
Toen in September de beroemde komeet aan den
hemel zichtbaar werd, d;e naast de kometen van
18-13 en 1858 de grootste van de 19de eeuw was,
was het voor de meeste menschen een uitgemaakte
zaak, dat diie komeet het mooie weer cn den prach-
tigeu wijnoogst had bezorgd.
Wie waarde hecht aan profetieën en waarzeg
gerij, mag nu geloovcn dat het volgende jaar ons,
meer dan ons hef zal zijn, schadeloos zal stellen
voor het te kort aan hemelwater ;n dit jaar.
De Gelderlander vertelt namelijk, dat een oud
vrouwtje, dezer dagen de grenzen nabij Beek in
Gelderland passeerende en met de douane over de
droogte sprekende, zich aldus uitliet: „Ja mijn
heer 1 Dit jaar een droog jaar, dan een nat jaar,
en dan een bloedjaar." Toen de douane en een
heer, bij het gesprek tegenwoordig, om haar „pro
fetie" lachtenliet het oudje er verontwaardigd
op volgen„Mijnheeren, u lacht, maar het is zoo
waarachtig als dat u 6 mark in uw zak hebt."
Andermaail lachte de kommies, maar haalde zijn
beurs uit en telde zijn geld, om de woorden van
de vrouw te logenstraffen. Maar dat ging niet, want
hij had juist G nvark. De heeren ietwat verbaasd,
cn 't vrouwtje zwijgend af.
Wij zullen ons echter over de mogelijk komende
dingen maar niet ongerust makenhet heden geeft
al zorg genoeg. Onder de klagers is ook de para
plukoopman. Het ,,Gron. Dagbl." vertolkt hoe
een zoodanig slachtoffer der droogte zijn nood
klaagt„Zoo'n zomer, meneer, zóó'n zomer, toj,
toj, toj nooit beleefdSinds den 31sten Mei heb
ik geen paraplu meer verkocht. Wie koopt er nu
een parapluGieters kan je kwijt worden, water
kan je verkoopen, maar paraplu's I geen brood,
nog niet zóó veel als d'r op mijn hand ligt, is er
mee te verdienen.
Geen nieuwe paraplu verkoop je, geen oude ver
koop je, geen kapótte repareer je, en zoo crepeer
je 'k Breek m'n jongen liever de beenen dan dat
'k hem in 't vak doe. Is dat een vak? Je ergert je
kapot. Vanmorgen zegt er een vrouw tegen mij
(Koopman, wat ben k blij, dat 'k je ziel 'k
Dachtwacht, die koopt me es weer een paraplu
af. Kan je begrijpenIk ben blij, zegt ze, dat 'k
je zie, nou krijgen we regen I
'k Zeg: ja, we krijgen regen'zooals je nog nóóit
heb gezienKom dón maar eens weer, zegt ze.
t Is me een strop, die droogte! Voor de groote
winkels net zoo goed als voor mij. Zet een paraplu
voor je glazen en de menschen verklaren je voor
stapel 1 Doe in maiggenivangers, dót is een artikel,
al is het ook glibberig. Doe overal in, maar niet
in paraplu's. Ik verander van vak, Tc doe het niet
langer. Weet u een goed baantje voor me?
Maak zonneschermen.
Ila haDan zal je zien, dat het alle dagen
regent.
Dan verkoop je paraplu's.
HmmWat een chijn.
In de „Telegraaf" lezen we, uit het dagboek
van een Amsterdammer, van een nog wanhopiger
slachtofferKerel, sprak ie, en zijn uitpuilende
oogen draaiden wanhopig in zijn bol-bleekblauw
gezicht kerel jij moet me helpen. Ik sta op
springen
Ga dan zitten, zei ik.
Ik weet me geen raad meer. De groenten zijn
niet meer te betalen een dubbeltje een verdroogd
kropje sla, veertien centen een roodc kool zoo groot
als je hoofd, en nu eet mijn vrouw
Zondag: macaroni met Zwitsersche kaas;
Maandaggrutjes
Dinsdag slinger-om-de-trap
Woensdag rijst met kerrie
Donderdaghang-op
Vrijdag: gort;
Zaterdagpannekoeken met spek.
