If*. 119. Tweede Blad.
ÏO" Jaar vang.
BUITENLAND.
WN EN LAND/
FEUILLETON.
„Het Levenslied."
CH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
Aftsonderlyke nummers
Dozo Courant Yeraehyni dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentienmedodeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
f O.M.
0.18.
Uitgever®: VALKHOPP C®.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60.
-L
Dienstaanbiedingen en aanvragen 28 cents by vooruitbetaling.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoeliae bepaling*
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement Kene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Italië en Turkije.
Het was le voorzien dal de ilaliaansche
verliezen bij de gevechten in Benghasi en
Tripoli op het ilaliaansche volk een diepen
indruk teweeg zouden brengen. Dal bewijst
ook een berient aan de „Corrierc della S.ra'
uil Uonic over de houuing van het publiek
hij hel vertrek van een bataljon troepen naar
Tripoli, liet publiek was, naar aan bet blad
gemeld wordt, lang zoo talrijk niet en lang
niet in zulk een jubelstemming, doen veel
meer innerlijk bewogen dan vroeger b.j hei
vertrek van troepenafdeelingen. Psycholo
gisch is bet daarom zeer wel te verstaan nat
de Corrierc della Sera een hyperchauvinis-
tisch artikel brengt, waarin de gewone fan-
faronnades voor dc Italianen voorkomen
en aan de Turken geen goed haar wordt ge
lalen. Hel artikel prijst de bescneidcn wa
penfeiten der Italianen als groole militaire
successen en gaal zells zoo ver le beweren
dat de gevechten om Benghasi en Tripoli de
revanche voor Adua hebben gebracht!
De Popoio Romano" vormt de uitzonde
ring op uen vrij algomcenen regel en is
steeds nuchter in zijn uits-praken. In dit blad
zal men lyrische ontboezemingen als de bo
venstaande niet aantreffen. Hel blad bevat
een hoofdartikel onder den titel: ,,Laal ons
toch niet overdrijven'waarin het de pers
organen wat redbt zet, die in blijue over
winningsroes reeds van een uitbreiding dei
krijgsverrichtingen tol de Jomsche eilanden
en de kusten van Klein-Azië hebben gespro
ken. Volgens den Popoio Romano zijn' de
lieden, die zoo in de geheele wereld wille 1
inbreken, weinig au sérieux te nemen, liet
houdt de berichten over een ophanden zijn
de uitbreiding der krijgsverrichtingen voor
feitelijk ongegrond en is van meening dal
iemand die ze verbreidt geen zuiver begrip
Van den staat van zaken hebben kan en alle
overwegingen van staatkundige en militaire
doelmatigheid, waarvoor de verantwoorde
lijke leiders van de Italiaansche politiek niet
onverschillig kunnen zijn, in den wind slaat.
Van een politiek standpunt, zoo meent het
blad, moet Italic den oorlog zooveel moge
lijk lot de tegenwoordige ruimte beperken
en voorkomen dat hij een terugslag onder
vindt op de kusten van het Oosten. Van mi
litair standpunt uit beschouwd zien de bla
den, die fantasceren over uitbreiding van
den oorlog, over het hoofd ,,dat eene ver
meestering van de Tripolitaansche en Cy-
reensche kust nog lang niet beëindigd is en
dal het meer dan ongelegen zou zijn, indien
wij onze krachten versnipperden, om al dit
verschillende doeleinden na te jagen, alvo
rens wij ons gezag niet alleen in de steden
en de dorpen aan de kust, doch ook in de
landstreken en bij de stammen van het bin
nenland op een absoluut vertrouwbare basis
hebben gegrondvest".
Deze zinsneden van den Popoio", die beei
anders klinken dan wat de Tribuna en an
dere bladen onlangs over Italics optreden
hebben uitgebazuind, verdienen ook daar
om le meer de opmerkzaamheid, wijl de Po-
polo steeds zoo consciëntieus mogelijk op
de opinie der regeering pleegt acht te slaaa.
