S'. 157. iOde Jaargang. Woensdag 6 December 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. „Het Levenslied." AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voer Amersfoort Iden franco por nost Afzonderlijke numi i - C*urarver iji dagelijks behalve op Zon- en Fee f l.OO. 1.50. - 0.05. Advortentiöime "odeelingon enz., gelieve men vóór 11 uur 't morgens bij de U'tgevers in to zendon. Uitgevers: VALKHOFF C°. UtrecUtscliestrcat 1. Intercoinm. Telephoonnummer 66. PBIJS DER ADVERTENTIfiN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel moor 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Qroote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot hot herhaald adverteoron in dit Blad, bjj abonnement. Eene oirculairebevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. j Aehrenthal niet zal willen opofferen aan de wrok van de militaire partij. Als aartshertog Frans Ferdinand er toe kwam liet bewind te aanvaarden, zou de ministerverandering ze- j ker zijn. Maar dan zouden er nog lieelwat meer veranderingen zijn." De oorzaak van dezen strijd is, zooals reeds kort te vermeld, de verhouding tot liet ontslag, dat plotseling is verleend aan Italië. Dc Frankf. Ztg. geeft daarover eenigc generaal Conrad von Hölzendorf als chef Politiek Overzicht Het aftreden van generaal Conrad von Hötzendorf. van den grooton gencralen staf van het leger van Oostenrijk-IIongarijc, wordt er niet dui delijker op wanneer men den brief [eet, waar in den generaal is medegedeeld, dat zijne tslagaanvrage is aangenomen. Deze brief is in bijzonder warmen toon gesteld, die af- sleeki van de gewoonlijk gebruikte formules. De Keizer roemt dc uitnemende eigenschap pen van generaal Conrad, zijne uitgebreide kennis en groote ervaring; om die op een ander gebied tot heil van het leger te kun nen aanwenden, wordt hij benoemd lot leger- inspeeteur. Dat is voor hem eene bevorde ring, want terwijl de chef van den generaien staf onder de bevelen van den minister van oorlog staat, is de legerinspecteur in rang de gelijke van den min ster. Het heeft haast den schijn alsof men den nieuwen legerin specteur eene demonstratieve voldoening heeft willen geven, omdat de politieke nood zakelijkheid zijn blijven in den gencralen staf verhinderde. De Neuc Freie Presse schrijft: „Op de wonde, die de laatste politieke strijd hem heeft geslagen, wordt een koste lijke. politieke balsem gedruppeld, en 's Kei zers brief is niet alleen de uitdrukking van tevredenheid, maar ook een leckcn van sym pathie, dat de Keizer den scheidenden chef van den generaien slaf heeft willen geven cn dat* hij tegelijk openlijk zichtbaar heeft willen maken. liet ontslag van baron Con rad wordt door den keizer ijken brief nog gew:ehtiger cn ieder voelt hoe sterk de samenhang van deze gebeurtenis met de per soonlijke en zakelijke vragen van de buiten en bmnenlantLschc politiek in. Algemem heerschl ook hel gevoel, dat de strijd, waar uit deze krisis is ontstaan, niet verdwenen is jen dat de grobte eindstrijd tussch n dc op de hoogste plaatsen van het rijk handelende personen nog moet worden uitgevochten De Reichspost, een blad dat in bel rek k ng slaat met de omgeving van den aartshertog* Iroonsopvolger, verklaart, dal aartshertog Frans Ferdinand zeer ontstemd is over hel aftreden van generaal Conrad als chef van den gencralen slaf. Dat komt ook aan den dag in eene uit dezelfde kringen afkomstige mededeeling waarin wordt gezegd, dat ge neraal Conrad is moeien heengaan tengevol ge van meeuingsverschillen