tO" Jaargang.
Vrijdag 3 November 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
„Het Levenslied."
184.
MERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
pur 3 maanden voet Amersfoortf l.OO.
Iden franco per «ost1.50.
Afzonderlijke nuini i r» - 0.05.
Dez« Ct urar.' ver. -1 iji.t dagelijks behalve op Zon- en Feest
Advorlentiö'ime-'odeelingen enz., gelieve men vóór 11 urn
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgêvers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADV BRT EN TIÉN:
Van 15 regels f 0.80.
Elko regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvrage*. 85 cenfta bij vooruitbetaling,
örooto letters naar plaatsruimte.
Voor handol en bodWjf bestaan zaer voordeslige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dtt Blad, bfl abosmeesaoL Bene
oireulairobevattende de voorwaarden, wordt op
toegezonden.
Kennisgevingen.
LAND! E E R.
ONDERZOEK VAN VERLOFGANGERS.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort maken bekend
Jo. dat het onderzoek der Verlofgangers van de
Landweer zal plaats hebben op Maandag, 20 Novem
ber a. s.. tc Amersfoort, le Kazernestraat no. 5,
nabij dc Infanterie-kazerne, des voormiddags 9 uur,
lichting 1905; 10 uur lichting 1906; 11 uur lichting
1907; des namiddags 14 uur lichting 1908; 24 uur
lichting 1909op Dinsdag, 21 November a. s.. le
Kazernestraat no. 5, des voormiddags 9 uur lich
ting 1910 en ten 10 uur lichting 1911
2o. dat aan het onderzoek in dit jaar niet
wordt deelgenomen door verlofgangers, die dn
den loop dezes jaars overeenkomstig art. 11 der
Land neer wet onder de wapenen, zijn geweest
8o. dat dienstplichtigen, die krachtens art. 15
der wet. van den wer kei ijken dienst zijn onthe
ven, gedurende den tijd, dat zij an het genot zijn
ran de ontheffing, niet aan1 het onderzoek zijn
onderworpen
4o. dat dienstplichtigen, die eene vrijwillige
verbintenis krachtens artikel 9, 2de lid, der wet
hebben aangegaan bij het regiment Genietroe
pen, niet bestemming voor de Exploitatiecompag-
nie der Spoor wegafdéeling van dat regiment,
tijdens den duur dier verbintenis van de ver
plichting tot het bijwonen van het onderzoek zijn
rrjjgesteld
5o. dat eindelijk niet aan hot onderzoek deel
nemen: verlofgangers, -die het onderzoek niet
behoeven bij te wonen, als behoorende tot de
categorieën., bedoeld bij artikel 15, tweede en
derdo lid, der wet; verlofgangers, die bij de
toestemming tot verblijf buitenslands vrijstel
ling hebben verkregen van de verplichting tot
het bijwonen van het onderzoek (artikel 27 der
wet); verlofgangers, die by de toestemming tot
hot aangaan van eene verbintenis voor de buL
tenlandsohe zeevaart vrijstelling hebben ver
kregen van de verplichting tot het bijwonen van
het onderzoek (artikel 20 der wet).
Voorts worden belanghebbenden uitdrukkelijk
gewezen op de artikelen 21 en 31, 1ste en 2de lid
der Landweerwet, luidende als volgt
Art. 21. Het Crimineel Wetboek en het Re
glement van krijgstucht voor het krijgsvolk te
lande zijn op het personeel van de landweer, dat
zioh onder de wapenen bevindt, van toepassing,
en, mot opzicht tot de verschillende gevallen vau
desertie, op het geheele landiweerpersoneel.
Dat personeel wordt geacht onder de wapenen
te zyni:
lo. zoolang het zich in werkelyiken dienst bij
eene afdeeliug van de landweer of bij een der
korpsen van liet leger bevindt;
2o. gedurende den tijd dien ihet in artikel 29
bedoeld onderzoek duurt;
3o. in liet algemeen wanneer het in uniform
is gekleed.