Het schijnt niet uitgesloten, zoo wordt uil
Rome aan de Köln. Zcitung gemeld, dat de
vermaning .Overdrijven wij toch niet" on
middellijk van de Consulta afkomstig is en
haar diepcren grond daarin heeft, dat de
fanfarounades van andere bladen reeds een
zekere onrust in Frankrijk hebben 'e-
weeggebrachl en den gezant te Rome der
zusternatie heeft aanleiding gegeven tot de
mcdedceling dat de regeering der republic k
nooit zou toestemmen in een vlootdemoii-
stratie aan de kusten van Turkije.
Maandagavond zijn met het stoomschip
„Galata" van dc Duitschc Levantiijn 800 uit
gewezen Turken naar Konstanlinopel ver
trokken.
Aan de Frankfurter Zcitung wordt d.d. 25
dezer uil Tripoli geseind:
De verliezen, die bij het gevecht van Maan
dag geleden zijn door het 11c regiment
Bersaglieri, dat van twee zijden onder vuur
genomen werd, bedragen 200 man. Dinsdag
heeft een nieuw gevecht in den omtrek van
hel Jodendorp Annus plaats gehad, dat
Woensdag nog voortduurde. Het resultaat is
nog onbekend. Daar moeten, naar een avia-
teur zou hebben geconstateerd, 6000 Arabie
ren gekampeerd zijn.
liet oproer in de stad Tripoli is voorloo-
pig onderdrukt, doch de algemecne onveilig
heid neemt loe. De Europeanen hopen op de
aankomst van een neutraal oorlogschip. De
bij nacht uitgeoefende veiligheidsdienst is
absoluut onvoldoende. Gisteren duurden de
huiszoekingen voort
De met het stoomschip „Bosnia' aangeko
men militaire attachés reisden onmiddellijk
naar Benghasi verder, naar beweerd werd
omdat ze daar een ontscheping van troepen
konden bijwonen, doch in werkelijkheid zal
het wel zijn wegens dc in de stad Tripoli
heerscheude paniek. De aanwezigheid van
deskundige vreemdelingen schijnt er onge-
wenscht te zijn.
Bij de Franschen bracht het heftige opwin
ding teweeg, dat gedurende de paniek Itali
aansche soldaten op een kavas van hel ge
zantschap schoten, die op het consulaat de
vlag heesch.
Doordat het grootste deel der oasse niet
voor het verkeer openstaat, ontbreken heden
groenten en is opnieuw een stijging der
prijzen van alle levensmiddelen ingetreden.
Een naklank van Fallières
bezoek. Naar het llbld. meldt is door
hel Departement van Marine in Frankrijk,
ingevolge den wensch van den President der
Republiek, aan den matroos 3e kl. A. Goe
de?, thans dienende aan boord van de „Rei-
nier Claeszen", een gift van 200 francs toe
gekend, aangezien deze matroos op 6 Juli
j.l. tengevolge der deining van hel oorlogs
schip Edgar Quinet", te IJmuiden in zee
is geslagen.
Naar aanleiding nog van het bezoek van
president Fallières aan de Residentie '\eefl
de Regeering der Fransche republiek den
heer Nardus Vas Dias te 's Gravenhage, di
recteur van het Ned. Correspondentiebureau
voor Dagbladen, aldaar alsnog benoemd tot
Oflicier de l'iustruclion Publiuue.
De Tucht-unie. Het October-munmer
van het Orgaan van den Nederlandschen Vrouwen
bond: tot verhooging van hel Zedelijk Bewustzijn
vermeldt over de Tucht-unii het volgendeDe
Tucht-unie telt 100 leden met persoonlijk lidmaat
schap en aangesloten vereenigingen ter gezamen
lijke sterkte van 72,000 personen. Het jaarverslag
van den afgetreden secretaris, de heer G. A. Fab.us,
erkent dat de Unie dit jaar nog weinig kracht naar
buiten heeft kunnen ontwikkelen. Eensdeels went
dit veroorzaakt door den weinig beschikbaren tijd
van den algenieenen secretaris, anderdeels door de
omstandigheid dal het egenlijke arbeidsveld der
Unie slechts als zoekende en tastende kan worden
gevonden en afgepaald.
De volgende conunissiên zijn thans gevormd:
a. juridische commissieb. commissi evoor ver
keersveiligheid c. voor verbetering van den volks
zang; d. voor drankbestrijding; e. voor speelter
rein, gymnastiek, spel en sport; f. voor de belan
gen van het kind; g. voor zedelijke opvoeding;
h. voor sociale vraagstukken i. propaganda.
