-T 181. lO4* Jaargang. BUITENLAND. FEUILLETON. „Het Levenslied." Hooff.». r® SS5 RHERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort Iden fnanco por oost Af»onderl$ke numi.i ri Dez» Courftc' ver. .*1 yn( dagelijks ^dvertentittnmo''edeelingon enz., gelieve men véér 11 uur 'b morgens Dg de Uitgevers in te zend on. f l.OO. - 1.80. - 0.08. behalve op Zon- on Feest Uitgtvers: VALKHOFF C°. Utrüwhtstiiestr.-.at 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVBRTHNTI#]*: Van 15 regels f O.#®. Elke regel meer - 8.10. Dienstaanbiedingen en. aanvaagon 88 cento WJ v»OtoïHbetaBng. Groote lettors naar phtatoruamto. Voor handel en bedolf bestaan wor voovdoelhae bepalingen tot het herluudd advcrfceoren in dit Blad, tfJJ abonnement. Bene etreulaurobovattondv de voorwaarden, wordt op toegezonden. Politiek Overzicht. De „open deur" in Marokko. Over de beide verdragen, die de Fran se he [en Duitsche regceringen na langdurige 011- I derhandelingen hebben gesloten, zal in de I weken, die nu zullen volgen, veel worden ge- jzegd. De Duitsche rijksdag en dc Fransche [vertegenwoordiging zullen, ieder van hun I standpunt, het product van deze ondvrhan- delingen beziende Duitsche rijksdag is I gisteren er mee begonnen. Zij zullen er I hunne kriliek niet aan sparen, al mag I men hopen, dat de meerderheid zoo- I wel aan deze als aan gene zijde van den Rijn ten slotte geneigd zal zijn be zwaren niet te zeer te laten wegen, omdat de grondgedachte van de politiek, die in deze beide verdragen is neergelegd, en die geïn spireerd werd door den wensch om eene ge- I vaarlijke spanning tusschen Frankrijk en Duilschland uit den weg te ruimen, juist en een offer waard is. Intusschen hier zijn offers gebracht op het altaar van het gemeen over- leg, offers zoowel wat het politieke als wat het economische gedeelte betreft. Wat het laatste aangaat, geeft de Frankf. Ztg. een ar- tiekl, dat ten doel heeft om aan te toonen, dat de verwachting, dal Duitschlands aan deel in de economische ontginning van Ma rokko is zekergesleld, slechts ten deele is i vervuld. Gewichtige dingen zijn verzekerd; maar bij andere eveneens zeer gewichtige punten ontbreekt de zekerstelling ook thans; men zal daarbij ook in de toekomst met het beginsel van de „open deur" moeten operee- ren en moei zich tevreden stellen met de hoop, d«t men de deur dan werkelijk open zal vinden. Van cene bevoorrechting van Duilschland, van Duitsche privilegiën voor den econo- mischen arbeid in Marokko is in het verdrag geen sprake. Wat het verdrag in dat op zicht wil vaststellen, is gelijk recht voor alle natiën. In dezen vorm wordt de „open deur" uitdrukkelijk verkondigd in het verdrag. Zekergesleld is in het verdrag de gelijk gerechtigdheid van den buitcnlandschen han del. Duidelijker dan in hel Congoverdrag van 1885 en in de Engelsch-Fransche overeen komsten van 1898 en 1899 voor Dahomey en de ivoorkust is thans voor Marokko vastge steld, dat Frankrijk het beginsel om den handel met de koloniën door prohibitieve differentieele rechten op buitenlandsche goe deren zoo volledig mogelijk voor het moeder land in beslag te nemen, niet zal kun nen loepassen. Er raag geen ongelijkma tige behandeling bij de invoering van tolrechten, belastingen en andere heffingen plaats hebben; eveneens niet bij de vaststel ling van de tarieven voor transporten op spoorwegen, rivieren en andere verkeerswe gen. Uitgesloten is eene beperking van de concurrentie door administratieve bepalin gen over maat en