tO" Jaargang. Vrijdag 3 November 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. „Het Levenslied." 184. MERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: pur 3 maanden voet Amersfoortf l.OO. Iden franco per «ost1.50. Afzonderlijke nuini i r» - 0.05. Dez« Ct urar.' ver. -1 iji.t dagelijks behalve op Zon- en Feest Advorlentiö'ime-'odeelingen enz., gelieve men vóór 11 urn 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgêvers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADV BRT EN TIÉN: Van 15 regels f 0.80. Elko regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvrage*. 85 cenfta bij vooruitbetaling, örooto letters naar plaatsruimte. Voor handol en bodWjf bestaan zaer voordeslige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dtt Blad, bfl abosmeesaoL Bene oireulairobevattende de voorwaarden, wordt op toegezonden. Kennisgevingen. LAND! E E R. ONDERZOEK VAN VERLOFGANGERS. Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort maken bekend Jo. dat het onderzoek der Verlofgangers van de Landweer zal plaats hebben op Maandag, 20 Novem ber a. s.. tc Amersfoort, le Kazernestraat no. 5, nabij dc Infanterie-kazerne, des voormiddags 9 uur, lichting 1905; 10 uur lichting 1906; 11 uur lichting 1907; des namiddags 14 uur lichting 1908; 24 uur lichting 1909op Dinsdag, 21 November a. s.. le Kazernestraat no. 5, des voormiddags 9 uur lich ting 1910 en ten 10 uur lichting 1911 2o. dat aan het onderzoek in dit jaar niet wordt deelgenomen door verlofgangers, die dn den loop dezes jaars overeenkomstig art. 11 der Land neer wet onder de wapenen, zijn geweest 8o. dat dienstplichtigen, die krachtens art. 15 der wet. van den wer kei ijken dienst zijn onthe ven, gedurende den tijd, dat zij an het genot zijn ran de ontheffing, niet aan1 het onderzoek zijn onderworpen 4o. dat dienstplichtigen, die eene vrijwillige verbintenis krachtens artikel 9, 2de lid, der wet hebben aangegaan bij het regiment Genietroe pen, niet bestemming voor de Exploitatiecompag- nie der Spoor wegafdéeling van dat regiment, tijdens den duur dier verbintenis van de ver plichting tot het bijwonen van het onderzoek zijn rrjjgesteld 5o. dat eindelijk niet aan hot onderzoek deel nemen: verlofgangers, -die het onderzoek niet behoeven bij te wonen, als behoorende tot de categorieën., bedoeld bij artikel 15, tweede en derdo lid, der wet; verlofgangers, die bij de toestemming tot verblijf buitenslands vrijstel ling hebben verkregen van de verplichting tot het bijwonen van het onderzoek (artikel 27 der wet); verlofgangers, die by de toestemming tot hot aangaan van eene verbintenis voor de buL tenlandsohe zeevaart vrijstelling hebben ver kregen van de verplichting tot het bijwonen van het onderzoek (artikel 20 der wet). Voorts worden belanghebbenden uitdrukkelijk gewezen op de artikelen 21 en 31, 1ste en 2de lid der Landweerwet, luidende als volgt Art. 21. Het Crimineel Wetboek en het Re glement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op het personeel van de landweer, dat zioh onder de wapenen bevindt, van toepassing, en, mot opzicht tot de verschillende gevallen vau desertie, op het geheele landiweerpersoneel. Dat personeel wordt geacht onder de wapenen te zyni: lo. zoolang het zich in werkelyiken dienst bij eene afdeeliug van de landweer of bij een der korpsen van liet leger bevindt; 2o. gedurende den tijd dien ihet in artikel 29 bedoeld onderzoek duurt; 3o. in liet algemeen wanneer het in uniform is gekleed. Art. 31. De verlofganger van de