M u n t v o n tl s t. Men schrijft uit
Ilarlinge" aan de Leeuw. Ct.:
Rij den terpbaas F. Helfrisch te Midlum
hebben de gravers gedeponeerd een 197-tal
zilveren munten benevens een zilveren ring
met versierde plaat, gevonden in de terp
Middelstejn aldaar, op 1 meter diepte óhder
de kruin, ongeveer 3 meter boven het maai
veld.
Dc munten en de ring werden op een
hoopje gevonden. Het vermoeden ligt dus
voor dc hand, dat ze bewaard zijn geweest
in een linnen of katoenen buideltje, dat na
verloop van misschien eeuwen is vergaan.
De munten vertoonen alle dezelfde teekens,
uitgezonderd twee, die merkbaar van dc
overige verschillen en ook iels grootcr zijn.
Een nader onderzoek zal moeten aantooncn
uit welken tijd ze afkomstig zijn. Ze heb
ban de grootte van een kwartje, doch zijn
zeer dun.
Aan dc eene zijde zijn ze gemerkt met een
kruis, waaromheen eenige letters zijn ge
slagen; aan de andere zijde komt alleen een
tweeregelig schrift voor. Aangezien ze voor
hel meerendeel er zeer verweerd uitzien,
kunnen we nog niet met zekerheid aange
ven, wal de beteekenis dezer letteTs is.
Klaarblijkelijk zijn ze ui tdc hand bewerkt,
daar het schrift niet op alle munten dezelf
de grootte en vorm heeft.
De munten en de ring zullen worden op
gezonden naar het Fricsch Museum tot na
der onderzoek.
De sluiting van den ring is eigenaardig.
Deze is verkregen door een om elkaar draai
en der einden van het zilverstaafje.
Van andere zijde verneemt dc L. C. nog,
dat de beide munten, waarvan hierboven
sprake is, Karolingische munten uit de laat
ste helft der 9e eeuw zijn.
School- en Kerkai
Tot leeraar in de Hoogduitschc taal en let
terkunde aan het Gymnasium en de 11. B ,S. te
Amersfoort is voorgedragen de heer J. A. TI. Hoo-
gendoom, te 's-Hertogenboscb.
N. O. G. In de laatst gehouden vergadering
van het hoofdbestuur van het Nedcrlaodsch On
derwijzers Genootschap zijn benoemd
a. tot directeuren der Onderwijzers-spaarbank de
heeren F. H. Kienke (aftr.) en A. J. Straatman, bei
dien te Amsterdamen
b. tot gedelegeerde van genoemd bestuur in de
„Weezenconunissie" dc heer A. Fcbcrwee, te Wijth-
men (bij Zwoilc).
Verder werd o.m. besloten.
le. niet in te gaan op eene mtnoodiging tot deel
neming aan een optocht en betooging van vrouwen
kiesrecht
2e. af te wijzen het verzoek van „Het Nationale
comité in zake wettelijke regeling van vrouwenar
beid", om financicclen steun wegens dc noodzake
lijkheid van internationale vertegenwoordiging.
Nog werden goedgekeurd de wijzigingen in dc
reglementen der afdeelingeu Amsterdam en Rotter
dam.
Ned. Isr. Gemeenten. Den 12den
November a. s. zal in alle synagogen der Nederl.
Israëlitische gemeenten een plechtige rouwdienst
worden gehouden ter oerc van dc nagedachtenis van
den overleden Amstcrdamschcn opperrabbijn dr.
Dünner.
Tas den ilak op den Tak.