gewicht, ijkvoorschriften, enz. Bij deze beveiliging van den buitcn landschen handel komen bepalingen tot handhaving van het visscherijrecht en ver der bepalingen over de gelijkmatige behan deling van de beoefenaars <ler mijnindustrie. Uitvoerrechten op ijzerertsen mogen niet geheven worden; nieuwe bijzondere hellin gen van anderen aard zijn ook verboden; het uitdrukkelijk bepaalde vaste jaarlijksche recht per hektare en de belasting naar de bruto- opbrengst moeten op gelijke wijze door alle ondernemers van mijnwerken worden ge dragen; zij mogen ook onder gecne voor waarden aan sommigen kwijtgescholden wor den. Verder wordt nog bepaald, dat alle on dernemers hun bedrijf mogen verbinden met de spoorwegen en dat de spoorwegdirectiën de burgers van verschillende landen niet ver schillend mogen behandelen. Men kan dus den inhoud van deze econo mische waarborgen in dezer voege samen vallen: de invoerhandle van alle natiën blijft gelijkgesteld en de bestaande mijnwerken worden eveneens tegen verschillende behan deling beschermd. „Hoe staat liet echter zoo gaat dc Frankf. Ztg. voort met de vrijheid om grond te koopen, die toch van het grootste gewicht is? Wij hopen, dat zij slechts daarom niet bepaald werd, omdat zij als van zelf sprekend is te beschouwen. Hoe slaat het met het verleenen van concessie aan nieuwe ondernemingen, inzonderheid aan mijnwerken? En hoe staal hel mei de deelneming aan openbare werken? Want dat is natuurlijk de tweede, niet minder gewich tige zijde der regeling van den nieuwen staat van zaken in Marokko; het was niet voldoen de den handel te waarborgen tegen eene dif ferentieele beihandeling in tol- en tariefza- ken, maar het kwam er ook voornamelijk op aan, den Duilschcn oaïdernemingisgeest een evenredig deel van de voor rekening van den staal uitgevoerde werken ook onder het nieuwe, Fransche bestuur, te waarborgeai. In werkelijkheid echter lijkt datgene wat aan zulke waarborgen wordt gevonden verba zend gering. Er wordt wel bepaald, dat de werken en Jeveratiën voor eventueelen aan leg van wegen, spoorwegen, havens,, telegraaf lijnen enz. langs den weg van aanbesteding zullen worden vergeven, en er wordt bijge voegd, dat de voorwaarden yan deze aanbe stedingen, de burgers van geen enkelen staat mogen benadeelen; maar voor het gewich tigste, namelijk voor de rechtvaardige toewij zing, ontbreekt de waarborg, wanneer men riet liet recht van de staatsbank om gemach tigden te zenden naar de hiervoor in aan merking komende comité's als eene garantie wil opvatten, hetgeen in dc praktijk wel niet het geval zal zijn." De Frankf. Ztg. is van meening, dat zelfs de ingevolge de overeen komst van 1909 getroffen regelingen in dit opzicht meer waarborgen gaven. Zij komt op grond daarvan lol de slotsom, dat dc tekst van hel nu gepubliceerde verdrag ern- sligen twijfel laat beslaan over de vraag hoe in de toekomst de Duilsche economische be langen in Marokko gewaarborgd zullen zijn. Italië en Turkije. Tripoli, 8 Nov. In kleine gevechten, die gisterenavond pL-As hadden, kregen de Italianen 2 dooden on 26 gewonden. K oastbanitin o p el, 9 Nov. De con sul-generaal van Engeland in Tripoli heeft besloten niet de plechtigheid der afkondiging van de inlijving van Trkpolitanië bij te wo- De correspondent van de Vossische Ztg. te Rome bericht, dat de aanval, dien de Ita- liaanschc linkervleugel den 6en November ondernam tegen dc Haniidje-batterij ©n Sja- rasjal, plotseling en bij verrassing is ge schied. Hel plan was door het commando ook voor de