ZOEKPLAATJE Raadseifooekje Oplossingen der raadsels uit 't vorige nummer. Voor grooteren. Voor kleineren. Om op te Voor grootereEi. Voor kleineren. POE-A (Nadruk verboden). Waar is de jockey? OPLOSSING VAN DEN REBUS UIT 'T VORIGE NUMMER. Gisteren stoncl er een poppenkast üiet huis van Klaas. (Nadruk verboden). E Z E L Z 0 D E E D E N L E N S 2. Roodvonk. Doorn, rood. vork. koor. 0. L(el), IJ, ster lijster. I. Maas vest. Otto poes kalf lang wolf 111 i e r beek. boor Metslawier. Tor, rot. 2. Moet Jan Ilake leien uitdeden vandaag? (akelei). Laat Moeder maar begaan. Je raadt nooit, wat zij van plan is (anjer). De kast was te ruw afgewerkt vond ik. (aster). Hoeveel el? Iels meer dan drie. (lelie). E. Barend, Arend. Een mol. f. Kriiisraadsel. Op dc beide kruisjeslijnen komt d:« nr. urn van een muziekinstrument v X X X X X X X X X x X X X X X X lo rij een medeklinker. 2o een jong, viervoetig dier. 3o een kleur. 4o een provincie in ons lan.l 5o 't gevraagde woord. Go een plank over een sloot. 7o een deel van een etmaal. So schrijfgereedschap. 9o een medeklinker. 2. -Vis mijn eerste heel koud en mijn tweede geen water is, welk groot eiland is dan mijn geheel0 S. Mijn geheel wordt met *22 letters gc- N schreven en noemt een hekend spreekwoord. 1, 5, 6, 3, 4 is een kleur. Een 7, 17, IS. 22 kan nooit een meisje zijn. 1G, 17, IS, 19, 20 is een mooi ckvp in :1e prov. Utrecht. Een 9, 8, 1, 2, 15 heeft een donkere ge laatskleur. De 10, 11, 12 is een hemellichaam. 13, 14, 21, 1 wordt zoowel door de huis- l' vrouw als den hakker gebruikt. Mijn broertje liet een groeten steen aan i stukken vallen in een afgrond. Daar vond een ander ze, voegde ze weer samen en kreeg oen boom. Hoe kan dat?. Verborgen jongens- en meisjesnamen Ik dacht, dat een vcrsch ei nog in de kast lag. Oom kwam in alle onmogelijke hoekjes zoeken, maar vond Poes niet (2) Neen! We gaan niet zoo gauw verhui zen. Ga je moe? Ja,' nu dodelijk! Wij dansen en wij springen, Wij lonpen met een vaart. V ij hebben kop noch boenen. Geen armen en geen staart. Zijn w' éénmaal we^geloopcn, Dan kunnen w' onze plaats Heusch nimmer meer bereiken Al hebben wij veel praats! Hoe of wij er wel uitzien? Soms groen, soms bruin, rood, geel Je vindt ons ook dit najaar, Als ieder jaar, weer \eel. Ik noem een jongensnaam. Notaut men mijn staart weg, dan staan wij op het land. Als we nu nog onthoofd worden, vindt je ons in het kippenhok.. Wie slaapt niet rustig in zijn bed En kan ook nimmer droom en? Wie kan niet. liggen, zitten, staan. Moet. loopen steeds of stroomen? (Nadruk verboden). Poc-a noemde hij zichzelf, maar eigenlijk heette hij Paultje. Dien naam vond hij veel tc moeilijk en daarom had hij zelf maar, een anderen bedacht. Tenslotte noemden de huisgenooten hem ook Poe-a. Poc-a was een klein broekemannetje van nog geen drie jaar. Voor het grootste deel van den dag stond hij nog in de box. En soms vond hij dat heolcmaal niet prettig. Vooral als bij in de kamer iets zag. dat hij graag hebben wilde. Want dan kon hij er natuurlijk niet heen oni hel te pakken. En nu zag hij werkelijk iets, dat hij dolgaag hebben wilde. Wat dat wel was? Een stukje chocola, dat. midden op de tafel lag. O, Poc-a hiclcl zooveel van chocola! Maar dat woord was ook veel te moeilijk voor liern om na te