Aan eiken huwelijksbemel komt wel eens een don-
derwolkje. In het gezin van den fabrieksarbeider
G. te Wijk bij Maastricht stond een der dagen van
de vorige weck de lucht onk ietwat dreigend. Reeds
vroeg in den morgen vroeg dc man aan zijn tweede
ik om 3 centen voor een rolletje pruimtabak. Maar
daar was de vrouw niet van thuis; zij weigerde
beslist. „Dan ga ik poffen", zei de man en liep
heen. Edoch, ziju wijfje was vlugger dan hij en
dreigde den winkelier„Pof niet aan m'n man
anders krijg jo geen klandizie moer!" Dat was haar
echtvriend te erg: „Noc gaon ich mich verzoepcl"
riep hij desperaat, 't Vrouwtje schaterlachte „Ga
jij je gang maar, het beste hoor, goeie reis 1" Doch
t schaterlachen verkeerde in gekrijt en gejammer,
toen manlief zich werkelijk in de Maas stortte. Lei
den was in last. „Hulp, hulp!" riep de vrouw, en
ook de drenkeling krijschtc„hulp, hulp." Enkele
malen ging hij kopjeonder, en tevergeefs trachtte J
hij den hem toegeworpen zwemgordel te grijpen, i
Eindelijk lukte het aan werklieden van een nabij 1
liggende baggermachine den man op te halen. Hij
leefde nog en werd weder aan de zorgen van zijn
wederhelft toevertrouwd. Hoe dc ontvangst thuis
was, en of hij het begeerde rolletje pruimtabak
nog kreeg, vermeldt de historie niet.
Dat was oiinoodige drukte, die nergens toe dien
de. En dat was ook in Uden (N.-B.) het geval.
„Brand, brand I" werd er geroepen. Men liep uit
en ja, daar in het Oosten was de homel vuurrood
getint. De zware tonen der brandklok en het ake
lige geluid vau den brandhoorn stoorden dc stilte.
Eu dc brandweermannen, vol plichtsbesef haastten
zich in allerijl. Alles liep dooreen. „Waar is dc
brand?" ,,Op Melle!" wordt geroepen. „Neen, op
„de HoeveMen is het niet eens. De aangespan
nen brandspuit staat khiar, maar waarheen moet
zij gaan?Ja, daar is 't. Zie je 't niet? Achter
de kerk. Men holt in de aangewezen richting. En
daar ontwaart uien de opkomende maanen
verder niets. Dc brand is gebluscht en de „maan-
blusschers" keeren vol vroalijike scherts huiswaarts.
Zoo werden dc Uderuche brandweerlui door bet
lieve ruaanlje bij den neus genomen.
Niet om te lachen was, wat de wed. B. te So
meren (N.-B.) overkwam. Zij roerde dc pap boven
het vuur, toen zij plotseling geritsel en gepiep bo
ven d'er hoofd in den schoorsteen vernam. Ver
schrikt staakt zij de roerpartij en kijkt naar bo
ven. Plots springt schrikt niet, lieve lezeres
sen een groote rat in haar lepel en vandaar
in de pap, gevolgd in het heete bad door een dito
langstaart. De arme vrouw zeeg sprakeloos van
schrik, bij den haard neer en haar toesnellende
kinderen legden haar half dood te bed, niet be
grijpende hoe moeder zoo eensklaps door een ze
nuwtoeval, zooals zij meenden dat het was, kon
worden getroffen.
Aan den maaltijd werd niet veel gezegd, allen
waren onder den indruk van het gebeurde. Maar
toen de pap onder groote stilte rondgedeeld werd,
kreeg de een onder meer een paar rattepootjes,
een ander een staartje, enz. enz. Men kedt raar
naar die vreemde dingen, en wat smaakten ze
vreemd! Daar komt moeder bij. Zij rijst overeind
en vertelt wat er gebeurd is
Tableau
In datzelfde dorpje Someren deed dezer dagen
een andere vrouw van zich spreken, een kranige
vrouw. Het paard van den landbouwer Kr. sloeg
met den ploeg op hol. Gelukkig braken de stengen
en het. schichtige dier holde in woeste vaart voort.
Verschillende landbouwers beproefden tevergeefs 't
onstuimige beest tegen te houden. Ook dc vrouw
van Kr. kwam toegeloopcn. Oe! riep zij. En z:et,
het beestje liet zich gedwee door haar pakken. Is
het niet waar, wat het spreekwoord zegt„Een
vrouw is duizend mannen te erg?"
Die smakelijke rattetisoep duel uiij denken aan
het grappige verbaal, dat een Fransch blad geeft
De mummie van Ramses II, Sesostris, een Egyp
tische koning, die reeds vóór eenigc duizenden jaren
is overleden, was teruggevonden en zou worden
opgezonden naar het museum te Kalro. De inland-
schc beambten der belastiugcn hield echter het
vreemde pakket bij de poort der stad aan, vragende
wat er in zat. „Een mummie van Ramses II", werd
hem geantwoord. Daar de goede man nog nooit
van dezen ouden vorst bad gehoord', verlangde hij
dc opening van het pakket.
