Nieuw Parijs
Zomerspeelgoed
M. H. VAN RAALTE
M. H. VAN RAALTE
Langestraat 35. Tel 308
Emmertjes - Zandvormen
Bootjes
Harkjes - Schopjes
Strandballen
AFD. BONNETERIE
MODERNE VESTEN
met Russische kraag
LUMBER-JACQUETS
PULL-OVERS
GOLF-JACQUETS
WOLLEN JASJES
ALPINES - CEINTUURS
SHAWLS
DE STER VAN BETHLEHEM
LEGKAART
Koningin's Verjaardag
DE HONDENSCHOOL
ZIJ ONTHIELD HET WEL,
MAAR BEGREEP HET NIET
Opgericht 1901
„Zeg Mam,zei Lies, die voor de deur
bad staan ballen en nu binnen kwam, „er
stonden daarnet weer een paar dames naar
Vaders ster te kijken. ,0, wat een mooie
bangplant!' zeiden ze."
„Nu, Vaders plant is ook prachtig. Ik
heb in do stad nog geen enkele ster gezien,
die zóó mooi was," prees Moeder.
Lies" Vader was een echte plantenliefheb
ber; hij kweekte allerlei mooie planten; in
het voorjaar hadden ze het huis vol
bloeiende bolgewassen, ja zelfs met Sinter
klaas begon hot al, wanneer do witte tros-
narcissen, die alleen maar op grint en
water stonden, al in bloei kwamen. Met
Kerstmis volgden dan de roode tulpjes,
dan kwamen de trompetnarcissen en de
crocussen, en zoo ging het 't hcele jaar
door. Vader's nieuwste cultuur was do ster
van Bethlehem, een hangplant met ster
vormige helderwitte bloemen, die tot de
familie van de campanula's behoort. Het
vorig jaar had do plant prachtig gebloeid
en na den bloei had vader van de plant
vorschillende stekjes gemaakt, die alle
goed aangoslagen waren en forscho plant
jes waren geworden. Ze waren natuurlijk
in de verste verte niet zoo mooi als de
moederplant, maar beloofden bij goede ver
zorging ook zeer fraaie ozemplaren to
zullen worden Er waren heel wat liefheb
bers voor de jonge planten geweest, en alle
stekken waren Uitgedeeld. L-iés had er een
van gekregen en één had ze bij Tante Lize
gebracht, die ook veol van planten hield.
Tante had goed voor 't jonge plantje ge
zorgd, en als Lies op bezoek kwam, keek
ze altijd, of 't plantje er frisch uitzag. Maar
mét de zomervacantjo ging Tante op reis en
toen was 't sterrotje weer bij Lies thuis te
logeercn gekomen. En Lies had 't prettig
gevonden er voor te zorgen 't Stond naast
haar eigen ster op haar kamertje voor het
raam. En terwijl Tante uit was, waren de
eerste bloemetjes opengekomen. Lies tel
de ze iederen dag Bij Tantc's plantje waren
de meeste open, Lies telde er in haar eigen
potje nog maar twee, doch het zat vol
knopjes.
De vacantie was om en Lies ging weer
naar school. Dat vond ze heclcmaal niet
vervelend, de vacantie had wel zeven weken
geduurd en ze was nu wel erg nieuwsgie
rig, hoe het in do tweede klas van do
II. B. S. zou zijn. Zo was op do ruoisjes-
burgcrschool cn ze had het er erg naar haar
zin. Ze had aardige vriendinnetjes en prct-
tigo leeraressen. Vooral do klasselecrorcs,
hij wie de meisjes met al haar moeilijk
heden on bezwaren mochten aankomen cn
die ook speciaal voor 't gezellig aanzien
van 't haar tocgcsvczen lokaal zorgde, viel
bijzonder bij de meisjes in den 6maok.
