S'. 157.
iOde Jaargang.
Woensdag 6 December 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
„Het Levenslied."
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voer Amersfoort
Iden franco por nost
Afzonderlijke numi i -
C*urarver iji dagelijks behalve op Zon- en Fee
f l.OO.
1.50.
- 0.05.
Advortentiöime "odeelingon enz., gelieve men vóór 11 uur
't morgens bij de U'tgevers in to zendon.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
UtrecUtscliestrcat 1. Intercoinm. Telephoonnummer 66.
PBIJS DER ADVERTENTIfiN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel moor 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Qroote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
hot herhaald adverteoron in dit Blad, bjj abonnement. Eene
oirculairebevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
j Aehrenthal niet zal willen opofferen aan de
wrok van de militaire partij. Als aartshertog
Frans Ferdinand er toe kwam liet bewind te
aanvaarden, zou de ministerverandering ze-
j ker zijn. Maar dan zouden er nog lieelwat
meer veranderingen zijn."
De oorzaak van dezen strijd is, zooals
reeds kort te vermeld, de verhouding tot
liet ontslag, dat plotseling is verleend aan Italië. Dc Frankf. Ztg. geeft daarover eenigc
generaal Conrad von Hölzendorf als chef
Politiek Overzicht
Het aftreden van generaal
Conrad von Hötzendorf.
van den grooton gencralen staf van het leger
van Oostenrijk-IIongarijc, wordt er niet dui
delijker op wanneer men den brief [eet, waar
in den generaal is medegedeeld, dat zijne
tslagaanvrage is aangenomen. Deze brief
is in bijzonder warmen toon gesteld, die af-
sleeki van de gewoonlijk gebruikte formules.
De Keizer roemt dc uitnemende eigenschap
pen van generaal Conrad, zijne uitgebreide
kennis en groote ervaring; om die op een
ander gebied tot heil van het leger te kun
nen aanwenden, wordt hij benoemd lot leger-
inspeeteur. Dat is voor hem eene bevorde
ring, want terwijl de chef van den generaien
staf onder de bevelen van den minister van
oorlog staat, is de legerinspecteur in rang
de gelijke van den min ster. Het heeft haast
den schijn alsof men den nieuwen legerin
specteur eene demonstratieve voldoening
heeft willen geven, omdat de politieke nood
zakelijkheid zijn blijven in den gencralen
staf verhinderde. De Neuc Freie Presse
schrijft:
„Op de wonde, die de laatste politieke
strijd hem heeft geslagen, wordt een koste
lijke. politieke balsem gedruppeld, en 's Kei
zers brief is niet alleen de uitdrukking van
tevredenheid, maar ook een leckcn van sym
pathie, dat de Keizer den scheidenden chef
van den generaien slaf heeft willen geven
cn dat* hij tegelijk openlijk zichtbaar heeft
willen maken. liet ontslag van baron Con
rad wordt door den keizer ijken brief nog
gew:ehtiger cn ieder voelt hoe sterk de
samenhang van deze gebeurtenis met de per
soonlijke en zakelijke vragen van de buiten
en bmnenlantLschc politiek in. Algemem
heerschl ook hel gevoel, dat de strijd, waar
uit deze krisis is ontstaan, niet verdwenen is
jen dat de grobte eindstrijd tussch n dc op
de hoogste plaatsen van het rijk handelende
personen nog moet worden uitgevochten
De Reichspost, een blad dat in bel rek k ng
slaat met de omgeving van den aartshertog*
Iroonsopvolger, verklaart, dal aartshertog
Frans Ferdinand zeer ontstemd is over hel
aftreden van generaal Conrad als chef van
den gencralen slaf. Dat komt ook aan den
dag in eene uit dezelfde kringen afkomstige
mededeeling waarin wordt gezegd, dat ge
neraal Conrad is moeien heengaan tengevol
ge van meeuingsverschillen met den minister
van builenlandsche zaken graaf Aehrenthal,
maar dal hij. wel verre van in ongenade te
zijn gevallen, in bijzondere audiëntie is ont
vangen door den aarlshcrlog-troonsopvoiger.
wiens volle vertrouwen en achting hij heeft
gehouden.
