BIJVOEGSEL
Amersfoortsch Dagblad.
Gemeenteraad
AMERSFOORT.
BU HET
VAK
Openbare vergadering van den raad der
gemeente Amersfoort op Dinsdag 19 December
1911 des namiddags ten half twee ure.
Voorzitter de heer burgemeester jhr. J. W.
A. Barchman Wuytiers.
Tegenwoordig de heeren wethouders W. II.
Kam, JL W. van Esveld en R. G. Rij kens;
de heeren N. Veis Heyn, J. van de Wal Kz.
M. R. N. Oosterveen S. J. van DuinenD.
Ruys D. Gerritsen A. EysinkH. Koning
P. C. H. BriëtF. N. Houbaer, J. W. Jo-
rissen J. C. Rolandus Hagedoorn en de secre
taris mr. dr. J. G. Stenfert Kroese.
Afwezig de heeren A. M. Tromp van Holst
A. H. van Kalken, W. Salomons en H. Kroes.
De notulen van de vorige vergadering wor
den goedgekeurd.
Ingekomen zijn de volgende stukken
a Bericht van den Minister van Binnen-
landsche Zakenvan 12 December 1911no.
9334, afd. H. M. O., dat de benoeming van
W. Emmens tot leeraar in de Hoogduitsche
taal en letterkunde aan het Gymnasium wordt
goedgekeurd.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Besluit van de Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 27 November 1911, 2e en 3e af
deeling no. 4848/3326 tot goedkeuring van
het raadsbesluit van 31 October 1911, no. 396.
betreffende overname en onderhoud van don
Heil i genborgerweg.
Alsvoien.
c. Besluit van de Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 27 November 1911, 3e afdeeling,
no. 4778 3365, tot goedkeuring van het raads
besluit van 14 November 1911, no. 426 be
treffende af- en overschrijving op de begrooting,
dienst 1911.
Alsvoren.
d. Bericht van ontvangst van de Gedepu
teerde Staten van Utrecht van 4 December
1911, 3e afdeeling, no. 4992/3452, van de ver
ordening op het vervoeren en begraven van
lijken in do gemeente Amersfoort.
Alsvoren.
r e. Besluit van de Gedeputeerde Staten Tan
Utrecht van 4 December 1911, 3e afdeeling,
no. 4969/3460, tot goedkeuring van het raads
besluit van 28 November 1911, no. 453 betref
fende verhuring van een tuinmanshuisje met
aanhoorigheden.
Alsvoren.
f. Besluit van de Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 4 December 1911, 3e afdeeling
no. 4987/4996/3428, tot goedkeuring van het
op 28 November 1911 vastgestelde 4e aanvul
lingskohier inkomstenbelasting 1911 en 2e
aanvullingskohier straatbelasting 1911.
Alsvoren.
g. Bericht van ontvangst van de Gedepu
teerde Staten van Utrecht van 11 December
1911, 3e afdeeling, no. 4794/3537, van het
nieuwe Reglement voor het Burgerweeshuis.
Alsvoren.
k. Een schrijven van J. Bolkwaarin hij
verzoekt hem ontslag te willen geven als lid
van de Commissie van Toezicht op het Lager
Onderwijs.
Wordt z. d. en z. h. s. besloten den heer
Bolk het gevraagde ontslag eervol te verleenen
onder dankbetuiging voor de bewezen diensten
en den heer Reijnders te berichten dat de
Raad zijn missive voor kennisgeving heeft
aangenomen en hem dank betuigt voor de
diensten bewezen als lid der Commissie van
Toezicht op het L. O.
1. Eene dankbetuiging van E. Lindenhovius
voor zijne benoeming tot leeraur aan de Bur
geravondschool.
Aangenomen voor kennisgeving.
m. Eene dankbetuiging van W. Emmens,
voor zijne benoeming tot leeraar aan het Gym
nasium en de Hoogere Burgerschool.
Alsvoren.
n. Eene dankbetuiging van mej. C. C. de
Jager voor hare benoeming als onderwijzeres.
Alsvoren.
0. Eene dankbetuiging van den leeraar
Thiel voor de hem toegekende periodieke ver
hooging van jaarwedde.