landweer ver schijnt bij het onderzoek gekleed in de uniform en vo( rzien van de wapenen, het ledergoed en de klee ding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven of hem later uitgereikt, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Zijn hem regle menten of dienstvoorschriften uitgereikt, dan ver- fohijnt hij ook daarvan voorzien bij het onderzoek. Hot niet ontvangen van eene persoonlijke op- ioepiug ontheft niet van de verplichting tot deelneming aan het onderzoek. Indien ziekte de opkomst mooht verhinderen, moet men ter gemeente-secretarie eene gelegali seerde geneeskundige verklaring overleggen. Deze vorKiaring kan ongezegeld zijn. Amersfoort, 2 November 1911. De Secretaris, De Burgemeester, J G STENFERT KROESE. WUIJTIERS. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, GeJet op arlt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publ ek, dat een "door W. II Meursing ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het uitbreiden van de broodfa briek, door bijplaatsing van eene zwakgasinstaöa- lic, in het perceel. alhier gelegen aan het Smaliepad no. 6. bij het Kadaster bekend onder Sectie D, no. 971, op <le Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat. op Donderdag, den 16. November aanstaande, des voormiddags le half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wondt gegeven om, ten overstaan van bet Gemeentebestuur of van één of meer zijner leden, bezwaren tegen het uitbreiden van de inrichting in te brengen. Tot liet beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn vo-lgens de bestaande jurispruden tie. alleen zij gerecht gd. die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor hel Gemeentebestuur of ééni of meer zijner leden zijn verschenen', teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, den 2. November 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd,, De Secretaris, De Burgemeester. J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht De Italianen in Tripoli. Over de jongste gebeurtenissen in Tripoli loopen de Turksche en Italiaansche berich ten uiteen. Dat de Turken dichter op de stad aantrekken en daarbij een paar forten bezet hebben, die vroeger door de Italianen werden ingenomen, schijnt niettemin als vrijwel vaststaande te mogen worden aan genomen, al behoeft daar niet uit te vol gei. dat nu ook de herovering van Tri poli ophanden is. Met dit te hopen, geven de Turken, naar de algemeene opinie, blijken van veel zelfoverschatting. Immers de Ita lianen hebben in Tripoli sterke stellingen en verreweg ook de numerieke meerderheid. Hoe nu ook verder de juiste toedracht der laatste wapenfeiten moge wezen, d i t slaat als een paal boven water, dat de Turken een radicale verandering hebben gebracht in hun manier van optreden. Van verdedi gers zijn ze aanvallers geworden. Dat is in het kort gezegd het resultaat der dagen lange worsteling rondom Tripoli en dól had vroeger niemand verwacht. Het consta- teeren van dit feit leidt vanzelf tot de vraag hoe hel gebeuren kon, dat de Italiaansche troepen, die zoo vol vertrouwen op een gemakkelijke overwinning de expeditie naar Tripoli aanvaardden, zoo teleurgesteld zijn uitgekomen. De naastbijliggende verklaring voor het tot dusver niet zeer gunstige verloop van het Tripolitaansche avontuur kan volgens het oordeel van een mili tairen deskundige in de Neue Freic Pres- se gezocht worden in de strategie der Itali anen, welke daarop gericht was, tegelijker tijd zooveel mogelijk punten aan de kust le