Dat is een soort oorlogsverklaring van den
aartshertog aan don minister van builen
landsche zaken. Dc eerste echter niet. „Alle
diplomaten weten", schrijft liet Journal des
Dé ba Is, „dat de aartshcrtog-troonsopvolger
reeds heeft getracht graaf Aehrenthal ten
val 'e brengen en dat hij reeds meende
daarin geslaagd te zijn bij de ontmoeting te
Potsdam. De minister heeft dat echter over
leefd. Hij bezit hot vertrouwen van den sou-
vercin, die een besliste tegenstander is vab
iedere oorlogscombinalie. liet is dus zeer
waarschijnlijk, dat Keizer Frans Jozef graaf
nadere bijzonderheden; zij schrijft: De Oos-
tenrijkfcche militairen koesteren reeds lang
weinig vriendelijke gevoelens voor den zui
delijken buurman. Dat berust op wcderkce-
righeid. Aan de versterkingen van de Oos-
tenrijksche garnizoenen aan de Italiaaneche
greii6 en hunne inspectie door den onlange
benoemden minister van oorlog heeft men
eene onschuldige verklaring trachten te ge
ven, maar geen mensch aan beide zijden van
de grens gelooft daaraan. De Oostenrijksche
militairen echter hebben blijkbaar tegenover
Italië naar aanleiding van den oorlog tegen
de Turken nog duidelijker willen worden en
maatregelen voorgesteld, die als openlijke
onvriendelijkheid tegen .den bondgenoot
hadden moeten beschouwd worden. Mis
schien zijn zij van meening, dat de door
Italië begonnen Tripoli-oorlog tot verwik
kelingen leidt, waarbij Oostenrijk en Italië
toch niet op dezelfde zijde zullen staan, en
wie durft zeggen, dat zoo iets absoluut on
denkbaar is? Maar het is duidelijk, dat een
minister van buitenlandsche zaken eene
doldrieste politiek, die in ieder geval het
conflict zou uitlokken, niet kan meemaken.
Graaf Aehrenthal staat volstrekt niet tegen
over Italic met het argelooze gemoed van
den liefhebbenden broeder. Hij heeft bij de
poging van eerzuchtige Italiaansche admi
raals om den oorlog over de Adriattechc zee
naar Albanië te dragen, niet gezwegen en
heeft bereikt, dat Italië zijne ondernemingen
aan de kust van de Adria heeft gestaakt.
Wat verder zal volgen, zullen de naaste
weken doen zien. Hel is mogelijk, dat Aeh-
reuthal op den duur niet in staat ié zijne
politiek verder te voeren. Het is ook wel
te begrijpen, wanneer in kringen, die Oos
tenrijk eeno grootcre rol in de wereldge
beurtenissen willen geven, er ontstemming
over hcerscht, dat de Oostenrijksche diplo
matie zich, evenals de Duitsche, heeft laten
verrasse door de gevaarlijke Tripoli-onder,
neming. Maar zooak de zaken nu slaan, kan
eene verstandige buitenlandsche politiek van
Oostenrijk slechte zoo gevoerd worden, dat
de mogelijkheid eener vernieuwing van den
driebond blijft bestaan. Mocht deze moge
lijkhcid niettemin om andere redenen ver
loren gaan, dan zal men zich dat moeten
getroosten. Eene overwinning van de gene
raals en van de met hen verbonden kringen
echter zou tot eene botsing moeien leiden,
waarvan dc noodzakelijkheid niet is in te
zien cn waaruit bezwaarlijk noch voor den
e^n, noch voor den ander iets goede zal voor
den dag komen.
Italië en Turkije.
Tripoli, 5 D e c. Dc Italianen bezetten
gisteren stormenderhand Ain Zara, bet een.
trum van het verzet der Turksche troepen.
Zij bemachtigden negen kanonnen, benevens
schietvoorraad en levensmiddelen, die door
de Turken waren achtergelaten. Tripoli en
de oase zijn aldii6 van Turken bevrijd. Bij
de Italianen werden een honderdtal man
schappen buiten gevecht gesteld. De Turken
hadden meerdere honderden dooden.
