I" S§3. I«r«te Blad.
Maandag 15 April 1912.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Avonturen van
Lady Molly vanSGOtland-Yard.
to"* JMrgnng.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Par I flteandan voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Dec* Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zou- en Peeet-
dagen.
AdvertentiAn. mededeelingen ens., gelieve men vóér 11 var
1 morgen# by de Uitgevers in le zenden.
Uitgever»: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. TelepHoonnummer 66.
PR1J8 DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents by vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
In Duitsche regeeringskringen
Rijkskanselier von Bethmann-Holhvcg as
niet zeer gelukkig in de keuze van zijne me-
Idewerkem, Twee staatssecretarissen, die
door hem aan het hoofd van rijksdeparte
menten waren geroepen, hebben hun ambt
reeds weder verlaten; de heeren von Linde»
quist en Wermuth hebben de leiding van de
departementen van koloniën en van finan
ciën aan anderen moeten overgeven. Nu
schijnt ook het minifeterieele leven van staats
secretaris von Kiderlen-WSchter, die onder
den tegenwoordigen rijkskanselier benoemd
werd als hoofd van het departement van
binnenlandsche zaken, bedreigd te zijn.
Reeds vóór Paschen is er sprake van geweest,
dat hij zou aftreden. Nu komt de Germania,
het orgaan van dc invloedrijke partij, welker
voorzitter tot voor enkele weken was baron
von Hertling, die nu Beiersch minister-pre
sident en voorzitter van de commissie van
buitenlandsche zaken van den bondsraad is,
daarop terug en schrijft: „Naar ons bericht
wordt, zal staatssecretaris von Kiderlen-
Wichter in den loop van dez© maand van
rijn post aftreden." Het blad weet ook wat
daarvan de reden moet zijn; het noemt als
zoodanig: „verschillen van meeniing met den
rijkekanselier en met den staatssecretaris van
het departement van marine in de behande
ling van de Engelsche to©naderingskwcstiën."
De Germania is gewoonlijk uitstekend in
gelicht, en als dit blad eene voorspelling doet,
dan wordt er meer aandacht aan geschonken
dan aan officieuse mededeelingen van de
Nordd. Allg. Zeitung. Dit bericht nu schijnt
«an te duiden, dat er tlians eigenaardige mee-
ningsverschillen bestaan in de Duitsche re
geeringskringen. Men wist, dat rijkskanselier
vou Befchmann en staatssecretaris von Tirpitz
't volstrekt niet eens zijn over de kwestie van
de Engel6ch-Duitsche betrekkingen. Dc rijks
kanselier is een voorstander van de toenade
ring; reeds kort nadat hij aan het bewind
kwam, in Augustus 1909, heeft hij den En-
gelschen gezant le Berlijn. Sir Edward Go-
sohen, daarvan in kennus gesteld. Daarente
gen gaat admiraal von Tirpitz te Berlijn door
voor een overtuigd voorstander van de op
vatting, dat op den duur een Engelech-Duit-
schc oorlog niet te vermijden zal zijn. Tot
dusver dacht men algemeen, dat de heer von
Kiderlen-Wachier met den kanselier neigde
tot een© politiek van toenadering. Maar als
juist is wat de Germania nu zegt, dan is die
opvatting verkeerd en moet er, behalve de
politiek van Engels-ch-Duileche toenadering
van den rijkskanselier en die van rustelooze
toerustingen van admiraal von Tirpitz, nog
eene derde richting zijn, waarin gestuurd
wordt door den heer von Kiderlen-WSchter.
Onder die omstandigheden behoeft men zich
er niet over te verwonderen, dat de bespre
kingen tusschen Berlijn en Londen zoo slecht
vorderen.
