I" S§3. I«r«te Blad. Maandag 15 April 1912. BUITENLAND. FEUILLETON. Avonturen van Lady Molly vanSGOtland-Yard. to"* JMrgnng. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Par I flteandan voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers 0.05. Dec* Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zou- en Peeet- dagen. AdvertentiAn. mededeelingen ens., gelieve men vóér 11 var 1 morgen# by de Uitgevers in le zenden. Uitgever»: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. TelepHoonnummer 66. PR1J8 DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents by vooruitbetaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht In Duitsche regeeringskringen Rijkskanselier von Bethmann-Holhvcg as niet zeer gelukkig in de keuze van zijne me- Idewerkem, Twee staatssecretarissen, die door hem aan het hoofd van rijksdeparte menten waren geroepen, hebben hun ambt reeds weder verlaten; de heeren von Linde» quist en Wermuth hebben de leiding van de departementen van koloniën en van finan ciën aan anderen moeten overgeven. Nu schijnt ook het minifeterieele leven van staats secretaris von Kiderlen-WSchter, die onder den tegenwoordigen rijkskanselier benoemd werd als hoofd van het departement van binnenlandsche zaken, bedreigd te zijn. Reeds vóór Paschen is er sprake van geweest, dat hij zou aftreden. Nu komt de Germania, het orgaan van dc invloedrijke partij, welker voorzitter tot voor enkele weken was baron von Hertling, die nu Beiersch minister-pre sident en voorzitter van de commissie van buitenlandsche zaken van den bondsraad is, daarop terug en schrijft: „Naar ons bericht wordt, zal staatssecretaris von Kiderlen- Wichter in den loop van dez© maand van rijn post aftreden." Het blad weet ook wat daarvan de reden moet zijn; het noemt als zoodanig: „verschillen van meeniing met den rijkekanselier en met den staatssecretaris van het departement van marine in de behande ling van de Engelsche to©naderingskwcstiën." De Germania is gewoonlijk uitstekend in gelicht, en als dit blad eene voorspelling doet, dan wordt er meer aandacht aan geschonken dan aan officieuse mededeelingen van de Nordd. Allg. Zeitung. Dit bericht nu schijnt «an te duiden, dat er tlians eigenaardige mee- ningsverschillen bestaan in de Duitsche re geeringskringen. Men wist, dat rijkskanselier vou Befchmann en staatssecretaris von Tirpitz 't volstrekt niet eens zijn over de kwestie van de Engel6ch-Duitsche betrekkingen. Dc rijks kanselier is een voorstander van de toenade ring; reeds kort nadat hij aan het bewind kwam, in Augustus 1909, heeft hij den En- gelschen gezant le Berlijn. Sir Edward Go- sohen, daarvan in kennus gesteld. Daarente gen gaat admiraal von Tirpitz te Berlijn door voor een overtuigd voorstander van de op vatting, dat op den duur een Engelech-Duit- schc oorlog niet te vermijden zal zijn. Tot dusver dacht men algemeen, dat de heer von Kiderlen-Wachier met den kanselier neigde tot een© politiek van toenadering. Maar als juist is wat de Germania nu zegt, dan is die opvatting verkeerd en moet er, behalve de politiek van Engels-ch-Duileche toenadering van den rijkskanselier en die van rustelooze toerustingen van admiraal von Tirpitz, nog eene derde richting zijn, waarin gestuurd wordt door den heer von Kiderlen-WSchter. Onder die omstandigheden behoeft men zich er niet over te verwonderen, dat de bespre kingen tusschen Berlijn en Londen zoo slecht vorderen. In de pers wordt een© polemiek gevoerd, die wijst op den tusschen von Kiderlen en von Tirpitz heerschenden strijd. Men beweert aan het departement van marine, dat de heer von Kiderlen een heftig artikel heeft geïnspi reerd, dat het te MGnchen verschijnende tijd- schrift MSrz heeft opgenomen van den Wur- temfcergschcn Fortschritsman Conrad IIau6s- man. Daarin werd admiraal von Tirpitz hardhandig aangepakt, en werd o.a. van hem gezegd: „Tirpitz is het middelpunt van een expan sieve» re-ssortgeest