zeggen. Daarom noemde hij die lekkernij co-ha. En nu stond 't kleine man netje met een vuil chocolade-toctjc. in zijn box, wees aldoor naar liet lekkers op tafel cn riep: Poe-a, co-ha! Dat moeder ook niet kwam om net hetn te geven! Straks had zo hem één stukje in clen mond geduwd, de rest. op tafel gelegd en gezegd: „Dat krijg je zoo meteen.'' „O, wat had Poe-a een zin in de chocola! Mij duwde liit alle macht legen het loophek. Maar 't ging niet vooruit. Eerst wel, voor dal vader 't aan de plint van den muur had vastgebonden. Want vóór dat gebeurd was, liep 't ventje met 't loophek de heele kamer door. En eens vond moeder hem vlak hij de tafel met 't tafelkleed cn alles wat erop stond in de box! Maar toevallig deed Poe-a een ontdek king Tegen den kant van 't loophek stond z'n'ezeltje, hij klauterde er op en duikelde op eens de box uit. En zoo lculc, met z'n bol omlaag, kwani hij toch op z'n beentjes te recht en toon schaterde de buitelaar 't plot seling uit van 't lachen. Wat een meevaller! ,,Pcc-a, co-ha," zei hij weer en keek over de tafel heen naar de chocola. Hij strekte a arm uil. maar... luj kon er niet bij Had 't tafelkleed ïiu maar op dc tafel ge legen, dan had Poe-a zijn lekkers zóó ge had. Maar dat hing huiten. Doch de kleine baas w ist' raad. In de voorkamer stond z'n eigen stoeltje, een leuk groen ding. Dat zou hij naar do tafel slce- pen. Maar... de stoel was zwaar, 't Ventje kon :n niet'optillen. Daarom schoof hij den stoel -">or zich uii. Bij de tusschendcurcn echter kon hij niet verder. Daar iag een ijze ren richel cn de stoel bleef er voor staan. Vol verlangen keek Poc-a naar dc chocola enj toen naar den stoel. Toen nam hij een kloek besluit cn probeerde #den stoel op te tillen. Hij kreeg een kleur van inspanning, maar 't lukte! En eindelijk stond de stoel bij de tafel! Nu er op geklommen cn ha! daar had hij z'n lekkers! Wat een verrukt gezichtje zette dc kleine man, toen hij z'n lekkernij bekeek! „Poe-a co-ha," zei hij tot zichzelf en stopte toen meteen het stukje in z'n mond. Juist kwam moeder binnen. Die wist niet, wat ze zag. „Hè, wat doe jij daar?" vroeg ze. „Poe-a, co-ha," legde dc jongen uit met een vollen mond. Moeder pakte gauw haar jongen op en zette 'm weer in het loophek. Toen ze den ezel zag staan, begreep ze, hoe het baasje eruit gekomen was. Ze nam grauwtje uit de box cn zette 'm in dc kast. Poe-a nam er niet veel notitie van. 1-Iij had z'n doel bereikt en smulde van z'n chocola. J. II. BRINKGREVE— ENTROP. (Nadruk verboden). Beste Nichten cn Neven, Het is nu mis met het weer; dc regen druilt zachtjes neer en de Zwemschool is al gesloten. Jullie gaat nu zeker dc zwem pakken opbergen cn de winterspelen voor den dag halen hè? Deze week heb ik zeer weinig tijd gehad, zoodat van den opstel lenwedstrijd niet veel is kunnen komen. Ik beloof jullie, volgende week het onder werp te zullen opgeven. Er zullen dan geen nieuwe raadsels zijn. Denken jullie er voor al aan het papier voor het opstel aan één kant 1c beschrijven? Ik hen zeer benieuwd wat jullie ervan terecht zult brengen. DE CORRESPONDENTIE. Lobelia. Nou, ik ben echt verheugd van je te hooren, dat je zoo verrast was door dien prijs. In den regel komt zooicts op een moment, waarop' je het in het geheel niet. verwacht hè? C 1 y v i