StS. Tweede Blad.
ÏO" Jaarganp-
Zaterdag 1 Juni 1912.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Avonturen van
Lady Molly van Scotland-Yard.
ut
ke
A]
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONN EMENT3PR IJS:
Pér S ma:wiJen voor Amersfoort
Idem franco per post
Afzonder]yke nummern
Deze Courant verschijnt dagelijks,
<?-geu.
f I.OO.
- 1.51».
- O.O."».
behalve op .Zon- en Feest-
Advert ent iënmododeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
'smirjen-i bij de-Uitgevers in te /enden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C».
(Jtrechtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Vsn 1—5 regels f O-»®.
Elke regel moer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 815 cent#» by vooruitbetaling.
Qroote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bodryf bestaan zoor voordoeligo bopalingen tot
hot herhaald advorlooren in dit Blad, by abonnoraont. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvreet
toegezonden.
OOST -1 N D I E.
Indië en de Parijsche sanitaire
Conventie
De Bataviasche correspondent van het
Hbld. seint dat het Bataviasche Nbld. meldt,
dat de Nederlandsche regccring voor de kolo
niën de deelneming aan de Parijsche conven
tie ter bestrijding van pest- en cholera-epide-
mie heeft opgezegd.
In verband met een door het Volk ver
meld gerucht, dal de geheeie koloniale reserve
in het begin der volgende maand naar West-
Indië zat vertrekken met het oog op onlus
ten, uitgebroken onder de gouddelvers, ver
nam de Nijiin. Ct. ten bureele van de kol.
reserve, dat noch van een vertrek met dit
doel, noch van de onlusten daar iets bekend
is.
li e n belangrijtke penning. .Op
een hoogst belangrijke veiling van ridderor
den en ecrepenningen, dezer dagen te Parijs
gehouden, veiling van de verzameling van
den heer José Mattei, kwam een stuk voor,
voor ons land van belang. 'Het is een gou
den gegraveerde draagpenning, door koning
Lodewijk Napoleon bij decreet van IS Juli
1808 toefgekend aan R. J. Puraye, sergeant
majoor van het 9e regiment infanterie van
Ligne, „uit hoofde zijner menigvuldige da
den van dapperheid in onderscheidene veld-
togten der Hollandsche armee en voorna-
mentlijk in die van Noord-Holland in den
jaare 1799 aan den dag gelegd". Bij die laat
ste gelegenheid veroverde Puraye 19 Sq)t.
1799 bij Schorel in N.H. hij de landing der
Kussen en Engelschen twee stukken kanon,
welk feit op eten ponning vermeld gtaat. Een
niet geheel nauwkeurige beschrijving en af
beelding van het stuk gaf graaf Nahuys in
zijn „Hisloire Numismatique du Royaume de
Hollande sous le règne de S. M. J.ouis Na
poleon", welke schrijver echter den penning
zelf, niettegenstaande alle door hem gedana
pogingen, niet heeft kunnen opsporen.
Puraye ontving dien 4 Sept. 1808 op de
grbote parade te Amsterdam uit handen van
den militairen bevelhebber der stad, gene
raal Vichery, die den begiftigde een feest
maal aanbood. Slechts twee maal is een der
gelijke gouden penning, die aan het licht
blauwe lint van de Orde der Unie gedragen
werd, uitgedeeld. ,Dc andere, in een Fransch
museum berustende, werd bij hetzelfde
decreet toegekend aan Jacob Jong, sergeant
bij 't regiment garde grenadiers als „beloning
van uitmuntende dapperheid, campagne van
Noord-Holland 27 Augustus 1799".
De penning, aan Puraye vereerd, kocht
een Fransch verzamelaar voor 3900 francs.
(N. R. Ct.)
De Nederlandsche Fabriek.
Volgens hét Hbld. zal de wagenmakcrij der
Ned, fabriek van werktuigen en spoorweg-
materieel, omvattende op het oogenblik 800
arbeiders, eerlang van Amsterdam naar een
terrein onder de gemeente Zuilen worden
overgeplaatst. Ook met de gieterij, omvatten
de 200 man, zal zulks geschieden.