bezeilen. De Italianen hebben 10.000 tot 50.000 man gemobiliseerd en met deze strijdmacht vijf punten aan de kust bezet: Tripoli, Iloms, Benghazi, Perna en Tobroek. Dergelijke omvangrijke acties moeten met veel sterkere strijdkrachten ondernomen worden wanneer men fiasco voorkomen wil. De Italiaansche generale staf schijnt ech ter den le verwachten tegenstand te ge ring geschat te hebben; bij hield hoofdzake lijk rekening met dc 5000 Turksche soldaten, die in de stad Tripoli garnizoen hadden en die, wat den uilerlijken schijn aanging niet bepaald onder de keurtroepen van den Groo- tcn Heer te rangschikken waren. De ver halen die te Rome werden gedaan over den toestand van de Turksche bezetting, over de slappe en laksche houding der Turksche soldaten, die weinig militairen dienst ver richtten en een zeer ongedwongen levenswij ze voerden, over bet garnizoen, dat alleen voor groote godsdienstige feesten uiT rukte, bij wijze van parade voor den uali, hebben wellicht tot deze misrekening van den Italiaanschen generalen staf aanleiding ge geven. Dal blijkt ook uit de Italiaansche rap porten, die kort na dc eerslc troepenlanding werden opgesteld en waarin een verovering der provincie zonder ecnigen strijd als hoogst waarschijnlijk werd aangeduid. De Arabieren, die de eigenlijke kern van dé verdediging van Tripoli vormen, werden als quantilé negligeable beschouwd, misschien omdat hel aan dc Italiaansche regeering was gelukt enkele sjeiks voor zich te winnen. Dc onderschatting der werkdadigheid en strijd lust van het Turksche en Arabische element deed de Italianen tot een strategie overgaan, welke alleen tegenover een lijdelijken tegen stander succes belooft. Deze fout in de oorspronkelijke samen stelling van het plan der krijgsoperatiën moet nu met spoed goedgemaakt worden, liet voortdurend dirigeeren, formeeren en in gereedheid houden van nieuwe troepen voor Tripoli bewijst duidelijk, dat het eerste expeditiekorps niet in staat is zijn taak be hoorlijk te volvoeren. Vandaar dat het in zijn actie tot stilstand is gedoemd en het beste beentje moet voorzetten om zelf niet de dupe van de hcelc geschiedenis le wor de Men moet, om de praestaties der Turken naar waarde te kunnen schatten, zich weer eeos indenken, welke krachten hun bij den aanvang der Italiaansche bezetting ter be schikking stonden, op welke gevechtsmidde- len ze in het eigen kamp konden rekenen, in welken toestand deze verkeerden en waar ze zich bevonden, waar ze vandaan gehaald moesten worden. Oolj de zwakke Turksche bezetting van Tripoli'kon niet met kans op succes aan eene verdediging denken. Welk een geweldige prestatie aan arbeid moeten de enkele Turksche officieren, welke zich na het uitbreken van den oorlog over Tunis en Egypte naar Tripoli en Benghazi begaven, dan wel verricht hebben. De vijfduizend Turksche soldaten vormen heden slechts een onderdeel der Turksche vordedigings midde len; de hoofdmacht vormen de Arabieren en Berbers, welke in het binnenland van Tripo- litanië tot den strijd toegerust, uit ver ver wijderde streken bijeengebracht, van wapens en munitie voorzien, in militaire orde ge rangschikt en vervolgens tegen de hoofdstad in actie gebracht werden. En dit alles was het werk van weinig tijd en van eenig© ener. giek© en bekwame officieren van het mo derne Turksche leger, het werk van Reschat Bey, Enver Bey en Fellii Bey en nog enkele anderen, die den militairen geest en de mili taire stellingen van het Ottomaansche rijk alle eer aandoen. De gevechten