In de pers wordt een© polemiek gevoerd,
die wijst op den tusschen von Kiderlen en
von Tirpitz heerschenden strijd. Men beweert
aan het departement van marine, dat de heer
von Kiderlen een heftig artikel heeft geïnspi
reerd, dat het te MGnchen verschijnende tijd-
schrift MSrz heeft opgenomen van den Wur-
temfcergschcn Fortschritsman Conrad IIau6s-
man. Daarin werd admiraal von Tirpitz
hardhandig aangepakt, en werd o.a. van hem
gezegd:
„Tirpitz is het middelpunt van een expan
sieve» re-ssortgeest en van eene financieel en
internationaal explosieve politiek. Zij moe«l
en moet overslaan op andere ressorten en
tot botsingen met de departementen van
financiën en van buitenlandsche zaken leiden.
Reeds sedert jaren beschouwt de heer von
Tirpitz 't als zijn vaderlandslievenden plicht
op den loer te liggen om over zijne eigen
vlootwet heen den Keizer, de rijksregering
en den rijksdag eene sterke vlootvermeerde-
ring af le dwingen, „gewelddadig, heimelijk
of 6meekenderwijs." Dc behoefte of juister
gezegd de motiveering moest natuurlijk steu
nen op het „internationale gevaar" en ,,op
het water heet het gevaar Engeland". Het
departement van marine heeft zich ingeleefd
in de voorstelling: ,,De oorlog met Engeland
is onvermijdelijk; wij moeten er dus op los
gaan met onze toerustingen."
Nu is eene opvatting, die men voor zich
houdt, niet voldoende. Men moet dc handig
heid hebben haar op anderen over te brenr
gen of de/.en onder den druk van ccne in dien
/in beïnvloede openbare meening te plaat
senIn een ofiicieus artikel, dat direct of
indirect uil het departement van marine
komt, werd het in bazuinentoon als eene bij
zondere verdienste van von Tirpitz geroemd,
del hij den i'lollenverein had georganiseerd,
om wind in de zeilen san het marinedepar-
loinent te bladen.
Deze Plottenverein was en is een, slechts
schijnbaar zelfstandig, instrument van de:i
beer von Tirpitz, die daarmee een voorsprong
op alle andere departementen trachtte le ver
krijgen en bereikte. Voornaamste propagan
damiddel is sedert 17 jaren: uitbreiding van
de vrees en den weerzin tegen Eugela-nd.
Zulk eene beweging moot met overdrijving
werken.. Het reaizentekort, dat tot de rijks
financieele 'hervorming leidde, was eene over
rijpe vrucht van deze niets ontziende poli
tiek. Eene andere vrucht was de toenemende
internationale geprikkeldheid. Sedert de Plot
ten vore in bestaat, hebben de gevoelens van
vijandschap tusschen Duitschland en Enge
land zich tot gemeengoed van groote doelen
der beide volken ontwikkeld. De spaaning is
eene internationale rekeningsfactor gewor
den. De Duitsche Keizer heeft in Engeland
verklaard, dat hij niet, maar hel Duitsche
volk van Engeland afkeerig is, en hij zeide
eene andere inaal, dat de „misverstanden"
door „perscampagnes" in 't leven zijn geroe
pen. Deze perscampagnes zijn van Duitsche
zijde de verdienste van de Flottenveroin en de
Plottenverein ressorteert onder den marine-
minister.
