K°. 63. 1819. NIEUWS- ADVERTENTIE-BLAD AMERSFOORT, RIIENEN WIJK BIJ DUURSTEDE. Dingsdag25. December. IN (Semper idem). Dit Blad verschijnt geregeld om de 8 dagencn wel des Dintjsdagstej[en ƒ3,60 per jaar. Advertentie» van 16 regels worden geplaatst legen ƒ0,60; elke regel daarboven 10 Cents, behalve 0,35 ZegelregC bij elke plaatsing. Stukken ter plaatsing moeten ingezonden worden te Amersfoort bij den Uitgever, te Wijk bij Duurstede bij W. F. S I it AM ROOD te Uitenen bij GEBR. TAATS, Adres C. G. J. WOLTERS, te Utrecht bij J. II. SIDDRE, en aan het Postkantoor te Amersfoort. BERAADSLAGINGEN DER PROV. STATES VAS L'TRECIIT OVER RET OSTWERP DER CEMEESTEWET. Vervolg en Slot van N°. 62). HOOFDSTUK VIII. Algemcene en overgangs bepalingen. Art. 164. Yoor die gedeelten van de provincie Friesland, waar grietenijen blijven bestaan, moeten overal, waar in deze wet de woorden getneente, burgemeester cn gemeenteraad voorkomen, daardoor de woorden grietenij grietman en grietenijraad verstaan worden. De Hr. d'Ablaing acht het niet duidelijk wat liier wordt bedoeld. Andere leden meenendat dit artikel geheel betreft het locale van de Provincie Friesland en voor andere provinciën van geen belang. Art. 165. Aan Gedeputeerde Staten der onderscheidene provinciën wordt overgelaten alle zoodanige maatregelen nemen, die tot de riglige uitvoering van het lll,c hoofd stuk dezer wet vereischt worden, en alle oprijzende geschillen of bezwaren, die uitvoering betreffende, te beslissenvoor zoo verre die beslissing in deze wet niet aan anderen opgedragen is. Art. 166. Indien zulks uit hoofde van liet tijdstip der afkondiging dezer wet mogt nuodig geoordeeld worden behouden Wij ons voor, de bij hoofdstuk II. bepaalde tijdstippen voor het opmaken der kiezerslijsten en voor de daarmede in verband slaande verdere verriglingen omlrent de kiezerslijsten, alsmede het tijdstip voor de eerste bijeenkomst der kiezersvergaderingen, te veranderen, ten einde de nieuwe Gemeenteraden zoodra mogelijk worden verkozen. Art. 167. De volgens de bepalingen dezer wet daar te stellen gemeentebesturen koiuen in werking, zoodra dit zal kunnen geschieden, nadat de Raadsleden verko zen, en de Burgemeester en Wethouders benoemd zijn. Tot zoo lang blijven de thans bestaande plaatselijke besturen, en de thans bestaande verordeningen, waar naar het plaatselijk bestuur wordt uitgeoefend, in wezen. De Hr. Verloren herinnert hier aan de algemcene be merking van den Hr. Laanvoorkomende bij de eerste zitting in welke over deze wet is beraadslaagt. De Hr. voorzitter merkt aan dat het voorstel niet betrekking tot deze bepaling reeds toen in Procesverbaal der zitting is opgenomen. Art. 168. Na de optreding der nieuwe Gemeentebe sturen wordt, zoodra mogelijk, in de vergaderingen van de Gemeen eraden en van Burgemeester en Wethouders, door het lot beslist, in welk jaar ieder lid van het Gemeentesluur zal aftreden. Art. 169. Ook na het in werking brengen dezer wet, blijven in genieentendie met andere worden vereenigd de thans aanwezige Secretarissen, die niet tevens Burge meester zijn, in functie, voor zoo verre zij de bij de wet gevorderde vereisehten- bezitten. De Hr. Kien merkt aan, dat volgens dit artikel en het volgende de Secretarissen en Ontvangers, bij het in werking treden dezer Wet in functie blijvende, daaruit zou volgen, dat de bepalingen omtrent derzelver schor sing en ontzet niet op zoodanige in functie gebleven Secretarissen cn Ontvangers zouden kunnen worden toege past, en meent, dat hier zoude moeten worden bepaald, dat alle de bepalingen dezer wet overigens ook op dezelve van toepassing zouden zijn. De vergadering vereenigt zich met dit gevoelen. Art. 170. Na het in werking brengen dezer wet blij ven in gemeenten, die niet niet andere worden "ver eenigd, de thans aanwezige Gemeenteontvangers, die de, bij deze wet gevorderde vereisehten bezitten, ins gelijks in functie. Voor zoo verre hunne borgtogt gesteld is op de wijze en ten bedrage als bij deze wet is voorgeschreven, be hoeft door hen geene nieuwe borgtogt te worden gesteld j alles onverminderd het bepaalde bij art. 135. Art. 171. De berekening van de (onder anderen, in art. 3 en 4 vermelde), bevolking der gemeenten, ge schiedt naar den uilslag der tienjarige algeineene volks telling zoo, ten gevolge van dien uitslag, in eene gemeente, het getal der Wethouders of der Raadsleden moet worden vermeerderd, heeft de eerste benoeming en verkiezing van hen, des vereischt, plaats voor zoo- danigen korleren termijn als, ter geregelde toepassing van de art. 66 en 67 noodig is. Door een der leden wordt nog opgemerkt, dat art. 162 eene drukfout bevat door te verwijzen naar art 141 dit zal moeten zijn art. 147. De verdere artikelen der wet hebben geene aanlei ding lot bedenkingen of opmerkingen gegeven. Omtrent de achter deze wet gevoegde tabel belioo- rende hij art. 5, wordt door onderscheidene leden be merkt, dat wel is waar deze, voor zoo verre die de provincie Utrecht betreft, geen onderwerp van bepaalde delibeiatie kan uitmaken, omdat de hier bepaalde census in ieder geval afbaiikelijk is, van den census, welke bij de kieswet zal worden aangenomen, aangezien de zelve volgens art. 139 en 76 der Grondwet steeds de helft moet bedragen van den census, die voor de alge- meciie kiesbevoegdheid der ingezetenen zal worden vast gesteld. Verscheidene sprekers waren echter van oordeel, dat le dezer gelegenheid het gevoelen der vergadering om trent het bedrag van den census zoude belmoren te worden medegedeeld. De Heer voorzitter heeft daarop liet gevoelen der vergadering gevraagd, en was deze algemeen van oor deel, dat de census voor de kiesbevoegdheid te laag was gesteld. Omtrent de achter deze wet gevoegde lijst, b»hoo- rende bij art. 100 der wet, wordt door den Hr. Calksujtp- opgemerkt, of het niet doelmatig zoude zijn te bedien; dat collegiën, als schojolcommissiës^ collegiën van Cura toren, enz., bij vacatures m-dezclvtK alsmede bij vacalu» res van onderwijzersenr,i:il~ inrigtingen, eene konden voorstellen De Hr. Kien best e directie gestelde elver térvulliné' j - j. oor zoo veelsjtig; dei

Historische kranten - Archief Eemland

Arrondissementsbode van Amersfoort | 1849 | | pagina 1