Art. 31. De verlofganger van de landweer ver
schijnt bij het onderzoek gekleed in de uniform en
vo( rzien van de wapenen, het ledergoed en de klee
ding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met
verlof medegegeven of hem later uitgereikt, van zijn
zakboekje en van zijn verlofpas. Zijn hem regle
menten of dienstvoorschriften uitgereikt, dan ver-
fohijnt hij ook daarvan voorzien bij het onderzoek.
Hot niet ontvangen van eene persoonlijke op-
ioepiug ontheft niet van de verplichting tot
deelneming aan het onderzoek.
Indien ziekte de opkomst mooht verhinderen,
moet men ter gemeente-secretarie eene gelegali
seerde geneeskundige verklaring overleggen.
Deze vorKiaring kan ongezegeld zijn.
Amersfoort, 2 November 1911.
De Secretaris, De Burgemeester,
J G STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
GeJet op arlt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publ ek, dat een "door
W. II Meursing ingediend verzoek, met bijlagen,
om vergunning tot het uitbreiden van de broodfa
briek, door bijplaatsing van eene zwakgasinstaöa-
lic, in het perceel. alhier gelegen aan het Smaliepad
no. 6. bij het Kadaster bekend onder Sectie D, no.
971, op <le Secretarie der gemeente ter visie ligt,
en dat. op Donderdag, den 16. November aanstaande,
des voormiddags le half elf uren, gelegenheid ten
Raadhuize wondt gegeven om, ten overstaan van
bet Gemeentebestuur of van één of meer zijner leden,
bezwaren tegen het uitbreiden van de inrichting in
te brengen.
Tot liet beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn vo-lgens de bestaande jurispruden
tie. alleen zij gerecht gd. die overeenkomstig artikel
7 der Hinderwet voor hel Gemeentebestuur of ééni
of meer zijner leden zijn verschenen', teneinde
hunne bezwaren mondeling toe te lichten.
Amersfoort, den 2. November 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,,
De Secretaris, De Burgemeester.
J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De Italianen in Tripoli.
Over de jongste gebeurtenissen in Tripoli
loopen de Turksche en Italiaansche berich
ten uiteen. Dat de Turken dichter op de
stad aantrekken en daarbij een paar forten
bezet hebben, die vroeger door de Italianen
werden ingenomen, schijnt niettemin als
vrijwel vaststaande te mogen worden aan
genomen, al behoeft daar niet uit te
vol gei. dat nu ook de herovering van Tri
poli ophanden is. Met dit te hopen, geven de
Turken, naar de algemeene opinie, blijken
van veel zelfoverschatting. Immers de Ita
lianen hebben in Tripoli sterke stellingen en
verreweg ook de numerieke meerderheid.
Hoe nu ook verder de juiste toedracht der
laatste wapenfeiten moge wezen, d i t slaat
als een paal boven water, dat de Turken
een radicale verandering hebben gebracht
in hun manier van optreden. Van verdedi
gers zijn ze aanvallers geworden. Dat is in
het kort gezegd het resultaat der dagen
lange worsteling rondom Tripoli en dól
had vroeger niemand verwacht. Het consta-
teeren van dit feit leidt vanzelf tot de vraag
hoe hel gebeuren kon, dat de Italiaansche
troepen, die zoo vol vertrouwen op een
gemakkelijke overwinning de expeditie naar
Tripoli aanvaardden, zoo teleurgesteld zijn
uitgekomen. De naastbijliggende verklaring
voor het tot dusver niet zeer gunstige
verloop van het Tripolitaansche avontuur
kan volgens het oordeel van een mili
tairen deskundige in de Neue Freic Pres-
se gezocht worden in de strategie der Itali
anen, welke daarop gericht was, tegelijker
tijd zooveel mogelijk punten aan de kust le
bezeilen. De Italianen hebben 10.000 tot
50.000 man gemobiliseerd en met deze
strijdmacht vijf punten aan de kust bezet:
Tripoli, Iloms, Benghazi, Perna en Tobroek.
Dergelijke omvangrijke acties moeten met
veel sterkere strijdkrachten ondernomen
worden wanneer men fiasco voorkomen wil.