met den minister van builenlandsche zaken graaf Aehrenthal, maar dal hij. wel verre van in ongenade te zijn gevallen, in bijzondere audiëntie is ont vangen door den aarlshcrlog-troonsopvoiger. wiens volle vertrouwen en achting hij heeft gehouden. Dat is een soort oorlogsverklaring van den aartshertog aan don minister van builen landsche zaken. Dc eerste echter niet. „Alle diplomaten weten", schrijft liet Journal des Dé ba Is, „dat de aartshcrtog-troonsopvolger reeds heeft getracht graaf Aehrenthal ten val 'e brengen en dat hij reeds meende daarin geslaagd te zijn bij de ontmoeting te Potsdam. De minister heeft dat echter over leefd. Hij bezit hot vertrouwen van den sou- vercin, die een besliste tegenstander is vab iedere oorlogscombinalie. liet is dus zeer waarschijnlijk, dat Keizer Frans Jozef graaf nadere bijzonderheden; zij schrijft: De Oos- tenrijkfcche militairen koesteren reeds lang weinig vriendelijke gevoelens voor den zui delijken buurman. Dat berust op wcderkce- righeid. Aan de versterkingen van de Oos- tenrijksche garnizoenen aan de Italiaaneche greii6 en hunne inspectie door den onlange benoemden minister van oorlog heeft men eene onschuldige verklaring trachten te ge ven, maar geen mensch aan beide zijden van de grens gelooft daaraan. De Oostenrijksche militairen echter hebben blijkbaar tegenover Italië naar aanleiding van den oorlog tegen de Turken nog duidelijker willen worden en maatregelen voorgesteld, die als openlijke onvriendelijkheid tegen .den bondgenoot hadden moeten beschouwd worden. Mis schien zijn zij van meening, dat de door Italië begonnen Tripoli-oorlog tot verwik kelingen leidt, waarbij Oostenrijk en Italië toch niet op dezelfde zijde zullen staan, en wie durft zeggen, dat zoo iets absoluut on denkbaar is? Maar het is duidelijk, dat een minister van buitenlandsche zaken eene doldrieste politiek, die in ieder geval het conflict zou uitlokken, niet kan meemaken. Graaf Aehrenthal staat volstrekt niet tegen over Italic met het argelooze gemoed van den liefhebbenden broeder. Hij heeft bij de poging van eerzuchtige Italiaansche admi raals om den oorlog over de Adriattechc zee naar Albanië te dragen, niet gezwegen en heeft bereikt, dat Italië zijne ondernemingen aan de kust van de Adria heeft gestaakt. Wat verder zal volgen, zullen de naaste weken doen zien. Hel is mogelijk, dat Aeh- reuthal op den duur niet in staat ié zijne politiek verder te voeren. Het is ook wel te begrijpen, wanneer in kringen, die Oos tenrijk eeno grootcre rol in de wereldge beurtenissen willen geven, er ontstemming over hcerscht, dat de Oostenrijksche diplo matie zich, evenals de Duitsche, heeft laten verrasse door de gevaarlijke Tripoli-onder, neming. Maar zooak de zaken nu slaan, kan eene verstandige buitenlandsche politiek van Oostenrijk slechte zoo gevoerd worden, dat de mogelijkheid eener vernieuwing van den driebond blijft bestaan. Mocht deze moge lijkhcid niettemin om andere redenen ver loren gaan, dan zal men zich dat moeten getroosten. Eene overwinning van de gene raals en van de met hen verbonden kringen echter zou tot eene botsing moeien leiden, waarvan dc noodzakelijkheid niet is in te zien cn waaruit bezwaarlijk noch voor den e^n, noch voor den ander iets goede zal voor den dag komen. Italië en Turkije. Tripoli, 5 D e c. Dc Italianen bezetten gisteren stormenderhand Ain Zara, bet een. trum van het verzet der Turksche troepen. Zij bemachtigden negen kanonnen, benevens schietvoorraad en levensmiddelen, die door de