En de noodlottige gevolgen van dit diëet? Niets
helpt me meer! Beeohamspillcn, cascara, wonder
olie, 't werkt allemaal als Duitsche kogels op de
stelling van Amsterdam. Onverzettelijk. En daar
om schrijf jij nou een stukje, dat zc den uitvoer
van heerlijke versche groenten naar het buiten
land verbieden, want, werkelijk, als dat zoo door
gaat, sterft heel hel Nederlandsche volk aan con
stipatie, veroorzaakt door grutlcrskost. En ken jij
ook rampzaliger en smakelijker dood voor een hel
dennatie?
Niet minder ongelukkig dan die Amsterdamsche
meneer schijnt die ander zich gevoeld te hebben,
die laatst voor een paar weken niet zijn huisgenoo-
tcn op reis is geweest en zijn leed aldus uitte
„Een banneling, ja mijnheer, niet veel meer, dat
ben ik veertien dagen geweest; met m'n vrouw
en twee dochters er op uit naar Zwitserland, mei
je tienen in één coupé, heet als in een bakkersoven,
opgesloten als tusschen een bankschroef en dat gaat
zoo 13 uren achter elkaar! Daar schuift nog een
EngcUchc toerist een zware koffer over m'n knie,
zoodat het vel er afgaat cn verlies ik bij een 5
minuten trein-oponthoud, als ik bij Godsgenade in
de drukte een flcsehjc bier vraag, om m'n smach-
tenden dorst te stillen, m'n gouden lorgnet. Wat
'n lol, wat 'n lolt En als je don bent waar je we
zen wilt, dan begint 't eerst; sjouwen van de «ene
plek naar de andere, om de bergen te zieneen
hoop bochels op mekaar, dan heb je 't zelMe ef
fect! Sneeuw willen ze zien, en, als 't 's winters
hier sneeuwt, razen ze allemaal als ketedlappers.
En als je dan kijken wilt wat er toch achter die
bergen zit, dan moet je je half dood klimmen en
dan zie je weer bergen, precies 't zelfde.
Mij snappen ze 't volgend jaar niet meer; dat
noemen zc uitrusen, zomervacantieik noem het
afjakkeren."
Als mijnheer na deze lange verzuchting zwijgt,
laat mevrouw er dood-leuk op volgen„Och, 't is
èlk jaar van hetzelfde laken een pak, hij gaat toch
weer mee."
Nu, zij zal wel gelijk hebben wat de vrouwtjes
willen, gebeurt in den regel. Maar misschien heeft
deze mijnheer bij het slaken van zijn verzuchting
al cenigszins de voorproef gehad van den wrangen
nasmaak, dien een zomerreis voor velen heeft.
Nauwelijks zijn de koffers met de voor waschtobbe,
pers- en strijkplank bestemde lading uitgepakt, of
de beren komen los in den vorm van rekeningen,
van 't geen door vrouw cn doohters aan reishe-
noodigdheden voor de reis is gekocht. O wee, dan
den armen echtgenoot en vader, die dat alles moet
opdokken KEUVELAAR.
Boekbeoordeeling.
Het stelsel van Karl Marx door
F. J. v. <1. Tak, uitg. Holland in Drukkerij te Baarn.
Eigenlijk een excerpt of uittretksel uit het bekende
werk van Mr. Treub „Het wijsgeerig-economisch
stelsel van K. Marx.
De Prot. Kerk in N e d.-0.-I ndi door
Dr. W. v. iLingen, uitg. als voren. Beknopte schete
van ontstaan, ontwikkeling en thans bestaande in
richting der Prot. Kerk in Ned.-IndSë.
Ondierwijs in Geschiedenis door J.
C. Wirtz, een pleidooi, onderhoudend 'geschreven,
voor vereenvoudiging van het (geschiedenis-onder
wijs, met de noodige wenken om tol die verbetering
te geraken. Uitg. van llollandia Drukkerij Baarn.