De schr. schetst de door dc achter Tirpitz
staande pers gaande, gehouden beweging in
den loop der Marokko-ondcrhandelingen en
het verder optreden van Tirpitz, die in
November j.l. terstond eene groote vlootvoor-
dracht verlangde, terwijl de rijkskanselier in
den rijksdag had te kennen gegeven, dat eene
voordracht tot uitbreiding van de toerustin
gen met de vijandschap van Engeland als
toelichting het departement van buitenland
sche zaken bemoeielijkte in het voorstaan
van de Duitsche politiek en Duitschland be
nadeelde. Hij noemt het een ongezonden toe
stand, dat de admiraliteit er een bureau tot
bewerking van de openbare mcening en van
het parlement op nahoudt en dat dc leveran
ciers van oorlogsmaterieel in den vorm van
advertentiën geld bijdragen voor deze tcn-
denlieuse agitatie. „Dat is eene desorgani
satie van den openbaren dienst; dat dwars
boomt, stoort en bemocuelijkt dc taak, die
constitutioneel behoort bij dc departementen
van finanoiën en van buitenlandsche zaken"
Het is niet te verwonderen, dat de orga
nen, die hier door den afgevaardigde Ilauss-
mann worden aangewezen, er niet zecsr ge
sticht over zijn, dat op deze wijze een tipje
wordt opgeijeht van den sluier, die verbergt
wat achter de coulissen voorvalt. De Taghchc
.Rundschau valt daarover rechtstreeks den
heer von Kiderlen-Wachier aan, zooals blijkt
uit het hier volgende citaat, waarbij men in
het oog moet houden, dat von Kiderlen, even
als Haussmann, komt uit Zwa-ben: „Dc heer
von Tirpitz was de ware redder van ons
vaderland. De lieden, die zich achter den af
gevaardigde Haussmann verschuilen, zullen
er niet in slagen de openbare meening om
den tuin te leiden, zelfs al waren zij zoo
sterk en slim als de zeven Zwaben, waarvan
de legende verhaalt. Hier heeft men overi
gens niet met zeven Zwaben te doen, maar
misschien wel met een, en die Zwaab is zijn
hoofd kwijt, onulat hij reeds in zijne voor
kamer dc schreden hoort klinken van de dra
gers. die weldra zijn lijk zullen wegdragen".
Dat is, in ruwen en liatclijken vorm, eene
herhaling van de voorspelling der Gormania.
Italië en Turkije.
Rome, 14 April. Een radiotteiegram
uit Macaber berichtdat een bataollon o sta
rts eene schitterende aanvalsbe waging heeft
uitgevoerd tegion troepen Arabieren, dftc
li achtten de werkzaamheden aan het font Bu-
chamcz te belemmeren- De Arabieren zijn te
ruggedreven mot zware verliezen aan mau-
sCliappeii en waponen. Zeven askatfis zijn ge
wond.
K o n s ta n t i no p e 1. 14 A p tril. Het
departement van oorlap bericht, tfcait. den 10.
Italiaan solve schepen Zuara liCbtoen ge
bombardeerd; zij vermCklen een deel
van de staid, de kazerne en een moskeeEr
viel geen enkele doode. Don 11. midLMktem
twee jiogingeii tot landing; daarna ging ©en
dveü van de vloot Sxli Said bombardoOren.
Den volgenden morgen bombardedxlen de
Italianen dc omstreken vain Si!d(i Saiid on gin
gen bij Grou» aan land. Die Turco-Arabfidr-on
slaagden er an de voortzet*imig van de kmdling
te verhinderen; zij sneden de gemeonsabap
van de aan land gezotne troepen mot de Vloot
of. Nadat zij versterkingen haddon geflcregjem
vernietigden zij het, hij Gromt ooztschoeptc
l'taltt aa nscihc detachement.
Enver Bey, de militaire commandant van
Benghasi, die lol aan het begin van den oor
log militair attaché van Berlijn was, is lot
mutcssaril van de provincie Benghasi be
noemd. llij is nu dus de hoogste vertegen
woordiger van het Turksche gezag in dat
gewest
De bevelhebber van de Turkse he troepen
bij Tobroek, Ed'hein Pacha, die nu in Cairo
vertoeft, heeft daan aan een correspondent
van dc Times cenigc mededeelingen gedaan
over den toestand op dit gedeelte van hel
oorlogstooneel. Er zijn thans bij De-rna, To
broek, Beiighasii en Tripoli 10,001) man Turk
sche troepen in het veld, die door omstreeks
2d.UOU Arabieren ondersteund worden. De
Arabieren, die veelal hunne vrouwen by zicli
hebben, worden aangevoerd door hunne
sjeiks, aan wie echter Turksche officieren
zijn toegevoegd. Allen hebben geweren en
munitie, die zij grooteiuleels aan de Italianeu
hebben afgenomen. Zij strijden met groote
verbittering en hebben daarom slechts wei
nige gevangenen gemaakt, in 't geheel niet
eens 100. De Turken kunnen naar den 'egen-
woordigcu s«aod van hunne levensmiddelen
't minstens nog een jaar uithouden; zij zijn
echter bovendien nog door buitengewoon
goede oogslen begunstigd.
