6 De heer van Duinen. Mijnheer de voor zitter, in de vorige vorgadering heb ik een voorstel willen doon voor het vorhoogen van do jaarwedde van den opzichter dor be graafplaatsen, in verband met zijne emolumen ten. Toen is gezegd dat in zjjno instructie stond, dat hij geene emolumenten mocht'ontvangen van welken aard ook. Nu is de uitdrukking emolumenten zeer rekbaar, ilaar ieder zal onder einolumenton verstaan inkomsten, die voortspruiten uit het bedrijf, waarvoor men ze toestaat. Dan is de kwestie voor dezen op zichter, dat hetgeen hij ontvangt voor het onderhoud van graven, niet als emolument kan worden beschouwd. Indertijd heeft hij met den toenmaligen burgemeester graaf Schim- melpenninck de zaak wijd en breed besproken en toen was de conclusie,dat dit niet als emolument kon worden beschouwd. Hetonde:- houd van de graven kan worden opgedragen aan den opzichter, maar ook aan iedereu bloemist of steenhouwer. Dat bewijst, dat het niet eenvoudig in zijn bedrijf ligt opgesloten Dus hetgeen de opzichter daarvoor ontvangt, is niet als fooi to beschouwen doch als ver goeding voor gedanon arbeid. Nu de gemeente het onderhoud der graven, tegen vergoeding overneemt, beschouwt zij dit toch ook niet als omolumentDit wilde ik in 't midden brongen. De V o o r z i 11 e r. Ik kan hierop niet ant woorden. Ik weet niet wat mijn ambtsvoor ganger heeft besproken met den opzichter van de begraafplaatsen. Volgens zijn instructie kan dit niet anders dan als emolument be schouwd worden en mocht hij die werken niet op zich nemen zonder vergunning van het dagelijksck bestuur. Ik kan or verder niet veel van zoggen, omdat ik niet weet welke besprekingen tussohen mijn ambtsvoorganger en den opzichter van de algemeene begraaf plaatsen hebben plaats gehad. Volgnummor 1G2 wordt z. h. s. voorloopig goodgekeurd on daarna z. d. on z. h. s. de volgnummers 1G3—181. Volgnummer 182. Kosten voor de hoogere burgerschool f 43.120.32Va. Do hoor Joris8en. Mijnheer de voorzit ter, in mijne afdeeling hob ik voorgesteld den fost van jaarwodden met 400 te verhoogen. k heb voorgesteld het salatis van de teeken onderwijzers gelijk te stellen met dat van de leeraren in de andero vakken. Wij hebben hier de rijksregeling aangonomen, maar direct oeno uitzondering gemaakt voor de leeraren in het lijnteekenen. Hot komt mij voor, dat nit een pedagogisch oogpunt het onderwijs in hand- en lijnteekenen even hoog staat als het onderwijs b. v. in talen. Wij zijn begonnen met af te wijken van de rijksregeling, maar ik vind het billijk het salaris van deze leeraren gelijk te stellen met dat van de andere leeraren. Men kan zeggon dat is niet in het voordeel van de gemoente. Dat laat ik in 't midden* De kwestio is, dat men van do rijksregeling afwijkt. Nu is het billijk, dat men voor een vak van even hooge pedagogische waarde, een voldoend salaris geeft, hetzelfde salaris, dat de anderen leeraren genieten. Daarom stel ik voor den post met f 400 te verhoogen. Do heer R ij k e n s. Mijnheer de voorzitter, het salaris van de leeraren in het teekenen is geljjk gemaakt met de rijksrogeling. Daar van zijn wij afgeweken omdat de lessen in lijnteekenen werden opgedragen aan een leeraar in de wiskunde. Daarom werd de be zoldiging van die lessen gelijk gesteld met die van do lossen in do wiskunde. Nu heeft de heer Jorissen gezegd, dat het gewenseht is den- leeraar in het teekenon oven goed te bezoldigen als de andere leeraren. Ik bon dat persoonlijk met hom eens. Hoe hot college van B. en W. in zijn geheel er over denkt, is mij niet bekend. Üet college heeft gemeend de vraag te moeten voorleggen aan de commissio van toezicht en aan don inspecteur. Nu zou hbt niet beleefd zijn als die adviezen niet werden afgewacht. Wannoer do adviezen zijn ingekomen dan zul len B. on W. zich eene opinie vormen. De hcor J o r i s s o n. Mijnheer de voorzit ter, hier is geen kwestio van onbeleefdheid. Dat B. on W. die adviezen gevraagd hebben, lag op hun wog. Maar de raad kan deze een voudige zaak zelf beoordeelen. Waar de raad te b.slissen heeft, mag do raad gerust zijne mconing uitspreken. De Voorzitter- De adviezen van do commissie en van den inspecteur zullen wol niet lang op zich laten wachten. Het