Turken waren achtergelaten. Tripoli en de oase zijn aldii6 van Turken bevrijd. Bij de Italianen werden een honderdtal man schappen buiten gevecht gesteld. De Turken hadden meerdere honderden dooden. K o n s t a n l i n o p e 15 Dcc. Volgens door dc regeering ontvangen berichten heb ben dc Italianen eveneens Bonchil, ten zuiden van Mok ha gebombardeerd. Zij moeten ge tracht hebben bij Mokha aan land te gaan, maar de troepen en de bevolking sloegen hen terug. Benghazi, 5 Dec. De Arabieren vie len heden nacht een Ilaliaansch fort aan, maar werden teruggedreven. Vier Italianen werden gedood en vier gewond. De Corricre dclla Sera, de Perseveranza en de Unione hebben aan hei aftreden van generaal Conrad von Ilülsendorl als chef van den generaien slaf van het Oostcnrijk-Ilon- gaarsche leger artikelen gewijd, waarin zij doen uitkomen, dat deze gebeurtenis moet worden beschouwd als een vriendschapsbe wijs van Keizer Frans Jozef tegenover Ita lië, dat dankba.r moet worden gewaardeerd. Intusschen komt de Corricre tol dc conclusie, dat Italië den aclievcn stand van zijn lege»- en de troepensterkte, die in Tripolitanië, na dat de» oorlog geëindigd zal zijn, zal moeten blijven, moet vermeerderen om in de onver mijdelijk noodige behoeften te voorzien. Wal de vraag betreft of Italië's strijdkrach ten in het eigen land ten gevolge van den oorlog verzwakt zijn, constateert dc Corricre, dat van de 385,000 man, die nu onder de wapenen staan, 300,000 in Itaflië gebleven zijn, terwijl hel normale effectief slechts 2-10,000 man bedraagt. Italië kan dus volledig vertrouwen stellen in het weerstandsver mogen van zijne legcrorganisatie. Duïtschland. B e r 1 ij n, 5 December. De rijksdag nam heden liet ontwerp verzekeringswet voor beambten in derde lezing met algemeene stemming aan en zette daarna de besprekin gen over dc Marokko-ovcreenkoinst voort. De rijkskanselier verklaarde het voor doel matig en "gewenscht. dat veranderingen in den status quo der Duitsche protectoraten i de l ickomst aan een rijkswet gebonden zul len worden en ging daarna voort: In criticke tijden kwam het voor ons er op aan, dat wij liet alléén met Frankrijk hadden eens te wor den. Hadden wij openlijk op de openbare uitingen van Engelschc zijde geantwoord door een protest van onzen gezant hij hot Lon- ilensehe kabinet, dat aan de geheel*, wereid bekend zou geworden zijn, dan handen wij den weg versperd die tot bereiking van ons doei leidde Ik geloof nie'" zeide dc rijkskanselitr, ,,dat het de Frmsche regeering dan m-g mogelijk zou ge we*, st zijn het verzet egen de overeenkomst op 'en door ons gewanschlen grondslag te overwinnen. Wij verdroegen de opgewonden en de ongeduldige stemming van Duïtschland, in de hoop dat hot ons na afsluiting der transactie gelukken zou de va derlandslievende opwinding tol de rechte proportion terug te brengen. Had ik kunnen voorzien wat gedurende de beraadslagingen in de commissies in Engeland zonder tegen spraak over zekere voorbereidende maatre gelen in September openlijk is gezeg l, waar door de opgewondenheid in ons land moest toenemen, dan had ik de thans toch geschied de publicatie niet achtergehouden li l is niet onze schuld dat wij, weliswaar, ten einde de gemoederen gerust te stellen, op weloverwo gen gronden lol de tol dusver vermeden pu blicatie moeten overgaan. Ik constateer met voldoening dat ook Engeland dal beseft heeft. Bedoelde locstand van opgewondenheid heeft tot een spelen met oorlogsgedachten aanleiding gegeven. Wie niet daarop hel