Men verwijderde het omwindsel j de wantrou
wende beambte brak een stukje van het oor af,
stak het in zijn mond en. proefde het. ,,'t Is gezou
ten visch", zei hij, „doe maar weer dicht 1" Van
groous piètca getuigde deze handelwijze niet. Meer
eerbied cn gevoel toonde, al was bet dan ook maar
kortstondig, een vrouwtje waarvan bel „Vod." ver
haalt, dat schreide om den dood van haar commen
saal. „Zoo wordt hij dan uit mijn huis gedragen",
snikte ze. „Acht jaar, mensch, zeg ik je, volle acht
jaar was hij mijn commensaal, en heb ik hem met
mijn eigen handen verpleegd, als was hij mijn bloed-
cigcu k.tid, hier op deze kamer, buurvrouw. Acht
jaar, 't is ecu tijd, zeg ik je. AJtijd was hij goed
voor mij cn mijn kindertjes, die mocht hij toch zoo
graag. Dokter zei, bij had i uggemergtering en zei
hij, dat je daar heel naar van kan zijn, maar ook
noemde dokter hem een held, want altijd was hij
blijmoedig en tevredenik heb, mensch, in die acht
jaar nooit een hard woord van hem geluid. Arm
was hij, de stumperd, hij leefde van zijn klein pen-
fcoentyc, maar kroeg hij eens eeu extraatje, hij zou
er altijd van weggeven. Nooit dacht hij aan «*n
eigen, altijd aan mij en de kindertjes.
En nucén paaixl maar voor z'u lijkkoets, 't zit
cr ook niet an, kijk, dat is zijn vader in die vige-
lant cr achter, ootk een heel ding voor zoo'n ouden
man, je eenig kind naar bet graf brengen.
Wat zal ik 'm missen die goeie vent.
Kom, maar een meusch moet niet bij dc pakken
neerzitten, ik zeg maar, je moet toch vooruit in do
wereld, llclp je mij even 't raam opschuiven, buur
vrouw?"
En ccn bordje werd uitgehangen „Hier kan een
Cununessaal geplaals worden."
Ja, ja, zoo is "s werelds loop. 't Vrouwtje had
gelijk je moet toch vooruit in dc wereld. Dat wil
nok ieder mensch. Ook zekere schoenmaker te
Schoten, bij Haarlem. De man doet al zijn best.
Maar na 't werken en 't afleveren van 't werk
moet betaling volgen, anders kunnen de monden
niet opengehouden worden. En daarom trekt dc
schoenmaker er 's Maandags op uit om hier ea daar
ccn kwartje op te pikken. Nu beeft hij onder zijn
klantjes een, die altijd zoo hard als ccn spijker is
de vrouw stuurde al sinds lang den schoenmaker
geregeld met een mooi praatje, doch zonder geld,
naar huis, niettegenstaande haar inan meer dan
f 20.per week verdient. Was dat nu niet om
tureluursch te worden? Dc schoenmaker wérd dan
ook tureluursch. Hij zou en hij moest geld hebben,
zoo besloot hij. Maandagmorgen trok hij met een
forschen ruk aan de huisbel. Een raam wordt open
geschoven, een aardig kroeskopje, nog jong vrouw
tje verschijntO bent u daar, wacht, ik zal u
helpen." Met een pof het raam neer. Even later
kondigt het trdktouw het openhalen der huisdeur
aan. Schoenmaker naar binnen, en een gesprek
volgt: zij boven en hij onder aan de trap. Zij doet
weer al beur best hem roet een glad smoesje weg
te praten.
Hij echter bezweert niet te zullen vertrekken
vóór hij het geld had ontvangen.
Maar toen waren de rapen gaar. Snel verwijdert
zij zich, om even snel weer te verschijnen, gewa
pend met een lange stoffer en stormt dc trap af.
„Wat wou jij, manneke, in nrijn huis den boel op
scheppen? d'r uit, zeg ik Je, huisvredebreker
Dc schoenmaker wachtte niet lang cn was reeds
dc straat op, vóór zij in het portaal was aangeland.