K o n s t a n l i n o p e 15 Dcc. Volgens
door dc regeering ontvangen berichten heb
ben dc Italianen eveneens Bonchil, ten zuiden
van Mok ha gebombardeerd. Zij moeten ge
tracht hebben bij Mokha aan land te gaan,
maar de troepen en de bevolking sloegen
hen terug.
Benghazi, 5 Dec. De Arabieren vie
len heden nacht een Ilaliaansch fort aan,
maar werden teruggedreven. Vier Italianen
werden gedood en vier gewond.
De Corricre dclla Sera, de Perseveranza
en de Unione hebben aan hei aftreden van
generaal Conrad von Ilülsendorl als chef van
den generaien slaf van het Oostcnrijk-Ilon-
gaarsche leger artikelen gewijd, waarin zij
doen uitkomen, dat deze gebeurtenis moet
worden beschouwd als een vriendschapsbe
wijs van Keizer Frans Jozef tegenover Ita
lië, dat dankba.r moet worden gewaardeerd.
Intusschen komt de Corricre tol dc conclusie,
dat Italië den aclievcn stand van zijn lege»-
en de troepensterkte, die in Tripolitanië, na
dat de» oorlog geëindigd zal zijn, zal moeten
blijven, moet vermeerderen om in de onver
mijdelijk noodige behoeften te voorzien.
Wal de vraag betreft of Italië's strijdkrach
ten in het eigen land ten gevolge van den
oorlog verzwakt zijn, constateert dc Corricre,
dat van de 385,000 man, die nu onder de
wapenen staan, 300,000 in Itaflië gebleven
zijn, terwijl hel normale effectief slechts
2-10,000 man bedraagt. Italië kan dus volledig
vertrouwen stellen in het weerstandsver
mogen van zijne legcrorganisatie.
Duïtschland.
B e r 1 ij n, 5 December. De rijksdag
nam heden liet ontwerp verzekeringswet
voor beambten in derde lezing met algemeene
stemming aan en zette daarna de besprekin
gen over dc Marokko-ovcreenkoinst voort.
De rijkskanselier verklaarde het voor doel
matig en "gewenscht. dat veranderingen in
den status quo der Duitsche protectoraten i
de l ickomst aan een rijkswet gebonden zul
len worden en ging daarna voort: In criticke
tijden kwam het voor ons er op aan, dat wij
liet alléén met Frankrijk hadden eens te wor
den. Hadden wij openlijk op de openbare
uitingen van Engelschc zijde geantwoord
door een protest van onzen gezant hij hot Lon-
ilensehe kabinet, dat aan de geheel*, wereid
bekend zou geworden zijn, dan handen wij
den weg versperd die tot bereiking van ons
doei leidde
Ik geloof nie'" zeide dc rijkskanselitr,
,,dat het de Frmsche regeering dan m-g
mogelijk zou ge we*, st zijn het verzet egen de
overeenkomst op 'en door ons gewanschlen
grondslag te overwinnen. Wij verdroegen de
opgewonden en de ongeduldige stemming
van Duïtschland, in de hoop dat hot ons na
afsluiting der transactie gelukken zou de va
derlandslievende opwinding tol de rechte
proportion terug te brengen. Had ik kunnen
voorzien wat gedurende de beraadslagingen
in de commissies in Engeland zonder tegen
spraak over zekere voorbereidende maatre
gelen in September openlijk is gezeg l, waar
door de opgewondenheid in ons land moest
toenemen, dan had ik de thans toch geschied
de publicatie niet achtergehouden li l is niet
onze schuld dat wij, weliswaar, ten einde de
gemoederen gerust te stellen, op weloverwo
gen gronden lol de tol dusver vermeden pu
blicatie moeten overgaan. Ik constateer met
voldoening dat ook Engeland dal beseft heeft.