oog gericht houdt, moet niettemin van Duitsch standpunt uit liet volgende «'kennen: „Waarover onderhandelden wij met Frank rijk? Over de verleening van groote politieke voordeden aan Frankrijk? Dal was niet in strijd met de Fransch-Engelsche overeen komst van 1904. Verder over de verhoogde waarborging van onze economische belangen in Marokko, niet alleen van onze be langen; doch eveneens die van alle andere mogendheden, ook Engeland. Krachtens het beginsel der open deur, dal vroeger het grondbeginsel van.den Engelschen staat cn de rechtsopvatting is geweest over koloniale compensaties in Afrika, verklaarde minister Grey uitdrukkelijk, dat Engeland niet op roof uitgaat. Het zal ons nergens in der. weg staan, wanneer wij vriendscnappelijke overeenkomsten met alle andere mogendhe den betreffende Afrika treffen willen Minister Grey sprak openlijk van bezorgd» beid tengevolge van het zenden van dc „Panther" naar Agadir. Noch dc tocht der Franschen, noch het optreden der Spanjaar den hebben naar liet schijnt Engeland's be zorgdheid opgewekt. Het is mij onbekend waarop Engeland's veronderstelling steunt, dat wij een vioolbasis in den Atlantische» Oceaan willen scheppen. Onzerzijds is geen aanleiding tot argwaan gegeven. Nocli liet er bij belanghcbL.nde Frankrijk noch Rus land wantrouwden onze plannen. Daar Frankrijk een intieme gedachtcnwisseling met Engeland heeft gevoerd, konden Enge land's belangen zonder deszelfs medewe'cii niet in gevaar gebracht worden. Ik was ten allen tijde bereid op Engeland's aanvraag twijfel weg te bannen. Grev sprak van een periode van stilzwijgendheid van 4 Juli tot 21 Juli, doch dit stilzwijgen was weder- zijdsch. Evenmin kwam de gezant te Londen in de gelegenheid op een aanvraag der En gelschc regeering te antwoorden. De feitelijke ontstane spanning en de ver scherping van de situatie luidden naar mijne meeniny vermeden kunnen worden, wan neer men aan onze vadklarjnigan van Augus tus gnooler vertrouwen ha*d geschonken. l>e periode vain stilzwijgen van Engelsdhe zijde werd d*oor de officie use mcdedcielingen van een aanzienlijk lid van bel Engelsdhe laatba nd onderhrolkion, die vo*n alle Jonmiteai leven dige instemming ondervond. Grey deelde mede dat do redevoering van Lioyd George heeft willen vaststellen waar die Engelsahe Lelange" werden gelrotffcn en diait Engeland niet wenschte behandeld te worden ailsk>f bel niet meetelde. Ik moust zeide de rijiksHkcm- seiier aanspraak op precies hetzelfde recht voor Duils-chland. (Leveivdiigem bijvafl van alle banken.) Dc Mardhkaanschc kwestie is dn bet leven geroepen omdat men dit reohl niet altijd aan Duitschloind wilde toestaan. (Bijrvtaft.) IIol jaar 1904, .waarin Engeland en Frankrijk zonder ekondng te hooiden mot onze belangen over Marokko beschikten, was hot proton pseud o (de eerste leugen of valschepraemis- se.) Daaruit volgde noodzakelijkerwijs d*e acte van Algceirns en later Agadir. Wij zul len de wereld loonen dat wij vastbesloten rijn ens niet op zij te kiten schuiven. Wan neer daaraan op hel huidige o ogenblik En gland's voorbereid zijn op den oorlog cn een toestand van hooggespannen opwinding het gevolg daarvan zou zijn, (lain wijzen wij de verantwoordelijkheid daairvam af. Wij zou den ems kulen afdringen vmm den weg, dic.n de bescherming van de belangen des rijks ons voorschrijft. 