De Italiaansche generale staf schijnt ech
ter den le verwachten tegenstand te ge
ring geschat te hebben; bij hield hoofdzake
lijk rekening met dc 5000 Turksche soldaten,
die in de stad Tripoli garnizoen hadden en
die, wat den uilerlijken schijn aanging niet
bepaald onder de keurtroepen van den Groo-
tcn Heer te rangschikken waren. De ver
halen die te Rome werden gedaan over den
toestand van de Turksche bezetting, over de
slappe en laksche houding der Turksche
soldaten, die weinig militairen dienst ver
richtten en een zeer ongedwongen levenswij
ze voerden, over bet garnizoen, dat
alleen voor groote godsdienstige feesten uiT
rukte, bij wijze van parade voor den uali,
hebben wellicht tot deze misrekening van den
Italiaanschen generalen staf aanleiding ge
geven. Dal blijkt ook uit de Italiaansche rap
porten, die kort na dc eerslc troepenlanding
werden opgesteld en waarin een verovering
der provincie zonder ecnigen strijd als
hoogst waarschijnlijk werd aangeduid.
De Arabieren, die de eigenlijke kern van dé
verdediging van Tripoli vormen, werden als
quantilé negligeable beschouwd, misschien
omdat hel aan dc Italiaansche regeering was
gelukt enkele sjeiks voor zich te winnen. Dc
onderschatting der werkdadigheid en strijd
lust van het Turksche en Arabische element
deed de Italianen tot een strategie overgaan,
welke alleen tegenover een lijdelijken tegen
stander succes belooft.
Deze fout in de oorspronkelijke samen
stelling van het plan der krijgsoperatiën
moet nu met spoed goedgemaakt worden,
liet voortdurend dirigeeren, formeeren en
in gereedheid houden van nieuwe troepen
voor Tripoli bewijst duidelijk, dat het eerste
expeditiekorps niet in staat is zijn taak be
hoorlijk te volvoeren. Vandaar dat het in
zijn actie tot stilstand is gedoemd en het
beste beentje moet voorzetten om zelf niet
de dupe van de hcelc geschiedenis le wor
de
Men moet, om de praestaties der Turken
naar waarde te kunnen schatten, zich weer
eeos indenken, welke krachten hun bij den
aanvang der Italiaansche bezetting ter be
schikking stonden, op welke gevechtsmidde-
len ze in het eigen kamp konden rekenen,
in welken toestand deze verkeerden en waar
ze zich bevonden, waar ze vandaan gehaald
moesten worden. Oolj de zwakke Turksche
bezetting van Tripoli'kon niet met kans op
succes aan eene verdediging denken. Welk
een geweldige prestatie aan arbeid moeten
de enkele Turksche officieren, welke zich
na het uitbreken van den oorlog over Tunis
en Egypte naar Tripoli en Benghazi begaven,
dan wel verricht hebben. De vijfduizend
Turksche soldaten vormen heden slechts een
onderdeel der Turksche vordedigings midde
len; de hoofdmacht vormen de Arabieren en
Berbers, welke in het binnenland van Tripo-
litanië tot den strijd toegerust, uit ver ver
wijderde streken bijeengebracht, van wapens
en munitie voorzien, in militaire orde ge
rangschikt en vervolgens tegen de hoofdstad
in actie gebracht werden. En dit alles was
het werk van weinig tijd en van eenig© ener.
giek© en bekwame officieren van het mo
derne Turksche leger, het werk van Reschat
Bey, Enver Bey en Fellii Bey en nog enkele
anderen, die den militairen geest en de mili
taire stellingen van het Ottomaansche rijk
alle eer aandoen.
De gevechten der laatste dagen vormen,
naar alles zich laat aanzien, slechts een
voorspel tot, wellicht ook in dc gevolgen,
veel ernstiger gebeurtenissen.
Italië «n Turkijr
Tripoli, 2 November. De dag en
de nacht gingen rustig voorbij. De Turksche
artillerie vuurde zonder resultaat le 5 uur
eenig3 schoten af op de Zuidwestelijke linies.
Malta, 2Nov. Iliior is betriciht ontvangen,
dat feitelijk alle Italiaansche oorlogsschepen
van Tripoli naar de Turiksiehe wait oren zijn
vertrokken.