eigen troepen tot liet laatste oogenblik verborgen gehouden. Om 2 uur 's namiddags werd hel bevel tot den aanval gegeven De troepen traden met kracht op, ofschoon het met hindernissen bezaaide en dicht bebouwde terrein noodzaakt© tot vol ledige ontbinding van de troepen-formatiën. De vijand lag gedekt in insnijdingen en struikgewas, achter boomen, tuinmuren en huizen, maar werd in het gevecht aanhou dend teruggedrongen. De strijdplaats werd bij den invallenden nacht verlicht door hel schijnsel van de in brand gestoken huizen; bij dit schijnsel rukte het gros van dc vijfde brigade voorwaarts, tusschen de Karamanli- graven en Sjarasjat, terwijl eene kleinere afdceling, door scheepsgeschut ondersteund, langs het strand in oostelijke richting ging en hel hardnekkig verdedigde fort Hamidje in storm nam, dat, sedert het den 26en Oc tober door de Italianen prijsgegeven was, als een paal in het Italiaansche vleesch slak. Bij maneschijn vermeesterde hel door generaal de Chaurand persoonlijk aange voerde gros na hevig verzet Sjarasjat. Bij kritische beschouwing van de belich ten over den strijd om hel fort Hamidje bespeflrl men verschillende tegenstrijdighe den. In de Corriere wordt gesproken van 1000, in de Secoio van 300 vijanden, die met verbittering den strijd voerden legen de ge heole Italiaansche brigade. Er wordt ge sproken van een verschrikkelijk geweervuur der verdedigers en ten slotte wordt gezeg'J, da', niettemin de Italianen slechts zeven ge wonden hebben gehad. Dit gëeft den indruk, dat men le doen heeft gehad met eene ge heel onbeduidende zaak, die door de offi- ciecle mededeelingen zeer is opgeblazen. Dc correspondent van de Frankf. Ztg. te Tripoli bericht, dat de behandeling van de inboorlingen door de troepen in dc laatslc dagen zachter is geweest. De ergste wreed aards onder de civiele autoriteiten en de politie zijn teruggeroepen. Dc Temps bericht uit Rome, dat men daar het verschijnen van Italiaansche pantser- schepen in dc Egeïsche zee evenmin ontkent als bevestigt. Men neemt de grootst moge lijk© reserve in acht over de bewegingen van' de schepen. Het is intusschen zeker, dal alvorens aan de vloot hevel wordt gegeven om te handelen, de regeering het einde van d© tegenwoordige diplomatieke phase zal af wachten en de uitkomst van de stappen, die de mogendheden eventueel in Konstantino pel zullen doen. De geheele pers borduurt variatiën op het volgende thema: Wanneer Europa verwik kelingen wil vermijden, dan moet het pres sie uitoefenen op Turkije, om dat land te brengen tot het sluiten van den vrede. Zoo niet, dan zal Italië het veld van de oorlogs operatiën uitbreiden. Italic bepaatt zicb dus thans er toe te wachten, maar bereidt zich voor om te handelen als de tijd zal zijn gekomen. liet protest van Turkije aan dc mogendhe den tegen de inlijving van Tripoli en Cyre- naica door Italië luidt als volgt: ,,De Keizerlijke Ottomaansche regeering verneemt, dat de Italiaansche regeering sen besluit lieeft uitgevaardigd, waarbij de pro vinciën ''Tipoli en Benghasi ingelijfd worden en dat zij daarvan kennis heelt gegeven aan dc mogendheden. ,,L)e Verheven Porie protesteert met alle kracht legen de proclamatie, die zij rechtens en feilelijk waardeloos acht. Zulk een daad kan geen effect hebben, omdat zij indruischt tegen de meest elementaire beginselen van in ternationaal recht en tevens omdat Turkije en Italië nog met elkander in oorlog zijn en de Turksche regeering vast besloten is door kracht van wapenen barer onvervreemdbare