Alsvoren.
p. Een schrijven van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Amersfoort, waarbij
verzocht wordt de Kortegracht te willen over
kluizen voor het Postkantoor.
De Voorzitter. Dit is een gevolg van
een schrijvendat de Kamer ontvangen heeft
van den minister van waterstaat, waarin wordt
medegedeelddat uit 's Rijks kas geen geld
beschikbaar kan worden gesteld voor deze
overkluizingomdat dit werk uitsluitend een
gemeentebelang is.
Wordt z. d. en z. h. s. besloten dit adres
om prae-advies in handen van B. en W. te
stellen.
De V o o r z i 11 e r. Er zijn nog eenige
zaken ingekomen die B. en W. gaarne als
spoedeischend wonschen te behandelen.
1. Een voorstel om B. en W. te machtigen
geld op te nemen voor kasgeld tot een be
drag van hoogstens f 50,000 tegen eene rente
van ten hoogste 5 pet., de aflossing en de
rentebetaling te bestrijden uit de gewone mid
delen, onder bepaling dat de aflossing zal ge
schieden vóór of op den 31. December 1912.
De Voorzitter. Ik breng in herinne
ring dat B. on W. in het vorige jaar ook
gemachtigd zijn tot het opnemen van een der
gelijk bedrag.
Wordt z. d. en z. h. s. conform besloten.
2. Een adres van de onderwijzeres mej. M.
B. Eijkelboom, verzoekende verlof wegens
ziekte gedurende zes weken.
B. en W. stellen voor het gevraagde verlof
te verleenen van 25 December 1911 tot 26
Januari 1912.
Wordt z. d. en z. h. s. conform besloten.
3. Een adres van de commissie voor Kin
dervoeding inzendende de rekening en ver
antwoording over 1910/1911 en verzoekende
voor het jaar 1911,1912 een subsidie uit de
gemeentekas te verleenen tot een bedaag van
t 450.
De Voorzitter laat voorlezing doen van het
besluitwaarbij in het vorige jaar subsidie
werd verleend. B. en W. stellen voor, onder
dezelfde voorwaarden opnieuw een subsidie
van f 450 te verleenen.
Wordt z. d. on z. h. s. conform besloten.
Aan de orde is
1. Voorstel van B. en W. tot onderhand-
scbe verhuring van eene weidegelegen op
Birkhoven.
De verhuring zal geschieden aan T. Schoon-
derbeek voor zes jaren tegen een jaarlijkschen
huurprijs vai* f 70.
Wordt z. d. en z. h. s. conform besloten.
2. Voorstel van B. en W., naar aanleiding
van een adres van F. H. G. Brandscn, betref
fende rioleering.
B. en W. stellen voor afwijzend te beschik
ken.
De heer J o r i s s e n. Mijnheer de voorzit
ter, ik heb met studie het antwoord van B.
en W. gelczon. Ik vind, dat B. en W. zich
wel wat gemakkelijk van de zaak afmaken.
Wanneer men goed het voorstel leest, dan er
kennen B. en W., dat aan den adressant over
last wordt aangedaan door het water, dat van
verschillende kanten langs zijn kelder komt.
Er ligt in opgesloten de erkenning, dat de
heer Brandsen last ondervindt van het riool
water. Daarvoor moet de gemeente zorgen
de toestand van de riolen moet zoo zijn, dat
de menschen er geen last van kunnen onder
vindon. Is nu de rioleering hier voldoende
B. en W. erkennen indirect, dat dit niet het
geval is; zij vroezon zelfs, dat de toestand nog
niet voldoende zal zijn als er een rioolkolk
bijkomt en de rioleering wordt uitgebreid. Nu
komt het mij voor, dat de gemeente moet zor
gen voor eene goede rioleering. Het gaat niet
aan tot den eigenaar te zeggon: „Gij moet een
steen metselen op den rand van uwe kelder-
lichten". Het zou toch kunnen zijn, dat als
dit geschiedde, er nog een steen op zou moe
ten. Dat is geene goede oplossing. Niet hij
moet zorgen, dat hij geen last van het riool
water heeft, maar de gemeente moet zorgen,
dat het rioolwater hem geen last kan aandoen.