en van eene financieel en internationaal explosieve politiek. Zij moe«l en moet overslaan op andere ressorten en tot botsingen met de departementen van financiën en van buitenlandsche zaken leiden. Reeds sedert jaren beschouwt de heer von Tirpitz 't als zijn vaderlandslievenden plicht op den loer te liggen om over zijne eigen vlootwet heen den Keizer, de rijksregering en den rijksdag eene sterke vlootvermeerde- ring af le dwingen, „gewelddadig, heimelijk of 6meekenderwijs." Dc behoefte of juister gezegd de motiveering moest natuurlijk steu nen op het „internationale gevaar" en ,,op het water heet het gevaar Engeland". Het departement van marine heeft zich ingeleefd in de voorstelling: ,,De oorlog met Engeland is onvermijdelijk; wij moeten er dus op los gaan met onze toerustingen." Nu is eene opvatting, die men voor zich houdt, niet voldoende. Men moet dc handig heid hebben haar op anderen over te brenr gen of de/.en onder den druk van ccne in dien /in beïnvloede openbare meening te plaat senIn een ofiicieus artikel, dat direct of indirect uil het departement van marine komt, werd het in bazuinentoon als eene bij zondere verdienste van von Tirpitz geroemd, del hij den i'lollenverein had georganiseerd, om wind in de zeilen san het marinedepar- loinent te bladen. Deze Plottenverein was en is een, slechts schijnbaar zelfstandig, instrument van de:i beer von Tirpitz, die daarmee een voorsprong op alle andere departementen trachtte le ver krijgen en bereikte. Voornaamste propagan damiddel is sedert 17 jaren: uitbreiding van de vrees en den weerzin tegen Eugela-nd. Zulk eene beweging moot met overdrijving werken.. Het reaizentekort, dat tot de rijks financieele 'hervorming leidde, was eene over rijpe vrucht van deze niets ontziende poli tiek. Eene andere vrucht was de toenemende internationale geprikkeldheid. Sedert de Plot ten vore in bestaat, hebben de gevoelens van vijandschap tusschen Duitschland en Enge land zich tot gemeengoed van groote doelen der beide volken ontwikkeld. De spaaning is eene internationale rekeningsfactor gewor den. De Duitsche Keizer heeft in Engeland verklaard, dat hij niet, maar hel Duitsche volk van Engeland afkeerig is, en hij zeide eene andere inaal, dat de „misverstanden" door „perscampagnes" in 't leven zijn geroe pen. Deze perscampagnes zijn van Duitsche zijde de verdienste van de Flottenveroin en de Plottenverein ressorteert onder den marine- minister. De schr. schetst de door dc achter Tirpitz staande pers gaande, gehouden beweging in den loop der Marokko-ondcrhandelingen en het verder optreden van Tirpitz, die in November j.l. terstond eene groote vlootvoor- dracht verlangde, terwijl de rijkskanselier in den rijksdag had te kennen gegeven, dat eene voordracht tot uitbreiding van de toerustin gen met de vijandschap van Engeland als toelichting het departement van buitenland sche zaken bemoeielijkte in het voorstaan van de Duitsche politiek en Duitschland be nadeelde. Hij noemt het een ongezonden toe stand, dat de admiraliteit er een bureau tot bewerking van de openbare mcening en van het parlement op nahoudt en dat dc leveran ciers van oorlogsmaterieel in den vorm van advertentiën geld bijdragen voor deze tcn- denlieuse agitatie. „Dat is eene desorgani satie van den openbaren dienst; dat dwars boomt, stoort en bemocuelijkt dc taak, die constitutioneel behoort bij dc departementen van finanoiën en van buitenlandsche zaken" Het is niet te verwonderen, dat de orga nen, die hier door den afgevaardigde Ilauss- mann worden aangewezen, er niet zecsr ge sticht over zijn, dat op deze wijze een tipje wordt opgeijeht van den sluier, die verbergt wat achter de coulissen voorvalt. De Taghchc .Rundschau valt daarover rechtstreeks den heer von Kiderlen-Wachier aan, zooals blijkt uit het hier volgende citaat, waarbij men in het oog moet houden, dat von Kiderlen, even als Haussmann, komt uit Zwa-ben: „Dc heer von