De eerste dagen na de vacantie had Lies
nog niet veel huiswerk, vandaar dat ze nog
eens fijn togen den muur had staan oefenen
om met drie ballen te ballen. Zo kon t
al wèt goed. Met vier wou ze het ook nog
leoren. Moeder lachte haar wel een beetje
uit, een meisje uit de 2e van de II. B. S.,
die nog buiten stond te ballen! Maar dat
kon Lies niet schelen Als 't werk af was,
kon ze best wat met den bal spelen.
Toen zo 's middags om zes uur aan tafel
zaten, zei Vader:
„Tante I.ize is ook weer terug. Ze vroeg,
of je haar ster eens kwam brengen, Lies."
„Dat kan je mooi morgenmiddag doen,
berekende Moeder, „want dan is 't Zater
dag."
„Ik weet nog boter," zei Lies, „we zijn
nu 's Zaterdags een uur vroeger vrij. Dan
noem Ik het plantjo mee naar -school on
breng hot na schooltijd even bij Tante. Ik
ben er dan toch vlak bij."
Vader en Moeder vonden dat ook oen
mooie oplossing cn dus nam Lies den vol
genden morgen het plantje mee naar school
cn zette dat na het binnenkomen op haar
bank. Het had do bewondering al opge
wekt van heel wat leerlingen cn nu kwam
de leerares er ook dadelijk op af.
„O, heb Jij dat voor de klas mcoge
bracht?" vroeg deze.
„Neen, juffrouw," sprak Lies blozend, „ik
moet het na schooltijd bij m'n Tante bren
gen."
,,'k Was al blij," grapte de juffrouw,
„'k vind het zulke aardige planten met die
witte sterren. Zet 't plantje toch maar tot
straks in de vensterbank, daar staat 't
peter."
De aardrljkskunde-lcerares, die het vol
gend lesuur kwam, liep ook dadelijk op de
ster van Bethlehem toe en vroeg: „Wie
beeft die meegebracht?"
„O, die is van Lies de Groot, maar niet
voor de klas, Juffrouw. Ze moet 't plantje
naar haar Tante brengen," zei een van de
meisjes, die er vlak bij zat.
Lies had 't land. Ze wou, dat ze 't plantje
maar thuis gelaten had, om het 's mid
dags weg te brengen.
Onder het speelkwartier was er in het
lokaal van Lies een reünie van onderwijze
ressen En toen ze weer buiten kwamen,
werd Lies door eenige der dames uitge
vraagd, hoe men zoo'n ster van Bethlehem
behandelen moest. Lies vertelde, wat zo er
van wist en wat ze niet wist, beloofde zo
aan haar vader te zullen vragen.
,,'k Moet toch ook oens zoo'n ster zien
te krijgen," beweerde juffrouw Driehuls, de
klasseleeraros. ,,'k Vind zo zoo bijzonder
mooi."
Lies bedacht met spijt, dat Vader al z'n
stekken al uitgedeeld had. 't Volgend jaar
moest Vador er voor juffrouw Driohuls be
slist ook een reserveeren. Maar dat duur
de nog zoo langl
Onder do laatste les stelde Lies vast,
dat 't plantje daar in de vensterbank stond,
of 't er hoorde, t -Was jammer, -maar het
moest weg. Tante Lize zou veel te, blij zijn,
dat ze haar ster"etje weer terug had.
En tante was ook erg blij. Blij haar
nichtje weer te zien en blij, dat het meisje
zoo goed voor haar potje gezorgd had. Lies
had bij Tante een gezellig uurtje cn vertel
de thuisgekomen baar wederwaardigheden
van dien morgon aan Vader en Moeder.
„Jammer, dat U geon stek moor over
hebt, Vador," voegde zo er ten slotte aan
toe.
„Ja, dat '8 zeker jammer," meende Vader,
„maar geef jouw stek."
„Noen, hoor. Dat doe ik niet Ik ben er
veel te blij meo en net nu hij zoo mooi
gaat bloeien. Neen, dat doe ik vast niet"
En Lies liep meteen weg even naar boven
om te kijken, hoeveel bloempjes er nu uit
waren Zesprachtig! Morgen kwamen
er vast nog meer bij. Ze gaf 't plantje nog
wat water en ging naar beneden.