Bedoelde locstand van opgewondenheid
heeft tot een spelen met oorlogsgedachten
aanleiding gegeven. Wie niet daarop hel oog
gericht houdt, moet niettemin van Duitsch
standpunt uit liet volgende «'kennen:
„Waarover onderhandelden wij met Frank
rijk? Over de verleening van groote politieke
voordeden aan Frankrijk? Dal was niet in
strijd met de Fransch-Engelsche overeen
komst van 1904. Verder over de verhoogde
waarborging van onze economische belangen
in Marokko, niet alleen van onze be
langen; doch eveneens die van alle andere
mogendheden, ook Engeland. Krachtens het
beginsel der open deur, dal vroeger het
grondbeginsel van.den Engelschen staat cn
de rechtsopvatting is geweest over koloniale
compensaties in Afrika, verklaarde minister
Grey uitdrukkelijk, dat Engeland niet op
roof uitgaat. Het zal ons nergens in der.
weg staan, wanneer wij vriendscnappelijke
overeenkomsten met alle andere mogendhe
den betreffende Afrika treffen willen
Minister Grey sprak openlijk van bezorgd»
beid tengevolge van het zenden van dc
„Panther" naar Agadir. Noch dc tocht der
Franschen, noch het optreden der Spanjaar
den hebben naar liet schijnt Engeland's be
zorgdheid opgewekt. Het is mij onbekend
waarop Engeland's veronderstelling steunt,
dat wij een vioolbasis in den Atlantische»
Oceaan willen scheppen. Onzerzijds is geen
aanleiding tot argwaan gegeven. Nocli liet
er bij belanghcbL.nde Frankrijk noch Rus
land wantrouwden onze plannen. Daar
Frankrijk een intieme gedachtcnwisseling
met Engeland heeft gevoerd, konden Enge
land's belangen zonder deszelfs medewe'cii
niet in gevaar gebracht worden. Ik was ten
allen tijde bereid op Engeland's aanvraag
twijfel weg te bannen. Grev sprak van een
periode van stilzwijgendheid van 4 Juli tot
21 Juli, doch dit stilzwijgen was weder-
zijdsch. Evenmin kwam de gezant te Londen
in de gelegenheid op een aanvraag der En
gelschc regeering te antwoorden.
De feitelijke ontstane spanning en de ver
scherping van de situatie luidden naar mijne
meeniny vermeden kunnen worden, wan
neer men aan onze vadklarjnigan van Augus
tus gnooler vertrouwen ha*d geschonken. l>e
periode vain stilzwijgen van Engelsdhe zijde
werd d*oor de officie use mcdedcielingen van
een aanzienlijk lid van bel Engelsdhe laatba
nd onderhrolkion, die vo*n alle Jonmiteai leven
dige instemming ondervond. Grey deelde
mede dat do redevoering van Lioyd George
heeft willen vaststellen waar die Engelsahe
Lelange" werden gelrotffcn en diait Engeland
niet wenschte behandeld te worden ailsk>f bel
niet meetelde. Ik moust zeide de rijiksHkcm-
seiier aanspraak op precies hetzelfde
recht voor Duils-chland. (Leveivdiigem bijvafl
van alle banken.)
Dc Mardhkaanschc kwestie is dn bet leven
geroepen omdat men dit reohl niet altijd aan
Duitschloind wilde toestaan. (Bijrvtaft.) IIol
jaar 1904, .waarin Engeland en Frankrijk
zonder ekondng te hooiden mot onze belangen
over Marokko beschikten, was hot proton
pseud o (de eerste leugen of valschepraemis-
se.) Daaruit volgde noodzakelijkerwijs d*e
acte van Algceirns en later Agadir. Wij zul
len de wereld loonen dat wij vastbesloten
rijn ens niet op zij te kiten schuiven. Wan
neer daaraan op hel huidige o ogenblik En
gland's voorbereid zijn op den oorlog cn
een toestand van hooggespannen opwinding
het gevolg daarvan zou zijn, (lain wijzen wij
de verantwoordelijkheid daairvam af. Wij zou
den ems kulen afdringen vmm den weg, dic.n
de bescherming van de belangen des rijks
ons voorschrijft.
0*i» 4.oo las de kanselier hot aillerhoogste
bevel voor, waarbij de rijksthatg wordt ge
sloten
B c r 1 ij n, 5 l) e c. In liet vervolg van zijne
rede zeide die rijkskanselier:
De ortderhandcJingen lusschen ons en Frank
rijk zijn ook in de moeilijkste oogcnblikkcn
steeds met den orvverartderlijken, uit de stuk
ken te bewijzen, \vH gevoerd, dat wij tot oen
vreedzaam vergelijk zouden komen. I)at was
aan Engeland niet onbekend. Het van onze
zijde bepaalde en bereikte doel raakt recht
streoks geen Engelschc belangen en bevat in
zioh zelf een weerlegging van de Eugelsche
bezorgdheid. Het beste bewijs ligt daarin, dot
Engeland zijne voldoening over het tot stand
komen der overeenkomst heeft uitgesproken.