rechten over de twee provincies te handha ven en le verdedigen. Anderzijds strijdt deze proclamatie en hare mcdedecling aan de mogendheden tegen plechtig aangegane verdragen, speciaal die van Parijs en Berlijn, zoowel door Italië te genover de groote mogendheden als door laatstgenoemden tegenover Italië omtrent dc territoriale integriteit van liet Rijk. Onder deze omstandigheden blijft dc inlij ving, door Italië geproclameerd, van nul eo geener waarde, alsof zij niet waren uitge vaardigd". Dultaahland. Potsdam, 9 Nov. Door het Hofmar- schallamt van den kroonprins wordt bericht: De mededeeling van de National Zcitung, dat de kroonprins hel voornemen heeft tot eene gemeenschappelijke actie met zijne broeders tegen den rijkskanselier, komt niet overeen met de feiten. B e r 1 ij n, 9 N o v. De Rijksdag beraad slaagde in zijn zitting van heden over dc Duitsch iFransche overeenkomst 'betreffende Marokko en aequatoriaal Aü'ika. Het huis en de tribunes waren zeer goed bezet. In de hofloge bevond zich o.a. prins August Wilhelm, ilet eerst nam het woord de rijkskanselier-, die breedvoerig inging op de voorgeschiedenis van hel verdrag. Hij constateerde dat het doel van de zending van een oorlogschip naar Agadir geweest was: Duilsch bezit en Duitsche levensbelan gen te beschermen en tevens van Duilsch land's recht en Duitschlands wensch eener zelfstandige bescherming der Duitschers in Marokko, getuigenis al te leggen. Dc rijkskanselier schetste vervolgens de bijzonderheden der onderhandelingen en zette dc afzonderlijke bepalingen der Ma- rokko-overeenkomst uileen, ©n besloot dit deel zijner rede met te zeggen: „Ik geloof dat onze landgenooten, die 'in Marokko be langen hebben, met liet verdrag tevreden kunnen zijn." De kanselier ging vervolgens over tol de bespreking der compensaties, welke hij inleidde met eene opmerking over hel aftreden van den staatssecretaris van koloniën von Lindequist. Deze heeft van den beginne af slechts afrondingen en grens regelingen gewenscht. Voor enkele dagen heeft hij, terwijl hij een schriftelijke memo rie indiende, verklaard dat hij het in zijne functie in den Rijksdag niet voor de com pensaties wilde opnemen. Dal is, zeide de rijkskanselier, een miskenning van den staat van zaken geweest. Niemand heeft van von Lindequist verlangd, dat deze de ver antwoordelijkheid voor de overeenkomst op zich zou nemen. Dez© verantwoordelijkheid draagt de rijkskanselier alleen. Door de snel le inwilliging van het ontslagverzoek moest er voor gezorgd worden, dat de aangelegen heden van het departement verder werden afgedaan. De rijkskanselier zette daarna de beteeke- nis uiteen van de nieuw verworven gebie- den. Hij protesteerde nadrukkelijk tegen de veelvuldig© critïek op Duitschlands optre den in Marokko en betoogde dat de regec- ring door geenerlei invloed van binnen of van buiten zich had laten afbrengen van haar program, zooals dit van den aanvang af was vastgesteld. Al het gepraat in den laatsten tijd over zwakte ©n toegefelijkheid der regeering is, gezien de fëiten, ongegrond. De Keizer heeft een strikte tenuitvoerbren ging van hel reeds in Mei opgemaakte pro gram tijdens alle phasen der onderhandelin gen geëischt, in het levendig besef, dat elke actie eener groote mogendheid dc critieke vraag „Oorlog of Vrede" met zich brengen kan en dat men vast bereid was het voor de eer der natie ten allen tijd met het zwaard op te nemen. Daarin wist de Keizer ziah één met zijn volk, hetwelk in al zijn lagen bezield en