Groote Godsdiensten. Hindoeïsme door
Prof. Speijer, uitg. als voren. Een kort en duide
lijk overzicht van de godsd. en maatsch. gebruiken
en denkbeelden, eigen aan de Hindoes, voor zoover
zij geen belijders zijn van Islam, Christendom of
anderen „grooten godsdienst", als Buddhisroe, ewz.
Ervaringen uit de bijzondere strafgevangenis te
's-Hertogenbosch, door Dr. J. Casparie, uitg. als
voren. De schrijver toont aan, hoe de meestcn dier
gevangenen ontoegankelijk zijn voor betere gevoe
lens en hoe de eenige aangewezen weg is, door
strenge discipline te konten tot orde en vervolgens
tot hooger opvoeding.
B ij bel Critiek (Pro en Contra) uitg. als
boven, schrijvers Dr. v. d. Flier en Dr. Honig.
Waarom geen loodwit verbod? door
C. v. Hoek (overdruk uit De Bouwwereld), uitg.
F. v. Rossen te Amsterdam. De schrijver ontkent
het bestaan van beroepsziekte bij schilders, n.l.
lood;intoxikatie.
TIJDSCHRIFTEN.
Voor 't jonge Volkje, Kinderwereld,
Kinderkamer, red. S. Abramsz, uitg. P. v. Belkum
Az., Zutfcn, achtereenvolgens de laatste afl. van
den 37sten, 18den cn 29slen jaargang. Als premie
gaat er bij de laatste afl. van Brehm's geill. werk
„het leven der dieren." De jongens en meisjes zul
len wel weêr met belangstelling de nieuwe jaar
gangen tegemoet zien
Schoonheid en Opvoeding, red.
Dyserinck, Heyernians en Ros, uitg. Maatsch. Ont
wikkeling Den Haag. Dc Sept.-afl. heeft een hoofd
artikel over den Grickschen schilder Polygnotos,
met vele illustraties. Voorts stukken over Zedelijke
opvoeding, Zedelijke aesthetischc opvoeding, enz.
Remonstrantsohe B)roe<iexschap,
red. Fr. Beijerman, uitg A. H. Adrian* te Leiden,
De 2de afl. van den 23sten jaarg. bevatDe Dordt-
sche zegepraal door Klaver, Is Vondel remonstrant
geweest? door Lccndertz, Het Priesterschap door
Van den Brink, en een In Memoriam Dr. Slotema-
fcer door den redacteur.
De Wachter, Stemmen uit de Ev. Lulh.
Kerk. led. D. Drijver, uitg. J. Clausen te Amster
dam. Wcmpc schreef een In Memorjam, aan BOhrin
ger's nagedachtenis gewijd, Junod over Stemrecht
der gemeente, evenals ook J. F. G., terwijl in deze
afl. een stichtelijk stukje voorkomt van De Jongh
over 't bekende woord van Jezus„Vanzelf brengt
de aar,Ie vrucht voort."
De Vrouw en haar huis, red. El.
Rogge, uitg. Holkema Warendorf Amsterdam. Do
Sept.-afl. bevat geilt. art. over: Horloges en Wo
ven door Van IJbelstcin, De Campagua Romana door
Johoinna Nabcr, Woninginrichting door J. Viseer,
Onze tuin door A. Bienfait, Helen Keller's Lied v. d.
Steencn Muur door L. S., Borduren door D., voorts
de gewone rubrieken.
Nieuw Vrouwenleven, red. Daisy Ju
nius te Heclsum. De Sept.-afl. handelt o. a. over
de Padvindcrabewcging, Koken cn braden in en
buiten Europa, Bula Matari (de naam, dien Afrika's
inboorlingen aan Stanley gaven). Onderwijs in Ja
pan, Poolsch leven, (belangrijk!) Voorts de ge
wone rubrieken.
Hollandschc Lelie, red. Fr. Savoroin
Lobman, uitg. L. J. Veen te Amsterdam. De Sept-
aflcveringcn handelen over: Waarheid aL> beste
krnchtspijs voor t Vaderland (een cn ander ener
militann, zending, enz.), Vrouwenschoon, Bazighe
den buitenshuis, Feminisme. Voorts kleinere stuk
jes. o. n. over Baden Powell's verblijf, waar 't
plaatje bij had kunnen staan, dat Dudok van Heet
voorstelt, liet „adres" voorlezend (gelijk ik bet in
een der geill. bladen zag). Verder veel ingezonden
stukken en antwoorden, soms wat erg scherp en
voortzetting van roman „Uit Christl. kringen."