De overplaatsing wordt uitgevoerd om ter
rein te winnen voor de uitbreiding van een
ander deel der onderneming, de fabrieken
voor den bouw van machines en werktuigen
en voor het bedrijf der Ned. Scheepsbouw
maatschappij.
De Nederlandsche Fabriek kon namelijk
op Oostenburg niet meer uitbreiden, daar er
geen terrein mee»* beschikbaar is. Door nu
aldaar de wagenmakerij tc verwijderen,
komt er ruimte vrij voor dat deel der in
dustrie, waarvan het gewenscht is, dat het
in de onmiddellijke nabijheid der scheeps-
bouwwerf ligt.
Het is echter niet onmogelijk, dat ook de
ardceling voor den bouw der groote scheeps
machines op den duur moet worden ver
plaatst. Want naar het Hbld. verneemt, be
staat er gevaar, dat ook de Nederlandsche
Scheepsbouwmaatschappij de gemeente zal
verlaten. Zelfs moeten de plannen voor een
elders te vestigen werf reeds ontworpen zijn.
Deze verplaatsing houdt verband met de toe
nemende grootte der schepen die op stapel
worden gezet. Sinds de sluisbreedte der Oos-
terdoksluis van 15 op 25 meter werd ge
bracht, een gelijke breedte als de doorvaar t-
wijdte der zeesluizen te IJmuiden, wordt.de
grootte der schepen begrensd door de spoor
brug over de doorvaart van het IJ naar het
Oosterdok, welke brug een doorvaart wijdte
van 17 meter toelaat. Wordt nu niet binnen
zeer korten tijd ook hier een wijdte verkre
gen die een doorvaart van 25 meter toelaat,
dan is het zeker, dat de Scheepsbouwmaat
schappij haar bedrijf verplaatsen moet. Maar
dan zal de werf tevens uit Amsterdam ver
dwijnen, daar de maatschappij, indien toch
verplaatsing noodig is. er niet aan denkt aan
de overzijde van het IJ haar bedrijf te ves
tigen. Zij meent dan elders voor haar indus
trie meer geschikt en voordeeliger gelegen
terrein tc zullen vinden
De dennensrhec-rder.
Vanwege hel Staatsboschbchcer worden
in het belang van den boschbouw, gratis ver
schillende vlugschriften verspreid. Thans is
een tweede druk verschenen van no. 1 de
zer vlugschriften, n.l. dat over den Dennen
scheerder, zoowel in den tekst als in de af
beeldingen zijoi verschillende wijzigingen
aangebracht.
Daar de Dennenscheerder de laatste jaren
in verschillende streken veelvuldig optreedt
en daardoor in steeds sterker mate schade
aan de grove den-nenbosschen toebrengt, is
belanghebbenden lezing van deze brochure
ten zeerste aan te bevelen. Wij vestigen dan
ook hun aandacht op dit vlugschrift, dat
eene beschrijving bevat van het insect, zijne
levenswijze en de schade, die het taeibrengt,
alsm« ..e van de middelen le zijner bestrij
ding.
net geschriftje wordt aan bclanghebben
den oj) franco aanvrage gratis toegezonden
door de inspectie van het Staatsboschbeheer
te Utrecht, alwaar tevens ad f 0.20 per stuk
verkrijgbaar is de belangrijke brochure,
waarvan wij indertijd gewag maakten, be
treffende den storm van 30 Sept.—1 Ooct. in
het Haagsche Bosch.
Z a a k-d s C. E w o 1 dt. Woensdag 5
Juni a.s. zal de zaak van ds. C. Ewoldt voor
de rëchlban kte Heerenveen dienen. De dag
vaarding luidt als volgt:
Abel Ewoldt .predikant der Ned. Herv. ge
meente, oud 38 jaar, wonende te Oosterzee,
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring
te Heerenveen, is gedagvaard ter zake dat hij
in den avond van den 16en Februari 1912 on
der Tjerkgaast zijn echtgcnootc Geertje Leen
stra opzettelijk van het leven heeft beroofd,
door haar met dat oogmerk te worgen, ten
gevolge waarvan zij spoedig door acute ver
stikking is gestorven, althans door met ge
zegd oogmerk opzettelijk haar met kracht op
of tegen het hoofd te slaan, te stompen, te
trappen of te schoppen, haar de keel dioht te
knijpen of te snoeren en haar in het water
te doen terecht komen; tengevolge van welke
handelingen of eene of meer daarvan Geertje
Leenstra door acute verstikking of een an
dere doodsoorzaak spoedig is overleden.