0*i» 4.oo las de kanselier hot aillerhoogste bevel voor, waarbij de rijksthatg wordt ge sloten B c r 1 ij n, 5 l) e c. In liet vervolg van zijne rede zeide die rijkskanselier: De ortderhandcJingen lusschen ons en Frank rijk zijn ook in de moeilijkste oogcnblikkcn steeds met den orvverartderlijken, uit de stuk ken te bewijzen, \vH gevoerd, dat wij tot oen vreedzaam vergelijk zouden komen. I)at was aan Engeland niet onbekend. Het van onze zijde bepaalde en bereikte doel raakt recht streoks geen Engelschc belangen en bevat in zioh zelf een weerlegging van de Eugelsche bezorgdheid. Het beste bewijs ligt daarin, dot Engeland zijne voldoening over het tot stand komen der overeenkomst heeft uitgesproken. Ondanks dit alles ontwikkelde zich een toe stand, <Lic naar de meendrog dor Engelschen een oorlog togen ons, d. w. z. een wereldoor log in 't gezicht bracht. De Eng els duo minis ters uitten den wensdh naar verhajering van onze betrekkingen. Ik sluit mij daarbij ge heel aan. Men heeft in Engeland mijne opmer king gereleveerd, dat de oplossing van het Ma- rokko-vraagstuk ook lussdlien Engeland en DuiIsobland „reiner. Tisdh" heeft gemaakt; de Engelschtman spreekt van „sdhoonc lei" ma ken. Hierop is in liet jongste verleden met een harden griffel geschreven, zoodat de lei er de krassen van vertoonde. Als in dc toe komst de lei een duidelijk schrift vcrloonen zaJ, dan mag de griffel niet door het wantrou wen bestuurd worden. Met reden ziet de Engelsahe minister van bui tenia ndsdbe zaken achter de groeiende macht vanDuitschdand geen aanvallende be doelingen. De Engelschc eerste minitser wijst iedere gedachte van nijd en afgunst jegens ons vooruitstrevend volk af. Ook wij wonsrhen oprecht den vrede en de vriendschap met En- geland. Hiermede kan de ontwikkeling der goede betrekkingen slodbls in zooverre gelij ken tred houden, als dc Engelsctoe regeering bereid is de behoefte aan zulke betrekkingen ook in liarc politiek uM te drukken. (Levendige instemming). Ouzo ontwikkeling en voor- waarische richting laat zich niet onderdruk ken. Wij zullen in den geest der laatste veer tig jaren voort werken, als wij sterk blijven. Ik stem mdaiiister Grey toe, dat Duitsdliland's maChl op zichzelf waarborgt, dat geen land er strijd mee zoekt. Wij hebben een ernst i gen, met gevaar drei genden tijd doorgemaakt. Dit heeft hol Duit sdhe volk goed gevoeld. Moge hol -nu inzien, wat liet zichzelf verschuldigd is: noch neer slachtigheid, noch uittarten/de overmoed, doch een vrije bflik, koel bloed, rustige kracht en vaste eensgezindheid in de groote nationale vraagstukken. (Levendige bijval van alle zij den.) Westarp (conservatief) zeide: Wij verwach ten, dat de regeering bij dc uitvoering van dc beide verdragen de belangen van Duitsdhland met de meeste vastberadenheid, nadruk cn volharding zal verdedigen. Dat Engeland in de laatste jaren aan onze ontwikkeling moei lijkheden heeft trachten in den weg Ie leggen, is de vaste overtuiging van het Duitsche Indien Engeland door de daad mocht toonen, dat lui onze vriendschap wil. dan zijn 'j bereid onze tegenwoordige opvatting te ber- zien Beb'.i (soc.-democraat) verklaarde: De op gewondenheid onder het volk is niet door Engelschc stemmen, maar door liet verschij nen van de Panther voor Agadir uitgelokt. Deze actie heeft Du'itschland buitengewoon veel nadeel toegebracht. Dat Engeland Duitechland moeilijkheden heeft in den weg gelegd, daan-oor ontbreekt elk bewijs. Roman van R U D. II E R Z 0 G. 49 Naar het Duitsch door J. L. VAN DER MOER. o— ,.Ik weel niet meer waar mijn gedachten mij heen voeren," «prak zij in zich zelve, en zij ging eensklaps rechtop zitten. „Hier is de Kunst daar is het LevenI