M o r k s M a g a z ij n red. C. van Son, uHg.
C Morks te Dordrecht, De Sept.-afl. bevat een
kunstplaat „Kindren der Zee", Drie verzen van een
verlorene door Van Ileum, Ned. Sanatorium tc
Da vos, met vele illustraties, Huiselijk vertelsel over
't buitenleven. Voorla schetsen als Finale, naar 't
Duitsch van Tórrund, Afscheid door I'. Verdoes en
een humoreske „Het debuut van Apollo" door II.
Smid. Zoo'n aflevering is een boekdeeltje vol afwis
seling van inhoud.
Do Natuur, red. Z. Bouman, uitg. J. G. ii
Brocsc te Utrecht. De Aug.-afl. (die -van Sept.
ontvingen wij niet) van dit populair geill. maandbl.,
gewijd aan natuurk. wetenschappen en haro toe
passingen, bevat o. a. art. over Stikstof der steen
kool, Nut der bepaling van Lichtintensiteit, Boom-
'klevcr (vervolg), Vlinders, waarvan de rupsen scha-
delijk zijn, Spoorwijdtc, Arktos koelmachine, Kol-
lolden cn hun toepassing, Draadlooze telegrafie
(systeem Tónende Punk en) enz. Een belangrijk
tijdschrift, vol wetenswaardige dingen.
Den Gulden Winckel, maandschrift voor
boekenvrienden m Groot-Nederland, red. G. van
Eckcren, uitg. Holland!* Drukkerij tc Baarn. De
Sept.-afl. handelt over Zuid-Afrikaansche geschrif
ten, Kantteekeningen bij de literatuur van den dag,
Boekenschouw, enz.
Het K i n dveertiendaagse!» blad voor ouders
en opvoeders, red. Dr. J. H. Gunning en J. II. F.
Ritter (Tolsteegsingcl O.Z. 19, Utrecht). Het hatste
nr. bevat art. over Kinderstudie cn Beroepskeuze,
La belle musique par Jean d'Udine, Vacantiekolo-
nién, Kinderboeken, enz.).
Holland Express-, tijdschr. voor kuituur
cn verkeer, red. G. van Hulzen, •ujtg. C. Geleijns te
Rotterdam. Nu het Espcranto-congres te Antwer
pen bijeen was en verscheiden Esperantisten ook
ons land met bezoek vereerden, was '6 een aardige
gedachte een Esperanto-nummer van dit tijdschrift
te geven, waarin een geill. „Rondvojago en Holaa-
do", zóó sumcuigestcld en uitgevoerd dat de lezers
een goeden dunk van ons land krijgen en anderen,
die het lezen, zullen aangemoedigd worden, een
volgenden zomer eens een kijkje hier te komen
neincn.
A v i a geill. tijdsohr. aan do Luchtvaart gewijd,
uitgever als voren. Op omslag Roland Garros in
zijn luchtschip. Tal van afbeeldingen van vliegers
en vliegtoestellen, o. a. van een lucht-omnibus 1
Naarden. F. W. DHIJVfiR.
Naar het Engelach
79 va»
BARONES.SE ORCZY.
Neen, neen! Ditmaal had hij niets aan het
toeval overgelaten; de pauixlen stonden be
neden gezadeld, 'zij zullen Collot met het
kostbaar document in gestrekten draf voe
ren naar Parijsl
Neen! niets kon hem parten spelen, in
ieder geval bleef hij overwinnaar. Van twee
oen: Sir Pcrey Blakeney zou óf den brief
schrijven om zijne vrouw 'te redden ,en daar
door zichzelf eerloos verklaren, óf hij zou
op het laatste oogenblik terugdeinzen voor
liet ontzettend feit en het aan Chauvelin,
zoomede het Comité der Openbare Veilig
heid overlaten hoe zij met het echtpaar
Blakeney wenschten te handelen.