vervuld wa door een geest van vastberadenheid om zijn levensbelangen en zijn eer tegenover iedereen te verdedigen. B e r 1 ij n, 9 N o v. In het vervolg van zijne rede weerlegt dc rijkskanselier breedvoerig de opvatting, dat de Duitsche regeering voor een Engelsch dreigement is teruggeweken. Tegen de rede, die Lloyd George aan een feestmaal heeft gehouden, zijn in Londen ter stond bezwaren gemaakt. Die rede is voor een vriendschappelijke verhouding met En geland niet bevorderlijk geweest, maar zij kan niet dienstig zijn voor de bewering, dat de Duitsche regeering teruggeweken is. In derdaad is de ged achten Wisseling met Frank rijk zonder inmenging van derden doorgezet. De rijkskanselier legt dan uit, waarom niet in overweging is genomen land te verkrij gen in Marokko. Daarover wae men het in Duilschland tot aan den afgeloopen zomer overal eens geweest. Vervolgens wijst de rijkskanselier het denk beeld van een preventieven oorlog tegen Frankrijk of Engeland of beiden af; liij her innert er aan hoe Bismarck over een pre ventieven oorlog dacht. Ten slotte zegt dc rijkskanselier: Het feit, dat wij met Frankrijk over een zoo gewich tige zaak tot een vreedzame overeenstem ming zijn gekomen, moet zeer hoog worden aangeslagen. Op den grondslag van deze overeenkomst kan de toekomst eene betere verhouding tot Frankrijk opbouwen. Zij maakt echter ook de lei schoon voor onze verhouding tol Engeland. Ons aanzien als groote mogendheid, dat niet mocht dulden dat een verdrag, waar onze naam onder staat, zonder onze goedkeuring veranderd wordt, is volkomen gehandhaafd, liet is nu aan den Hijksdag het voor en tegen van de politiek, die tot dit verdrag heeft geleid, te overwe gen. Wij verwachten geen lof, maar vreezen ook geen blaam. Von Hertling (centrum), betoogde in aan sluiting aan de rede van den rijkskanselier, dat een terugblik op Duitschlands Marokko- politiek niet opwekkend is. Sedert 1901 is het geen roemvol blad in Duitschlands geschiede nis. De onderhandelingen, die nu met Frank rijk ziju gevoerd, zijn met klimmend mis noegen door het volk gevolgd. Dit misnoe gen veranderde in feilen toorn, toen de mi- nisterieele rede van de overzijde van het Kanaal klonk. Marokko is thans een van Frankrijk afhankelijke slaat. Het behoud van den vrede is te duur gekocht, als hij slechts ten koste van ouze machtspositie in de we reld behouden kan worden. Heydebrand (conservatief) zeide: Door de overeenkomst zijn mijne politieke vrienden niet bevredigd. Wij hadden gehoopt, dat er iets meer en iets beters bereikt zou zijn. Wij kunnen niet in dc opvatting deelen, dat het sluiten van dit verdrag voor Duilschland en Frankrijk een stap vooruit is op den weg tot een blijvende toenadering van de twee volken. Wal den vrede verzekert zijn niet overeen komsten, maar het goede Duitsche zwaard. Wij zijn bereid om van dit zwaard op het gegeven oogenblik gebruik te maken. (Groote beweging). Wat de rede van Lloyd George betreft, wij hoorden daarbij een taal, die uien een vernedering en uittarting voor het Duit- Roman van RUD. HERZOG. 29 Kaar hit DuUteh door J. L. VAN DER MOER. Hij reikte haar de hand. En nu begon hij over muziek te spreken, over den verrukke lijk naleven Bach en over den geweldigen Handel. Ik begrijp de tegenwoordige muziek niet meer, ofschoon ik, vanwege mijn zoon, wel verplicht ben geweest me er mee te bemoei en. 