der laatste dagen vormen, naar alles zich laat aanzien, slechts een voorspel tot, wellicht ook in dc gevolgen, veel ernstiger gebeurtenissen. Italië «n Turkijr Tripoli, 2 November. De dag en de nacht gingen rustig voorbij. De Turksche artillerie vuurde zonder resultaat le 5 uur eenig3 schoten af op de Zuidwestelijke linies. Malta, 2Nov. Iliior is betriciht ontvangen, dat feitelijk alle Italiaansche oorlogsschepen van Tripoli naar de Turiksiehe wait oren zijn vertrokken. Londen, 2 Nov. In het Lagerhuis wer den aan minister Grey een hc<Ae rceiks wa gen gesteld betreffende de gebeurtenissen in Tripoli. De minister antwoordde, düit hij geen reden heeft om te veroiwletrstellen, dat de rechten van Groot-Rrittiaainiië in gevaar vonkeeren. l)c unkwuislisoke a-fgevaai-diigdc Sykes woog, ol dc capitulaties, dit üe llriilsohc onderdanen in hel Tuirksohe rijk genieten, ook nog golden voor de Britsdic ondordfcuiuen in de gedeelten van Tripoli, die door dc Italiaanïsclie krijgs macht bezet zijn. Grey antwoordde, dat het alltijd moeilijk is om in oorlogstijd precies uit te malkan, hoe hel gesteld is met sommige Dij traobaat overeengekomen rechten. Engeland heeft echter niet toegelaten, dat maar eenig ver dragsrecht dat dc Engelsahen in Tripoli ge meten, voorgoed zou warden gesdhaad door hetgeen daar op hot oogonlblilk gebeurt. Leach verzocht den minister, dat Groot- Brit taautië zijn invloed zou doen gelden om paal en perk te stellen aan het vermoorden van Araibische mannen, vrouwen en kinderen door Italianen, waarop Grey antwoordde, dut Engeland zich niet kan bemoeien met de krijgs-operaties van de Italiaansche regee- rmy in Tripoli en dat ieder ander standpunt ottveroeingbaar zou zijn met de Engelsche neutnaDteitsverklaring. ,,Ik verneem," zeadc die mRiijster, „dat hetgeen over deze kwestie gezegd, is, van de meest gezag hebbende Italiaansahe zijde is te gengesproken en ik moet dauugond verzoe ken, <kut er geen vragen worden gestckl in een voatm, die voor andere staten bedoodagend is." Rome, 2 N o v. Een officieuse nota naar aanleiding van de berichten omtrent wapen feiten, die op 30 en 31 October zouden heb ben plaats gehad, zegt, dat behalve dc offi- cieele mededeclingen, tot dusverre geen enkel ander bericht omtrent Tripoli is ingekomen. Overwinnig of niet? Het Italiaansche gezantschap te Berlijn lo genstraft de berichten omtrent Turksche overwinningen en besluit met dc mededee- ling, dal er na den strijd van 26 October gec» gevechten meer hebben plaats gehad. Als af doende behoeft deze tegenspraak niet te wor den opgevat. Als' een gevecht officieel niet bestaat, dan kan het toch in werkelijkheid wel geleverd zijn. Volgens mei meer nauwkeurigheid om schreven berichten, was, luidens oen telegram uit Konslantiuopel, op 3ü October hot schouw spel dat Tripoli opleverde als volgt: De Turk sche rechtervleugel onder het bevel van overste Ahmod, slaagde erin ondanks het vuur der Italiaansche bergbatterijen en mi trailleuses, deai rechtervleugel der Italianen te nopen tot het ontruimen der forten Misri en Ilanaii. Onder groote verliezen moest de ItaJiaansche vleugel zioh achter de stadsmuur terug trekken, eveneens moest tengevolge van de hevige aanvallen van hei Turksche cen trum onder aanvoering van overste Resjat Bey, het Italiaansche centrum tot op twee kilometer afsla nds van den stadsmuur ach teruit wijken. De Italiaansche rechtervleugel alleen handhaaft nog zijn vooruitgeschoven positie op ongeveer vier kilometer afstands van Tripoli en houdt