komt mij gewenseht voor af te wachten wat ons in dio aiviezen zal worden medegedeeld. Daarna zal er altijd nog gelegenheid zijn om het sa laris te verhoogen. De heer van Duinen. Mijnheer de voor zitter, ik ben misschien het meest van alle leden overtuigd van do groote paedagogische kracht, die schuilt in eene goede beoefening van hot handteekenen, want ik ken de wiskunde uitgozonderd geen vak, waarbij zoo geregeld en zoo logisch gedacht moet worden als bij het handteekenenvooral op do Hoogere Burger School, waar men heeft verder gevorderde leerlingen. Nu is geregeld en logisch deuken 'voor alles ge wenseht Maar er is nog een andere zaak die ten allen tijde te pas komt: de ontwikke ling van het voorstellingsvermogen. Dat i6 eene zaak, die zeer sterk bevorderd wordt door het teokenondorwijs. Het koint er voor een groot doel op aan hoe dat onderwijs ge geven wordt. Nu doet de tegenwoordige 'eeraar dat heel goed. Ik heb mij meermalen, als do teekeningen van de leerlingen geëxpo seerd waren, kunnen overtuigen van den goe den gang van het onderwijs. Dat bestaat niet alleen in teekenen naar voorbeeld en naar de •natuur, maar ook in ouderwijs in do theorie het hoe on waarom van de zaak. Een groot deel van de los wordt gebruikt voor toelich ting van het geloerde. Waar een voorstel is gedaan tot vorhooging van het salaris, ben ik daar zeer sterk voor. Maar nu ik heb gehoord van den wethouder, dat B. en W. in overleg zijn getreden met do autoriteiten, vind ik, dat wij nog een of twee vorgaderingon met het nemen van een bosluit moeten wachten. Hot zou mij verwonderenals do adviezen niet luidden, dat het wenschelijk is het salaris to verhoogen en gelijk te brengen. Waar het teekenen een verplicht vak is op de H. B. school, dat oene groote voorbereidende studio eischt en waarvoor de akte lang niet gemakkelijk te bohalon is, zou het mij zeer verbazen als de autoriteiten niet er voor gestemd waren om het salaris fe verhoogen. Maar op dit oogen- blik stol ik voor ons bosluit te verdagen. Do heer R ij k e n s. Mijnheer de voorzitter, ik wil nog ovon opmerken, dat een besluit om het salaris van den leeraar in het teekenen te veranderen, onderworpen is aan de goedkeu ring van den minister. Nu zou hot niet voor zichtig zijn, als wij daartoe besloten, zonder het advies to vragen van hen, die daarvoor zijn aangewezen. Dat zou den minister kun nen ontstemmen en de heer Jorissen zou mis schien niet bereiken wat hij bereiken wil. Het zou daarom verstandig zijn als de beer Jorissen zijn voorstel voor een korten tijd introk. De heer Jorissen. Mijnheer de voorzit ter, ik wil nog eens herbalen, dat hot niet in mijne bedoeling lag onbeleefd te zjjn tegen de commissie van toezicht of tegen den inspec teur. Daar kan geen sprake van zijn. B. en W. hadden zich tot die autoriteiten gewend, niet de raad. Nu ik algemeen in den raad sym pathie hoor betuigen met mijn voorstel en mij alleen om praktische redenon de raad wordt gegeven het voorstel op het oogenblik in te trekken tot eene volgende vergadering, trek ik het voorstel met genoogen in. Ik hoop, dat B. en W. nu zelf mot een voorstel lot salaris- verhooging zullen komen. Ik meen daarop to mogen rekenen. De Voorzitter. Als voorzitter van het college kan ik niet toezeggen, dat B. en W. dit zullen doen. De zaak moet nog worden besproken en wij zullen den raad modedeelen wat het resultaat is van onze besprekingen nadat de adviezen, die zjjn gevraagd, zijn ontvangen. Volguummor 182 wordt z. h. s. voorloopig goedgekeurd en daarna z. d. en z. h. s. de volgnummers 183— 260. De behandoling van Volgnummer 261 wordt aangehouden tot na do bohandeling van de inkomsten. Volgnummers 262—267 worden z. d. en z. h. s. voorloopig goedgekeurd. Inkomsten Volgnummers 1 76 worden achtereenvol gens z. d. en z. h. 8. voorloopig goedgekeurd. Volgnummer 161, onvoorziene uitgaven, /- 4502.90, wordt z. d. en z. h. s. voor loopig goedgekeurd. De begrooting in haar geheel wordt, tot een bedrag van f 848,882.65 in inkomsten cn uit gaven, met algemeene stemmen vastgesteld. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Electrische Drukkerij L. E. BOSCH ZOON

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 10