Namens den Officier van Justitie mr. Vis
ser zijn gedagvaard 28 getuigen, waarvan te
vens als deskundigen C. E. Peters, arts te
Heerenteen en Klaas Ykema, arts te St. lico-
laasga.
Onder de andere getuigen treft men aan
mr. Boschloo, die als rcchtcr-coinmissaris de
instructie heeft gevoerd. Eenige ouderlingen
der Ncd. Hen-, gemeente, Lamkje van San-
den, gewezen dienstbode van beklaagde, een
aantal veldwachters, de personen die dooi
den bekl .in den avond van 16 Februari te
hulp zijn geroepen en het lijk hebben gevon
den, de moeder van de overleden vrouw enz.
Door den verdediger mr. L. W. van Gigch,
advocaat te Amsterdam, zijn als getuigen-des-
kundigen 5 décharge gedagvaard dr. II. J. M.
Schoo te Amsterdam, en dr. C. H. II. S pro nek,
hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht.
Naar wij vernemen zal de behandeling van
de zaak Woensdag niet zijn afgeloopen, waar
op zij den daaropvolgencïen dag zal wórden
voortgezet.
Van den Hak op den Tak.
(Weckpraatje).
Onder de honden in het Duitscbe stadje ilóchst
iicerscht groote opgewondenheid en verbittering. De
formaliteiten, welke in hondenkringen ter onderlinge
begroeting gebruikelijk zijn, mogen als algemeen be
kend worden verondersteld, en niemand heeft het
tot dusverre noodig geacht den neus te steken ia
deze zuiver binnenlandsche aangelegenheden dei-
trouwe viervoeters.
Echter schijnt thans een overdreven xcdelyleheids-
fanaticus er aanstoot aan tc hebben gegeven, en hij
heeft een geraffineerd middel uitgedacht, om den
hondjes dc gewoonte van het wederzijdsche besnuf
felen tegen te maken. Aan den muilkorf van zyn
hond, een levensbistigen terrier, heeft hij het on
geveer 2 centimeter lange uiteinde van een hoeden
pen zoodanig bevestigd, dut dit voorwerp bij de
gewone begroeting zeer prikkelend op de andere par
tij influenceert, hetgeen geregeld merkbaar wordt
door een van smartelijke vei hazing getuigende»
schreeuw en een snelle vlucht van tien begroeten
kameraad.
Daar deze hondjes deze onaangename ervaring ten
pijnlijkste ondergaen, kan het geen verwondering
baren, dat de beste vrienden elkander nog slechts
met het grootste wantrouwen behandelen en iedere
toenadering ten stelligste afwjjaen. Intusschen heeft
de politie bijzondere aandacht gewyd aan den ste-
'keligen temer, zoodat bestraffing van dei) wonder
lijken natuurcorrector waarschijnlijk niet zal uitblij
ven.
Eveneens over snuffelde hondjes schrijft het
„Leeuw. Nbld."
„Ergens in omze stad. Eenige balenwel, laten
we aannemen dat het kalk of zoo iets was, en geen
meel, liggen op den kaaimuur.
Een hondje'komt, snuffelt wat, licht zindelijk zyn
poot op, zooals hondjes betaamt, en als hij gaat,
vertoont een der balen een vry donkere vlek.
Een tweede hondje komt, snuffelt wat, licht zyn
poot o.p, en gaat. Een derde hondje komt
Zoo zou 't verhaal langer worden dan 't geduld
van den lezer. En ook zyn wij spoedig den tel kwijt
geraakt, vanwege de veelheid der hondjes.
M-aa-r zou 't geen zaak zyn, volle zakken ah 't kalk
was, dan maar alleen om der wille van de aestheti
cs, want hondjes en volle zakken dient niet alzoo
't booren hoornen tc zijn, of ten hoogste 6t°eppo}en
zoo kort mogelijk onbeheerd op den wal te Utcn
liggen?