a. Bedankt voor je gift. Ik hoop, dat je trouw zult blij van meedoen, dat is veel aardiger, dan wanneer ik maar eens zoo nu en dan een briefje van je krijg. Tobias. Mijn dank vóór je gift. Nog wel gefeliciteerd met dien verjaardag; wal scheelt er dan aan, dat je zoo nu en dan niet Jekker bent? Ja." dat zal er bij ongeluk tusschon gekomen zijn denk ik. Libel. Ik heb je inderdaad geruime» tijd gemist. Leuk is het daar in Giethoorn hè, ik ben er een jaar of zes geleden ook eens geweest; als ik nu de foto's er nog van zie heb ik nog steeds pret over dat punteren. Jij hebt een buitengewoon aar digc vacantfe gehad zeg! Tompoes. Hoewel ik geen wcerprofcct ben, heb ik een sterk vermoeden, dat wc juist wel een strengen winter krijgen na dezen warmen zomer. Gymnastiek hield ik vroeger dol veel van; doe maar goed .je bost om een uitstekend turner tc worden. Nog wel bedankt voor. jé gift. Zilverblad. Ik wist niet dut Sncek je geboorteplaats is. Het móet wel een. aar dig plaatsje zijn hè; ik ben er nog nooit geweest. Voor een ansichtkaart houd ik me dus altijd aanbevolen. Nog wel gefeliciteerd met dien eersten prijs; ik. wist heusóh niet. dat je zoo'n uitstekende kweekster was! Onrust. Bedankt vóór 1 je gift. Ja, die oude talen zijn op hol gymnasium van zeer veel b.claug-; ;dóg^ er m4;ir good jo best óp, vooral volgend' jaar opfhet 'Griekscli! T j i f t j a f. Bedankt voor jc bonnen. Je bent nier do ecnigc d(e op liet oogenblik verkouden is; ik heb ;er pok aardig last van, maar van neusbloedingen gelukkig nog niet. S to r mvogcl t j o. N'ou zog, vraag jc al weer vrij van school, zoo vlak na dc va- canlie? Fijn zeg, dal ..,'e liet zwemdiploma hebt gehaald. Natuurlijk - mag je ook niet den ruilhandel meedoen. Wélke bonnen wil je hebben? Ko o 1 \v i t j e. Je bent van harte welkom. Ja, die mop heb ik ook wel eens gehoord. Nog wel bedankt voor de raadsels; liet ecr- «;c kan ik evenwel ni'ot gebruiken. Ben je lang in het. Ilangjc geweest? Cactus. Het was ecu prachtige stoet Zaterdagmiddag. Dal is heel goed gezegd, ze zijn niet voor rle luxe maar voor het nut! Nu weet ik tenipjnsie. ook hoe jullie huis aan dien naam komt. Ouranos. Je bent van liane welkom; wat heb n een geloerde" naam gekozen! Heb jc dien zélf gevonden? Tot mijn spijt kan ik ie aan geen van dc gevraagde bon nen helpen. v v -• Rival. Vermoedelijk- zal ik van die plaatjes nog wel wat hébben voor den ruil handel. Het opstel zal -wel niet erg gemak-' kclijk worden denk ik. P a p i 11 on. Ik geloof, dat jc wel wat tè vlug leest. Drie boeken in anderhalve» dag is tc veel, dan kun je nooit goed in je op-* nemen, wat erin geschreven'staal. Bruin oog. Het is niet. zoon bontje wel leuk maar als je c'oor de golfslag klets nat wordt is het geen pretje .meer.'Bedankt voor je bonnen; de van Tldutcn's bonnen zijn helaas op. Hui s li O u d si c r t j e. Bedankt voor jé bonnen. Ja, er komen in dién tusschonlijd wel raadsels; alk-en één week zal ik over slaan. Ik kan je alleen, maai* aan een paar oigareltenbonnen helpen. Orchidee. Bedankt-voor. je gift. Gefe liciteerd met den prijs van hel floraliafeest". Ja, in dat bosch zijn altijd heel veel kinde ren aan het pret maken. C h r y s a r. t. Nou, en óf ik je gemist heb! Ik hoop tenminste, dat 'jc nu weer regel matig zult- blijven