Edhcm 1'actui heeft groote waardeer ing
voor de houding en den inocd van de Italiaan-
sche officieren, maar heeft slechts eene ge
ringen dunk van de manschappen. Dc Ila-
liaunsche schecpskanonncn verbruiken eene
reusachtige menigte munitie met zeer ge
ringe uitwerking. D© aeroplanes worden voor
verkenningen veel gebruikt; een hebben dc
Turken onlangs door hun vuur vernield.
Voor Tobroek, waar de wederzijdstc stellin
gen 12 Kilometer van elkaar verwijderd zijn,
heeft men in den laatsten tijd weinig meer
dan schermutselingen gehad. Edhcm Pacha
deelde verder mede, dat hij kort geleden
den ltaliaunschen commandant een brief had
geschreven, waarin hij hem verwijten deed
over zijn werkeloosheid, met de bedoeling
hem te bewegen den strijd te beginnen. In de
laatste zes weken is de locstand van de Ita
lianen iu Tobroek ongunstiger geworden,
door de, naar 't schijnt, gegraaide vrees, dut
de bronnen vergiftigd zijn. Zij betrekken nu
al het water voor de troepen en liet vee uit
Italië. In dezen tijd wordt de hitte over dag
door koele nachien afgewisseld, maar de in
aantocht zijnde zomer is een wapen le meer
voor dc Italianeu.
De verwonding van Enver Bey is slechts
zeer licht geweest, en de Turksche comman
dant van Derna is weer geheel gezond. Edhcm
Pacha zelf is in minder goede gezondheid,
maar hoopt op zijn post te kunnen terug-
koeren.
De berichteu uit Konstanitinopel over eonie
Iterliaamisch-e vlootactie, die voor de deur zou
staan, worde» in de diplomatieke kringen
1c. Weenen weinig waarschijnlijk igeacfht; nl
tiharis zijn daarover geene niededoeldngeai out-
rangen.
Wat liet aangezegde verschijnen van En»
gclsohc oorlogsschepen in den archipel be-
ITeit, meent men, da't dl sJeeükts bel rekking
lieeft op een van de jaarlfijksohe ©efenlings»
tochten
Een bericht van Havais uiiit Cairo liondt
dat de eerste legerafdeling van den sjeik
der Senoessi op marsch is naar Benghasi en
Djarabocb heeft bereikt.
Om- dc actie lot vredesbemiddcling be
lucht de Frain'kf. Ztg uit Kansitantinoipel, dal
de Duilscfoe gezant baron Marsohal] als dJck'en
van het corps diplomatique aan dc gezanten
kennis heeft gegeven, dot de minfeler van
buitenlandsche zaken Assim Pacha hen aan.
staanden Dinsdag zal ontvanngen om uit hun»
ne honden aan te nemen de gen>eenschap
pelijke vnaa,g, onder welke voorwaairden Tur
kije boi-eid zou zijn vrede te sluiten. Er zal
deze'fde vorm in acht worden genomen
als in Rome; de Rusditsobe gezant zal het oeiNt
de door de gezanten overeongekomen for
mule overhandigen, waarna de andere vier
ga/a ii ten ieder afzonderlijk liet zelfde zul
len doen, zoodai dc minister binnen wei
nige minuten in liet bezit zal zijn van vijf
gelijkluidende nota's.
Duitschland.
B e r 1 ij n I I April. Rijkskanselier von
Bethmann-IIollweg is hier weder aangeko
men.