Wij gaan nog even voort met over honden te
spreken. Maar nu is het niet over onbetamelijke
dingen, door hen bedreven, integendeel strekt het
den hond, die ten toonecle komt alleszins tot eer
Een aardige geschiedenis had onlangs plaats in
Hfigcrdorn. Toen ccn man uit Hoyd door het struik
gewas gmg, werd hij plotseling aangeblaft door ccn
hond. De wandelaar dacht daar niet verder over na
eu ging verder. Toen echter het dier aldoor angstig
bleef rondloopen en dan weer tot hem terugkeerde,
werd hij opmerkzaam. Hij zag duidclyk dut de hond
iets van hem wilde. Toen hij staan bleef, sprong
het dier tegen hem op, kwispelde en zag den man
daarby aan, alsof het zeggen wildeJe moet mee
komen cn helpen. De wandelaar begreep de stomme
bede en ging met den hond mee, die nu vroolyk
voor hem uitsprong, tot zij op een zeker Dlekje in
het bosch kwamen. Daar was een andere liond,
de goede vriend en buurman van de eerstic, met
een poot in een vossenval geraakt. De man beviijddc
den gevangene en de dankbaarheid der beide hon
den was groot.
„De dankbaarhoi der beide honden (ik spatieer)
was groot", zegt de berichtgever. Van den redder
dus zoowel als van tien geredde. Beschamend voor
menig mensch, niet waar? Ja. een hondcuhart kan
zeer gevoelig zijn. licht ge gelezen van de literaire
hondjes van freule Anna de Savomin Lobman, dc
redactrice van de „Hollundsche Lelie?" niet? Dan
vertel ik u kort, wat freule Lobman daarom in haar
blad vertelt, 't Is bepaald aandoenlijk, dus houd,
lieve lezeres, uw zakdoek gereed. De redactrice
vertelt litre haar hondenjongens" geheel roet haar
medeleven en dart: „Onlangs vertelde ik, terwijl wy
aan de lunch, eenige der vreeselijke bijzonderheden
van „Titanic''-ramp. Daarby sloeg mijn stem over,
en mijn vriendin kreeg de tranen in haar oogen.
Onze jongens zaten smakelijk vnn hunne bordjes ti
eten, muur, nauwelijks bemerkten ze dit, of ze hiel
den ineens op, en gingen somber in hun stoeltjes
zitten kijken naar ons, totdat wc lien aanhaalden,
streelden, en elkaar toelachten. Eerst echter toen zc
dit laatste zagen, waren ze gerust gesteld, dat er niets
akeligs met ons was, eu zetten eerst toen hunnen
maaltijd voort."
Treffend tochEn zulke lieve verhalen over den
litterairen „Benjamin" geeft Mej. Lohman nu week
aan weck. Zou men niet alleen daarom reeds begec-
rig worden naar dat blad? Maar ook overigens is
het zeer lezenswaard, want de redactrice is zeer
kritisch, zij kritiseert alles en iedereen, scherp en
zonder mededoogen. Er deugt zoowat niemand of
niets, behalve, natuurlyk, zij zelf. Dat zy het altoo*
mis heeft, zouden we echter niet graag beweren.
Zoo zal ook zeker dc lezer in de volgende bloemle
zing van „couranten-lekkernij" door dc „Holland
sche Lelie" bijeenverzameld naar aanleiding van het
bezoek van den Prins te Londen, wel een en ander
vinden, dat liem hindert
„Ter Brugge, van Borne, Ovcrysel, zal te we
ven, en kreeg ook een glans van dc prinselijke blik
ken".
„Hij rookte een sigaar in 'n eenvoudig Goudsch
pijpje, en zcide dat het liefst te doen, „want zoo'n
dingetje kan men hier en daar nog eens vergeten,
wat men inet een barnsteenenpypje niet zoo licht
zal doen."
„En «opgetogen zeide hij tot onzen kunstenaar
„Mijnheer Bruckman. dat hebt u zeer mooi ont
worpen." Toen groeide Bruckraans kunstenaarsziel I"
„Kjjk," zeide de Prins, wijzende op oen stelletje
Goudsche pypen."
„En zulke onnoozelo likker ij kost", schrijft de re
dactrice hierby. „wordt door een „veelgelezen"
blad als grage begeerde lectuur voorgezet aan zijn
er op verlekkerde slaaf-lezers.