B. en W. zeggen„Hij heeft zijn perceel ver
bouwd". Ja, maar de aanvrage van die ver
bouwing is geheel in den vorm geschied en
er is vergunning voor gegeven. Het blijkt, dat
de capaciteit van het riool niet voldoende is
en daarin moet do gemeente voorzien.
De heer Kam. Mijnheer de voorzitter, de
zaak komt eenvoudig hierop neer, dat als de
heer Brandsen den keermuur van zijn kelder
vensters 10 cM. hooger optrekt en dat goed
Iaat doen, alles in orde is en hij in 't geheel
geen last meer van het rioolwater zal onder
vinden. Het gaat niet aan de keldervensters
zoo laag te maken dat de goot bij den minsten
aandrang van water overloopt. In de goot
blijft het water staan ongeveer bij de kelder
gaten. Nu gaat het niet aan te verlangen
dat een nieuw riool zal worden aangelegd
als men kan volstaan met de keermuurtjes
van de keldergaten iets te verhoogon. Adres
sant zegt, dat hij dan geen licht heeftmaar
dat kan hij ruimschoots verkrijgen door de
thans aanwezige nauwe ijzeren roosters wat
te verwijden.
De heer J o r i s s e n. Mijnheer de voorzit
ter, ik ben niet overtuigd door het antwoord
van den geachten wethouder. De heer Kam
gaat om de zaak heen. De kwestie is deze
Moet de gemeente zorgen voor voldoende af
voer van het rioolwater, ja of neen Kan de
gemeente volstaan met tot den eigenaar te
zeggen„Zet er eon muurtje neer Dat gaat
niet aan. Daarop kom ik neer. B. en W.
erkennen, dat do afvoer van het rioolwater
onvoldoende is, en zij vreezen zelfs indirect
wordt dat erkend dat als er een nieuwe
kolk bijkomt, de afvoer nog niot voldoende
zal zijn.
De heer Kam. Dat komt alleen omdat de
rand van het keldergat te laag is. Zoolang
dit zóó blijft, is men, ook al komt er een
niouw kostbaar riool bij, niet zeker, dat de
kelder niet zal onderloopen.
De heer Joriisen. Dat kan ik niet
inzien.
De heer Kam. De heer Jorissen gaat van
oen verkeerd standpunt uit. Het riool heeft
jaren gelegen en is voldoende voor die straat.
Maar de heer Brandsen heeft zijn perceel ver
bouwd en zijne koldergaten zijn nu laag ge
legen. De gemeente kan bij verbouwing nooit
voor een goeden waterafvoer zorgen, als de
eigenaar zich niet aanpast aan do gologenheid,
die er is. De heer Brandsen heeft geen reke
ning gehouden met het bestaande riool en is
te laag gaan bouwen.
De heer Oosterveen. Mijnheer de voor
zitter, de toestand bjj den hoer Brandsen is
eenigszins bijzonder. De Krankeledenstraat
heeft een afwatering aan de ééne zijde, maar
aan de ovorzijde niet. Al het van de over
zijde komende water komt over de straat in
het riool, dat ligt aan do zijde, waar het per
ceel van den heer Brandsen staat. Dat riool
moet dus eene dubbele hocvcelhe'd water ver
zwolgen de straat is slechts aan de óóne zijde
gerioleerd, torwijl andere straten, zooals i>.v.
do Langestraat die bol ligt, een riool aan beide
zijden hebben. Nu zeggon B. en W.: „Het is
19
h. Besluit van de Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 11 December 1911, 3e afdeeling,
no. 551 houdende beslissing in zake een re
clame inkomstenbelasting, dienst 1911.
Alsvoren.
i. Adres van het bestuur der Vereeniging
„Vergunning", in zake het mogen maken van
muziek in koffiehuizen en dergelijke.
In handen van den burgemeester om prae-
advies.
j. Een schrijven van Dr. H. J. Reijnders
dat hij zich niet meer beschikbaar kan stellen
voor het lidmaatschap van do Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs; en