't Komt mij soms voor alsof de moderne componiste» te veel aan zich zelve denken, dat se hun eigen i k te veel op den voor grond schuiven en hun wérk niet scheppen om anderen le doen genieten. Als de kunst er alleen voor de mannen van 't vak moet wezen, 1' a r t p o u r F a r t, zooals dc strijd leus klinkt, dam ontneemt men haar de ware Celcekenis, 'l veel omvattende,- dat haar juist zulk een onbegrensde macht verleent, en de gradeert men haar lol 'n vak van specialitei ten. Dan dooden de intellectueelen, op gezag van verstand cm vernuft, 't laatste oorspon- kclijkt wal er nog in is. En 't hart bevriest. Ware kunst is onbestaanbaar, wanneer men alleen 'l verstand en niet 't hart laat spreken, zei Ilelga. Geloof is geen weten schap. Zoo gaal 't met den godsdienst ook, ant woordde de predikant, mot een boozen blik op de brochures, die op de schrijftafel lagen. Men mag met Onze Lieve Heer geen vang- balletje spelen, om zijn eigen sluwe denkbeel den de wereld in te zenden en die dan mor gen door nog veel sluwere overtroefd wor den. En thans wendde hij zich met kinderlijke blijdschap tot zijn zoon: Ik heb 'l er toch door gekregen, Richard, dat er 'n nieuw orgel kwam. 't Is nu heelc- maal in orde. Dan moeten we bepaald naar de kerk, Vader! Hierop had de krasse grijsaard al ge wacht. .Hij stond dadelijk op, mam de sleu tels van het rekje en ging zijn gasten vow. Ilelga stond geheel alleen midden in de kerk. Haar blikken dwaalden, over de rijen stoelen, maar den kleinen hoogem preekstoel, en va» hier naar de breede altaartafel, waar boven in ruwen zandsteen verschillende adel lijke wapens waren gebeiteld. En voor haar voeten ontwaarde zij, op de groote zerken, kruisen, namen en opschriften, en begreep zij dat dit grafsteenen waren, die men, bij vernieuwing van het kerkhof, naar deze hei lige plaats had gebracht, toen de lichamen dei' dooden reeds lang tot stof waren ver gaan. Door een openstaand ruitje van het groote, beschilderde kerkraam drong juist het gouden zonlicht naar binnen in de koele ruimt© en viel -op het meisje, dat daar nu stond als een vreemde verschijning. En de mooie lijnen van haar slank lichaam deden denken aan een schilderij van een beroemd Meester uil de school van Botticelli. Richard Marschall, die met zijn Vader op het orgel stond, maakte dezen er op attent. Jammer ,zei de oude heer in zich zelve, en hij begon de registers te trekken. Thans was hij bij Handel le gast. En ter wijl de zoon het werk van den orgeltrapper verrichtte, speelde hij de „Hymne aan den Verlosser". Heerlijk klonken de orgeltonen door het kleine kerkje, toen Ilelga Nuntius eensklaps zingend inviel: „Wenn Verwesmmg mir glciiöh drohet, wird dies m«im Auge Golt dwoh sehn...." En de stem zwol aan, sprekend vain hoop en vreugde „Dernn Christ ist erstamden!" Dc dominee speelde verder in aillerlei •oude, bekende variatiesmaar zijn oogen daaldlen naar omlaag em vesllilgd'en zich op het verrukte meisje, dat ail het zomïidht tol z wh scheen te trekken. En zijn gedachten diwiaalden naar Marburg, de vroolijke stu dentenstad, en hij zag zich zelve als jong, levensiiustig korpsöid, met de muls scheef ojp het hoofd, door dc straten fkuneeren, om te zien waar zijn „allerschoonste" wel zijn zou.... Ilet was heiiliigc Muziek, di<c hij speéide, maar de Muziek was sterker dam die Heilig heid, wamt de Muziek was de eeuwige jeugd. Terwijl hij, tusschen de twee- jongeluiii iiv, door den tuin liep, om in het met jasmijn be groeide prieel de in der haast gezette koffie te drinken, was hij een ander mensdh ge worden. Met zijn zoon» dOe zijn studcnitem- aCamamk uit Mime hen mee naar huiis had ge