Londen, 2 Nov. In het Lagerhuis wer
den aan minister Grey een hc<Ae rceiks wa
gen gesteld betreffende de gebeurtenissen in
Tripoli. De minister antwoordde, düit hij
geen reden heeft om te veroiwletrstellen, dat
de rechten van Groot-Rrittiaainiië in gevaar
vonkeeren.
l)c unkwuislisoke a-fgevaai-diigdc Sykes woog,
ol dc capitulaties, dit üe llriilsohc onderdanen
in hel Tuirksohe rijk genieten, ook nog golden
voor de Britsdic ondordfcuiuen in de gedeelten
van Tripoli, die door dc Italiaanïsclie krijgs
macht bezet zijn.
Grey antwoordde, dat het alltijd moeilijk
is om in oorlogstijd precies uit te malkan,
hoe hel gesteld is met sommige Dij traobaat
overeengekomen rechten. Engeland heeft
echter niet toegelaten, dat maar eenig ver
dragsrecht dat dc Engelsahen in Tripoli ge
meten, voorgoed zou warden gesdhaad door
hetgeen daar op hot oogonlblilk gebeurt.
Leach verzocht den minister, dat Groot-
Brit taautië zijn invloed zou doen gelden om
paal en perk te stellen aan het vermoorden
van Araibische mannen, vrouwen en kinderen
door Italianen, waarop Grey antwoordde,
dut Engeland zich niet kan bemoeien met
de krijgs-operaties van de Italiaansche regee-
rmy in Tripoli en dat ieder ander standpunt
ottveroeingbaar zou zijn met de Engelsche
neutnaDteitsverklaring.
,,Ik verneem," zeadc die mRiijster, „dat
hetgeen over deze kwestie gezegd, is, van de
meest gezag hebbende Italiaansahe zijde is te
gengesproken en ik moet dauugond verzoe
ken, <kut er geen vragen worden gestckl in
een voatm, die voor andere staten bedoodagend
is."
Rome, 2 N o v. Een officieuse nota naar
aanleiding van de berichten omtrent wapen
feiten, die op 30 en 31 October zouden heb
ben plaats gehad, zegt, dat behalve dc offi-
cieele mededeclingen, tot dusverre geen enkel
ander bericht omtrent Tripoli is ingekomen.
Overwinnig of niet?
Het Italiaansche gezantschap te Berlijn lo
genstraft de berichten omtrent Turksche
overwinningen en besluit met dc mededee-
ling, dal er na den strijd van 26 October gec»
gevechten meer hebben plaats gehad. Als af
doende behoeft deze tegenspraak niet te wor
den opgevat. Als' een gevecht officieel niet
bestaat, dan kan het toch in werkelijkheid
wel geleverd zijn.
Volgens mei meer nauwkeurigheid om
schreven berichten, was, luidens oen telegram
uit Konslantiuopel, op 3ü October hot schouw
spel dat Tripoli opleverde als volgt: De Turk
sche rechtervleugel onder het bevel van
overste Ahmod, slaagde erin ondanks het
vuur der Italiaansche bergbatterijen en mi
trailleuses, deai rechtervleugel der Italianen
te nopen tot het ontruimen der forten Misri
en Ilanaii. Onder groote verliezen moest de
ItaJiaansche vleugel zioh achter de stadsmuur
terug trekken, eveneens moest tengevolge van
de hevige aanvallen van hei Turksche cen
trum onder aanvoering van overste Resjat
Bey, het Italiaansche centrum tot op twee
kilometer afsla nds van den stadsmuur ach
teruit wijken. De Italiaansche rechtervleugel
alleen handhaaft nog zijn vooruitgeschoven
positie op ongeveer vier kilometer afstands
van Tripoli en houdt hot daar gelegen
sterkste fort bezet De stadsmuur is vijftien
meter hoog.
De Turksche troepen zijn zeer geestdriftig
gestemd en niettegenstaande liet oen gewaag
de onderneming is met de bajonet te gaan
aanvallen, gelooft men toch dat het aan de
heldhaftige Turksche troepen zal gelukken de
stad Tripoli binnenkort weer te bezetten.
Het beestachtige optreden
der Italianen.