Ondanks dit alles ontwikkelde zich een toe
stand, <Lic naar de meendrog dor Engelschen
een oorlog togen ons, d. w. z. een wereldoor
log in 't gezicht bracht. De Eng els duo minis
ters uitten den wensdh naar verhajering van
onze betrekkingen. Ik sluit mij daarbij ge
heel aan. Men heeft in Engeland mijne opmer
king gereleveerd, dat de oplossing van het Ma-
rokko-vraagstuk ook lussdlien Engeland en
DuiIsobland „reiner. Tisdh" heeft gemaakt; de
Engelschtman spreekt van „sdhoonc lei" ma
ken. Hierop is in liet jongste verleden met
een harden griffel geschreven, zoodat de lei
er de krassen van vertoonde. Als in dc toe
komst de lei een duidelijk schrift vcrloonen
zaJ, dan mag de griffel niet door het wantrou
wen bestuurd worden.
Met reden ziet de Engelsahe minister van
bui tenia ndsdbe zaken achter de groeiende
macht vanDuitschdand geen aanvallende be
doelingen. De Engelschc eerste minitser wijst
iedere gedachte van nijd en afgunst jegens ons
vooruitstrevend volk af. Ook wij wonsrhen
oprecht den vrede en de vriendschap met En-
geland. Hiermede kan de ontwikkeling der
goede betrekkingen slodbls in zooverre gelij
ken tred houden, als dc Engelsctoe regeering
bereid is de behoefte aan zulke betrekkingen
ook in liarc politiek uM te drukken. (Levendige
instemming). Ouzo ontwikkeling en voor-
waarische richting laat zich niet onderdruk
ken. Wij zullen in den geest der laatste veer
tig jaren voort werken, als wij sterk blijven.
Ik stem mdaiiister Grey toe, dat Duitsdliland's
maChl op zichzelf waarborgt, dat geen land
er strijd mee zoekt.
Wij hebben een ernst i gen, met gevaar drei
genden tijd doorgemaakt. Dit heeft hol Duit
sdhe volk goed gevoeld. Moge hol -nu inzien,
wat liet zichzelf verschuldigd is: noch neer
slachtigheid, noch uittarten/de overmoed, doch
een vrije bflik, koel bloed, rustige kracht en
vaste eensgezindheid in de groote nationale
vraagstukken. (Levendige bijval van alle zij
den.)
Westarp (conservatief) zeide: Wij verwach
ten, dat de regeering bij dc uitvoering van dc
beide verdragen de belangen van Duitsdhland
met de meeste vastberadenheid, nadruk cn
volharding zal verdedigen. Dat Engeland in
de laatste jaren aan onze ontwikkeling moei
lijkheden heeft trachten in den weg Ie leggen,
is de vaste overtuiging van het Duitsche
Indien Engeland door de daad mocht toonen,
dat lui onze vriendschap wil. dan zijn 'j
bereid onze tegenwoordige opvatting te ber-
zien
Beb'.i (soc.-democraat) verklaarde: De op
gewondenheid onder het volk is niet door
Engelschc stemmen, maar door liet verschij
nen van de Panther voor Agadir uitgelokt.
Deze actie heeft Du'itschland buitengewoon
veel nadeel toegebracht. Dat Engeland
Duitechland moeilijkheden heeft in den weg
gelegd, daan-oor ontbreekt elk bewijs.
Roman van R U D. II E R Z 0 G.
49 Naar het Duitsch door
J. L. VAN DER MOER.
o—
,.Ik weel niet meer waar mijn gedachten
mij heen voeren," «prak zij in zich zelve, en
zij ging eensklaps rechtop zitten. „Hier is de
Kunst daar is het LevenI Ik heb dc brug
niet kunnen vinden. Daarom zweef ik in dc
Inch» I"
En zij begreep, dat zij die brug vinden
moe ei, wilde zij niet treurig ten onder
gaan.