Ik heb dc brug niet kunnen vinden. Daarom zweef ik in dc Inch» I" En zij begreep, dat zij die brug vinden moe ei, wilde zij niet treurig ten onder gaan. Het rijtuig hield voor de algemeene be graafplaats feti'l. Moet ik omkeeren, Mevrouw? vroeg de koeteier Nee, wacht maar. Hoe kwam zij er toe, deze rustplaats der dooden te willen bezoeken, terwijl zij toch zoo vurig naar het leven verlangde? Wat zocht zij in dit eenzame oord, waar slechts een schaduw «was achtergebleven van het on bekende lót van de overledenen? Zij gaf er zich geen rekenschap van, ging het hek door en stond in een Wonderland, liet lag daar midden in de heide als een Hof van Eden. De zon deed de stammen der boomen glinsteren, die aan weerszijden van de breede lanen stonden. Overal troffen haar blikken altijd groene heesters, en de kleurige najaarsbloemen deden haar oogen aangenaam aan cn moedigden haar aan ver der voort te schrijden. Zij liep voort tuisschen de groene b06chjcs en langs dc door boomen en bloempjes be grensde lanen, en zij liet de blikken gaan over de grafheuveltjes en over de blanfce vij vers tusschen dc groene perken en heesters. En zij luisterde of niet een zucht uit de graven zou opstijgen, die weerklank zou vin den in haar ziel. Zij wachtte of zij ook verne men zou qj de angst voor den dood nog ster ker was dan haar angst voor het leven. Maar hoe voider zij liep, hoe lichter cn opgewek ter zij zicli begon te gevoelen, des te luider begonnen dc «temmen in haar te spreken van de kracht der jeugd cn van de hoop der menschel*.; stemmen, die tot het laatste oogenblik niet mogen zwijgen; en van de schoonheid der wereld, die zioh zelfs over het land der dooden nog uitstrekt. O wonderbare -tuint zei ze zachtjes. En de stemmen in haar binnenste ant woordden: ,,IIoe veel wonderbaarder moet de onme telijke tuin des levens zijn voor hen, die oogen hebben om te zien." Zij liep verder, steeds verder, over dc sier lijke brugjes, die de vijvers overspanden, en door de niet dennen en berken omzoomde paden. En met elke schrede werd haar on bestemd vurig verlangen vager, en' haar wenschen stegen hooger, als -de zon, hoven de woelig" zee van den vasten wil. „Geen doode zijn tijdens het leven! Wie aan hot eind van zijn dagen sterven wil, moet welen waarvoor!...." Op de rustplaats der dooden vond zij den sleutel van <le deur des levens. Toen zij omkeerde en den terugweg aan vaardde, wist zij. dat zij ook den moed had gevonden om van dien sleutel gebruik te maken. Zij knikte -de grafzerken toe en strook zachtjes over de bloempjes en de struikjes, die de graven versierden. „Ik dank u allen," dacht zij, „want gij hebt mij veel goede geleerd. Wanneer ons lichaam eenmaal aan den schoot der aarde wordt toe vertrouwd, dan moeten wij iets van dc we reld kunnen meenemen, iets van liet heerlij ke zonnelicht, van den geur uit den bloem hof, waarin wij ons gelukkig gevoelden, dankbare herinneringen. Want d i t moet ons lever hier namaals zijn." Zich deze herinneringen te verwerven, hierop zou voortaan haar wil gericht we zen. En onbevangen liet zij de blikken weiden over de stille rustplaats der dooden,, cn toen zij dc poort weer uittrad, hinderde haar het gezicht niet van het ko'le herfst landschap, dat zich reeds voor den winterslaap gereed maakte». IIcl was als hoorde zij op de akkers het koren ontkiemen, dal toch pas in het voorjaar uit de aarde te voorschijn zou ko men. Zij haalde diep adem en strekt© het jonge lichaam uit, zoodat haar bloed sneller begon te strocmen, wat