schrijven. Geloof je nu werkelijk, dat ik alles kan onthouden wat jullie ine alzoo schrijf! fik wou, dat ik zoo'n goed geheugen luid zeg! Jc bent al -vrij aar dig thuis op de schrijfmachine. Roodborstje. Bedankt voor jc gift. Wat moet je iedere kcev in Hilversum doen: heb je daar soms bijzondere lessen. Ik kan niet anders doen, dan je 'een spoedig her stel toewenschon. Valk. Wat schrijf io toch altijd een korte briefjes, zelfs zonder cenig opschrift. Kun je nooit eens wat erbij vertellen? Ja, ik heb dien optocht ook gezien, hij was erg mooi. Bedankt voor jc gift. Cupido. Ik vond dien optocht wel mooi. De wïelrenspcrt heeft me nooit zoo bij zonder aangetrokken. Het is er op dien voetbalwedstrijd niet al te best toegegaan hè? Kemphaantje. Natuurlijk1 zijn die havens reuzen diep; anders zouden die grootc zeeschepen er, niet in kunnen. Sun- lightbonnen heb ik helaas niet meer voor je. Hagedis. Je bent van harte welkom in onzen kring. Je schuilnaam is heel aardig gevonden, ik had tot heden nog geen hage disje in mijn familie. Nieuwe raadsels ont vang ik altijd gaarno van jullie. Ik houd zoowel van zwemmen als van schaatsen rijden. De oplossingen. I. M L E k M a R n e M E R W E D E S n E e k e D e E II. Zomervacaniie met de woorden: Zaan, cent, Rome en vier. De prijs is deze weck ten deel gevallen aan Tobias, die hem Maandag aan ons bu reau kan komen afhalen. Nieuwe raadsels. I. (Van Koolwitje). XXX XXX XXX X X X - X X X X X Op de kruisjeslijnen komt de naam van een plaatsje in Drente. Op de le rij: het gevraagde woord. Op de 2c rij: een plaats in Noord-Holland. Op do 3e rij: Schaaldieren. Op de 4e rij: een plaatsje in Drente. Op de 5e rij: een plaatsje in Gelderland. Op de Ge rij: iets dat niet kouel is. Op de 7e rij: eon water in Utrecht. Op de Sc rij: een lengtemaat. Op de. 9e rij: een medeklinker. II. (V.in Roodborstje. Mijn geheel is een spreekwoord, dat uit 4 woorden bestaat cn met 21 letters wordt ge schreven. 21, 2, 17 is een klccdingsluk. 18, 9, 3 is een verkorte meisjesnaam. 7, 20,. 10, 6, 5, 1G, 1 is een stad in Gelder land. 5, 1G, li, 11 is een stad in België. 19, 4, 8 is een afsluiting. 12, 13, 15 is een hemellichaam. ONZE RUILHANDEL. De dame, die me een paar cactusbonneii, roodband- en Bussinkplaatjes heeft gezon den, wordt vriendelijk bedankt voor deze gift. De onbekende, die rno klem-plaatjes-, pcTikaantjes, Hille's en cactusb'onnen heeft gezonden, wordt eveneens bedankt voor zijn gift. Tobias lean een paar cactusbonnen en een filmfoto komen halen. Tompoes kan.een paar kwattasoldacil- jes en van Nellé'-s merken halen. Onrust kan een paar I-ïillé's bonnen*, voetbalplaaijes cn sigarcUencloekjes halen. Tjiftjaf kan een paar Hille's bonnen krijgen. Cactus kan een paar Drostcplaatjës, een bockenbo» en een paar K en G's plaat jes halen. Mickey Mouse kan een paar karnc- me 1 kzeeppl'aatjes, cactusbonnen en Hille's bónnen krijgen. B r u i n o o g kan een paar Bussinkplaa t- jes, Hille's bonnen cn een bockenbon ha len. 1-1 u i s ii o u d s l o r t j e kan eeir paar voet balplaaijes en si'garcttonbqnncrï halen. Orchidee kan een paar speldjes kiij- gen. R o o d b o r s I j c kan een paar sigarct- tenbons en Amstelppmiingen halen. Valk kan een paar duifmerken, I-Iagen- boekplaatjes, cactusbonnen, Amstelpcnnin