Het rijtuig hield voor de algemeene be
graafplaats feti'l.
Moet ik omkeeren, Mevrouw? vroeg de
koeteier
Nee, wacht maar.
Hoe kwam zij er toe, deze rustplaats der
dooden te willen bezoeken, terwijl zij toch
zoo vurig naar het leven verlangde? Wat
zocht zij in dit eenzame oord, waar slechts
een schaduw «was achtergebleven van het on
bekende lót van de overledenen?
Zij gaf er zich geen rekenschap van, ging
het hek door en stond in een Wonderland,
liet lag daar midden in de heide als een
Hof van Eden. De zon deed de stammen der
boomen glinsteren, die aan weerszijden van
de breede lanen stonden. Overal troffen
haar blikken altijd groene heesters, en de
kleurige najaarsbloemen deden haar oogen
aangenaam aan cn moedigden haar aan ver
der voort te schrijden.
Zij liep voort tuisschen de groene b06chjcs
en langs dc door boomen en bloempjes be
grensde lanen, en zij liet de blikken gaan
over de grafheuveltjes en over de blanfce vij
vers tusschen dc groene perken en heesters.
En zij luisterde of niet een zucht uit de
graven zou opstijgen, die weerklank zou vin
den in haar ziel. Zij wachtte of zij ook verne
men zou qj de angst voor den dood nog ster
ker was dan haar angst voor het leven. Maar
hoe voider zij liep, hoe lichter cn opgewek
ter zij zicli begon te gevoelen, des te luider
begonnen dc «temmen in haar te spreken
van de kracht der jeugd cn van de hoop der
menschel*.; stemmen, die tot het laatste
oogenblik niet mogen zwijgen; en van de
schoonheid der wereld, die zioh zelfs over
het land der dooden nog uitstrekt.
O wonderbare -tuint zei ze zachtjes.
En de stemmen in haar binnenste ant
woordden:
,,IIoe veel wonderbaarder moet de onme
telijke tuin des levens zijn voor hen, die
oogen hebben om te zien."
Zij liep verder, steeds verder, over dc sier
lijke brugjes, die de vijvers overspanden, en
door de niet dennen en berken omzoomde
paden. En met elke schrede werd haar on
bestemd vurig verlangen vager, en' haar
wenschen stegen hooger, als -de zon, hoven
de woelig" zee van den vasten wil.
„Geen doode zijn tijdens het leven! Wie
aan hot eind van zijn dagen sterven wil,
moet welen waarvoor!...." Op de rustplaats
der dooden vond zij den sleutel van <le deur
des levens.
Toen zij omkeerde en den terugweg aan
vaardde, wist zij. dat zij ook den moed had
gevonden om van dien sleutel gebruik te
maken.
Zij knikte -de grafzerken toe en strook
zachtjes over de bloempjes en de struikjes,
die de graven versierden.
„Ik dank u allen," dacht zij, „want gij hebt
mij veel goede geleerd. Wanneer ons lichaam
eenmaal aan den schoot der aarde wordt toe
vertrouwd, dan moeten wij iets van dc we
reld kunnen meenemen, iets van liet heerlij
ke zonnelicht, van den geur uit den bloem
hof, waarin wij ons gelukkig gevoelden,
dankbare herinneringen. Want d i t moet
ons lever hier namaals zijn."
Zich deze herinneringen te verwerven,
hierop zou voortaan haar wil gericht we
zen.
En onbevangen liet zij de blikken weiden
over de stille rustplaats der dooden,, cn toen
zij dc poort weer uittrad, hinderde haar het
gezicht niet van het ko'le herfst landschap,
dat zich reeds voor den winterslaap gereed
maakte». IIcl was als hoorde zij op de akkers
het koren ontkiemen, dal toch pas in het
voorjaar uit de aarde te voorschijn zou ko
men.
Zij haalde diep adem en strekt© het jonge
lichaam uit, zoodat haar bloed sneller begon
te strocmen, wat haar een glimlach op het
schoone gelaat bracht. Nimmer te voren had
zij kunnen geloovcn, dat haar bloed zoo on
stuimig bruisen kon.