Tirpitz was de ware redder van ons vaderland. De lieden, die zich achter den af gevaardigde Haussmann verschuilen, zullen er niet in slagen de openbare meening om den tuin te leiden, zelfs al waren zij zoo sterk en slim als de zeven Zwaben, waarvan de legende verhaalt. Hier heeft men overi gens niet met zeven Zwaben te doen, maar misschien wel met een, en die Zwaab is zijn hoofd kwijt, onulat hij reeds in zijne voor kamer dc schreden hoort klinken van de dra gers. die weldra zijn lijk zullen wegdragen". Dat is, in ruwen en liatclijken vorm, eene herhaling van de voorspelling der Gormania. Italië en Turkije. Rome, 14 April. Een radiotteiegram uit Macaber berichtdat een bataollon o sta rts eene schitterende aanvalsbe waging heeft uitgevoerd tegion troepen Arabieren, dftc li achtten de werkzaamheden aan het font Bu- chamcz te belemmeren- De Arabieren zijn te ruggedreven mot zware verliezen aan mau- sCliappeii en waponen. Zeven askatfis zijn ge wond. K o n s ta n t i no p e 1. 14 A p tril. Het departement van oorlap bericht, tfcait. den 10. Italiaan solve schepen Zuara liCbtoen ge bombardeerd; zij vermCklen een deel van de staid, de kazerne en een moskeeEr viel geen enkele doode. Don 11. midLMktem twee jiogingeii tot landing; daarna ging ©en dveü van de vloot Sxli Said bombardoOren. Den volgenden morgen bombardedxlen de Italianen dc omstreken vain Si!d(i Saiid on gin gen bij Grou» aan land. Die Turco-Arabfidr-on slaagden er an de voortzet*imig van de kmdling te verhinderen; zij sneden de gemeonsabap van de aan land gezotne troepen mot de Vloot of. Nadat zij versterkingen haddon geflcregjem vernietigden zij het, hij Gromt ooztschoeptc l'taltt aa nscihc detachement. Enver Bey, de militaire commandant van Benghasi, die lol aan het begin van den oor log militair attaché van Berlijn was, is lot mutcssaril van de provincie Benghasi be noemd. llij is nu dus de hoogste vertegen woordiger van het Turksche gezag in dat gewest De bevelhebber van de Turkse he troepen bij Tobroek, Ed'hein Pacha, die nu in Cairo vertoeft, heeft daan aan een correspondent van dc Times cenigc mededeelingen gedaan over den toestand op dit gedeelte van hel oorlogstooneel. Er zijn thans bij De-rna, To broek, Beiighasii en Tripoli 10,001) man Turk sche troepen in het veld, die door omstreeks 2d.UOU Arabieren ondersteund worden. De Arabieren, die veelal hunne vrouwen by zicli hebben, worden aangevoerd door hunne sjeiks, aan wie echter Turksche officieren zijn toegevoegd. Allen hebben geweren en munitie, die zij grooteiuleels aan de Italianeu hebben afgenomen. Zij strijden met groote verbittering en hebben daarom slechts wei nige gevangenen gemaakt, in 't geheel niet eens 100. De Turken kunnen naar den 'egen- woordigcu s«aod van hunne levensmiddelen 't minstens nog een jaar uithouden; zij zijn echter bovendien nog door buitengewoon goede oogslen begunstigd. Edhcm 1'actui heeft groote waardeer ing voor de houding en den inocd van de Italiaan- sche officieren, maar heeft slechts eene ge ringen dunk van de manschappen. Dc Ila- liaunsche schecpskanonncn verbruiken eene reusachtige menigte munitie met zeer ge ringe uitwerking. D© aeroplanes worden voor verkenningen veel gebruikt; een hebben dc Turken onlangs door hun vuur vernield. Voor Tobroek, waar de wederzijdstc stellin gen 12 Kilometer van elkaar verwijderd zijn, heeft men in den laatsten tijd weinig meer dan schermutselingen gehad. Edhcm Pacha deelde verder mede, dat hij kort geleden den ltaliaunschen commandant een brief had geschreven, waarin hij hem verwijten deed over zijn werkeloosheid, met de bedoeling hem te bewegen den strijd te beginnen. In de laatste zes weken is de locstand van de Ita lianen iu Tobroek ongunstiger geworden, door de, naar 't schijnt, gegraaide vrees, dut de bronnen vergiftigd zijn. Zij betrekken nu al het water voor de troepen en liet vee uit Italië. In dezen tijd wordt de hitte over dag door koele