gen. Sickeszpunten en pclikaantjcs halen. Kemphaantje kan een paar cactus- bonnen cn een bockenbon halen. Hagedis kan oen paar caci usbomicn halen. Alle bonnen en plaatjes kunnen na Maan dagmiddag 3 uur worden afgehaald, OOM PI.M. DE KOEKOEKKLOX. Toen hét groole vacantia was, ging Nick, zooals elk jaar, hij Oma log'écron. Dat was een heele vreugde, want Nick en Oma hielden heel veel van elkaar. Moeder zou haar jongen brengen. Niek vond dat eigenlijk niet noodig, „Ik kan best alleen reizen," had hij gezegd. „Ik weet precies, waar we langs komen en waar ik moet uitstappen." Maar Moeder vond het veiliger haar jon gen gezelschap le houden. Want Nielc was wel flink en dapper, maar hij 'was toch nog maar zeven jaar. Dc trein zette zich in beweging, stoomde, dreunde tjpek tjoek Ijock het station uil, dc stad uit... Niek bleef voor het open raampje naar buiten kijken. De wind woei zijn haren omhoog. „Het raampje moet omhoog, Niek," zei Moedor. „Je zou kou vatten met dien wind. En blijf niet voor liet deurtje staan, dat is gevaarlijk, je zou er uit kunnen vallen." De reis duurde niet lang. Ze .waren al gauw bij Oma. Niek vond lief heerlijk, weer bij Oma te zijn. Mij babbelde honderd uft cn liep door alle kamers heen. Draafde, naar de keuken cn dc tuin cn had een kleur als vuur. „Wat ben je warm, lieve jongen," zei Oma, haar hand tegen zijn wang leggend. „O, dat is niets," zei Nick. „Oma, gaan we morgen naar dien grooten speeltuin, r schommels en wippen?" „Ja," beloofde Oma. 's Avonds ging Moeder weer wc werd Niek door Oma naar bed gebracht Niek was zoo opgewonden, dat hij er nk van in slaap kon komen. Maar hij was ook zoo waTm, gloeiend. „Wat ben je heet, lieverd," zei Oma be zorgd, toen zc nog even naar heru kwam kijken. 1 „Zoo straks wel, Oma," zei Niek, „maar nu' krijg ik het opeens koud. Gek, hè?" „Jc wordt toch niet ziek?" zei Oma am stig. „O nee," lachte Niek. Maar hij werd wèl ziek. Den volgenden dag had hij koorts en dus kon hij niet mei Oma naar den speeltuin gaan. De dukler kwam cn zei, dat Niek kou gevat liarl en dat hij een dag of twee in bed zou moeten blijven. Ach, wat jammer! Oma had zoo'n mede- lijden met hem cn troostte en vertroetelde hem. En Niek zelf moest er wel even on! schreien. „Koekoek koekoek," klonk liet vroo- lijk door de kamer en Niek keek, nog met tranen in de oogen naar de koekoeksklok waaruit het vogeltje, dat zoo trouw met zijn geroep de uren en halve uren aan?af naar buiten kwam. Floep, klapte het deur tje weer toe. Weg was het vogeltje. O, die lcoekoekklok! Wat vond Nick die toch prachtig. Nu peinsde hij, als zoo vaak wanneer hij bij Oma logeerde, over het vo geltje, dat altijd precies w ist, hoe laat het was. „Koekoek," sloeg de klok na een heele poos weer. En later, toen Niek erg doczelis was geworden en heel stil met zijn hoofd op het kussen lag, nog weer „koekoek koekoek koekoek Maar deze keer floepte het deurtje niet dicht. Dc koekoek bleef voorovergebogen naar Niek kijken cn Niek keek verbaasd naar den koekoek. Toen gebeurde er iets ongelooflijks. De koekoek spreidde zijn vleugeltjes uit en rrt vloog hij naar Niek's bed toe en gin? vlak naast Niek's hand op het kussen zit. ten. „Waarom lig je hier zoo stil tc kijken?" piepte hij zoo zacht, dat Niek moeite moest doen, om het te