,,In het laatste geval: het schavot als spi
on, en bij uitzondering voor u de galg, mijn
Vriend," besloot Chauvelin in gedachten,
,,en voor uwe ega.... Bah! 'ben jij eenmaal
uit den weg geruimd, telt zij niet meer mee
voor Frankrijks roem cn eer!"
Hij liet Ilébert achter ter bewaking van
het lokaal. Een onweerstaanbaar verlangen
greep hem aan om een kijkje te nemen bij
zijn naar het hem voorkwam in zak en
asch z Uitenden vijand. Van diens houding
zou itet afhangen wat hem, Chauvelin, he
denavond te doen stond.
Aan Sir Percy was een vertrek aangewe
zen op een der bovenverdiepingen van de
gevangenis Hij werd in geen geval scherp
bewaakt, de kamer zelf had men zoo ge
rieflijk mogebjk ingericht. Hij scheen, toen
Chauvelin den avond te voren hem er heen
geleidde, er zeer mee ingenomen en vol
daan.
,,lk mag hopen, Sir Percy," had Chauve
lin hem zoetsappig toegevoegd, „dat u be
grijpen zult, dezen avond mijn gast te zijn
en u derhalve in uw doeu en laten volkomen
vrij zijl
„De hemel bescherme u, Sir", had Percy
vroolijk geantwoord, „ik geloof het graag
dat ik uw gastvrijheid geniet, en Sk stel er
prijs op ook!"
„Het is enkel 'Lady 'Blakeney, die wc lot
morgen moeten bewaken,'' voegde Chauve
lin met kalroen nadruk erbij. „Is dat zoo
niet, Sir Percy?"
Maar Sir Percy scheen, zoodra de naam
zijner Lady in het spel kwam, door een on
weerstaanbare neiging tot slapen aangetast.
Nu geeuwde hij weer met zijn gewone ge
maaktheid en vroeg hoe laat dc boeren in
Frankrijk plegen te ontbijten.
Vóór dien tijd had Chauvelin hem niet ge
sproken. Herhaaldelijk had bij wel ge
vraagd hoe de Engelschraan het maakte, of
hij goed sliep en stevig at. De knecht die
hem bediende, rapporteerde voortdurend
dat de Engclschman er best uitzag, maar
niet veel at. Van den anderen kant had hij
flacon op flacon cognac en flesch op flesch
wijn gecommandeerd en «deze kwistig be
taald.
„Hm- vreemd Volk die Engelschcn!"
peinsde Chauvelin. „Deze zoogenaamde
held is niets anders den een aartsdronk
aard, die met alcoholische middelen tracht
moed te vergaren legen een minder aange
naam vonnisMogelijk is het ook, dat
hem alles «tamelijk onverschillig is!...J'
Maar het verhingen om dit zonderling ge
compliceerd wezen held, avonturier of
enkel gelukkige dwaas eens van nabij te
zien, was onweerstaanbaar, en Chauvelin
toog in den achtermiddag naar het vertrek,
door Sir Percy in gebruik genomen.
Hij bewoog zich nu nooit meer zonder es
corte, en ditmaal begeleidden hem dan ook
een Tweetal vertrouwden zijdier lijfwacht
naar de bovenverdieping. Hij klopte aan de
deur, doch ontving geen and woord. Na een
paar seconden beval hij zijn manschappen
te wachten in de 'gang, en zachtjes dc kruk
omdraaiend, trad hij binnen.
Er heerschte een cognaclucht in. hel ver
trek; op de 'tafel stonden drie tlcege wijn-
flesschen, en een glas, ter helft nog gevuld
met cognac, getuigde voor de waarheid van
hetgeen 'de bediende gezegd had. Dwars
over het veldbed, dat blijkbaar te smal was
voor zijn lange ledematen, het hoofd ach
terover, lag met open mond, en snorkend
de onverstoorbare Sir Percy uitgestrekt, ge
dompeld in een diepen alaap.