haar een glimlach op het schoone gelaat bracht. Nimmer te voren had zij kunnen geloovcn, dat haar bloed zoo on stuimig bruisen kon. Zij ricn den half duitenden koetsier toe. De man schrikte er van op en verbaasde er zich over, dat iemand, die van den dooden- akker kwam, er zoo opgewekt kon uitzien. Nu moet je maar eens flink doorrijden, hoor! Ik zal je er extra voor beloonen. Het rijtuig reed in snelle vaart langs ak kers en heidevelden, cn de koetsier deed zijn zweep knallen als een lustige postillon. Dc frissehe, reine lucht tooverde Helga Braun een blo6 op de wangen, en een ongekend ge voel van vreugdie doortintelde haar borst. „Dal is muziek," dacht zij. „Liederen zon der woorden, liederen zonder woorden...!" Zoo trad zij haar woning binnen, opgc- frisclit naar lichaam en ziel. Maar, llelga... ik begrijp heelemaal niets van je. Waarom niet? Omdat ik mijn tijd niet meer verslapen wil? Je hadt eens buiten moyten zijn, in de vrije natuur, zooals ik. Daar voelt men zich weer mensch, en dat is verrukkelijk! Ben jc- nu heelemaal dwaas geworden? En wat ben je verhit, opgewonden! Jc schijnt er absoluut niet aan te denken, dal je zingen moei. Ben je je dan totaal niet meer bewust dat 't je plicht is jc zelve te sparen? Ik ben me bewust van mijn plight: mensch te zijn, vrij te ademen! Probeer 't ook, Robert! In deze vochtige, koude herfstlucht.? Ben je soms vergeten dat je van avond 'n groote rol moet zingen? Helga, je gedraagt je als 'n kind, als 'n bakvischje. Ik weet waarachtig niet hoe ik 't moot aanleggen, om 'l jc aan het verstand te brengen. Schimp maar, scheld me maar uit voor 'n kind! Daarom ks 'l me juist- te doen. Dan voel ik tenminste dat ik jong ben! Met gefronst voorhoofd trad hij op haar toe. Helga, je gedrag is onverantwoordelijk. Maar ik zal er vandaag maar overheen stap. pen. We moeten voor dc eerste maal 'n nieu we partij zingen en daarom wU ik iederen twist vermijden. Ik zal je manier van doen, die in sltrijd is iroot de meest eenvoudige op vatting bct-roffieoilde 't igiccn je aan je Kunst verschuldigd bent, maar laten .voor wat ze is, wia-nl ik moet mijn stem sparen voor van avond. Wc zuiden nu siaanen lnroahen. De Juf frouw heeft per telefoon 'n paar warme scho.ds besteld. En als jc gegeten hebt, dan ga-je dadelijk rusten en jc dekt je zelve goed toe, opdat je dwaze tocht geen schadelijke gevolgen voor jc zal hebben. Ik verzoek je vriendelijk, me niet. tegen te spreken en te doen wat ik wenschl Gelukkig weet i k ten minste wal men op zoo'n gewichtige» dag als vandaag aan zijn orgaan verschuldigd R -• Beste Robert, dan zul je me toch eene even moeten laten uitspreken. Want ik moet met jc spreken, hoe zeer 't me ook leed doet, dat 't ooge'tblik je minder schikt, Ut kan goen betere gelegenheid vindt-n. Hij drukte op den belknop, niet van zins zich den eetlust te laten bederven, tc meer niet, daar hij van de noodzakelijkheid om den inwendige» mensch tc versterken, op een da,; dat hij zijn phyeicke krachten voor de vervulling van zijn inspannende rol hoog noodig had, al van te voren overtuigd was. Zwijg, nd bood hij zijn vrouw een stoel aan, waarna de Juffrouw het maal opdiende. Zonder tegen te .stribbelen ging Helga zit ten. Zij bediende zich van de opgebrachte spijzen en dronk een glas wijn. En nadat zij reeds lang gedaan had, keek zij stil-tevre den toe, hoe hij de gcrodhtem alle eer aan deed. Nog nooit was het haar zóó opgeval len, dat hij zoo'n groot eter wa«. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1