verstaan. „Ben je ziek0" „Ja." zei Niek, „ik heb kou gevat.' „Dat dacht ik al," zei de koekoek. „Ik heb zoo'n medelijden met jc want ik weet er alles van, wat het is, om ziek tc zijn. Ik heb ook eens kou gevat en toen kon ik een heele week mijn plicht niet doen. Het was vreesclijk. De wijzers van de klok kwamen ervan in de war cn wezen den verkeerden tijd aan. En eindelijk stond de slinger ook nog stil. En mijn kinderhea waren te klein, om inplaats van mij het aantal uren-te roepen." „Je kindertjes?" vroeg Nick verbaasd, „heb je die dan?" „Zeker!" zei de koekoek trotsch. „Ik heb er drie,, en mijn oudste is nu oud genoeg, om. zelf, wachter, in een koekockklok ie worden. Straks' breng ik licm weg naar de koekockklok kenfabrick." Niek's mond ging open van verbazing. Wat klonk dat allemaal vreemd. Het leek wel of hij droomde. „Geloof jc mij niet?" vroeg de koekoek. „Ga dan maar pice, clan kun je zelf zien, dat het waar is."' „Mee?" vroeg Niek. Maar vóór hij nog iets kon •zeggen, was hij een Niekje gewor den, zoo'lang als een speld en zijn hoofi was maar zoo dik als een speldeknop. Kn hij zat boven op den rug van de koekoek' en vloog met hom, dwars door dc kamer iieen, naar dc klok. En toen door hel openstaande deurtje van de klok naar bin-1 ncn. „O,"'gaapte hij, „dit is een wonder!" „Het lijkt er veel. op, hè?" lachte dc koe-' j koek. „Maar ik moet. een zieken jongen, toch wat afleiding bezorgen anders gaai i li ij te veel piekeren. Nu, hoe vind je liet liicr?" „Heerlijk." zei Nick. „Wat een grappig,,; houten kamertje!" Drie kleine koekoekjes, die in een hoek* je bij elkaar zaten, keken hem nieuwsgie rig aan. „Dat zijn mijn kindertjes," wees de koe- I koek trotsch. „Dit is mijn oudste. Hij heet i j Dumpie. Dit is Urnpie cn dat Jumpic." „En hoe heet jij zelf?" vroeg Niek. „Frumpie," zei de koekoek. „Wat. een gekkenamen," zei Nick en, moest, hardop laqhen. „Gek?" zei de koekoek bclcedigd, „niets gekker dan je eigen naam." „Nee," gaf Niek toe, ,,\vat is nou Niek? J Maar eigenlijk heet ik Nicolaas." „Dal is geen naam." zei Dumpie eigen- wijs. „Dat, is Sinterklaas. Daar hebben wij zooveel over gehoord. Sinterklaas heeft deze klok bij jouw Oma gebracht, jaren geleden." „Ja." zei de koekoek, „dat is al lang gele den. Maar kom, Dumpie, we moeten gaan, jongen. Unipiej zul jij goed op den tijd j passen, terwijl ik weg ben? Flink „koe koek"' roepen, hoor, en je niet vergissen met feilen. Kóm, Dumpie."' Frumpie zelf vloog het eerst dc klok uil. mot Niek op zijn rug en Dumpie volgde Ze vlogen door het venster, dat op een kier stond cn toen ging liet pijlsnel voort. over weiden en akkers, steden, rivieren en bergen. Tot zc kwamen..boven uitgestrek te, dónkere dennenbosschen. Daar daalden de koekoeken cn Nick za? een groot, laag, donker gebouw. Zc vlogen het gebouw binnen cn kwamen in een heel lang vertrek terecht, waarvan dc wanden vol. tikkende klokken hingen. Niek werd haast draaierig van al die heen en weer bewegende slingers. En opeens gingen al de deurtjes van de klokken open en van alle kanten klonk het, „Koekoek!!!" „Floep flap flop," klapten de deur tjes weer dicht. (Slot volgt). Ontleend aan: „Van alles Wat" door W. Blokker, verschenen bij Gcbr. Kluitman, Alkmaar).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 22