Wat zal de man van zoo'n lief vrouwtje een respect
voor haar hebben
KEUVELAAR.
Roman van RUD. HERZOG.
19 Haar het Duitseh door
J. L. VAN DER MOER.
»»o—
Er volgden cenrige oogenblikken van stilte.
Daarna ging hij voort:
Nee, 'n mensch inoest niet behoeven te
sterven. Ik heb 't geloof gelukkig nog steeds
behouden. En als 't zijn moet, dan wil ik, als
professor aan het Conservatorium, verder
blijven gelooven. (Hij sloeg hard op de toet
sen.) Hoe kan 'n kunstenaar oud worden?
Waarom moet ook hij t graf z en? Die an
deren nu ja, die anderent Die hebben 't ge
makkelijk. Ze boemelen hier 'n jaar of wat
rond en laten zich dan kahn 't laken over den
neus trekken. Die trekken er gemakkelijk uit,
die verlaAcn niets dan It leven! Maar wij?
Wij verlaten niet alleen 't leven, maar ook d e
Kunst 1 Wij doen afstand van de zaligheid
en z ij hopen er op. Kinderen, kinderen, be
gint er niet over te tobben, want 't maakt je
gekl Hoe kan iemand ooit van dc Muziek af
scheid nemen—
De jongelui stonden nu naast hem bij den
vleugel. Helga drukte dc handen vast samen,
om ze niet op het oude hoofd' van den profes
sor te leggen en dat zachtjes te streelcn. Ro
bert Braun speelde met zijn horlogeketting
en keek eindelijk hoe laat hél was.
Al twaalf uur! Hoor eens, professor, wat
mij betreft, ik neem voor It oogeniblik toch
afscheid van de Muziek.
Trek de deur achter je dicht, maar vlug!
Ik zal u van avond komen afhalen. U
gaat zeker mee naar 't Restaurant Falstaff?
Mensch, waag je niet in mijn nabijheid!
Jij beoefent de Kunst als 'n ambacht! Zou jij
wel ecus ooit iets vochtigs in je oogen kun
nen voelen, wanneer je iets heel moois hoor
de? Of zou je er ook maar één enkel keertje
'n beetje dieper dioor ademhalen? Weet je
wat jij doet? Je beschouwt de Muziek als 'n
melkkoe. Met uitgespreide beenen ga je op
't driepootje er onder zitten en je neemt 'n
air aan alsof je mysteriën ontsluiert. Maar in
werkelijkheid grijp je de koe bij de spenen
en melk je tot dc emmer vol is. En als jij je
millioentje bij mekaar hebt, dan smijt je 't
driepootje ver van je weg, cn de Muziek is
voor jou 'n Hecuba. Foei, wat 'n schadeI En
wees nu zoo goed en verlos me van je ver-
eerend gezelschap.
Wel moge 't u bekomen, professor!
Hij kreeg geen antwoord.
Dc deur ging piepend dicht. Maar toen hief
de oude zanger plotseling het hoofd op, keek
verwonderd om zich heen en riep uit alle
macht: „BraunI"
Hadt u nog iets voor mc, professor?
Om hoe laat dacht je me ite komen afha
len?
Ik dacht om negen uur ongeveer.
Nu, laten wc zoggen acht. De dagen zijn
toch al zoo kort,
Uitstekend! Om acht uur precies. Tot
ziens dus. Dag Juffrouw Nuntius.
Helga nam haar muts en mantel en maakte
zich zwijgend gereed om ook heen te gaan.
Ik hoop dat de Voorzienigheid over je
waakt, kind! De slechte voorbeelden zijn er
alleen maar, om de goede des te beter te doen
uitkomen. Anders konden Onze Lieve Heer
noch de duivel er uit wijs worden, laat
staan 't onvolmaakte schepsel dat men mensch
noemt. Zorg maar dat je altijd braaf en ge
zond blijft.
Ilelga leefde dien geheclen dag verder als
in een droom; het was haar als bevond zij
zich in een labyrinth. En te vergeefs zocht zij
den draad van Ariadne. Welk een zeldzame
godheid was dan toch de Muziek, dat zij haar
eigen discipelen in verwaxnng bracht?