nachien afgewisseld, maar de in aantocht zijnde zomer is een wapen le meer voor dc Italianeu. De verwonding van Enver Bey is slechts zeer licht geweest, en de Turksche comman dant van Derna is weer geheel gezond. Edhcm Pacha zelf is in minder goede gezondheid, maar hoopt op zijn post te kunnen terug- koeren. De berichteu uit Konstanitinopel over eonie Iterliaamisch-e vlootactie, die voor de deur zou staan, worde» in de diplomatieke kringen 1c. Weenen weinig waarschijnlijk igeacfht; nl tiharis zijn daarover geene niededoeldngeai out- rangen. Wat liet aangezegde verschijnen van En» gclsohc oorlogsschepen in den archipel be- ITeit, meent men, da't dl sJeeükts bel rekking lieeft op een van de jaarlfijksohe ©efenlings» tochten Een bericht van Havais uiiit Cairo liondt dat de eerste legerafdeling van den sjeik der Senoessi op marsch is naar Benghasi en Djarabocb heeft bereikt. Om- dc actie lot vredesbemiddcling be lucht de Frain'kf. Ztg uit Kansitantinoipel, dal de Duilscfoe gezant baron Marsohal] als dJck'en van het corps diplomatique aan dc gezanten kennis heeft gegeven, dot de minfeler van buitenlandsche zaken Assim Pacha hen aan. staanden Dinsdag zal ontvanngen om uit hun» ne honden aan te nemen de gen>eenschap pelijke vnaa,g, onder welke voorwaairden Tur kije boi-eid zou zijn vrede te sluiten. Er zal deze'fde vorm in acht worden genomen als in Rome; de Rusditsobe gezant zal het oeiNt de door de gezanten overeongekomen for mule overhandigen, waarna de andere vier ga/a ii ten ieder afzonderlijk liet zelfde zul len doen, zoodai dc minister binnen wei nige minuten in liet bezit zal zijn van vijf gelijkluidende nota's. Duitschland. B e r 1 ij n I I April. Rijkskanselier von Bethmann-IIollweg is hier weder aangeko men. De Konscrvative Korrespondenz deelt mede, dat de nieuwe voordrachten tot ver sterking van leger en vloot nu definitief door den bondsraad zijn aangenomen en heden avond in druk aan de leden van den rijksdag zullen worden toegezonden. Ook over de dek kingskwestie is in den bondsraad overeen stemming verkregen. Als eenige voordracht in dit opzicht zal bij den rijksdag worden ingediend het ontwerp van eene wet tot op heffing van het brandewijneontingent, de zoogenaamde „Liebesgabe". Dé afgevaardigde Erzberger, het bekende lid van het centrum, behandelt in de Tag de vraag of de behandeling van deze zaak kan worden uitgesteld. Hij komt tot de slot som, dat het stellen van deze vraag is haar beantwoorden. Al is het ook te betreuren, dat de voordracht zoo laat bij den rijksdag is in gekomen, er kan toch, als daarvoor goede wil aanwezig is, eene vertraging vermeden worden, vooral als er minder gepraat en meer gehandeld wordt. Uit een militair oog punt is als de uiterste termijn voor de samen stelling van de voorgenomen nieuwe forma- tién te beschouwen de le October, maar aan het legerbestuur moet ook de noodige tijd voor de omvangrijke toebereidselen ge laten worden, die zoowel in personeel als in materieel opzicht moeten worden genonicn Al zijn die in hoofdtrekken reeds vastgesteld, de uitvoering vordert toch tijd, zoodat het een bepaalde eisch is, dat de voordracht nog in Mei wordt afgedaan. Frankrijk» Cannes, 13 April. Minister Poincaré heeft een redevoering gehouden bij de ont hulling van hel standbeeld voor wijlen Koning Eduard VII. Hij zeide daarin dat de over leden monarch de misverstanden tusschen beide landen wist tc doen ophouden en een combinatie in het leven riep, die de belde groote naties vereenigde in dén gemeenschap- jK'lijken wensch naar vrede en arbeid en die tegenover niemand tartend of agressief was. Hoewel niet bekrachtigd door een plechtig tractaat, maakte de Engelsch-Russische over eenkomst, zoo zeide de minister verder, het Europccsche evenwicht minder wankel »n den vrede miijder onzeker Bij de Fransch-Engclsche verbroederings feesten, die verleden Vrijdag en Zaterdag aan de Riviera gevierd zijn naar aanleiding