Zij ricn den half duitenden koetsier toe.
De man schrikte er van op en verbaasde er
zich over, dat iemand, die van den dooden-
akker kwam, er zoo opgewekt kon uitzien.
Nu moet je maar eens flink doorrijden,
hoor! Ik zal je er extra voor beloonen.
Het rijtuig reed in snelle vaart langs ak
kers en heidevelden, cn de koetsier deed zijn
zweep knallen als een lustige postillon. Dc
frissehe, reine lucht tooverde Helga Braun
een blo6 op de wangen, en een ongekend ge
voel van vreugdie doortintelde haar borst.
„Dal is muziek," dacht zij. „Liederen zon
der woorden, liederen zonder woorden...!"
Zoo trad zij haar woning binnen, opgc-
frisclit naar lichaam en ziel.
Maar, llelga... ik begrijp heelemaal niets
van je.
Waarom niet? Omdat ik mijn tijd niet
meer verslapen wil? Je hadt eens buiten
moyten zijn, in de vrije natuur, zooals ik.
Daar voelt men zich weer mensch, en dat is
verrukkelijk!
Ben jc- nu heelemaal dwaas geworden?
En wat ben je verhit, opgewonden! Jc
schijnt er absoluut niet aan te denken, dal je
zingen moei. Ben je je dan totaal niet meer
bewust dat 't je plicht is jc zelve te sparen?
Ik ben me bewust van mijn plight:
mensch te zijn, vrij te ademen! Probeer 't
ook, Robert!
In deze vochtige, koude herfstlucht.?
Ben je soms vergeten dat je van avond 'n
groote rol moet zingen? Helga, je gedraagt
je als 'n kind, als 'n bakvischje. Ik weet
waarachtig niet hoe ik 't moot aanleggen,
om 'l jc aan het verstand te brengen.
Schimp maar, scheld me maar uit voor
'n kind! Daarom ks 'l me juist- te doen. Dan
voel ik tenminste dat ik jong ben!
Met gefronst voorhoofd trad hij op haar
toe.
Helga, je gedrag is onverantwoordelijk.
Maar ik zal er vandaag maar overheen stap.
pen. We moeten voor dc eerste maal 'n nieu
we partij zingen en daarom wU ik iederen
twist vermijden. Ik zal je manier van doen,
die in sltrijd is iroot de meest eenvoudige op
vatting bct-roffieoilde 't igiccn je aan je Kunst
verschuldigd bent, maar laten .voor wat ze
is, wia-nl ik moet mijn stem sparen voor van
avond. Wc zuiden nu siaanen lnroahen. De Juf
frouw heeft per telefoon 'n paar warme
scho.ds besteld. En als jc gegeten hebt, dan
ga-je dadelijk rusten en jc dekt je zelve goed
toe, opdat je dwaze tocht geen schadelijke
gevolgen voor jc zal hebben. Ik verzoek je
vriendelijk, me niet. tegen te spreken en te
doen wat ik wenschl Gelukkig weet i k ten
minste wal men op zoo'n gewichtige» dag
als vandaag aan zijn orgaan verschuldigd R
-• Beste Robert, dan zul je me toch eene
even moeten laten uitspreken. Want ik
moet met jc spreken, hoe zeer 't me ook
leed doet, dat 't ooge'tblik je minder schikt,
Ut kan goen betere gelegenheid vindt-n.
Hij drukte op den belknop, niet van zins
zich den eetlust te laten bederven, tc meer
niet, daar hij van de noodzakelijkheid om
den inwendige» mensch tc versterken, op
een da,; dat hij zijn phyeicke krachten voor
de vervulling van zijn inspannende rol hoog
noodig had, al van te voren overtuigd was.
Zwijg, nd bood hij zijn vrouw een stoel aan,
waarna de Juffrouw het maal opdiende.
Zonder tegen te .stribbelen ging Helga zit
ten. Zij bediende zich van de opgebrachte
spijzen en dronk een glas wijn. En nadat zij
reeds lang gedaan had, keek zij stil-tevre
den toe, hoe hij de gcrodhtem alle eer aan
deed. Nog nooit was het haar zóó opgeval
len, dat hij zoo'n groot eter wa«.
Wordt vervolgd.