„Een kunstenaarsziel die „groeit", niet van 'tl
inspiratie, maar van 't meest banale, noodgedrongen
complimentje van 'n vorstenmond, of ook, die
„glans van de prinselijke blikken," die afstraalde
op den wever uit OveryssclI
„En, is het ook niet bepaald 'n werèld-vcrbazende
gebeurtenis wanneer de prins rookt, ook al wet-r
noodgedrongen, uit 'n Goudsch pijpje, en daarbij
'n banaal volzinnetje opzegt, uit beleefdheid.
„Maar 't nicest amusant vind ik dat stopzette:?^
van tic prinselijke welbespraaktheid in het opieg!
gen van gelegenheids-complimentjes, toen hij (ar.
m'n laatste citaat) niets anders meer wist te vet
zinnen dan het enkele woordje „Kyk."
„Geen wonder dat hy cr in uitgeput raakte,
't formuleeren van phrasetjes, de arme
„Wat nood ook. De aanbiddende reporter
't een ni even mooi als 't ander, 't Komt uit <1«
prinselijke» mond,, dus... 't ie der vermeldin
waard.
„En, devoot „snelt hij naar z'n dagblad, cn seii
dat de Prins gezegd heeft: „Kjjk!"
„Ja, lieve menschen, zóó iet» hoor je niet elke
dag.
„Kijk"-zeggen, dat kan iedereen, 'n Kind
twee jaar kan 't al. Maar aJa 't uit een vorste
mond komt, dan klinkt het heel anders! Dan m«X
het genoteerde wereldkundig gemaakt worden.
,,'t Verma'kclykste is dat de man, die deze li
correspondenties schrjjft, naar men mij mecdccldt
zyn loopbaan begon alssocialist!"
Die correspondent had zeker gebrek aan stof, t
in zooverre was het hem te vergeven, dat bij nief
beiangrijkers schreef. Sommige incnscben hebbe
.altoos „stof" 't is een schrik zulk ecu „klet
meyer" m den trein b.v. te ontmoeten. Een wax
bezoeking, als men een uur of langer zoo'n rcisg
noot heeft. Men kan ze behandelen, als Kyrie Bc
hw, volgens een praatje uit New-York in de „Han
burger Nachrichten", iemand deed.
Bellew had er een vrceselykc hekel aan, met ve
vefendc en praatzieke metisohcn in aanraking t* k
men. Ik zal u eens verhalen hoe hij het eens nu
zoo iemand klaarspeelde, op de reis van New-Yoi
naar Chicago.
Bellew zat lezend cn rookend in zijn coupé, tot
er een man binnentrad en naast hem ging aitten ro
de woorden: „Wel, wie -zou cr gekozen worde
Taft of Roosevelt?"
Bellew zag den man verbluft aan, met gerimpc
voorhoofd. „Taft of Roosevelt?" vroeg hij. ,,W
zijn dat?"
„Maar man!" riep de kletsmejjcr uit, „u wilt t
niet zeggen dat u nooit van Bill Taft of Teddy Rn-]
sevclt gehoord heeft?"
„Nooit", antwoordde Bell fcnlm, en hij verdiep
zich weer in -zyn bock. J>c vervelende reiziger pnffl
geruimen tyd stilzwijgend rookwolken uit, waiui
hjj Bellew onrustig aankeek. Ten slotte zei hy
zou wel eens willen weten, hoc John D. dat gevee
tegen de trust» bevalt".
„John D.?" vroeg Bellew.
„John D. Rockefeller! De rijkste man ter wercJt]
L' moet toch stellig van hem geboord hebben t" 1
dc de andere, vuurrood.
„Neen", kwam Bellow. „Neen die is mij
taal onbekend".
De verachting van den kletsmcyer liet zich nil
in woorden uitdrukken. Hij staarde Bellew langtf
tyd aan, en vroeg toen schamper„Vertelt u ceil
heeft u wel eens van Adam gehoord?"
Bellew keck even van zijn hoek op, gaapte
mompelde„Adam? Welke? Hoe is zijn acht«
naam?"