De Konscrvative Korrespondenz deelt
mede, dat de nieuwe voordrachten tot ver
sterking van leger en vloot nu definitief door
den bondsraad zijn aangenomen en heden
avond in druk aan de leden van den rijksdag
zullen worden toegezonden. Ook over de dek
kingskwestie is in den bondsraad overeen
stemming verkregen. Als eenige voordracht
in dit opzicht zal bij den rijksdag worden
ingediend het ontwerp van eene wet tot op
heffing van het brandewijneontingent, de
zoogenaamde „Liebesgabe".
Dé afgevaardigde Erzberger, het bekende
lid van het centrum, behandelt in de Tag
de vraag of de behandeling van deze zaak
kan worden uitgesteld. Hij komt tot de slot
som, dat het stellen van deze vraag is haar
beantwoorden. Al is het ook te betreuren, dat
de voordracht zoo laat bij den rijksdag is in
gekomen, er kan toch, als daarvoor goede
wil aanwezig is, eene vertraging vermeden
worden, vooral als er minder gepraat en
meer gehandeld wordt. Uit een militair oog
punt is als de uiterste termijn voor de samen
stelling van de voorgenomen nieuwe forma-
tién te beschouwen de le October, maar
aan het legerbestuur moet ook de noodige
tijd voor de omvangrijke toebereidselen ge
laten worden, die zoowel in personeel als in
materieel opzicht moeten worden genonicn
Al zijn die in hoofdtrekken reeds vastgesteld,
de uitvoering vordert toch tijd, zoodat het
een bepaalde eisch is, dat de voordracht
nog in Mei wordt afgedaan.
Frankrijk»
Cannes, 13 April. Minister Poincaré
heeft een redevoering gehouden bij de ont
hulling van hel standbeeld voor wijlen Koning
Eduard VII. Hij zeide daarin dat de over
leden monarch de misverstanden tusschen
beide landen wist tc doen ophouden en een
combinatie in het leven riep, die de belde
groote naties vereenigde in dén gemeenschap-
jK'lijken wensch naar vrede en arbeid en die
tegenover niemand tartend of agressief was.
Hoewel niet bekrachtigd door een plechtig
tractaat, maakte de Engelsch-Russische over
eenkomst, zoo zeide de minister verder, het
Europccsche evenwicht minder wankel »n
den vrede miijder onzeker
Bij de Fransch-Engclsche verbroederings
feesten, die verleden Vrijdag en Zaterdag
aan de Riviera gevierd zijn naar aanleiding
van de onthulling van standbeelden van Ko
ningin Victoria te Nice en van Koning
Eduard te Cannes, heeft de minister-presi
dent Poincaré met zijne beide ambtgenooten
MUlerand en Delcassé een bezoek gebracht
aan het Engelsche eskader, dat was gezon
den om aan deze feesten luister bij te zetten.
Het voorgenomen tegenbezoek op het Fran-
schc admiraalschip Voltaire moest achter
wege blijven, omdat de zee te stormachtig
was geworden
Bij de beide onlhullingspiechtigheden trad
Poincaré als redenaar op. Hij schelste in
gevoelvolle woorden de levensgeschiedenis
van Koningin Victoria en huldigde in Koning
Eduard zijne staatsmanseigenschappcn, die
hij aan den dag legde in zijne welgeslaagde
pogingen tot bevordering van de entente tus
schen Frankrijk en Engelaud, die na zijn
dood nog voortleeft, llij besloot deze laatste
rede aldus Frankrijk heeft zijne aandacht op
zijne innerlijke ontwikkeling gericht en het
denkt er niet aan iemand in zijne omgeving
te provoccercn; maar het weet ook, dat het,
om niet zeli aangevallen of geprovoceerd te
worden, te land en ter zee de krachten be
hoeft, die in staat zijn voor zijne eer en zijne
belangen achting in tc boezemen. Maar het
aanzien, dat Frankrijk uit zich zelf put,
wordt in aanzienlijke mate versterkt door dc
20 moR
BARONESSE ORCKV.