De heer Johanm Bettermann had het
grootste gedeelte van den namiddag op zijn
weegschaal gezeten, als een kind, dat met
moeite zijn vurig verlangen onderdrukt bij
het wachten op het belletje voor den kerst
boom. Het was Juffrouw Lena niet ontgaan
dat hij een plannetje aan het smeden was.
Daan-oor kende zij hem veel te goed. Maar
zij gunde hem gaarne zijn geheimzinnige pret
jes, omdat zij wel wist wat die te bet eek enen
hadden. Daarom lachte zij hem telkens vrien
delijk en aanmoedigend toe, wanneer zij door
de gang kwam.
Zoodra de avond gevallen was en de sneeuw
glinsterde in den helderen winternacht; toen
het gejubel van dc kinderen op straat had
opgehouden cn ook de volwassenen het
warme hoekje van den haard hadden opge
zocht, klopte de heer Bettermann aan Helga's
deur.
Juffrouw, als u thans lust hebt? We ont
moeten elkaar bij *de Kathrine-poort.
i Zij sloop stilletjes bet buis uit, cn spoedig
I daarna deed hij zijn voorschoot af en mam
1 zijn hoed van den kapstok,
i Moeder, riep hij, het hoofd even om dc
deur van haar winkeltje stekend, ik heb nog
'n dringende boodschap. Wil je even op mijn
zaakje letten?
Hij trok zijn hoed op de ooren en spoedde
j zich met kleine pasjes naar de ontmoeting»-
plaats.
Maal wat moet ei^nu toch eigenlijk ge
beuren, mijnheer Bettermann?
Hij keek even rond of er niemand in de
j nabijheid was. Toen sprak hij op gedempte»
toon:
Frankfort is au 'n Pruisische stad.
Enfin, mij 'u zorg! Wat recht Is, dat is recht,
1 cn wij zijn er niet minder om. Maar Frank-
font is zachtjesaan heclcmaal vernieuwd, do
ouwe degelijke huizen worden steeds zcld
zamer. Waar moet dat heen? Oppassen is do
boodschap. Wij ouwe Frankfurters beliooren,
om zoo te zeggen, tot één groote familie, cn
daarom beschouw ik T als mijn plicht, van
I tijd tot tijd zoo eens bij mijn familieleden to
1 gaan kijken hoe de zaken staan. Vooral in
den winter, wanneer zc thuis zijn. En als cr
sneeuw ligt, dan kan niemand mc hooren.
Hij liq» dapper vooruit; zij volgde hoofd-
schuddend, maar toch opgewekt, en nieuws-
1 gierig naar dc avonturen welke zij zou gaan
beleven. Zij bereikten een stille zijstraat met
groote huizen, <lie allen voortuintjes hadden.
Bettermann drukte het gezicht tegen een
ijzeren hek en IIcLga volgde zijn voorbeeld,
i Toen noemde hij den naam van den bewoner
van het huis en begon zachtjes te vertellen
van een Fransche vrouw, die dc Consul zich
to>t echtgenoot e had gekozen; van haar schoon
heid en van haar iiohtodnndg leven. En hij
zeide dat de Consul, die met hart cn ziel
aan zijn Vaderstad hing, een Riddergoed in
Mecklenburg had gekocht, waarheen hij reeds
in het voorjaar wilde verhuizen, alleen om
ziju vrouw voortdurend onder de oogen te
lubben en te voorkomen dat zijn goede naam
geschaad werd.
Dc heer Bettermann scheen dc kunst te
verstaan om door muren en deuren heen te
kijken.
Waar zou hij nu anders zitten dan aan
zijn schrijftafel? Ilij is oud geworden vóór
zijn tijd. En vóór zach heeft ie 't grootboek
van zijn ouwe firma, dat 't opschrift draagt:
„Met God". Eu in de kamer naastaan ligt zijn
vrouw op 'n cliaise longue cn lees* Fransolve
romannetjes, die dat opschrift volstrekt niet
dragen.
Verontwaardigd wendde hij zich om, en
nu schreden ze liaastig verder, want het lange
stilstaan in de sneeuw bezorgde hun koude
voeten.
Wederom hdelden zij halt, ithans voor een
breed, wit huis, in Engelschen stijl opgetrok
ken. Een ruim grasperk, thans onder de
sneeuw bedolven, omgaf het trotsche gebouw.
Ww-.lt \rr\<olgd.