Erger dan die praatzieke reiziger kwam ccn br!
tale juffer te pus, die in de residentie met ccn i
dcre jonge dame op een tram staptedeze W j;
zoo vol. dat zy zich met een staanplaatsje mo«T
ten vergenoegen. „Wacht maar", fluisterde de
de andere in. „Ik zal een van die hccren wel lad
opstaan, Let eens op."
Zy keek rond en zocht een heer uit, die alle kei
tec kenen droeg getrouwd tc zyn. Zij liep i
op hem toe en opende stoutmoedig liet vuur
„Wel, mijnheer Gr-oen 1 Wat doet mjj d«t ccn plij
Bier. Ik zou u bijna niet meer herkend hebben 1
ik som» uw plaats wil hdbbcn? Heel graag, wa B
ik moet eerlijk bekennen doodmoe t* zijn. Dank
vriendelijk."
De heer, natuurlijk een wildvreemde, had kallj
naar haar geluisterd en zijn plaats afgestaan,
zei toen: „Ga maar zitten, Toontje. Ja, 'k «ie I
niet veel meer, nu je alleen de wa»ch bjj ons kolB
doen. Je zult wel moe zijn. Hoe bevalt het je
nieuwe dienst?"
l)e jonge dnme had een plaats veroverd, maar liafl
radheid van tong verloren.
KEUYBLAAH.1
51 DOOR
BARON ESSE ORCZY.
Lady Molly en de pastoor legden de be
lofte naar haar genoegen af en MademoisePle
vervolgde op kalmer wijze:
„Nu moet ik u vragen even naar die klok
te kijken," bet leek alsof zij in eens van on
derwerp veranderen wilde. „Het is een oud
familiestuk, dat toebehoord heeft aan de
vroegere eigenaars van Porhoët en dat ik te
gelijk met het kasteel heb gekocht. Het be
hoort" onder de merkwaardigste dingen, die
het menschelijk genie ooit heeft bedacht,
want het uurwerk heeft dit bizondere, dat
het driehonderd zes en zestig dagen aan een
stuk en met de grootste nauwkeurigheid kan.
blijven loopen. Als het werk bijna afgeloou
pen is, drukken de gewichten, die zeer zwaar
zijn, op een veer zooda-t de deuren van de
kast van zelf open gaan en men de klok kan
opwinden. Als men daarna de deuren weer
dichtslaat, dan kan niemand de -kast open
krijgen, voor er weer drie honderd zes en
zestig dagen zijn voorbijgegaan natuurlijk
het vernielen van de kast uitgesloten."
Jxudy MoWy keak mot groote aandacht
naar de mcrkwaartli'ge, ouderwétóche klok.
Zij begon te vermoeden welke mededeclin-
gen de oudle dame vorder zou doeïv
„Twee dagen geleden," ging de oude juf
frouw voort, „w«S de klok open on heeft
mijnheer de pastoor haar opgewonden,
maar vóór ik de deuren, dicht deed heb ik
er eenige juaipiiereh in gelegd dlait zult ge
u wöl herinrenetn, mijnheer?"
„Ja, mademoiselle, diait herinner ik mij."
„Die papieren waren- mijn laatste beschiik-
kiimg cm mijn testament, waarbij jk aü mijn
bezittingen vermaak aan- de- parochie van
l'orhoëti, en nu zijm de deuren van de sterke
kiatslt gesloten. Niiemomd kan/ hmnen den tijd
van drie honderd 'vier en zestig dagen hij
mijjis testament komen niemand," voegde
zij er met «mi stfhrillem- Jaidh bij, .zejflg mijn
neef Amódé van T Or hoven niet."
Er ro-ligden e-ontige oogenblMoem vata. stilte,
dli/e a-llooir ve<rlji<oiken werd door het ritselen
raoi de zijden japon- der markiezin, toen
■a-ezc de schouders ophaalde terwijl zij even
eou' spottend iaöhje liet hoorten.
,„Gij, lieve juffrouw," gfang do oudle dlame
voort, zich lot Lady Moïly wendend, „jgjj
moet, mij, Jjéldvon vandaag over driehomdönd
vieT cm zx-sttig dbgen dat ik- dus 20 Sep
tember vuii liet vo-lgemde jaar mat piijn-
h-aei- den pastoor, o# etan ran u befildietii, als
de ander mocht verhinderd zijn, hier in
deeie kamer aanwezÉg tc zijn op dit zeüMe
uur eu waarop de klok wodr oall apongaom.