hot daar gelegen sterkste fort bezet De stadsmuur is vijftien meter hoog. De Turksche troepen zijn zeer geestdriftig gestemd en niettegenstaande liet oen gewaag de onderneming is met de bajonet te gaan aanvallen, gelooft men toch dat het aan de heldhaftige Turksche troepen zal gelukken de stad Tripoli binnenkort weer te bezetten. Het beestachtige optreden der Italianen. De correspondent van do Secoio, die d©n laatsten tijd eene merkwaardige openhartig heid aan den dag legt, logenstraft het bericht der Agenzia Stefani, (lat tusschon de Turken en Arabieren oneenigheden zijn ontstaan. Er heerscht nog altijd eensgezindheid onder hen, zoo zegt hij, en aan dc vijandelijke stemming der Arabieren jegens de Italianen valt niet le twijfelen. Wanneer nun dan ook de ver halen leest in sommige Italiaansche bladen over hetr optreden hunner landgenooten in Tripoli, dan kan men begrijpen dat dc in- landsöhe bevolking den Italianen allesbehal ve goedgunstig gezind is. Zoo schrijft de cor respondent van dc Stampa: „Onze soldaten hebben zonder mededoogen gefusilleerd. Dc opstandelingen, die overtuigd zijn hun leven voor hun godsdienst op te of feren, sterven gelaten. Krachtens mijn plicht heb ik eenige executies bijgewoond. Een man en een vrouw waren in het bezit gevonden van wapenen en deswege ter dood veroor deeld. Liefdevol hielden ze eikaars handen omstrengeld en ze toonden geen spoor van vrees. De commandecrende officier uitte hel bevel den man dood te schieten hetgeen geschiedde. De vrouw hiekl de hand van den doode nog vast en zag moedig haar eigen dood tegemoet. Een tweede salvo volgde en deed haar her senen naar buiten puilen. Vervolgens werd een grijsaard en na hem een jonge knaap gefusilleerd en daarna een oude vrouw die naakt was uitgekleed, omdat men in haar kleed geweerpatronen verborgen had. Onze soldaten zijn bloeddronken en vol wraak zucht en de officieren moeten al hun gezag aanwenden om de executies te beperken. Ook twee Grieken werden per abuis gefusilleerd, omdat ze een revolver gedragen hadden." Ondanks de vorenomschrevon gruwelen s-cbijni Tripoli nog altijd niet wkl-o.ondJo „ge zuiverd" te zijn. Zoo meldt de „Trübunfev", dat in een huis yan Tripoli door Italtoansichc gen darmen vijf Turksche officieren zijn ontdekt. Of deze officieren gediurrcndc het gcvccthl mit den 23en October de stad binnengeslopen zijn oil siin-ds de eerste dagen der bezetting aiiöh daiar verborgen gehouden hebben, weet incn uiiet. De vervolging der oorlogscorrespondenten in Tripoli duurt nog altijd voort; dc „Resio di Carlino" meent te weten dat alle journa listen Tripoli zullen uitgezet worden. Zulke dwairskijkers kunnen ook tc veel ver klappen 1 Be t o o g i n g c li in E g y p e. In verschillende steden en dorpen van Egypte hebben straatbel oogLugcn t©u gunste van 1 urkije plaats gehad. Een dreigend karakter nemen de manifestaties in Alexan- drië aan, waar tienduizend persouen aan de betooging deelnamen. Verschillende inboor lingen droegen vlaggen met opschriften u,t den Koran en riepen: „Allah heeft den Kha- lief de zege over de ongeloovigen geschon ken". De politie arresteerde tweehonderd personen, waarhij verscheiden politie-agcn- ten benevens een kapitein door stokslagen werden gekwetst. In Kalro waar overdreven overwinnings- berichten der Arabische bladen onder dc inboorlingen blijde opgewondenheid hadden veroorzaakt, hadden in de feestelijk versier de wijk Chan-el-Chalili dergelijke demonstra ties plaats. Een grijsaard die een vlag