De correspondent van do Secoio, die d©n
laatsten tijd eene merkwaardige openhartig
heid aan den dag legt, logenstraft het bericht
der Agenzia Stefani, (lat tusschon de Turken
en Arabieren oneenigheden zijn ontstaan. Er
heerscht nog altijd eensgezindheid onder hen,
zoo zegt hij, en aan dc vijandelijke stemming
der Arabieren jegens de Italianen valt niet
le twijfelen. Wanneer nun dan ook de ver
halen leest in sommige Italiaansche bladen
over hetr optreden hunner landgenooten in
Tripoli, dan kan men begrijpen dat dc in-
landsöhe bevolking den Italianen allesbehal
ve goedgunstig gezind is. Zoo schrijft de cor
respondent van dc Stampa:
„Onze soldaten hebben zonder mededoogen
gefusilleerd. Dc opstandelingen, die overtuigd
zijn hun leven voor hun godsdienst op te of
feren, sterven gelaten. Krachtens mijn plicht
heb ik eenige executies bijgewoond. Een man
en een vrouw waren in het bezit gevonden
van wapenen en deswege ter dood veroor
deeld. Liefdevol hielden ze eikaars handen
omstrengeld en ze toonden geen spoor van
vrees. De commandecrende officier uitte
hel bevel den man dood te schieten
hetgeen geschiedde. De vrouw hiekl de
hand van den doode nog vast en zag
moedig haar eigen dood tegemoet. Een
tweede salvo volgde en deed haar her
senen naar buiten puilen. Vervolgens
werd een grijsaard en na hem een jonge
knaap gefusilleerd en daarna een oude vrouw
die naakt was uitgekleed, omdat men in haar
kleed geweerpatronen verborgen had. Onze
soldaten zijn bloeddronken en vol wraak
zucht en de officieren moeten al hun gezag
aanwenden om de executies te beperken. Ook
twee Grieken werden per abuis gefusilleerd,
omdat ze een revolver gedragen hadden."
Ondanks de vorenomschrevon gruwelen
s-cbijni Tripoli nog altijd niet wkl-o.ondJo „ge
zuiverd" te zijn. Zoo meldt de „Trübunfev", dat
in een huis yan Tripoli door Italtoansichc gen
darmen vijf Turksche officieren zijn ontdekt.
Of deze officieren gediurrcndc het gcvccthl mit
den 23en October de stad binnengeslopen zijn
oil siin-ds de eerste dagen der bezetting aiiöh
daiar verborgen gehouden hebben, weet incn
uiiet.
De vervolging der oorlogscorrespondenten
in Tripoli duurt nog altijd voort; dc „Resio
di Carlino" meent te weten dat alle journa
listen Tripoli zullen uitgezet worden.
Zulke dwairskijkers kunnen ook tc veel ver
klappen 1
Be t o o g i n g c li in E g y p e.
In verschillende steden en dorpen van
Egypte hebben straatbel oogLugcn t©u gunste
van 1 urkije plaats gehad. Een dreigend
karakter nemen de manifestaties in Alexan-
drië aan, waar tienduizend persouen aan de
betooging deelnamen. Verschillende inboor
lingen droegen vlaggen met opschriften u,t
den Koran en riepen: „Allah heeft den Kha-
lief de zege over de ongeloovigen geschon
ken". De politie arresteerde tweehonderd
personen, waarhij verscheiden politie-agcn-
ten benevens een kapitein door stokslagen
werden gekwetst.
In Kalro waar overdreven overwinnings-
berichten der Arabische bladen onder dc
inboorlingen blijde opgewondenheid hadden
veroorzaakt, hadden in de feestelijk versier
de wijk Chan-el-Chalili dergelijke demonstra
ties plaats. Een grijsaard die een vlag torsch-
le, predikte den heiligen oorlog, liet geluk
te intusschen aan de politie om dc betoogers
Romjn van R U D. II E R Z O G.
23 Naar het Duitsch door
J. L. VAN DER MOER.
o—
Heerlijk klonlc liet machtige orgaan, van
Robert Bra-un met haar scliooiic stem samen,
helder als twee klokken, die als één ipaar ge
goten, haar re incn klank in den domkoepel
harmonisch doen hooren.