Gij moet dfen -li-et famiiiesHuk opwtihjdeini en
die papa-ren., d.:è gij ouder die gewichten
tuit vinden, afgeven aan mechAer VenklÓme,
om ze bij dc eerste gelegenheid de beste
reohtsgcldiig te maken en in uitvoering te
btren-gen. Monseigneur de b/i&schlop rairr
Caen, de Ma ire ram deze gemeen te en. de
onder-prefekt van dit Departement zijn alle
drfie in keunds geteld niet den inhoud ran
mijn testament, en woteu duit dit feitelijk
berust bij den pastoor wan Poriiot-t, dTie na»-
tuurlijk ,wri zal inafien da* hot voor hem
ernstige gevolgen zou kunnen hebben» als
hdj in gebreke bleef om te rechter tijd het
testament af te geven."
De arme pastoor trok een benaiuwld ge
zicht.
„Maar maar stot-tende hij, „men
zou my met geweld kunnJen beletten het
huis in te gaan jjc kan- ziek zijh) of
Zijn stem be-efdte rail vrees, maoir hij ging
wed dra kaïroer voort:
„Men zou mij dan onroch.tvafa.ndig kunnen
bctsohu'lKldgen van vemduislterimg van he*
tcK-lQinveaiit ratn beirooving d-er armen van
Pixnlnoét tfcn Dehoteve van de reclttslreek-
fcclue et-tgen-amen van Mademodbeile."
„Maak u maar niet- beangst, wnnnda
vriend,'' zcftdle de oude doime kahn; „hoe-
wé] jk m-et één voet in hek gratf stai, bon ik
toch n*>|g néet zoo vernuft alls mijp waarde
zuster cn mijn n-eof wol zouden willen doen
gieloovwn eu ik .li-eb voomziiten- iln alle gcraj.-
leut, dnie ztdh zouden kumii-ein- vooovlioeffii.
Moéhit gij ziek zijn of om andere redenen
verhinderd zijn. hier tetgco*w»ooindfiig te wceeit,
dfcin- zail deeie latowe Engtetech» dame u kun
nen vctrrafligon. Mocht men u bedden of een
rain bctidcu m-et gewéld beletten het hui»
bdmnon te koman, of eenmaal m huds geko
men u gewefldidfcidfg lx-j dgjonen of zeGifs maar
bedreigen; mocht gij' dc JciBoQc opengebroken,
beschadigd en, beroofd vain den inhoud, vin
dt» do» ht<bt giji afllkian maar monster
Vend óme op do hoogte te StdlQ-On. van hei ge-
beimle. Hij wee>t dan wed walt hij doen
motet
„Wat zou hij dan doet»-"
„Ben zdkerie bekanten!», waar w^j- ai5m
vutn atf wxhen, opzenden aam, eten. heer Pro
cureur der Republiek," ainltwolotndklie d-e oiude
dtimo mtet een bwOzan bldlk op d-én, jongen
mturkieh. .„Vteor h«t geval op den bedOekk*ni
dotg aan ,u mijifbear de j«Rtoor en aan majtt
Engelscihe vthhdón gctai 1-edd is bwerkoohei»
en de k!ok onbeschadigd: As," ging zij m-ew j
opgewekt voOrt, „duin hekiflt imKMetr Von>-
döme opdinaiclït om dde betkenhwntiis t-e vebtnfic-
tigcn."
Na. dit gezegde bleef er echtigen tijd sftilte
betentsohen in de gnoote hfamfdton-k-erte kamer,
fin boorde men nllllledii eenii sainciaKtüscih, oti-
dcvld-rokt laöhian wui die zieke dame, die
blijkbaar v«mo«i.d wan <k»c*r lidt- v-artlmul
ralu hare met huulf-kmiökzihiuitfgo gesfi-eiiienr
Inctiid gelmtfffem nNnatflX-igefl-em oan dte> i-n'haAI'lg-
btcikl «1 roofzudbl vaai edn gewtejOenkooaeii
verkwister tefleur te Stoiliesk
Dot liuar noctf en luaor zueJttete van. alle
k-ahvlcin schatiikimi* sttoniKUcflii, kolu nikt woT-
dan outkend. Laidy MkxLly ziet'lf vorido züch
ietwat onthutst door dero hdksacüitiige
watafcik-ncming over do lötflijke btfhauKlriÜng,
welllcc de oude j-ufflrouw wbi hturo inhakiige
vetrwaiuten had o uddinxXnkloin.