Dit aanbod had veel ijver gewekt en naar
ik vermoed, ook bij Katherjne Harris het ge
voel doen ontwaken wat haar plicht in deze
was
Lady Molly zag haar dn het privé-koJntóoor
van den hoofdinspecteur en had veel moeite
oin de draden van haar verward verhaal tc
oirtwarren. Maar het voornaamste punt van
Harris* verhaal was, dat een vreemde dame
eens in Sorbury House was geweest, onge
veer een week nadat mijnheer en mevrouw
van hun huwelijksreisje terug waren. Lady
Irene was toen uit, maar de heer Culledon
had de dame in zijn rookkamer ontvangen.
,,'t Was een 'heel mooie dame," vertelde
Harris, „en ze was prachtig gekleed."
„Droeg zij een grooten hoed?" vroeg dc
hoofdinspecteur.
„Ik herinner me niet of de hoed bijzonder
groot was," antwoordde hot meisje
„Maar je herinnert je nog wél hoe die
dame er uil zag, niet waar?*' vroeg Lady
Molly.
„Ja, dat herinner ik me heel goed. Ze was
heel, heel lang en heel knap."
„Zou je haar herkennen ais je haar zag?"
hernam mijn meesteres.
„O, ja, dat geloof ik wél," antwoordde
Harris beslist.
Ongelukkigerwijs kon hel meisje behalve
het genoemde feit niets positiefs meededen.
Naar het scheen was de vreemde dame een
uur hij den heer Culledon geweest, na ver
loop waarvan Lady Irene thuis was geko
men.
Daar de huisknecht uit was, deed Harris
haar meesteres open en, toen deze naaf niets
vroeg, vond het meisje het niet noodig haar
mee te deelen dat haar heer bezoek had Zij
ging terug naar de dienstbodenkamer, maar
vijf minuten later ging de bel van de rook
kamer en moest zij weer naar boven.
De vreemde dame stond toen in de gang,
geheel alleen, blijkbaar in afwachting dat men
haar zou uitlaten.
Hiervan kweet Harnis rich, waarna dc heer
Culledon uil zijn kamer kwam en, om de
woorden van het meisje le bezigen, „vrcc-
selijk te keer ging."
„Ik wist niet dat ik ecnig kwaad had ge
daan," zeide zij, „maar meneer was vreese-
lijk boos en zei dat ik geen goede kamermeid
was, want dat ik maar niet zoo dadelijk al
lerlei bezoeken moest binnenlaten; ik had
moeten zeggen, dat ik met wdsd of de heer
Culledon wol thuis was. en dat ik dat eerst
eens zou gaai: zien! O, hij ging vrcesclijk te
gen mij aan!" ging Harris openhartig voort.
„En ik denk dat hij zijn beklag deed bij me
vrouw, want den volgenden dag zeide zij mij
den dienst op."
„En heb je dc vreemde dame nooit meer
gezien sinds dien?" vroeg Lady Molly op
nieuw
„Neen, zoo lang ik er was, is zij nooit
meer teruggekomen."
„Zog eens, hoe wist je dat het een vreem
delinge was Had zij een vreemd accent?"
„O, neen," antwoordde het meisje. „Bo
vendien zei zij niet veel. Ze vroeg alleen maar
naar meneer CuHedon, maar ze zag er zoo
Fransch uit."
Met deze opmerking besloot zij haar. ver
klaring tn verder wilde zij alleen nog maar
gaarne weten of, «indien die vreemde dame
werd opgehangen, zij de 250 pond zou krij
gen
Op Lady Mollv's verzekering dat die haai
in dal geval niet zouden ontgaan, ging zij
schijnbaar tevreden heen.
III.
„Nu zijn Avij nog even ver als tevoren!"
zeide de hoofdinspecteur met een zucht van
ongeduld, toen de deur achter Katherinc
Harris dichtviel.
„Gelooft u dat?" antwoordde Lady Molly
nuchter.
„Denkt u dan, dat wat wij juist gehoord
hebben ons zal helpen dc vrouw met den
grooten hoed te ontdekken?" hernam de
hoofdinspecteur ietwat ongeduldig.