Dat zijn uitverkoren nienschen, dacht Frans
Grube, of beter: uitverkoren kunstenaars;
want wat ze als nvensch bcteckenen, dai zul
len ze beiden nog moeten toonen, wanneer
de tijd daarvoor eenmaal zal zijn aangebro
ken. Üe tijd waarin ze zuLlcn genoodzaakt
worden dc stem des levens, en niet de echo
van de Kunst tc doen hooren.
Om hem heen daverde (hot van handgeklap,
en hel publiek hield niet op, voordat de twee
jonge menschen nog een paar malen op het
podium waren teruggekeerd. En toen het
applaus eindelijk bedaard was, hoorde men
plotseling een stem roepen: „Bravo 1 Da
G&pol"
Iedereen keek om naar den cruthusiaslcn
toehoorder.
Het was de heer Beltermann. die in groote
opwinding zijn plaats verliet. En op de voor
ste rij verhief zich een mager persoon met
een uitgedroogd, rimpelig gelaat, die hem
minzaam toewuifde, en hem zelve mei een j
krakende stem ..Bravo!" toeriep.
Wat was dat voor iemand, vroeg Bet- j
termamn aan Marscha 11, -terwijl zij tusschen
de menigte naar die garderobe gingen.
-Dat was professor Faller, de beste zang- 1
leeraar.
Toen Bottermann zijn overjas en cylinder j
veroverd had en hij den laatslte zorgvol met
de mouw van zijn jas opstreek, voelde hij dat i
hem een hand op don schouder werd gelegd.
Hij wendde zich haaslilg om en keek profes- I
sor Faller in hot ongeschoren gelaat.
Ik wilde u eens zeggen, -waarde heer, j
dat dk die spontane hulde van zooeven heel
aardig van u vond, w-erkelijk bizon-der aar- i
dig. (Dat was nu zoo echt impulsief weet u!
j 't Deed mie goed, uw bravo was gemeend, na- j
tuurlijk, dat was 'n heel andere waardeering j
j -dan -die van al die geblaseerde lui met hun
j bestudeerd applaus. Ze gencoren zich voor
mekaar om zich te uiten, wanneer ze al de
Kunst niet als 'n ambacht beschouwen. Mag
ik u dc hand reiken Zoo, ik dank u. U is 'n 1
kunstkei ner, dit zegt Faller ui
Mijn naam is Bettermann.
-Zoo, zoo? Aangenaam. Waar drinkt u j
gewoonlijk uw glaasje wijn?
Bij Heiland, <xp de Maiikt, zei Bcltermaan
met kloppend hart.
O, 'n appelwijntje.... sprak de professor.
terwijl hij de wenkbrauwen optrok. Dat moeJ
ook heel gezond zijn.
Hierop ging hij heen.
De 'heer Bettermann voelde zich door dit I
korte afscheid volstrekt niet gekrenkt. Hij
had veel te veel haast om thuis te komen en
aan zijn oudje al de hizonderheden van den
avond te vertellen.
In het café, waar hij gewoon was zijn ap
pelwijn le drinken, sprak hij van af dezen dag
niet meer uitsluitend over zijn huizenspecu
latie. maar redeneerde hij ook met veel ge
wicht over Kunst en Muziek.
„Hij is 'n kenner," 'beweerden de andere be
zoekers, „professor Faller heeft 't zelf ge
zegd."
Waarom heeft u mij onder 't zingen hec-
lemnal niel aangezien, Juffrouw Nuntius?
vroeg Braun. toen ze i-n de aritistenkamer
w-aren teruggekeerd.
Och, iik hoorde u zingen. Dit was voor
mij de hoofdzaak.
Maar 't was toch zeker geen reden om
vuu'i ldurend- in d'c richting vap MarscliaU te
kijken.
Mijnheer Marscha!!? Ik weel niet eens
waar die gezeten heeft. Ik heb voortdurend
mijnheer Gru-bc aangekeken. Ik geloof dat
zoo iets 't beste middel is om zijn zenuwach
tigheid te overwinnen. Men zoekt in de zaal
een of ander sympathiek mensch uit. of
iemand' die er sympathiek uitziet, en men
denkt maar dat men voor hem alleen zingt.