torsch- le, predikte den heiligen oorlog, liet geluk te intusschen aan de politie om dc betoogers Romjn van R U D. II E R Z O G. 23 Naar het Duitsch door J. L. VAN DER MOER. o— Heerlijk klonlc liet machtige orgaan, van Robert Bra-un met haar scliooiic stem samen, helder als twee klokken, die als één ipaar ge goten, haar re incn klank in den domkoepel harmonisch doen hooren. Dat zijn uitverkoren nienschen, dacht Frans Grube, of beter: uitverkoren kunstenaars; want wat ze als nvensch bcteckenen, dai zul len ze beiden nog moeten toonen, wanneer de tijd daarvoor eenmaal zal zijn aangebro ken. Üe tijd waarin ze zuLlcn genoodzaakt worden dc stem des levens, en niet de echo van de Kunst tc doen hooren. Om hem heen daverde (hot van handgeklap, en hel publiek hield niet op, voordat de twee jonge menschen nog een paar malen op het podium waren teruggekeerd. En toen het applaus eindelijk bedaard was, hoorde men plotseling een stem roepen: „Bravo 1 Da G&pol" Iedereen keek om naar den cruthusiaslcn toehoorder. Het was de heer Beltermann. die in groote opwinding zijn plaats verliet. En op de voor ste rij verhief zich een mager persoon met een uitgedroogd, rimpelig gelaat, die hem minzaam toewuifde, en hem zelve mei een j krakende stem ..Bravo!" toeriep. Wat was dat voor iemand, vroeg Bet- j termamn aan Marscha 11, -terwijl zij tusschen de menigte naar die garderobe gingen. -Dat was professor Faller, de beste zang- 1 leeraar. Toen Bottermann zijn overjas en cylinder j veroverd had en hij den laatslte zorgvol met de mouw van zijn jas opstreek, voelde hij dat i hem een hand op don schouder werd gelegd. Hij wendde zich haaslilg om en keek profes- I sor Faller in hot ongeschoren gelaat. Ik wilde u eens zeggen, -waarde heer, j dat dk die spontane hulde van zooeven heel aardig van u vond, w-erkelijk bizon-der aar- i dig. (Dat was nu zoo echt impulsief weet u! j 't Deed mie goed, uw bravo was gemeend, na- j tuurlijk, dat was 'n heel andere waardeering j j -dan -die van al die geblaseerde lui met hun j bestudeerd applaus. Ze gencoren zich voor mekaar om zich te uiten, wanneer ze al de Kunst niet als 'n ambacht beschouwen. Mag ik u dc hand reiken Zoo, ik dank u. U is 'n 1 kunstkei ner, dit zegt Faller ui Mijn naam is Bettermann. -Zoo, zoo? Aangenaam. Waar drinkt u j gewoonlijk uw glaasje wijn? Bij Heiland, <xp de Maiikt, zei Bcltermaan met kloppend hart. O, 'n appelwijntje.... sprak de professor. terwijl hij de wenkbrauwen optrok. Dat moeJ ook heel gezond zijn. Hierop ging hij heen. De 'heer Bettermann voelde zich door dit I korte afscheid volstrekt niet gekrenkt. Hij had veel te veel haast om thuis te komen en aan zijn oudje al de hizonderheden van den avond te vertellen. In het café, waar hij gewoon was zijn ap pelwijn le drinken, sprak hij van af dezen dag niet meer uitsluitend over zijn huizenspecu latie. maar redeneerde hij ook met veel ge wicht over Kunst en Muziek. „Hij is 'n kenner," 'beweerden de andere be zoekers, „professor Faller heeft 't zelf ge zegd." Waarom heeft u mij onder 't zingen hec- lemnal niel aangezien, Juffrouw Nuntius? vroeg Braun. toen ze i-n de aritistenkamer w-aren teruggekeerd. Och, iik hoorde u zingen. Dit was voor mij de hoofdzaak. Maar 't was toch zeker geen reden om vuu'i ldurend- in d'c richting vap MarscliaU te kijken. Mijnheer Marscha!!? Ik weel niet eens waar die gezeten heeft. Ik heb voortdurend mijnheer Gru-bc aangekeken. Ik geloof dat zoo iets 't beste middel is om zijn zenuwach tigheid te overwinnen. Men zoekt in de