„Dat misschien niet," zei mijn lieve mees
teres nut haar innemenden glimlach, „maar
zeker zal liet ons helpen te ontdekken wie
den heer Culledon heeft vermoord."
Met deze ecnigszins raadselachtige verkla
ring legde zij den hoofdinspecteur feitelijk het
zwijgen op, waarna zij, gevolgd door haar
getrouwe Mary, zijn bureau verliet.
Volgens de aanwijzingen van Kalherine Har-
ris werd een beschrijving van dc dame, die
gezocht werd in verband met den moord op
den heer Culledon, wijd cn zijd verspreid,
en, reeds binnen twee dagen na het gesprek
met de gewezen kamermeid, werd er in het
zelfde bureau een tweede, nu zeer gewichtig
gesprek gevoerd.
Lady Molly zat met den hoofdinspecteur
eenige verslagen te bewerken, terwijl fk aan
een afzonderlijke lessenaar bezig was kleine
aanteckcningen tc maken, toen door een van
de agenten een visitekaartje werd gebracht
en het voikgende oogenblik, zonder hiertoe
vergunning tc hebben verkregen of wal meer
vormelijk te zijn aangediend, een prachtige
verschijning het kleine, stoffige bureau bin
nenkwam/ een geur vau Violette» dc Parihe
en van Russisch leer versjweidende
Ik geloof niet ooit in mijn leven mooier
vrouw tc hebben aanschouwd. Groot, met
een prachtig figuur en een mooie houding,
deed zij mij ecnigszins denken aan de portret
ten van de overleden Keizerin van Oosten
rijk. Bovendien was de dame uitstekend ge
kleed en droeg zij een rcusachtigen hoed met
een overvloed van veeren.
Dc inspecteur van politie was onwiJlekeu-
rig opgestaan om haar te groeten, terwijl
Lady Molly haar kahn en met een vriende
lijke» glimlach gade sdoeg.
,,U weet wie ik ben, meneer," zoo begon
de bezoekster, nadat zij zich bevallig in een
stoel had laten vallen; „mijn naam staat op
het kaartje. Mijn uiterlijk komt volkomen
overeen met dat van een vrouw die veron
dersteld wordt Mark Culledon te hebben ver
moord."
Zij zoidc dal alles zoo kahn, zoo volkomen
natuurlijk, dat ik een cn al verbazing was.
Ook de hoofdinspecteur scheen verwonderd
cn mompelde een slechts half verstaanbaar
antwoord.
,0, geef u goen moeite, meneer," viel zij
hem met een glimlach in de rede. „Mijn
huisjuffrouw, mijn dienstboden, mijn vrien
den, zij hebben allen de beschrijving gelezen
van dc vrouw, die Mark vermoord heeft. Dc
laatste vierentwintig uur ben ik door uw po
litieagenten angstvallig bewaakt, en voordat
zij mij soms in rajju kamers mochten arrestee
ren, ben ik uit eigen beweging hierheen ge
komen. Ik ben niet tc vroeg, niet waar?"
vroeg zij met diezelfde onverschilligheid wel
ke, het onderwerp van het gesprek in aan
merking nemende, in zoo hooge mate onze
verwondering wekte
Zij sprak Engclsch met een nauwelijks
hoorbaar vreemd accent, maar toch begreep
ik volkomen wat Katherinc Harnis Ivad be
doeld, toen zij zeide dat dc dame er zoo
„Fransch" uitzag. Zij zag er zeer zeker niet
Engclsch uit en toen ik haar naam op het
kaartje, zag, dat de hoofdinspecteur aan
Lady Molly had overgereikt, zeide ik bij mij
zelf dat zij zeker uit Weenen moest zijn. Me
juffrouw Elisabeth LöwenthaJ had al dc be
koorlijkheid, al de bevalligheid, al den ver
fijnden smaak, welke men bij voorkeur aan
dc Oostenrijksche vrouwen toekent.
Wordt vervolgd
-4