van de onthulling van standbeelden van Ko ningin Victoria te Nice en van Koning Eduard te Cannes, heeft de minister-presi dent Poincaré met zijne beide ambtgenooten MUlerand en Delcassé een bezoek gebracht aan het Engelsche eskader, dat was gezon den om aan deze feesten luister bij te zetten. Het voorgenomen tegenbezoek op het Fran- schc admiraalschip Voltaire moest achter wege blijven, omdat de zee te stormachtig was geworden Bij de beide onlhullingspiechtigheden trad Poincaré als redenaar op. Hij schelste in gevoelvolle woorden de levensgeschiedenis van Koningin Victoria en huldigde in Koning Eduard zijne staatsmanseigenschappcn, die hij aan den dag legde in zijne welgeslaagde pogingen tot bevordering van de entente tus schen Frankrijk en Engelaud, die na zijn dood nog voortleeft, llij besloot deze laatste rede aldus Frankrijk heeft zijne aandacht op zijne innerlijke ontwikkeling gericht en het denkt er niet aan iemand in zijne omgeving te provoccercn; maar het weet ook, dat het, om niet zeli aangevallen of geprovoceerd te worden, te land en ter zee de krachten be hoeft, die in staat zijn voor zijne eer en zijne belangen achting in tc boezemen. Maar het aanzien, dat Frankrijk uit zich zelf put, wordt in aanzienlijke mate versterkt door dc 20 moR BARONESSE ORCKV. Dit aanbod had veel ijver gewekt en naar ik vermoed, ook bij Katherjne Harris het ge voel doen ontwaken wat haar plicht in deze was Lady Molly zag haar dn het privé-koJntóoor van den hoofdinspecteur en had veel moeite oin de draden van haar verward verhaal tc oirtwarren. Maar het voornaamste punt van Harris* verhaal was, dat een vreemde dame eens in Sorbury House was geweest, onge veer een week nadat mijnheer en mevrouw van hun huwelijksreisje terug waren. Lady Irene was toen uit, maar de heer Culledon had de dame in zijn rookkamer ontvangen. ,,'t Was een 'heel mooie dame," vertelde Harris, „en ze was prachtig gekleed." „Droeg zij een grooten hoed?" vroeg dc hoofdinspecteur. „Ik herinner me niet of de hoed bijzonder groot was," antwoordde hot meisje „Maar je herinnert je nog wél hoe die dame er uil zag, niet waar?*' vroeg Lady Molly. „Ja, dat herinner ik me heel goed. Ze was heel, heel lang en heel knap." „Zou je haar herkennen ais je haar zag?" hernam mijn meesteres. „O, ja, dat geloof ik wél," antwoordde Harris beslist. Ongelukkigerwijs kon hel meisje behalve het genoemde feit niets positiefs meededen. Naar het scheen was de vreemde dame een uur hij den heer Culledon geweest, na ver loop waarvan Lady Irene thuis was geko men. Daar de huisknecht uit was, deed Harris haar meesteres open en, toen deze naaf niets vroeg, vond het meisje het niet noodig haar mee te deelen dat haar heer bezoek had Zij ging terug naar de dienstbodenkamer, maar vijf minuten later ging de bel van de rook kamer en moest zij weer naar boven. De vreemde dame stond toen in de gang, geheel alleen, blijkbaar in afwachting dat men haar zou uitlaten. Hiervan kweet Harnis rich, waarna dc heer Culledon uil zijn kamer kwam en, om de woorden van het meisje le bezigen, „vrcc- selijk te keer ging." „Ik wist niet dat ik ecnig kwaad had ge daan," zeide zij, „maar meneer was vreese- lijk boos en zei dat ik geen goede kamermeid was, want dat ik maar niet zoo dadelijk al lerlei bezoeken moest binnenlaten; ik had moeten zeggen, dat ik met wdsd of de heer Culledon wol thuis was. en dat ik dat eerst eens zou gaai: zien! O, hij ging vrcesclijk te gen mij aan!" ging Harris openhartig voort. „En ik denk dat hij zijn beklag deed bij me vrouw, want den volgenden dag zeide zij mij den dienst op." „En heb je dc vreemde dame nooit meer gezien sinds dien?" vroeg Lady Molly op nieuw „Neen, zoo lang ik er was, is zij nooit meer teruggekomen." „Zog eens, hoe wist je dat het een vreem delinge was Had zij een vreemd accent?" „O, neen," antwoordde het meisje. „Bo vendien zei zij niet veel. Ze vroeg alleen maar naar meneer CuHedon, maar