zaal een of ander sympathiek mensch uit. of iemand' die er sympathiek uitziet, en men denkt maar dat men voor hem alleen zingt. U hebt uitmuntend gezongen. Juffrouw Nuntius. U krijgt langzamerhand iets zoo ge heel aparts, hoe zal 'k 't noemen? Iets speci aals. Dat is ook m ij n streven. "Men moei zich van anderen onderscheiden, dat is dc eenige manier om behoorlijk betaald te worden. Mijn eenige doel is werkelijk kunstena res te worden, antwoordde Ilelga. Haar wangen gloeiden. Wij moesten samen optreden. Onze stem men harmoniéeren zoo buitengewoon goed. Hieraan heb ik onder 't zingen voortdurend gedacht. En niet aan Lohengrin? lachte zij. Die zingt van zelf. Zij keek hom aandachtig aan en schudde hel hoofd; Er werd geklopt en Marschall trad binnen. Zonder van Braun eenige notitie te nemen, liep hij regelrecht op Ilelga toe, nam haar hand en drukte er de lippen op. Meisje! Juffrouw!... Goeie God, wat moet ik zeggen? Enfin, enzoovoorts, enzoovoorts! Hoe kan men eigenlijk aan zijn vreugde be hoorlijk uiting geven? Braun, kom hier, ke rel. la-at me je bcursch slaan! Wees -asjeblieft 'n beetje voorziiclitig. Nu, ook al goed', op 'u aiwleren keer dan. En nu, vooruit Juffrouw, 't rijtuig wacht. Thans gaan we feest viorenl Hij liet haar nauwelijks tijd1 om van haar partner afscheid te nemen. Zoodra ze in hot rijtuig zaten, sprak hij: Juffrouw Nuntius, u is toch hoop ik niet meer boos op me? «Ik bedoel vanwege mijn bruusk optreden op '4 eiland, in Octo«bor, u weet wel? En u moet volstrekt niet denken dat ik dronken was, toen ik op dien bcwusten avond onzen braven Bettermann thuis bracht. De schijn was alleen maar legen me. Ik geef u mijn woord, dat ik beslist nuchter was. Op zoo'n avond als ik toen met -u op den Main beleven modht, zorgt men or van zelf wel voor, niet in dc goot terecht te komen. Dat voelt u toch ode wel, is 't niet? U is dus niet meer boos? Nee? llcelcmn.il niet? En u geeft me zelf uw handjes? Allebei? Ik zou wel hoera willen roepen. Hoera! En hij stootte met l»ot hoofd tegen de kap van het rijtuig, zoodat zijn bood heni over de ooren zakte. Op straat viel dc sneeuw in dichte vlokken. De weinige voorbijgangers geleken in die witte, stille omgeving op schimmen of merkwaardige luchtbeelden. Dc twee, die in liet rijtuig zaten, hadden ide -beslagen ruiten der portieren schoongeveegd en vermaakten er zich mede, den karikaturen, -welke ze pas seerden, allerlei zonderlinge namen tc geven. Het rijtuig hield1 stil. Marseha-11 betaalde vlug den koetsier, trad! daarna haastig raar het portier iterug, -tilde het meisje uit den wagen en droeg In ar, teneinde tc v-oorkomen dat zij met haar glacé-lederen schoentjes de sneeuw zou aanraken, de stoep op en naar binnen. Maar in plaats van haar hier -neer te zetten, klom hij mot zijn lieven last de trap pen op tot vóór -de kamer van Frans Grube. Maar, mijnheer Marschall! zei zc, rood van schaamte. 't Kost ,g©en cent extra, Juffrouw. Nu zette hij haar neer. -Als iemand dat nu toch eens gezien had, mijnheer Marschall. O, maak u daarover niet ongerust, Juf frouw, «lat zou mijn reputatie volstrekt niet schaden. Och. lieve hemel, riep zij -lachend uit, hoe kan iemand nu boos op u worden 1 Ziet u wel! U weet 't zelf niet. Ik verlang da», trouwens ook hcelemaal niet. Integcndecll Enfin, dat komt wel terecht. Mag ik u ver zoeken naar binnen te wandelen? Of geeft u er de voorkeur aan door mij gedragen Ja, etit moest u eens wagenl W.'Jt rtnvl[/d.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1