Nadat zo 's middags haar werk had af
gemaakt ging zo met Moeder in de stad
een paar boodschnppen doen. Vader wou
liever den tuin nog wat opknappen voor
den Zondag.
Toen ze voorbij een bloemenwinkel kwa
men, zag Lies daar op eens verschillende
exemplaren van de ster van Bethlehem in
de étalage. Plotseling dacht zo aan do
school cn aan juffrouw Driehuis. Ook aan
de twee kwartjes, die ze in haar portemon-
naie had, cn die haar eigendom waren.
„Ik ga eens vragen, hoeveel zoo'n plantjo
kost" zei Lies. Ze liet Moeders arm los en
stapte den winkel binnen.
Daar hoorde ze, dat het kleinste exem
plaar 1.25 kostte. Lios schrok ervan, be
dankte cn verliet teleurgesteld bet maga
zijn.
„Nu?" vroeg Mooder.
„Voel te duur, 1.25. En ik heb maar
50 cis."
„Dat scheelt nogal wat" vond Moeder.
Voordat Lies 's Maandagsmorgens naar
school ging, moest ze nog even op haar
kamertje wezen om haar driehoek te halen.
O, ja, ze had nog niot geteld, hoeveel
bloemetjes er aan de ster waren. Ze telde:
veertien. Prachtig gewoon!... En juffrouw
Driehuis wou zoo dolgraag een eter van
Bethlehem hebben Nu, zij, Lies, was ook
dol op een ster van Bethlehem. En deze had
ze haast hoelemaa) zelf opgekweekt. Wat
zou die 't volgend Jaar mooi zijn!Kom
zo moest weg. Ze ging de kamer uit, maar
op het portaal keordo ze terug. Zou ze
de plant maar niet meenemen voor juf
frouw Driehuis? Ze had den pot al in
haar hand, maar zette dien weer neer
„Zoo mal zal Je toch niet zijn," dacht ze
bij zich zelf
Doch Lies hield erg veel van juf
frouw Driehuis, 't was net, of zo baar met
haar lieve stem hoorde zeggen, ,,'k Moet
toch ook eens zoo'n ster van Bethlehem
zien te krijgen. Ik vind ze zoo bijzonder
Meisjes, jongons, neemt de vlaggen
Vroolijk lachend in de hand,
Want 't is Koningin's verjaardag:
Feest dus in boe! Nederland'
Laat de driekleur dan maar wapp'ren,
't Oude rood-on-wit-en-blauw.
Holland's volk bleef door de eeuwen
Aan zijn Vorstenhuis getrouw.
Voor de jeugd is een verjaardag
Telkens weer opnieuw groot feest!
Maar van onze Koninginne
Is hij dit het allermeestl
Blijv', o lieve Koninginne,
Lang, heel lang voor ons gespaard!
Trouw als altijd heeft Jong-Néerland
Om Uw troon zich weer geschaard.
Meisjes, jongens, neemt de vlaggen
Vroolijk lachend in de hand.
Want 't is Koningin's verjaardag:
Feest dus in heel Nederland!
(Nadruk verboden).
Toen was Lies' besluit genomen. Ze nam
meteen de plant mee naar boneden en zei
tegen Moeder:
,,'k Geef m'n ster toch maar aan juf
frouw Driehuis."
„Daar zal de juffrouw blij mee zijn,"
meende Mooder, die haar dochtertje een
veelzeggend tikje op de wang gaf, omdat
ze wel begreep, wat dit besluit haar kind
gekost had.
Juffrouw Driehuis was ook blij, bijzon
der blij met het mooie, frisscho plantje, dat
nog zoo vol in knop zat. En de leerares
was nog blijder, toen ze hoorde, dat Lies
't plantje zelf opgekweekt had.
„Ik geef de ster natuurlijk een plaatsje
in de klas," besloot zij en zetto den pot
op het oude plaatsje van 's Zaterdags te
voren. Iodcreen, Lies niet het minst, ge
noot van de ster van Bethlehem. Ze bloei
de prachtig en bleef den winter mooi over.