ze zag er zoo Fransch uit." Met deze opmerking besloot zij haar. ver klaring tn verder wilde zij alleen nog maar gaarne weten of, «indien die vreemde dame werd opgehangen, zij de 250 pond zou krij gen Op Lady Mollv's verzekering dat die haai in dal geval niet zouden ontgaan, ging zij schijnbaar tevreden heen. III. „Nu zijn Avij nog even ver als tevoren!" zeide de hoofdinspecteur met een zucht van ongeduld, toen de deur achter Katherinc Harris dichtviel. „Gelooft u dat?" antwoordde Lady Molly nuchter. „Denkt u dan, dat wat wij juist gehoord hebben ons zal helpen dc vrouw met den grooten hoed te ontdekken?" hernam de hoofdinspecteur ietwat ongeduldig. „Dat misschien niet," zei mijn lieve mees teres nut haar innemenden glimlach, „maar zeker zal liet ons helpen te ontdekken wie den heer Culledon heeft vermoord." Met deze ecnigszins raadselachtige verkla ring legde zij den hoofdinspecteur feitelijk het zwijgen op, waarna zij, gevolgd door haar getrouwe Mary, zijn bureau verliet. Volgens de aanwijzingen van Kalherine Har- ris werd een beschrijving van dc dame, die gezocht werd in verband met den moord op den heer Culledon, wijd cn zijd verspreid, en, reeds binnen twee dagen na het gesprek met de gewezen kamermeid, werd er in het zelfde bureau een tweede, nu zeer gewichtig gesprek gevoerd. Lady Molly zat met den hoofdinspecteur eenige verslagen te bewerken, terwijl fk aan een afzonderlijke lessenaar bezig was kleine aanteckcningen tc maken, toen door een van de agenten een visitekaartje werd gebracht en het voikgende oogenblik, zonder hiertoe vergunning tc hebben verkregen of wal meer vormelijk te zijn aangediend, een prachtige verschijning het kleine, stoffige bureau bin nenkwam/ een geur vau Violette» dc Parihe en van Russisch leer versjweidende Ik geloof niet ooit in mijn leven mooier vrouw tc hebben aanschouwd. Groot, met een prachtig figuur en een mooie houding, deed zij mij ecnigszins denken aan de portret ten van de overleden Keizerin van Oosten rijk. Bovendien was de dame uitstekend ge kleed en droeg zij een rcusachtigen hoed met een overvloed van veeren. Dc inspecteur van politie was onwiJlekeu- rig opgestaan om haar te groeten, terwijl Lady Molly haar kahn en met een vriende lijke» glimlach gade sdoeg. ,,U weet wie ik ben, meneer," zoo begon de bezoekster, nadat zij zich bevallig in een stoel had laten vallen; „mijn naam staat op het kaartje. Mijn uiterlijk komt volkomen overeen met dat van een vrouw die veron dersteld wordt Mark Culledon te hebben ver moord." Zij zoidc dal alles zoo kahn, zoo volkomen natuurlijk, dat ik een cn al verbazing was. Ook de hoofdinspecteur scheen verwonderd cn mompelde een slechts half verstaanbaar antwoord. ,0, geef u goen moeite, meneer," viel zij hem met een glimlach in de rede. „Mijn huisjuffrouw, mijn dienstboden, mijn vrien den, zij hebben allen de beschrijving gelezen van dc vrouw, die Mark vermoord heeft. Dc laatste vierentwintig uur ben ik door uw po litieagenten angstvallig bewaakt, en voordat zij mij soms in rajju kamers mochten arrestee ren, ben ik uit eigen beweging hierheen ge komen. Ik ben niet tc vroeg, niet waar?" vroeg zij met diezelfde onverschilligheid wel ke, het onderwerp van het gesprek in aan merking nemende, in zoo hooge mate onze verwondering wekte Zij sprak Engclsch met een nauwelijks hoorbaar vreemd accent, maar toch begreep ik volkomen wat Katherinc Harnis Ivad be doeld, toen zij zeide dat dc dame er zoo „Fransch" uitzag. Zij zag er zeer zeker niet Engclsch uit en toen ik haar naam op het kaartje, zag, dat de hoofdinspecteur aan Lady Molly had overgereikt, zeide ik bij mij zelf dat zij zeker uit Weenen moest zijn. Me juffrouw Elisabeth LöwenthaJ had al dc be koorlijkheid, al de bevalligheid, al den ver fijnden smaak, welke men bij voorkeur aan dc Oostenrijksche vrouwen toekent. Wordt vervolgd -4

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1912 | | pagina 1