De giihöeüe zaak had tchieel lifaar bejtuig-
«tctllkig opgewekt otn haar te doteai afzien
ran do lunar todbodochte ttefl; cn, zoo aflfc zij
nrij- kuter zelf zekki, woHiid zlij-, het htuar
pl-iolu den: ahmeqi tie blijven- steunen
in zijn- niet ongevaarlijke tank oen het for
tuin, dolt anders verkwiist zka\ wondteni bij-
w-edirenji-eji en aan die spedllUalfi^l, te bevriJfn-
gen tooi ibeboteve d<«* almnm rani l\Midët.
Zij beloofde du» zonder ae/naeflten aan liaar
roeuwe wricndln om te zufkn. handried
ovirx-tenikionWtlig hoar vxrlhngm.
'Nlooh de mahki'leziinj, nvxili lunair zwOUi noe
men eenige notitiie Van Uildy MoQiy, toen zij,
afeclnhl 'iwaim ram jnfUricitïw de. (k^nrtewittlie,
cfje luaor ten c^-eTvioxvlc nog pflechttg had lar
tctr» bezweoteu^, don zij don pnivtcAoir -Aom iliell-
pen eai den Imatftlein wil wam tfen Jt-eirvcinde,
zwaar verim-gel'ijkte vrouw zou mütvooreti.
Majnhcvjr de pastoor nam a>fsdhcGd en
sdieoi; weiiuig op z.ijn gemak te zijn.
Ijady Molly brrakiht nog h-OiHieAaifdte maïijl
cteh bc-zoek aan de t'\ékc dteaWe, die -ocm- b»
leivgewome gtenogoirtliakl \-oote hiatair sdhéjl
opgewaf te heblxnu In Octtofceir mcAfcton v f|
\x>or ons work weer rtatir Bntgeltectd t<*tu|
gaan en iln dte vodgcuwLe lente bariidliltibe
poMtoor o-ns het overlijdeu raki juffldauiw
GcnncvüJk
Hl.
Lnkly Motly had te v-eel gdwoiht en
voteflidje aioh dan ook ziiek en vctemoelid, to|
wij dein 19cn September tie Porhto-ët kw|
meii, nauwoflijks vier an twintig uren W|
hét, gewkhtig oo^jeaiibl'lk, waaakuj) dte <xu|
klok de kuatste. bekchiWdng en- het ttfctnm» I
vain juihkxiuw de Gcnneviklie aan het oog gl
vertfKïii-en.
Wij gingen du -elijk rah hkk slnlfitoi* nc I
de pastorie, omdat wij wrikuigenid! wottl
den pastoor te zien en met hem de muutfjl
gcüieu tie bespreken, die voor dten volgend 9
dutq moeten woj*1«1' gïAiitciffem "Rut 1
groot verldriot hoorden wij ran «le Iwl
houdster dat de jxiistctor erg ziek wak en v
pleegd werd 'in het hospiltkin]1 t-e Rrtóft, waf 1
heen hij vtrvoertl was op last ran .c l
tHokter.
Dilt w'as de eefrsto aanwijoaing d'ie jlk kra
dak ailles riüiet zoo \ioit va.n' sti^x*! zou II j|
l>en afls ik w*4 dacht. Ik hmd dc bOsalvikik I
gtte» ran juffrouw de GenrncViDe. in vxrtx I
mot de sensafJomeele openbatirmaking i|
luaor bositlaim<*ijt,, zub knap ju. ellkao-r gel
gevonden, dW h-dt nu po» bijl mij opkwl
dat de mairkiezhi wan TVïhwen en hil
lief zoontje nog wél heme* eu naridc zou<
trachten te bewegen vóór zij alle gedal
■ten. opgaven aan het dtoor hen begéarde 11
f-uin.
Wordt vervolgtI