U hebt uitmuntend gezongen. Juffrouw
Nuntius. U krijgt langzamerhand iets zoo ge
heel aparts, hoe zal 'k 't noemen? Iets speci
aals. Dat is ook m ij n streven. "Men moei zich
van anderen onderscheiden, dat is dc eenige
manier om behoorlijk betaald te worden.
Mijn eenige doel is werkelijk kunstena
res te worden, antwoordde Ilelga.
Haar wangen gloeiden.
Wij moesten samen optreden. Onze stem
men harmoniéeren zoo buitengewoon goed.
Hieraan heb ik onder 't zingen voortdurend
gedacht.
En niet aan Lohengrin? lachte zij.
Die zingt van zelf.
Zij keek hom aandachtig aan en schudde
hel hoofd;
Er werd geklopt en Marschall trad binnen.
Zonder van Braun eenige notitie te nemen,
liep hij regelrecht op Ilelga toe, nam haar
hand en drukte er de lippen op.
Meisje! Juffrouw!... Goeie God, wat moet
ik zeggen? Enfin, enzoovoorts, enzoovoorts!
Hoe kan men eigenlijk aan zijn vreugde be
hoorlijk uiting geven? Braun, kom hier, ke
rel. la-at me je bcursch slaan!
Wees -asjeblieft 'n beetje voorziiclitig.
Nu, ook al goed', op 'u aiwleren keer
dan. En nu, vooruit Juffrouw, 't rijtuig wacht.
Thans gaan we feest viorenl
Hij liet haar nauwelijks tijd1 om van haar
partner afscheid te nemen.
Zoodra ze in hot rijtuig zaten, sprak hij:
Juffrouw Nuntius, u is toch hoop ik niet
meer boos op me? «Ik bedoel vanwege mijn
bruusk optreden op '4 eiland, in Octo«bor, u
weet wel? En u moet volstrekt niet denken
dat ik dronken was, toen ik op dien bcwusten
avond onzen braven Bettermann thuis bracht.
De schijn was alleen maar legen me. Ik geef
u mijn woord, dat ik beslist nuchter was. Op
zoo'n avond als ik toen met -u op den Main
beleven modht, zorgt men or van zelf wel
voor, niet in dc goot terecht te komen. Dat
voelt u toch ode wel, is 't niet? U is dus niet
meer boos? Nee? llcelcmn.il niet? En u geeft
me zelf uw handjes? Allebei? Ik zou wel hoera
willen roepen. Hoera!
En hij stootte met l»ot hoofd tegen de kap
van het rijtuig, zoodat zijn bood heni over
de ooren zakte.
Op straat viel dc sneeuw in dichte vlokken.
De weinige voorbijgangers geleken in die
witte, stille omgeving op schimmen of
merkwaardige luchtbeelden. Dc twee, die in
liet rijtuig zaten, hadden ide -beslagen ruiten
der portieren schoongeveegd en vermaakten
er zich mede, den karikaturen, -welke ze pas
seerden, allerlei zonderlinge namen tc geven.
Het rijtuig hield1 stil. Marseha-11 betaalde
vlug den koetsier, trad! daarna haastig raar
het portier iterug, -tilde het meisje uit den
wagen en droeg In ar, teneinde tc v-oorkomen
dat zij met haar glacé-lederen schoentjes de
sneeuw zou aanraken, de stoep op en naar
binnen. Maar in plaats van haar hier -neer te
zetten, klom hij mot zijn lieven last de trap
pen op tot vóór -de kamer van Frans Grube.
Maar, mijnheer Marschall! zei zc, rood
van schaamte.
't Kost ,g©en cent extra, Juffrouw.
Nu zette hij haar neer.
-Als iemand dat nu toch eens gezien had,
mijnheer Marschall.
O, maak u daarover niet ongerust, Juf
frouw, «lat zou mijn reputatie volstrekt niet
schaden.
Och. lieve hemel, riep zij -lachend uit,
hoe kan iemand nu boos op u worden 1
Ziet u wel! U weet 't zelf niet. Ik verlang
da», trouwens ook hcelemaal niet. Integcndecll
Enfin, dat komt wel terecht. Mag ik u ver
zoeken naar binnen te wandelen? Of geeft u
er de voorkeur aan door mij gedragen
Ja, etit moest u eens wagenl
W.'Jt rtnvl[/d.