Lies had geen spijt, dat ze haar bezitting
afgestaan had, zo leerde de leerares er
stekken van te zetten. En het jaar daarop
verhuisden alle sterren mee naar de 3e
klas. Ze versierden nadien menig ander les
lokaal, maar do afdeoling van Lies bleef
„de sterrenafdeeling."
't Is te hopen, dat er uit de meisjes ook
sterren groeien, sterren, die later de maat
schappij eer aandoen. Daarnaar zien de
ouders en leeraressen nu maar met belang
stelling uit cn we hopen, dat ze niet teleur
gesteld zullen worden.
J. H. BRINKGREVE—
ENTROP.
(Nadruk vorboden).
Meester Dog staat voor de klasse
In de groote hondenschool,
Waar de hondjes moeten loeren
Soms ook maken pret en Jool.
Meester Dog is een geleerde,
Draagt een bril fier op zijn neus.
Achter 't oor heeft hij een potlood.
Nee, het is geen grapje, hcusch!
Meester Dog leert aan de hondjes:
Als twee vechten met elkaar
Om den buit, dan loopt een dorde
Haastig weg er mee, zoowaar!
Meester Dog leert ze ook blaffen,
Want oen waakhond van fatsoen
Heeft des nachts en overdag zelfs
Soms verbazend veel te doen.
Meester Dog leert: 'n pootje geven,
Kwispelstaarten, zitten op
Mot een rechten rug, geduldig,
En een opgeheven kop.
Heel wat moeten hondjes leeren,
Wat ze spreken? Hondentaal.
Die verstaan niet heel veel menschen,
Maar de hondjes allemaal.
Meester Dog doet in het speeluur
Heel graag met de hondjes mee
En zo springen haasjo-over,
Soms heeft hij een goed idee:
Meester Dog vertelt dan rustig,
Wat een hondje aardig vindt
En ze luist'ren naar zijn sprookjes
Net als iodcr menschenkind.
Soms kijkt Meester Dog heel ernstig
En klinkt zijn verwoed geblaf:
Foei, jou stoute, kleine bengel,
Kom eens hier, want jij krijgt straf!
Meester Dog van 't hondenschooltje
Die is heusch niet voor de poes!
Zei eens een heel geestig hondje,
'n Kleine, slimme, zwarte Does.
Meester Dog staat voor de klasse
Waf, waf, woef! de les begint!
Ik geloof, dat ieder hondje
Het op school heel prettig vindt.
CARLA HOOG.-
(Nadruk verboden).
't Is eind Augustus cn overal in de stad
worden toebereidselen gemaakt voor de vie
ring van Koningin's verjaardag. Er zal
groot feest zijn! Langs den vijver in het
park worden al palen gezet, welke door
ijzerdraad verbonden zijn en aan dit ijzer-
draad komen fraaie, gekleurde lampions te
hangen. \\'at zal het mooi zijn, als daarin
de lichtjes branden!
,,'t Is te hopen, dat het overmorgen 31
Augustus mooi weer is," zegt Vader,
want anders valt het heele feest in het
water en heeft niemand er wat aan!"
Lockie hoort het Vader zeggen en al be
grijpt ze niet, wat Vader er mee bedoelt, ze
onthoudt die uitdrukking toch heel goed.
Den 30sten Augustus, als alle lampions
reeds zoo feestelijk om den vijver hangen,
gaan Vader cn Loekio er samen naar kij
ken.
Prachtig vindt het kleine ding al die ge
kleurde lampions en ze kijkt er vol bewon
dering naar.
Plotseling gaat haar blik echter naar het
water cn roept zë teleurgesteld uit, als zij
daarin de lampions ziet weerkaatsen:
„O Pappie, kijk toch eens! 't Heele feest
ligt al in het water! Wat jammer!"
Glimlachend herinnert Vader zich nu,
wat hij den vorigen dag in tegenwoordig
heid van zijn dochtertje gezegd heeft Zijn
kleine meid had zijn woorden wel onthou
den, maar... of zij ze ook begrepen had?
CARLA. HOOG..