Chauvelin 'trad op het bed toe en be
schouwde den slapenden man, die dikwerf
als de meest gevaarlijke vijand van het
Republikeinsche Frankrijk was gebrand
merkt.
Inderdaad, een welgemaakte Jiguur als
man; dit moest Chauvelin erkennen; lange
stevige ledematen, breede horst, fijne blan
ke kanden alles duidde den man aan
van geboorte, opvoeding en energie, ook
het gelaat, krachtig en wel besneden in zij
ne rust, nu die eeuwige onnoozele glim
lach niet om zijn forsche lippen speelde,
noch de druilige, nietszeggende uitdrukking
van het gezicht aan hel intelligente voor
hoofd afbreuk deed. Een enkel ondeelbaar
oogenblik het was maar een vluchtige
opwelling gevoelde Chauvelin bijna spijt
dal zulk een interessante loopbaan zoo
schandelijk moest eindigen.
De Terrorist was zich bewust dat, zoo
zijn eigen toekomst, zijn eigen eer en «goe
de naam zoo hopeloos op het spel stonden,
hij in dit kleine vertrek als een wild. dier,
opgesloten in een kooi, zou heen en weer
loepen, zijn hoofd zou te pletter hebben
gestoolen tegen den muur. Maar deze man
was een dronkaard en sliep,
„Het laat hem zeker volkomen koud!''
'En als antwoord op Ohauvclin's tc,
kort schietend begrip, snorkte de slapende
avonturier luidruchtiger dan te voren.
Chauvelin zuchtte, totaal in 'de war ge
bracht. Ilij zag rond in het kleine vertrek,
trad -toe op een legen den muur staand ta
feltje, waarop een paar ganzeVeeren pen
nen, een inktkoker en een paar losse bla
den papier zich bevonden Op een dezer
laats ten stond geschreven:
Burger Chauvelin: In aanmerking ne
mende een verder bedrag van een mil-
üoen franken
Het was het begin van den brief!. slechts
eenige woorden... met onderscheiden ver
beteringen van verkeerde spelling.... hier
cn danr een regel uitgelaten, die den zin be
dierven een begin gemaakt door de onvaste
hand van dien dronken dwaas.... tot .nu 'oe
slechts een poging....
Maar dan toch een begin.
Dichtbij üag het concept, zooals door
Chauvelin was geschreven en dat Cir Percy
begonnen was te copiëeren.
Hij was er dan toch toe besloten... Hij
wilde .eigenhandig zijn blijvende eerloos-
heid onderschrijvenen inct dat voor
nemen was hij ingeslapen.
Chauvelin voelde het papier beven in zjjn
hand. Hij was zeer geagiteerd en zenuw
achtig, nu het einde zoo nabij was... en zoo
zeker ook!...
„Er is toch geen dekselse he haast bij, is
er wel... er.... Monsieur Chauvelin?..."
kwam het uit den mond van den langzaam
ontwakenden Sir Percy, me4 cenigszins
dubbelslaandc tong, vergezeld van een lang
ge rek ten geeuw. „Ik ben met dat droin-
melschc ding nog niet geheel klaar..."
Chauvelin geraakte zoodanig van de wijs,
dat het papier uit zijn handen viel. Hij
bukte om het optc rapen.
„Neen maar, hoe komt het, dat u zoo
verschrikt zijt, sir?" ging Percy teemach
tig voort. „Dacht u soms, dat ik dronken
ben? Jk verzeker u, op mijn eer, dat ik niet
zoo beschonken ben als u denkt,"
„Ik twijfel er niet aan, Sir Percy/' ant
woordde Chauvelin ironisch, „of u zijt vol
komen meester Van al uw bewonderings-
waarde vermogens.... Ik moet mijn ezcuus
maken dat ik uw papieren in de war heb
gebracht," vervolgde hij, het eenregelig be
schreven blad weer op tafel leggend, ,,ik
dacht, als dc brief misschien geheel klaar
was..."
„Hij komt klaar, sir... hij komt klaar....
"want ik ben «iet dronken, geloof me... ik
kan tivet vaste hand schrijven..... en mijn j
handtcekenlng eer bewijzen
Wordt vtrvolfd.