bracht, haalde Ilij allerlei vrooïijke herinne ringen op, en met zijn diepe basstem neurie de hij hun verschillende wijsjes voor, die in zijn tijd veel gezongen werdlem, en hij stond er oj), dat vóór hun vertrek nog samen mei hem een flescli zouden ledigen Maar Richard, diie liaaigzanncrliamd wat stü'ler was geworden, drong er plotseling op aan te vertrekken. Ik vertrouw dc lucht niet, Papa, ik go- loof dlait we onweer krijgen, en allis we nog in tijds le Eppslcin aan 't station wilden zijn, dian wordt t nu hoog tijd. Dc wandeling dloor 't bosnh duurt toch zeker 'n groot uur. Dc oude heer bracht zijn gasten' tot aan den ingang van het dkül en kedk hen nog lang na, terwijl zij daar zoo frisch en vrooiijk weer de wijde wereld ingingen. Üiiien avond sloeg de dominee geen oog Ln zijn theologische geschriften. Ilij snuffelde in dc kist, die liij reeds in ziijn studententijd bezat, en lmalde er allerlei voorwerpen uit •te vóorschijn, waarnaar liij anders' niet meer omzaglioekjcs met verscholen bandjes, vol leuke teekeningen op die reeds geel gewor den bladen, ©li een paar verdroogde bouquet- jes. En allies stafllde liij uil op zijn sidhrijfüafel. Toen zijn huishoudster des aivondk thuüs- kwaan, vomd zij hem daar zitten, ails gewoon lijk, maar er sloaid een ledige JBesah Riides- heimier vóór hem, on in de haimd hield hij het jjorlret van zijn vrouw, dart. hij in geen jaren van den wamxl genomen bad... Zijn vrouw, ja., die laad hij meegebracht uit die wereld! Haar levenslust en vraohjMieid wa ren voor hem het eenige geluk geweest in dClt afgelegen dorpje. Heden werd hij zich hier van plotseling bewust.... Toen Richard en Helga den rond van het woud hadden bereikt, werden zij eensklaps door een hevigen rukwind overvallen. Daar is 't onweer, zei hij als tot zich zelf. Ilij nam haar bij de hand en verhaastte ziju schreden. Het was donker in het bosch. De zwarte wolken hingen zóó laag boven dc hoornen, als werden ze door de takken vast gehouden. Een nieuwe, huilende windstoot joeg dc wolken uiteen, zoodat ze als dc flar den van con vernielden ballon om de boom kronen vlogen. En terwijl de bliksem flitste en de donder rommelde, openden zich dc sluizen des hemels. Snel wierp Richard den meegenomen avonddoek om Helga's schouders; maar zij stond er op, dat hij er zich ook mee zou be schutten. De doek was voor beiden groot ge noeg. En zoo gingen z© sainen, schouder aan schouder, door het dicht© woud, dat thans geheel in beroering was. Zijl ge bang? vroeg hij zachtjes. Zij schudde van neen. Toen begon hij zonder eenige voorbord ding van zijn jeugd te vertellen. Ik wil me niet beter voordoen dan ik ben. Ik heb schulden en liefdes-avontuurtjes. Maar ik zal er 'n ©ind aan maken. Dat be loof ik u. Waarom belooft u m ij dat? 't Doet me keil, dat u zoo'n leven leidt. Nu hebt u er berouw over. Berouw? Nee, eerlijk gezegd, niet. Niet? Maar wal don? Och, waarom zou ik berouw hebben over 't geen me vreugde en levenservaring verschafte? Dien leertijd moet iedereen door. loopen, anders voelt ie later dal hem iets ontbreekt on wordt ie leerling wanneer hein dat niet meer past. Neon, spijt lichik er niet van. Want als man zal me nog veel bij mijn werk van nut zijn, wal dc wilde jeugd me geleerd heeft, eu de ploerten om m© heen zullen me er om benijden. Mijn kunst zal er jong door blijven. Ik weet wat 'n frisschc jeugd bctcekent, ze zal 'n bron zijn, waaruit ik voor mijn werk putten kan. Wcrdt vcrvolfcf

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1